DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Groote Voorjaarsveemarkt Groole Paardenmarkt De Wiskottens Honderd en twaalfde Jaargang. 1910. WOENSDAG 6 A P R I L. FEUILLETON. BIN NE N LAND. No. 80 Deze Courant wordt eiken avond» behalve op Zon» en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor ^kmamr fi 0,80$ franco door het geheele Rijk f 1» Ai jinderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON» Voordam C 0. KIEZERSLIJST. te ALKMAAR Maandag 18 April I9IO. te ALKMAAR Woensdag 20 April 1910. TfeteioecoramaBsr - op op - RECHTZAKEN. ALRMAARSGHE COURANT, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen, overeenkomstig artikel 28 der Kies wet, ter algemeene kennis, dat de kiezerslijst en de alpkabetische lijsten van de namen en voornamen van hen, die van de kiezerslijst zijn afgevoerd en van hen, die daarop zijn gebracht, door hun college zijn vastgesteld en van heden af tot en met den 21 April e. k. ter secretarie voor een ieder ter inzage nedergelegd en tegen betaling der kosten in afschrift of afdruk verkrijgbaar zijn gesteld. Verbetering der kiezerslijst kan tot en met den 15 APRIL a.s. door ieder worden gevraagd, die meent dat hijzelf of een ander in strijd met de wet daarop voorkomt, niet voorkomt of niet behoorlijk voorkomt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 22 Maart 1910. ALKMAAR, 6 April. Het Engelsche Lagerhuis heeft besloten tot her vorming van de grondwet en thans vergadert dit par lement in comité-generaal ter behandeling van de be trekkingen tusschen de beide Kamers en den duur van een parlementaire periode. De minister-president Asquith heeft nog eens uitdrukkelijk herhaald, wat hij vroeger heeft gezegd, dat n.l. de regeering niet in zand zou gaan ploegen, m. a. w., er naar zou streven vruchtbaren arbeid te verrichten. Hij scheen het voorts wenschelijk te vinden, dat een crisis met het Hooger- huis tot eind Mei of begin Juni werd verdaagd. Het spreekt wel van zelf, dat het ministerie staat of valt met den uitslag van dezen strijd, welke eindigt met het al of niet tot stand brengen van de hervorming tegen den wil van het Hoogerhuis. Men weet, dat het voornamelijk gaat om in de wet vast te leggen, dat het Hoogerhuis voortaan het recht zal missen, in financieele wetsontwerpen wijzigingen aan te bren gen of deze te verwerpen. De vraag, wat een financi eel wetsontwerp is, wil men aan de beslissing van den speaker, den voorzitter, die in Engeland boven de par tijen staat, overlaten. Bovendien zal het vetorecht der lords tegenover alle andere wetsontwerpen van niet fi- nancieelen aard beperkt worden, in dien zin, dat 'nont- Naar de vijf en veertigste Duitsche uitgave door RUDOLF IIERZOG. 21) „Als de werklieden maar willen." __„Wat? Je gelooft toch niet dat onze mannen zich bij de oproerlingen zullen aansluiten? Nee, jongen, dan ken je de menschen slecht." „Dat soort menschen is altijd ontevreden. Als ze gelooven in troebel water te kunnen visschen, doen ze het." „Men moet er juist voor zorgen, dat er niets troe bels is. Dan houdt het visschen van zelf op. Bij ons is helder water. „Als jij met je heldere water de oogen maar niet helder moet wasschen." G us tav Wiskotten stond op en opende de deur naar het groote kantoor. „Paul. geef de loonlijsten eens aan. Dank je. Nu kan je Fritz wel even uit het 1 a- boratorium roepen." Toen de broeders het privé-kantoor binnentraden, had hij de loonlijsten nagekeken en zijne berekeningen gemaakt. „Houd een oogenblik met je geschrijf op, August. Ga zitten, Fritz, Paul, jij kunt ook blijven." „Om het kort te maken. We hebben in de textiel branche een hausse als er sinds jaren niet geweest is. En zooals de berichten luiden zal