DAGBLAD VOOR, ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Ons zondenregister.
Honderd en twaalfde jaargang.
Z AlTiE R D A O
No. 101.
1910.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor P ikmaar S @,89$ franco door het geheele Rijk f 1,—
Af hinderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan dt N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 0.
o—
30 APRIL.
BINNENLAND.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
TELEPHOON NEDERLAND1FRANKRIJK.
DE HEER ROOSEVELT IN ONS LAND.
ALRMAARSCHE COURANT.
In den laatsten tijd hooren wij Nederlanders
nog al eens wat goeds van onszelf. Wij groeien
zegt prof. Bolk. Wij trappen bijna zoo goed als En
geland zeggen de voetballers. Wij hebben liet mooi
ste huis op de Brusselsche tentoonstelling zeggen
de esthetici. De boterhandel op Engeland' gaat beter
de kooplui. WTij kloppen de Engelschen al ontdek
kend in ons eigen gebied de geographische enthou
siasten.
Er is dus gevaar voor het ontstaan van een stem
ming van zekere zelfgenoegzaamheid, die slechts wei
nig schuil gaat onder de gewone neiging onzer land-
genooten om met woorden steeds alles wat Neder-
landsch is af te keuren en minder te vinden dan men
in het buitenland gezien heeft.
Deze laatste neiging nu schijnt ons in elk opzicht
afkeurenswaardig, maar daarom achten wij de boven
bedoelde zelfgenoegzaamheid niet minder uit den boo
ze. Nog' altijd schijnt bet ons, dat Nederland, kon het
als een kind op school „cijfers" krijgen voor zijn pres
taties op de wereldmarkt in vergelijking met andere
landen, lang geen „voldoende" zou halen op zijn rap
port, ja misschiet nog met .onvoldoende" een te
mooie kwalificatie zou krijgen.
Want zeker er is wel wat beterschap op te mer
ken. Was „vlijt" vroeger „slecht", wij zijn nu toch
daarmee zeker al wèl tot „onvoldoende" of zelfs tot
„goed onvoldoende" gestegen. En als wijhier op den
duur maar tot „voldoende" komen, zullen de „vorde
ringen" niet achterblijven. Want onze capaciteiten
zijn wèl van dien aard, dat wij tot de eersten der we
reldklasse kunnen behooren.
Doch dan moet er toch nog heel wat meer gebeuren
dan thans geschiedt.
En nu kijke men hier eens niet dadelijk naar ande
ren, als het geldt den schuldige te vinden, die van on
ze tekortkomingen de oorzaak is, maar steke de hand
in eigen boezem.
In den laatsten tijd is het hier als trouwens veel
al ook elders de gewoonte om als oorzaken van ach
terlijkheid op de wereldmarkt de onvoldoende zorg
der regeering en de gebrekkige regeling van het han
delsonderwijs aan te wijzen.
Wat het eerste punt aangaat, heeft men, schijnt het
ons, niet geheel gelijk. De regeering kan niet alles
ineens. En het wil ons voorkomen, dat er thans een
frissche geest is in de betrokken Haagsche bureau's
en dat men ginds niet bang is initiatief te nemen en
nieuwe wegen in te slaan. Zeker kan onze diplomatie
ke vertegenwoordiging nog meer doen voor de verbe
tering der handelsrelaties.
Maar als de regeering dan vooralsnog niet of niet
vooral schuld draagt aan ons laag cijfer voor „vorde
ringen" op de wereldmarkt, moeten wij dan de schuld
bij het onderwijs zoekep?
Zeer beslist zouden wij ook deze vraag ontkennend
willen beantwoorden. Zeker er kan op dit gebied
nog meer worden gedaan. En niemand zal onderwijs
verbetering niet gaarne zien.
Doch uitsluitend of zelfs maar in hooge mate de
schuld draagt dunkt ons het onderwijs niet. Willen
wij die schuld vinden, dan kan dat alleen met de moei
lijke beweging, die het zoeken „in eigen boezem" kost.
En dat wij in eigen boezem niet te vergeefs zullen
zoeken, bleek dezer dagen uit het gesprek met een on
zer grootste Nederlandsche figuren op de wereld
markt, die juist terugkeerde van een reis naar landen,
zóó ver weg, dat menige Nederlandsche handelaar kip
penvel zou krijgen bij de gedachte alléén aan zulke
verre reizen.
