DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 89 ZATERDAG 16 APRIL. BONENLAND. Honderd eti twaalfde Jaargang. 1910. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor ikmaar f 0,80? franco door het geheele Rijk f 1,—-. Af hinderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiëm Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan dt N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. o Wat doet Alkmaar? Dit nummer bestaat uit 3 bladen. GEMENGD NIEUWS. ALKMAARSCHE CODRANT. -TMr-rorw».-' ■WiBT.TS.rVT^* Ongeveer een maand geleden hebben wij over het kóopen op crediet geschreven, aangetoond dat het crediet-wezen van een g ebruik een m i sbruik is ge worden, nadeel en gevaar opleverend voor den verkoo- per, die het duldt en het vaak maar al te zeer aanmoe digt, en voor den klant, die voor de verleiding bezwijkt. Wij hebben gewezen op de Handelsvereeniging te Rot terdam, die, gerugsteund door de adviezen van man nen van gezag en invloed, den stoot heeft gegeven aan een beweging, welke wij al' heil toewenschten. Einde lijk spraken we het vermoeden uit, dat de actie voor beperking van het crediet over het geheele land zou wor den gevoerd met ongekende kracht en eindigenmetden wenscjj# dat de plaatselijke middenstand zich daarbij zou aansluiten, in herinnering brengend wat te Nij megen geschiedde, waar alle middenstanders hunne rekeningen om de drie maanden aanbieden ep vier weken daarna disponeeren. „Een winkelier kwam enkele dagen daarna in een ingezonden stuk verzekeren, dat alle winkeliers met zeer veel belangstelling kennis genomen hebben van dat artikel en dat het menigeen verheugde, dat er een beweging was ontstaan 0111 aan den ongewenschten toe stand een einde te maken. Uit eigen ervaring deelde hij voorts mede, dat hij reeds jaren lang zijn klanten een kwartaal-rekening zond, nimmer daarover eenige opmerking heeft ontvangen en zelfs geloofde, dat dit zeer op prijs gesteld werd. We hopen, aldus begon ons onderschrift bij dit in gezonden stuk, dat de ervaring, waarvan in boven staand stuk sprake is, voor de collega's van dezen win kelier-stadgenoot een aansporing' moge zijn, om geza menlijk een dergelijken maatregel te treffen en te handhaven. Sinds dien hebben wij niets meer over deze zaak ge hoord. Wij betreuren dat in hooge mate. Er valt hier een misbruik op te heffen en met een beetje goeden wil kan men in dezen heel wat bereiken. En men doet, althans voor zoover bekend, niemendal. De Middenstand weet precies wat noodig is en doet niets, niets, niets. Als iemand komt en zegt: nou pak dan is an, dan durft de één niet voor den ander, en Jan wil niet be ginnen om Piet en Piet vertrouwt Klaas niet, en Klaas is bang dat-ie anderhalve klant zal verliezen. En zoo komt er niks van. Beste brave Middenstanders, schei nou toch eens uit met dat zure gezichten trekken en dat bangelijk of gewichtig doen, en al dat zuchten en dat klagen en doe ris iets. Wij wilden om een mooi ding, dat we de gedachten van vele onzer Middenstanders eens mochten lezen, wien bovenstaande ontboezeming vanavond of morgen onder de oogen komt. Misschien vatten velen onmid dellijk het plan op een M. d. Redacteur op het papier te zetten en den man van de courant onderhanden te nemen over zijn manier van schrijven, misschien ook zijn anderen van meening, dat de verzuchting een grooten kern van waarheid bevat. In elk geval is het niet overbodig op te merken, dat deze kleine ontboe zeming niet van den schrijver van dit artikel afkom stig is, maar ontleend is aan het orgaan „De Midden stander.In hoeverre zij al of niet juist is, wenschen wij niet uit te maken. Wij zouden gaarne zien, dat de Alkmaarsche middenstand het crediet-vraagstuk nu eens flink aanpakte en meenden dat het geen kwaad kon, even dit oordeel weer te geven. En met „Alkmaar- schen middenstand" bedoelen we de Alkm. win- keliersvereenigingen. Men is nu langzamerhand al zoo gewend aan de voorstelling, dat de middenstand louter uit winkeliers bestaat, dat men al niet meer aan de vele andere elementen (ambtenaren, ambachts lieden, renteniers etc.) denkt, welke eveneens tot den middenstand