de stijging nog aan merkelijk toenemen. In dien tusschentijd zal het nieuwe gebouw bij de overige getrokken kunnen wor den. Voorloopig heet het, met doodsverachting wer ken, dag en nacht, ppdat we niet achterblijven. Ik zal mijn plaats als stamgast opgeven, August zal de goed heid hebben van zijne presbyters voorloopig afscheid te nemen, Fritz zal zijn rijpaard met vacantie sturen, en werp, hetwelk de lords in een wetgevende periode drie maal verworpen hebben, zonder hun toestemming wet wordt, terwijl de duur van het parlement van zeven op vijf jaar wordt teruggebracht. Een ontwerp moet ech ter twee jaar in het Lagerhuis behandeld zijn, voordat het zonder toestemming van het Hoogerhuis wet wordt. Men weet, dat er tot dusverre heel wat ver warring ten aanzien van deze ingrijpende hervorming heeft geheerscht. Het ministerie zelf is niet eenstem mig' in zijn oordeel, de minister van oorlog Haldane en zijn collega van buitenlandsche zaken, Sir Edward Grey zijn er niet afkeerig van, den Lords halverwege tegemoet te komen, terwijl de radikale leden als Lloyd George en Winston Churchill liefst het heele Hooger huis zagen verdwijnen. In het Lagerhuis zelf heeft men onder de regee- ringspartijen dezelfde punten van verschil. De radika le elementen en de leden der arbeiderspartij zijn voor afschaffing van het Hoogerhuis, de Ieren eveneens, alleen omdat zij het beschouwen als een belemmering bij de verwezenlijking van hun plan tot zelfregeering. De wil van de Ieren beslist op 't oogenblik over den parle mentairen toestand inEngelandenhunleider,Redmond wordt een ongekroonde koning genoemd. Dat is een zeer bittere pil voor de liberalen, welke zij evenwel hebben moeten slikken. Er zal nu nog flink gedebatteerd worden en dan zal de heer Asquith naar Buckingham palate gaan en den koning van advies dienen. Men heeft den minister-president Maandag op den man af gevraagd of hij den koning zou adviseeren ge bruik te maken van de rechten van de Kroon, maar de heer Asquith ontweek het antwoord en zei, dat hij niet te voren kon zeggen, wat hij in een gegeven geval den koning zou aanraden! Intusschen wordt het voor zeker geacht, dat het on derhoud tusschen den koning en zijn eersten dienaar zal uitloopen op het uitschrijven van nieuwe verkie zingen, dat de koning de verantwoordelijkheid van een beslissing niet op zich zal nemen maar het volk uit spraak zal laten doen. De partijen mogen dat mis schien niet aangenaam^ vinden, het zal wel niet voor komen kunnen worden. De gang van zaken wordt al dus gedachthet ministerie-Asquith treedt af, den lei der van de oppositie, mr. Balfour, wordt de vorming- van een uieuw kabinet opgedragen, maar daar hij slechts een minderheid in het Lagerhuis vertegen woordigt, blijft hem niets anders over dan het Lager huis te ontbinden. De eenigc vraag is of de libeifc.de regeering met of zonder begrooting het parlementaire strijdperk zal ver laten. Over den uitskg van de verkiezingen valt natuur lijk weinig te zeggen. De liberalen schijnen echter niet erg optimistisch op dit punt te zijn, terwijl de conservatieven blijkbaar met goed vertrouwen de toe komst tegemoet gaan. Vermoedelijk zal het hun ech ter ditmaal niet weer gelukken, de tariefherziening en het chauvinisme op den grond te schuiven, maar de Paul zal het dichten tot betere tijden uitstellen. Ieder onzer moet dus van zijn particuliere genoegens af stand doen, daar het op den Mammon aankomt. Onze werklieden moeten gedurende dien tijd eveneens van hunne private genoegens afstand doen, en opdat zij ook zullen weten dat het om den Mammon gaat, stel ik voor de loonen zoowel als de gelden voor het over werk met tien procent te verhoogen." „Met tien procent