Wat hij zeide waren niet onbekende feiten. Doch zij
werden weer in een zoo helder licht geplaatst, met zul
ke krasse voorbeelden toegelicht, dat wij niet kunnen
nalaten de hoofdinhouden van het gesprek weer te ge
ven, zij het ook dat alle namen en bizonderheden moe
ten worden weggelaten.
In de eerste plaats kreeg de Nederlandsche gebrui
ker van dezen „generaal der industrie" gelijk pro
fessor Van der Vlugt hem zou moeten noemen te
hooren, dat hij door zijn geringe belangstelling voor
binnenlandsche artikelen den producenten zoo weinig
de gelegenheid gaf tot „uitkomen". Scherp keurde
deze deskundige ook de voorkeur voor buitenlandsche
waar af, gelijk hij betoogde, dat de- consument bij ons
nog veelal stond op dien lagen trap van handelsont
wikkeling, waar men meer op den prijs dan op de
kwaliteit let. Op zijn interessante opmerkingen hier
over komen wij nog wel eens terug. Heden zullen wij
nu echter eerst zijn grieven tegen den Nederlandschen
producent blootleggen en toelichten.
Onze eerste nationale fout ten aanzien van de we
reldmarkt is een goede hoedanigheid. En een,
die wij niet, zelfs om die fout, zouden willen missen.
Het is onze eenvoudige leefwijze. Wij hebben lang
niet zooveel behoefte aan luxe als bijv. de Belgen. Wij
kunnen dus veel eerder onze uitgaven met onze in
komsten dekken. Wij verdienen in groote zaken
natuurlijk gauw meer, dan wij voor levensonder
houd noodig hebben. Wat wij o ververdienen leggen
wij weg. Terwijl vele buitenlanders en met name de
Belgen op steeds grooter voet gaan leven en dus
steeds meer moeten verdienen om de inkomsten met
de uitgaven in balans te houden. Daar is dus sterker
prikkel om de zaken uit te breiden en nieuwe markten
op te zoeken dan de Hollandsche neiging om wat over
te leggen oplevert.
De redeneering is zeker juist. Ho-pen wij intusschen
dat de Hollander, zich van deze waarheid bewust, an
dere prikkels zal weten te vinden, in den lust om de
eerste te zijn, om de welvaart van zijn land te bevorde
ren, om zijn werklieden en bedienden beter salaris te
kunnen geven en om zelf over te leggen.
Dat zal overigens niet zoo lieel gemakkelijk gaan.
Want bijv. in het salaris geven moet de Hollander te
krenterig zijn. Onze zegsman noemde salarissen van
10.000 gulden voor groote handelsreizigers niets te
veel, als dezen zich maar goed kunnen voordoen en
goed zaken weten te doen. Duitschland dankt zijn wel
vaart vooral aan de veel gesmaadde commis-voyageurs
dat vergete men niet. Maar dezen worden dan ook
in Duitschland als het werkelijk bekwame, beschaaf
de, handige vaklui zijn veel beter betaald dan hier
te lande. Een ernstige fout ook achtte onze deskun
dige het, dat men niet nauwkeuriger een land bestu
deert voordat men daar wil importeeren. Men moet
precies weten, wat er het meest verkocht wordt, hoe
het verkocht wordt, wat de cliëntele- wenscht en dat
de detailhandelaren doen. En om dat te weten te ko
men is er maar één middel: zelf er heen gaan en da
gen achtereen in allerlei winkels de bewuste artikelen
te koopen, daarover praatjes maken met winkeliers en
wie verder maar praten wil.
De Hollanders redeneeren veelal: dit artikel is hier
goed, dat moet men in het buitenland ook goed vin
den. Dat is ietwat Engelsch. Maar in Engeland doet
dat minder kwaad omdat daar bij zulke redeneeringen
veelal sprake 'is van prima waar, terwijl wij ons merk
waardig weinig op primai waar toeleggen.
Ook dat achtte de ongenoemde generaal der indus
trie een groote fout1 van den Nederlandschen produ
cent, fabrikant of handelaar. De eenvoudige waar
heid, dat op duurdere producten meer te verdienen
valt, is door de Hollanders nog altijd niet begrepen.
'Toen kwam het- gesprek op de reclame. Ja, dat was
een moeielijk vak voor Hollanders, bij wie fantasie en
inventief vermogen niet tot de aangeboren hoedanig
heden behooren. Hier doet Nederland het buitenland
veel te veel na.