behooren en vermoedelijk 'zelfs zijn giootste bestanddeelen uitmaken. De winkeliers ech- :ei hebben in het bijzonder groot belang bij aanzien lijke beperking van het crediet en wanneer zij voor gaan in het zenden van kwartaalrekeningen, zullen andere belanghebbenden wel volgen. Wij denken bijv. aan de ambachtslieden (smeden, timmerlieden etc.), die gewoonlijk hun karweitjes laten oploopen en dan met een jaarrekening komen, op welker betaling soms langen tijd gewacht moet worden. Zij moeten zelf hun werklieden wekelijks het loon uitkeeren en dienen dus bij het berekenen van hun prijzen, evengoed als de winkelier, te letten op het renteverlies dat hun klan ten moeten dekken. Het wenschelijke van beperking van crediet is zoo duidelijk als „goeien morgen" en toch stelt men het altijd door maar uit, of laat het aan en kelen over, om het in de praktijk te brengen. Zoolang wij voor dat uitstel geen afdoende reden hooren,blijven wij aansporen tot wegneming van 't euvel en blijven we beweren, dat de Winkeliersvereenigingen met het ini tiatief te nemen, voor een geleidelijke beperking van het schadelijke en ongewenschte credietstelsel een goed werk verrichten. De voordeelen van een georga niseerd boven een individueel optreden springen in het oog. In de eerste plaats kan een vereeniging meer macht ontwikkelen dan de enkeling en ten tweede loopt de enkeling veel minder gevaar, als hij een be sluit zijner organisatie uitvoert, dan wanneer hij op eigen houtje en op eigen verantwoording een derge lijken maatregel in toepassing brengt. Aangenomen n.l. dat het voor sommige personen iets onaangenaams heeft, indien zij in den vorm van een kwartaalreke ning en een beschikking over het bedrag „gemaand" worden, dan zal dit minder erg zijn, als de vereeniging het doet en niet de betrokken winkelier; de vef- eeniging toch stelt het algemeene belang op den voor grond, terwijl een individueel optreden natuurlijk al leen of bijna alleen aan eigenbelang wordt toegeschre ven. De Rotterdamsche Handelsvereeniging heeft het, gelijk te verwachten was, niet bij een motie gelaten. Zij heeft, overtuigd als zij is, dat het verkrijgen van contante betaling eerder dan een ander recht voor den middenstand behoort te worden bereikt, op even een voudige als doeltreffende wijze naar verwezenlijking van den wensch, het crediet te beperken, gestreefd.' Zij heeft gekleurde strookjes laten vervaardigen, wel ke van 1 Mei af aan op de rekeningen zullen worden geplakt, en waarop te lezen staat: Ten einde de prijzen der goederen zoo uiterst moge- lijk te kunnen berekenen, zijn de leden der Handels vereeniging Rotterdamovereengekomenvan af den lsten Mei 1910 14 dagen na de inzending der rekening over het bedrag te beschikken Over het bedrag dezer rekening zal per worden beschikt. Op de plaats der puntjes moet natuurlijk de datum worden ingevuld. Wij zullen niet twisten over den stijl, den vorm van deze strook'. Maar over den inhoud, die ons even min gelukkig lijkt, wenschen we een enkel woord te zeggen. De vereeniging doet het voorkomen, alsof enkel het belang der koopers haar heeft gedreven tot dezen maatregel. Waarom niet ronduit te erkennen, dat zij ook is genomen in het welbegrepen, vooral niet minder groote belang van den verkooper zelf en waar om dit niet op de strook geplaatst? Het bestuur stelt zich zeer veel van deze strookjes voor; het zegt in een aanprijzing daarvan o. m. „Veel spoediger dan te voren zal in de meeste ge vallen betaling volgen, veel spoediger dan te voren zal hij zijn geld zien en daardoor zelf ook gemakkelijker in staat zijn aan zijn eigen verplichtingen te vol doen. Minder dan wellicht te voren zal geldnood hem plagen." Bereikt men zijn doel, dan heeft men wel is waar het crediet niet direct opgeheven, ook niet dadelijk een algemeene beperking tot stand gebracht, maar in vele gevallen den betalingstermijn verkort. Dat is al thans iets, een eerste stap, een daad, die kan leiden tot het steeds strakker aanhalen van de thans veel te vrije eredietteugels. En het is daarom, dat wij boven dit artikel een vraag hebben gesteld, en hopen, dat wij spoedig