tegelijk vroeg August afkeu rend. „Ja, m'n jongen, om een ouwe broek met Kerstmis zullen ze geen zier geven." „Zouden we niet eerst hunne eischen af kunnen wachten?" ried Fritz. „Wellicht doen zij het voor minder." „Eischen? Wat voor eischen? Wie heeft dan van ons iets te eischen? Het zou een mooie boel worden, als ik mijne mannen zoo uithongerde, dat ze wat te eischen hadden. Ik ben niet alleen hun werkgever, ik ben ook hun verzorger. En dat weten zij. En zoo zal het blijven. Als wij verdienen, zullen ook zij verdie nen. Verduiveld ook, hoe zou men anders kunnen ver langen dat ze stand houden, indien er eens slechte ja ren mochten komen En vrijwillig moet men het den menschen geven. Opdat ze altijd het vertrouwen hou den. Dan komt er ook geen oneenigheid." „Tien procent!" herhaalde August Wiskotten hoofdschuddend. „Je zult ook tien pereent meer kerkbelasting moeten betalen als je inkomen grooter wordt." Fritz en Paul lachten, en August hield het voor ge raden om, hoewel met een grimmig gezicht, toe te stemmen. „Dus jullie vindt het goed?" Gustav Wiskotten keek van den een naar den ander. Best. Dan zal ik het dadelijk onder de lijst zetten. Zoo, mijne handteeke- ning'. Hier, August, teeken ook even. Dank je. Za terdagavond zal 't den lieden in alle zalen voorgelezen worden. Ik zal Kölsch bevel geven dat hij zorgt, dat allen even blijven. En nu: met God voor Koning en Vaderland aan de geweren!" Er werd geklopt. strijd zal wel alleen gaan om de rechten, welke men aan de eigenlijke volksvertegenwoordiging wenscht toe te staan. Had men zich hieraan bij de vorige ver kiezing gehouden, dan waren er heel wat last en kosten vermeden geworden, MINISTER NEL1SSEN. Naar De Tijd verneemt, zal het verlof van minister Nelissen, dat de volgende week eindigt, waarschijnlijk nog met een maand verlengd worden, wijl zijn gezond heidstoestand, hoewel beter, nog niet van dien aard is, dat hij zich weder volop aan zijn ministerieele functies zou' mogen wijden. DE SCHOOL TE NIBBIXWOUD. Ged. Staten van Noordholland hebben hun goedkeu ring onthouden aan het besluit van den raad der ge meente Nibbixwoud, om de openbare lagere school in het dorp op te heffen. STICHTELIJKE BLAADJES. In de gisteren te Amsterdam gehouden algemeene vergadering van de Vereeniging tot verspreiding van Stichtelijke Blaadjes werden tot benoeming van drie leden in het hoofdbestuur in plaats van de aftredende lieeren D. A. Brinkerink, te BovenkarspelA. H. Scholte, te Zutfen; en dr. LI. L. Oort, te Utrecht, door het hoofdbestuur de volgende dubbeltallen aanbevo len: 1. J. Prins te Epe, en F. Pijper te Leiden; 2. W. van Roggen te Oostzaan, en R. E. Wieringa te Nieu- wendam; 3. W. J. Lente te Leiden, en P. A. Vis te Noord-Beemster. Gekozen werden de heeren Van Roggen, Prins en Vis. De heeren Prins en Vis verklaarden echter gee- ne benoeming te kunnen aannemen, zoodat eene nieu we vrije stemming moest plaats hebben. In plaats van den heer Vis werd candidaat gesteld de heer A. Rut gers van der Loeff te Haarlem, en in plaats van den heer Prins de heer A. J. Werner te Stompetoren. VEREENIGING VAN LUTIIERSCHE PREDI KANTEN. Te Amsterdam is gisteren de jaarvergadering van bovenstaande vereeniging' gehouden, waarin o. m. de heer ds. J. F. Ternooy Apel uit Alkmaar eenige be schouwingen over „Luthersche Kringen" gaf. Hij deel de mede, hoe in de Alkmaarsche gemeente een „Kring" is ontstaan als vrucht van belangstelling der leden. Doel van zulk een Kring is bespreking van onder werpen van verschillenden aard en ook gezellig samen zijn. De Kring zorgt voor verbetering van koorgezang, van den gemeentezang, door meer band tusschen de le den der gemeente te leggen en kan medewerken tot