Men moet de enkelen, die het kunnen, bij ons in
groote eere houden. Meer nog dan in het buitenland
is het noodig, dat er in de groote zaken aparte recla
me-deskundigen worden aangesteld en dat men de goe
de krachten op dit gebied opzoekt en vooruitschuift.
Niemand, die een ruim salaris zoo gemakkelijk kan
verdienen als zoo'n deskundige. Vijf duizend gulden
meer voor reclame is in een groote zaak niet veel. En
lioe gemakkelijk kan de beschaafde psycholoog, welke
de man van de groote reclame moet) zijn, 5000 op een
afgestompte reclame bezuinigen en nieuwe, goedkoo-
pere wegen aanwijzen.
Inderdaad ziehier een punt, waarop niet genoeg
gelet kan worden. Wij gevoelen niet voor reclame,
daarom moeten wij ons zelf op dit gebied wantrouwen
en naiar uitstekende krachten op dit gebied uitzien.
Een groote Nederlandsche vereeniging voor de groot
industrie kon niet beter doen dan dergelijke deskun
digen zoeken en aan den gang helpen.
Boven zeiden wij reeds, dat de deskundige zijn col
lega's meer op reis wilde hebben om zelf het terrein te
gaan onderzoeken. Laten zij dan toch vooral... zich ook
tot onze consuls wenden. Die willen graag helpen.
Doch zoo zelden worden zij om hulp gevraagd. Men
neemt de eenvoudigste beleefdheid niet tegenover hen
in acht en weet hen eerst te vinden als men -ergens an
derhalve gulden te weinig heeft ontvangen. En dan is
men zeer veeleischend1.
En nu is er nog één eigenschap, dat wij moeten af
leggen: de angst om te wagen, in andere zaken dan in
effecten. Laat men denzelfden moed, dien men op de
effectenmarkt tegenover duizenden heeft, op de goe
derenmarkt tegenover honderden hebben en Nederland
herovert zich de plaats, die ons land op de wereld
markt toekomt.
Zonder datkomt men er nooit. Als men een
gulden niet anders wagen durft dan wanneer de rijks
daalder winst er naast ligt, dan doet men beter
thuis te blijven en in Amerikaantjes te dobbelen. Want
de groote wereldmarkt vraagt meer inspanning en
meer durf dan Nederland op dat gebied ook in de laat
ste jaren over het geheel getoond heeft.
En toen onze kapitein der industrie aldus ons zon
denregister had voorgehouden, ging hij vertellen hoe
blij hij was, dat hij weer in het vaderland terug was
en hoe veel beter hier toch allerlei1 instellingen waren
dan elders.
Binnen korten tijd zal de telephonische verbinding
van Nederland en Frankrijk tot stand komen. In Bel
gië, waarover de lijnen zullen loopen, zijn de bezwaren
opgeheven. In een reeds lang gevoelde behoefte zal
door deze nieuwe verbinding worden voorzien.
JU LI AN A-DAG.
Eenige leerlingen der H. B. Scholen hebben aan II.
M. de Koningin het volgende telegram gezonden:
Mevrouw,
Namens de leerlingen der H. B. Scholen te 's-Gra-
venhage veroorloven ondergeteekenden zich de vrij
heid, Uwe Majesteit eerbiedig te verzoeken, Haren in
vloed uit te oefenen, om -alsnog verandering te bren
gen in het besluit van B. en W. onzer Gemeente, den
geboortedag Uwer Majesteits geëerbiedigde dochter,
ten minste wat de scholen betreft, onopgemerkt te la
ten voorbijgaan.''
DE JULIAN A-BLOEM.
Gelijk we bericht hebben, zou voor de Israëlieten te
Rotterdam de Juliana-bloem reeds gisteren verkrijg
baar zijn. Om twee uur was de voorraad' reeds geheel
uitverkocht. Te vier uur kwam er nieuwe aanvoer Ju-
liana-bloemen.
Er is onvoorziens op het laatste oogenblik te
Amsterdam een groote storing gekomen in de afleve
ring der Juliana-bloemen. Slechts' een zeer beperkt
aantal kan door den leverancier voor Amsterdam be
schikbaar worden gesteld. Ja, de toestand was zoo ne
telig dat de geheele verkoop op een gegeven oogen
blik dreigde te mislukken.
Gelukkig, dacht het organiseerende dames-comité,
zal de welwillende stemming voor de tuberculeuse kin
deren wel niet gewekt worden door de Julianabloem
alleen hoe sympathiek zij overigens mag wezen
maar zal het publiek zich ook tevreden willen stellen
als andere kleine herinneringen aan dezen dag worden
aangeboden voor hetzelfde doel.