daar op een antwoord mogen vernemen. VERTREK DER KONINGIN UIT DEN HAAG. Een groote menigte wachtte gisternamiddag op het voorplein van het Paleis te 's-Gravenhage het vertrek van de Koninklijke Familie naar het Loo af. Per extratrein is het vorstelijk gezin met gevolg op het Loo aangekomen. De Koningin, de Prinses en Prins Hendrik werden door het talrijk publiek luide en hartelijk toegejuicht. De burgemeester en zijn echt- genoote waren bij de aankomst aanwezig. Aan het Utrechtsche station stond een zeer grootq menigte. De vereeniging „Koninginnedag" had ge vraagd op het perron een muziekkorps te mogen op stellen, teneinde volksliederen te laten spelen bij het binnenkomen van den trein. Er werd telegrafisch om bericht verzocht en de particuliere secretaris van H. M. antwoordde per telegram, dat men de goede bedoe lingen van „Koninginnedag" alleszins waardeerde, maar dat men het beter vond het vriendelijk aanbod van de hand te wijzen, wijl de Koningin er prijs op stelde de reis naar het Loo in allen rust af te leggen, temeer, omdat de kleine prinses 's middags slaapt. Men begreep uit dit telegram dat het H. M. hoogelijk aangenaam zou zijn in alle stilte het station Utrecht te passeeren en daarom ging de adj.-chef met dit te legram langs het publiek op de perrons, met het drin gende verzoek ditmaal niet te willen juichen. Het publiek voldeed hieraan, totdat even voor het vertrek de Koningin met de prinses voor het coupé raam aankwam, de kleine op de arm houdend. Moe der en kind zagen er zeer welvarend uit. 't Publiek behoefde zich toen niet meer in te houden en jubelde de Koningin hartelijk toe. Professor Kouwer, ook op het station aanwezig, werd verzocht even in den Koninklijken salonwagen te willen komen. IIET KONINKLIJK ECHTPAAR EN PRINSES JULIANA. Het Koninklijk Echtpaar bereidde velen een aange name verrassing, door alleen met het Prinsesje, zon der hofdame of verpleegster, een rijtoer te maken. FOOIEN AAN SPOORWEGCONDUCTEURS. Het Hbld. vestigt er de aandacht op, dat het publiek door een kwartje fooi een conducteur, bij de II. IJ. S. M. tenminste, een schade kan berokkenen van twee dagen loon. Die straf is op het aannemen van fooien gesteld, en reeds een paar maal toegepast. Men denke er dus nanmen brengt den conducteur, die een fooi aanneemt, in gevaar groot verlies te lijden. En er zijn bij een spoorwegbedrijf veel oogen die zoo iets kun nen bemerken. VERVALSOHING VAN HANDELSWAREN. In de Middenstandsbond, officieel orgaan van den Ned. Bond van Vereenigingen van den handeldrijven- den en van de industrieelen middenstand, waarschuwt de president tegen een vloeistof, Metanol genaamd, bestemd om door distillateurs te worden gebruikt voor het vervaardigen van elixers en boerenjongens. In Amerika zijn, volgens bevoegde autoriteiten, reeds 250 gevallen van vergiftiging en verblinding der méthylalkohol voorgekomen. Het wordt daar te lande reukvrij gemaakt en voor allerlei vervalschingen gebe zigd. Zeer dikwijls volgt de dood. Vergiftigend kan reeds een gift van 8 gram werken, terwijl 50 gram den dood kan veroorzaken. Ook in Rusland wordt in den laatsten tijd gedistil leerd dikwijls met méthylalkohol vervalscht. Er zijn daar reeds 80 gevallen van vergiftiging bekend. De verschijnselen bij deze vergiftiging zijn, hevige dia- rhee, hoofdpijnen en verblinding, zwelling van lever en milt, in ernstige gevallen is de lijder onmiddellijk voorgoed blind. DE ZANGWEDSTRIJD VAN „ZANG EN VRIENDSCHAP." In ons verslag van de uitreiking ten stadhuize der prijzen in den wedstrijd van „Zang en Vriendschap" zeiden we, aldus de Opr. Haarl. Gt., dat de voorzitter als een bewijs van onpartijdigheid des heeren Robert Sr. aanhaalde, dat deze in de 2e afd. mannenkoren bij de stemming over den prijs aan „Gaecilia" te Breda, waarvan zijn zoon directeur is, blanco stemde. De heer Robert verzoekt ons mede te deelen, dat dit onjuist is, hij, die zelf beweert, dat iemand, die blanco stemt, niet in een jury thuis behoort. De zaak is, dat in deze 2e afd'. de heer Robert Sr. zijn stem uitbracht op „Proza en Poezie" te Haarlem, die daardoor met, 32 stemmen den