verhooging van het vrijzining godsdienstig leven, zoo betoogde spr. VISSCHERIJWET. Wij vernemen dat de „Vereeniging ter veredeling van den Nederlandschen vischstand" een. verzoek schrift aan den minister van Landbouw, Nijverheid en Handel gericht heeft, om binnen den kortst mogelij ken tijd de nieuwe visscherijwet in werking te stellen. Dit geschiedde, omdat*'t vischstroopen in den laatsten tijd schrikbarend toeneemt. In de door de vereeniging gepachte waters zijn kor telings onder de gemeente Amsterdam, nabij het en trepotdok, vier Woudrichemmer stroopers met den ze gen geverbaliseerd, terwijl nog vier andere in den don keren nacht de vlucht konden nemen. Vier andere uit „Binnen!" Kölsch stond op den drempel. „Kan ik u even spre ken, mijnheer Wiskotten?" „Wat zet jij een belabberd gezicht. Wpar zit de kneep V' „in de ververij, mijnheer Wiskotten." De opzichter was binnen getreeden en had de deur achter zich dicht getrokken. De Wiskotten's sprongen op. „In de ververij! Wat moet dat beteekenen - „Nauwelijks had mijnheer Fritz zijn rug gedraaid, of Wiszkowski, de Pool, bracht de transmissie tot staan, omdat hij spreken wilde." „Wel verduiveld!" stoof Gustav Wiskotten op. „Met z'n vingers aan mijn transmissie?" „Verder, verder, Kölsch!" „Ik vernam terstond, dat er daar iets niet in orde was en liep er heen. De Pool wekte juist de ververs op om den arbeid neer te leggen, om daardoor op de heeren een druk uit te oefenen. Nu was het juist de rechte tijd daartoe. Van middag legden alle ververs in Bannen het werk neer. Die niet mee deed, bezat geen solidariteitsgevoel, en die op zulkè tijden geen so lidariteitsgevoel had, was een verrader en een schoft." „Heb je den ploert niet terstond het werk opge zegd schreeuwde Gustav Wiskotten. „Op hetzelfde oogenblik, mijnheer Wiskotten." „En wat gebeurde er toen?" „De ververs protesteerden en verlangden dat ik hem terug nam, of wilden zonder verwijl eveneens uitbe taald worden." Gustav Wiskotten's voorhoofd werd donkerrood, zij ne oogen puilden uit en zijn gezicht vertrok zich. „Mijnheer Wiskotten! Houd u kalm! U moet u zelf tot kalmte dwingen! Geef een glas water, mijn heer Paul." Gustav Wiskotten sloeg zijn broer het glas water uit de hand, dat het tegen den muur vloog. „Laat die dwaashedenIk ben toch geen vrouw, die flauwten krijgt?!" Hij liep een paar maal in het vertrek heen en weer. „Ik kan het mij maar niet voorstellen. Juist de ververs, juist de oudste werklui. „Ze zijn opgewarmd, mijnheer Wiskotten. Het ver- dezclfde gemeente lagen op hetzelfde tijdstip de de Eém gereed, ook daar roof te plegen, doch werden verhinderd door het politietoezicht. In het zijkanaal E. werden in den nacht twee schui ten met kaaskopvisschers bekeurd, terwijl 't nu be kend is dat zelfs na 15 Maart, alzoo bij gesloten visch- tijd, alle nachten, en zelfs bij dag, de stroopers er naar hartelust in roofden. Van het bestuur van den Algemeenen Hengelaars- bond vernamen wij nog, dat van 1 Juni tot 15 Maart in het Noord-ILollandsch Kanaal 52 bekeuringen voor stroopen hebben plaats gevonden, en in de laatste da gen nog vier er bij. Het is te voorzien, dat het afnemen der netten, dat de nieuwe wet voorschrijft, in dezen toestand wel ver betering zal brengen. Het is hoog tijd dat de wet in werking trede. (Tel.) ARROND1SSEMENTS-RECIITBANK TE ALKMAAR. Zitting van 5 April. BRANDSTICHTING. Johannes LIendrik de J., werkman te Helder, thans gedetineerd in het huis van bewaring, was ten laste gelegd, dat hij den 3den Februari te Helder opzettelijk brand had gesticht. Beklaagde bekent het hem ten laste gelegde, terwijl hij berouw betoont. Hij had het beddegoed en de beddeplank bij Jan Dog- ge met petroleum begoten en