De heer Roosevelt is te Amsterdam schitterend ont
vangen. Hij heeft op het laatste oogenblik toegege
ven aan den wenseh van den heer Boissevain om te
spreken.
Daarna nam de heer Roosevelt het woord. Hem ge
hoord hebben, en item in het openbaar sprekend gezien
hebben, is onmiddellijk zich kunnen indenken, en vol
komen kunnen begrijpen de bijna voorbfeeldelooze po
pulariteit die deze groote staatsman en regeerder bij
zijn volk zich heeft veroverd.
De geestdrift waarmede wij hem hebben toegejuicht
zal nauwelijks hebben ondergedaan voor die w'aarmede
de Amerikanen het jarenlang hebben gedaan.
T)e heer Roosevelt heeft in zijn korte improvisatie
rake dingen gezegd; wat hij zeide was veelal ernstig,
dikwijls tintelend van geest, maar bijna onophoudelijk
goedlachs. Zoo zelfs dat hij zelf reeds dikwijls het
uitstond te proesten vóór dat het er eigenlijk goed uit
was, wat zijn Amerikaansch geaccentueerd Engelsch,
anders zeer gemakkelijk te volgen, op sommige mo
menten moeilijk verstaanbaar maakte.
Mister Chairman (dit was de heer Boissevain) mijn
gastheeren, zoo ongeveer sprak hij, en stamverwanten
(hier werd hij reeds door applaus onderbroken). Ik ge
voel mij hier thuis, ik gevoel mij gelukkig hier onder
u, en het spijt mij u niet in uw eigen taal te kunnen
toespreken. Het is nu bijna drie eeuwen geleden dat
mijn voorouders Holland verlieten om deel te nemen
aan de stichting van de nederzetting, die later New-
Amsterdam heeft geheeten, en die tot mijn groot leed
wezen daarna van naam veranderd is. Thans kom ik
in dit land, het land mijner familie, terug met mijn
zoon, die haar negende generatie vertegenwoordigt
nadat zij Holland' verliet.
In dien tijd vvaren Rembrandt en De Ruyter nog
onbekende namen. Men heeft mij wel eens- gezegd dat
mijn gelaatstrekken nog gelijkenis vertoonen met die
mijner voorouders van dien tijd; wel, ik hoop dat de
gelaatstrekken mijner kindskinderen nog mogen wijzen
op hun afkomst van de Hollanders in het roemrijkste
tijdperk hunner geschiedenis.
En weer zeicle de oudLpresident hoe het hem speet
dat hij geen „Dutch" kon spreken. Het eenige Hol-
landsch dat hij kende was een kinderliedje, al had hij
met. de uitspraak de grootste moeilijkheden. Als hij nu
in Afrika „Boersettlers" ontmoette, die hem steeds in
den kring hunner familie brachten, dan zeide hij voor
de kinderen dat liedje op, waarin voorkwam van koei
en in de klaver, paarden en haver en eendjes1 in het
water (de uitspraak van den heer Roosevelt, zooals hij
het liedje met komischen pathos declameerde, fone
tisch weergeven, is een volslagen onmogelijkheid). En
door middel van dat liedje wisti hij bij de zwijgzame
Boeren steeds onmiddellijk het ijs te breken.
Het doet mij zoo'n genoegen, ging de heer Roosevelt
voort, in uw midden te zijn. Zeker omdat ik kom uit
een groote, vrije republiek, naar een land, welks voor
ouders, ook de onze, de eerste waren die vrijheid van
godsdienst en geweten wisten te grondvesten. Gij
liébt evenals wij in Amerika ervoor gestaan, en ons
een voorbeeld gegeven hoe wij die vrijheid ons moesten
bevechten. Gij hebt aangetoond hoe een volk zijn vrij
heid kan verkrijgen, en moet gebruiken; gij hebt een
les geleerd die de heele wereld moet leeren: de les dat
niemand een Staat kan regeeren zonder zichzelf te
regeeren.
Ieder moet op zijn rechten staan, maar meer op zijn
plichten; men moet nooit vergeten, dat anderen ook
rechten hebben. Elke medalje heeft zijn keerzijde; wat
gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat dan ook een an
der niet.
De eenige methode om een ander in het doen eer
biedigen zijner rechten, te helpen is, hem te helpen in
het helpen van zichzelf. Helpt nooit iemand zoo dat
gij hem verslapt in zijn macht om zichzelf te helpen.