len prijs ontving en niet op „Gaecilia" te Breda. UIT HOORN. De commissie voor de a.s. tentoonstelling heeft be richt ontvangen, dat H. M. de Koningin een groote zilveren medaille beschikbaar heeft gesteld. ITeden had te Hoorn voor de Provinciale Oom missie de voorkeuring van stieren plaats. a. Tweejarige en oudere stieren, aangeboden 25 stuks, waarvan werden aangehouden een stier der fokvereen. Twisk, fokvereen. Oostwoud, fokvereen. Avenhorn, fokvereen. Twisk, stierenvereen. Wognum, stierenvereen. Wognum, H. J. Avis, Mid woud, D. Schuitemaker, Midwoud; J. Stapel, Oudendijk, P. Druif, Oostwoud; P. Bloem, W. Blokker. b. Eenjarige stieren, aangeboden 48 stuks, aange houden. stieren van de volgende eigenaars: S. Zijp, Abbekerk; P. Mewis, Oostwoud; Stierenvereen. "Wog num, S. Mol, Berkhout; P. Mewis, Oostwoud; H. Smit, Oostwoud; D. Pluister, Oostwoud; O. Donker Cz., Twisk; A. Koomen, Oostwoud; Wed. K. Lakeman, Twisk; J. Stam, Twisk; P. Stam, Abbekerk, P. Don ker Jz., Twisk; J. Oostwoud Wijdenes, Abbekerk; S. Reynders, Avenhorn; A. Commandeur, Berkhout; Jb. Houter, Schellinkhout; M. Haringhuizen, Berk hout; D. Schuitemaker, Berkhout;. J. Wonder, Berk hout. EEN PLANETARIUM. Midden in de zaal van den Haagschen Kunstkring, zoo meldt het Hbld1., was een soort van rond horizon taal tentdak van zwart doek gespannen. Daar waren gaatjes in geknipt in den vorm van sterretjes en aan gezien boven het doek een mysterieuse lichtbron bleek te schijnen, zag men de sterretjes, geheel gegroepeerd volgens de sterrebeelden van ons noordelijk halfrond, stralen in de duisternis van een nachtelijken hemel en was de sterrehemel hier dus verwezenlijkt naar de voorstelling die eenvoudige zielen zich vele eeuwen ge leden daarvan maakten: een „uitspansel" met gaatjes er in waardoor het geheimzinnige licht kon schijnen. Dat uitspansel was hier evenwel maar bijzaak, dien de ter vluchtige aanduiding van de sterrebeelden. Daaronder, op ongeveer een meter afstands van den vloer, was het eigenlijke planetarium. Verhaar's Pla netarium, te zien. Daar stonden, gesteund op houten voetstukken, eenige concentrische ringen, horizontaal. Het waren rails, waarover zich kleine toestellen kon den bewegen, die elk een bol droegen, welke een der acht voornaamste planeten van de zon voorstelden. De zon zelf was voorgesteld door een kristallen bol, in 't midden geplaatst, inwendig electrisch verlicht. Een daar overigens slechts zeer weinig licht in de zaal was aangebracht, flonkerde deze om haar as wentelende kristallen bol waarlijk zonnig-suggestief. De andere toestelletjes stonden eerst nog stil. Ze leken met de dikke koppen van hun planeetbolletjes, zooals ze daar stonden op hun rails, op die Amerikaan- sche locomotieven met hydrocephale, bakvonnige schoorsteenen, die men hier en daar nog wel ziet af gebeeld. Een lange meneer in gekleede jas en gewapend met een aanwijsstokje kwam er bij staan. Hij had een hoogen hoed op dien hij even afnam, toen hij„Da mes en heerenzei, maar vervolgens getrouw ophield. Waaraan hij ook heel verstandig deed, want hij bleek snip-verkouden. En toen kregen we een uitlegging van het planetari um en daarmede tevens een kort begrip van het heelal, die de groote aantrekkelijkheid had, dat ze allerminst geleerdheid ten toon wilde spreiden. Daar midden in, dat is de zon; dat ken elkeen be grijpen en daaromheen, daar zien we de verschillende planeten. Dat is te zeggen, de voornaamste, want d'r zijn er nog een hoop meer, maar daar trekken we ons nu niks van an. Die kleine daar dicht bij de zon, dat is Mercurius, die loopt het hardst van allemaal want die beweegt zich in 88 dagen rondom de zon. Dan volgt Venus, die doet er 225 dagen over. Of ze een eigen aswenteling hebben, daar weten we niks van; we kunnen er wel naar gissen maar weten doen we 't niet. En als we iets niet goed weten moeten we 't niet zeggen, da's veel verstandiger. Dan komt onze Aarde met de maan die er omheen draait. De aarde loopt, zooals elkeen weet, in 365 dagen, 6 uren, 9 mi nuten en 102/5 seconde om de zon. De as waarom zij zelve draait, staat schuin op haar baan en daardoor krijgen