in brand gestoken. Toen hij vlammen zag, liep hij het huis uit en waarschuwde de politie. Beklaagde beging de daad in zwaarmoedig heid. Dirk Stuyvenberg, agent van politie te Helder ver klaart, dat den 3den Februari beklaagde aan het po- litie-bureau kwam om te vertellen, dat er brand was in de Gasstraat 24. Getuige begaf zich er heen, maar de brand was reeds van zelf uitgegaan. Getuige vond ver koold beddegoed en afgebrande lucifets. Elisabeth de Bruin te Helder ging den 3den Febru ari 's morgens om kwart over 10 het huis van Dogge binnen om beklaagde iets te vragen. Zij zag evenwel niemand, keek in de bedstede, omdat zij dacht, dat beklaagde misschien ziek was, en zag dat daar brand was gesticht. Jan Dogge, koopman te Helder, als laatste getuige gehoord, deelt mede, dat beklaagde bij hem in den kost was. Op den avond van den 2en Februari maakte getuige een aanmerking op béklaagde's gedrag. Den volgenden morgen verliet getuige het huis en kwam om half twaalf terug. Toen hoorde hij, wat er gebeurd was. De officier van justitie wil beklaagde geen hooge straf opleggen, daar beklaagde ten einde raad was en dadelijk berouw had, daar hij zich zelf tbij de politie aangaf. Z. E. A. eischt voor beklaagde,'die bijna 70 jaar is en een onberispelijk leven achter zich heeft, een gevangenisstraf van 3 maanden met afferek van pre ventieve hechtenis. Mr. D. Sluis, beklaagde's verdediger, vraagt een kor tere straf. DIEFSTAL. Johannes van der M., arbeider, gedetineerd in het huis van bewaring, had zich te verantwoorden wegens diefstal van verschillende timmermansgereedschappen op den len Maart. Johannes Franciscus Mak te Hoorn kreeg den lsten Maart beklaagde aan zijn deur om te vragen naar een opkooper, die timmermansgereedschap wou koopen. zet zweeft in de lucht en maakt als beschonken." „Juist de ververs August Wiskotten liep bleek en kalm naar de deur. Gustav versperde hem den weg. „Waar wil je heen?" „Ik wil op hun geweten werken, ik wil hen, als het zijn moet, met den bijbel in de hand „Opdat ze je uitlachen en je eens en voor altijd je gezag' kwijt bent! Neen, m'n jongen, op de autoriteit komt nu alles aan. Nu helpen geen bijbelspreuken, nu helpt slechts het gebruik maken van het persoonlijk gezag. En nu ben ik volkomen kalm. Ik dank je, Au gust, je hebt het goed gemeend, doch datgene wat nu volgt, is mijn zaak. Blijf jullie hier, opdat de geschie denis er niet al te gewichtig' uitziet. Ga mee, Kölsch." „We moeten ons haasten", zeide buiten de opzichter, „opdat de vonk van de ververij niet op de weverijen en de haspelkamer overslaat." „Geen nood. Daar zit moeder." Zonder opwinding of bovenmatigen haast te_.verra- den, schreed Gustav Wiskotten over het fabrieksplein. Voor de vensters vertoonden zich de nieuwsgierige ge zichten der fabrieksarbeidsters. Verschrikt deinsden de hoofden achteruit, toen Gustav Wiskotten staan bleef en hen met gekunstelde verbazing aanstaarde. Uit den oven dook Christian op. „Zal ik meegaan, mijnheer Gustav?" „Houd je mond en stook je ketel." Gustav Wiskotten lichtte de klink van de deur der ververij op en trad binnen. Kölsch volgde hem en deed de klink weer dicht. Er heerschte een Zondagsstilte in de groote ruimte. Geen sissen van den stoom. Geen geklepper der verf- stokken boven de kuipen. Slechts een dunne witte dampwolk zweefde als een spinneweb door de zaal en lag als een fijne sluier over de gezichten der mannen, die plechtig langs de wanden stonden, er bleek en on rustig' uitziende. Gustav Witkotten liet zijn blik in het rond gaan. Op ieder afzonderlijk bleef hij een^seconde rusten. „Wie heeft hier rust geboden?" vroeg hij. Geen antwoord. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1