wij de jaargetijden, want daardoor zijn de ver lichtingstijden ongelijk van duur zooals elkeen begrij pen kan. Het planetarium geeft dat ook nog duidelijk te zien Tik. Een electrisch contact kwam in werking. En opeens begonnen de machinetjes met de dikke kopjes te snorren, zich om hun assen te draaien (voor zoover ze planeten met aswenteling moesten voorstellen) en rondom de wentelende kristallen lichtbol te reizen. Van Mercurius, Venus, de Aarde en Mars was de be weging zeer duidelijk waar te nemen; ten einde echter ook de verplaatsing van de verder van de zon loopende planoten van Saturnus, Jupiter en vooral van Uranus en Neptuuus te kunnen constateeren werd, daar deze veel langzamer loopen, op de rails achter hen een boekje gelegd. Na eenigen tijd kon men zien dat het machinetje zich een eind van het boekje had verwij derd. Inmiddels ging de uitlegger voort: „Kijk, nu krijgen wij herfst. Daar waar dat vlag getje staat, daar wonen wij. Dat is Den Haag. En die vlag staat ook net als een mensch, met zijn voeten geplant naar het hart van de aarde. En die andere vlag daar, dat is een vriend van me, die woont in Ba tavia. Die staat ook met zijn voeten geplant naar het hart van de aarde. Daar hebben ze geen winter of zomer doordien de equator maar weinig verwijderd is van de aardbaan. Wel een weinig natuurlijk; d'r is wel eenige slingering en daarom zegt men dan ook van die landen dat ze zich slingeren om den evenaar. Nou, nou krijgen we winter en aan de Noordpool krij gen ze nu den langen winternacht. Maar de Zuidpool heeft nu wekenlang altijd dag. En voor ons breekt straks weer de zomer aan en daarom, omdat we dat zeker weten, kunnen we nu met vertrouwen den win ter ingaan. Bovendien hebben die andere menschen daarginds nu zomer en we moeten voor onze mede- menschen ook wat over hebben, niet waar? Dat is juist zoo mooi dat alles mekaar geregeld afwisselt en als we eens goed bedenken wat een reusachtige licha men die planeten zijn en hoe ontzaglijk snel ze zich bewegen, dan begrijpen we dat daar in zoo'n stelsel de volmaakste orde moet heerschen. Dat moet noodwen dig zoo wezen, dat ken ook de gewoonste mensch be grijpen en daarom zijn we daarmee tevreden. Maar we moeten de mannen van de wetenschap dankbaar zijn dat ze ons dat alles hebben duidelijk gemaakt, want het is heel nuttig. Want als we een goed idee van zoo'n stelsel krijgen dan krijgen we noodwendig ook een goed idee van de aarde en eindelijk krijgen we ook een goed idee van ons zelf. En dat is het beste wat we hebben kunnenzelfkennis is de beste wetenschap nietwaar, dat weet elkeen. Nou en dat leeren ons de mannen van de wetenschap. We weten nog niet ge noeg, maar toch wel al veel en de mannen van de we tenschap zullen blijven zoeken, totdat we genoeg we ten. Dan zullen we nog wel niet alles weten, maar dan kunnen we toch tevreden zijn en dan zullen we zeggen: Nou is 't genoeg." Ten slotte kregen we nog een vluchtige aanduiding van de sterrebeelden op het zwarte uitspansel, met een aanwijzing van de plaats, waar men de komeet van Halley zou kunnen zien, „die beruchte komeet, die ons in Mei daar even te pakken zal nemen, niet waar?" en toen ging iedereen zeer voldaan heen. Wij al thans hadden van ons entréegeld geen berouw. En alles had uitstekend gemarcheerd. Alleen had Saturnus even .een tik met den stok gekregen, omdat hij plotseling zijn planetenplicht verzaakte en niet meer om de zon wilde loopen. Maar die eene tik her stelde onmiddellijk de orde in het zonnestelsel. Een planetenstaking is anders wel iets zeer moderns. Maar in het planetarium-Verhaar komt zoo iets niet te pas. En wie zich aan de cosmetische orde ver grijpt. krijgt een tik voor zijn electrisch broekje, zon der aanzien. der planeet. EEN ZONDERLING. Men schrijft uit Wijckel aan de Leeuw. Gt. V ic wel eens door ons dorp naar of van Balk reisde, zag daar een huis met een menigte vreemd gesnoeide boompjes er voor. Daar in dat huis woont onze oud veldwachter, nog eerder timmerman, de eigenaar van vrij wat oude en ouderwetsche dingen. Hij leeft er met

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1