Dat geldt ook de Staat,
De kunst van zelfregeering is een moeilijke kunst;
er wordt dikwijls om gevraagd door wie het niet waard
zijn. Daartoe zijn kwaliteiten noodig, die dei Hollan
ders iq den loop hunner geschiedenis zoo schitterend
getoond hebben te bezitten. Slechts dan kan een volk
zich verheffen wanneer iedere man en iedere vrouw
hun plicht doen.
Men kan een groot genie zijn en toch geen góed bui'
ger; men kan dit laatste wel zijn en het eerste niet.
Maar een goed burger moet zijn moedig, eerlijk, ge
zond verstand bezitten; hij moet vastberaden zijn en
op zijn zaken passen. Dat is noodig voor de burgers,
meer nog voor hun afgevaardigden die hen regeeren.
Dwaas is het om vrouwen die daartoe de capaciteiten
bezitten te sluiten buiten de leiding van 's lands za
ken. Maar evenmin als de man, kan een vrouw, die
de zorg voor het gezin verwaarloost geëerbiedigd wor
den. Het gezin gaat voor alles; een groote natie is
slechts samengesteld' uit familiën, waarin de gezonde
toestand bestaat, dat man en vrouw, ouders en kin
deren elkander waardeeren.
Het is plicht om met zijn medeburgers samen te
werken voor hét gemeenschappelijk welzijn. Schande
zou het zijn als we niet goed voor elkander waren;
maar indien de Hollanders voor drie eeuwen, alleen
maar waren geweest geduldige, lijdzame, vriendelijke
menschen, dan hadden zij nooit hun vrijheid veroverd.
In tijd van nood, van oorlog, zijn er andere hoeda
nigheden noodig, voornamelijk zedelijke moed en dap
perheid. Iedere moeder moet haar zoon zoo opvoeden,
dat wanneer het land hen in tijd van oorlog en vrede
roept, hij mannelijke deugden kan tentoonspreiden.
Wij hebben, zoo besloot de expresident, goede man
nen en goede vrouwen noodig, die als het er op aan
komt, iets durven wagen.
Onder daverend gejuich verliet hij daarna, weer
uitgeleide gedaan door de heeren Ch. Boissevain en dr.
O. Aeaston, het gebouw, om den rijtoer te hervatten.
Daarna had er een maaltijd1 plaats, aangeboden door
den burgemeester van Amsterdam, jhr. mr. A. Roëll.
In den Haag werd de expresident eveneens luide
toegejuicht.
Zondag gaat hij eerst naar Leiden, van daar naar
Haarlem en 11a een rijtoer door Bloemendaal naar Am
sterdam, terwijl hij 's avonds om 9 uur naar Kopen
hagen vertrekt.
GEEN PARADE IN DEN IIAAG.
De parade, welke heden ter gelegenheid van den
verjaardag van II. K. H. Prinses Juliana zou gehou
den worden, is wegens onvoldoende sterkte van het
garnizoen niet doorgegaan.
GEMENGD NIEUW 8.
POLITIEQUAESTIE TE AMSTERDAM.
De lantaarnopsteker G. l'Ecluse, zal Maandag" bij
den officier van justitite een aanklacht tegen de po
litie indienen wegens mishandeling en vrijheidsberoo-
VI lig'.
HISTORISCH
Vriend, dat is hier de plaats niet, zei een predikant,
bij de inzegening' van een huwelijk op een Zondagmid
dag, in een dorpskerk, tegen den bruidegom, die zijn
bruid een zoen gaf. Och dominé, antwoordde deze, ik
heb het schaap zoo lief. Eenigen tijd later kwam do-
miné den jongen man tegen en vroeg, hoe het ging
met het lieve schaap. Och dominé, zuchtte hij, 't is
een varken. (Ned1.)
UIT SCHAOEN.
Onze nieuwe burgemeester, jhr. J. P. W. van Doorn,
heeft tot er een geschikte woning voor zijn gezin
zal zijn in orde gebracht zijn intrek genomen in het
hotel Langenegger.
UIT DE EGMONDEN.
Gisteravond vergaderd© in comité de commissie tot
feestelijke ontvangst van den burgemeester te Egmond
aan Zee. Een ruime som aan giften der burgerij, door
inteekenlijsten verkregen stelt de commissie, die uit
3d personen bestaat, in staat om een rijk feest te ge
ven. Na vele discussiën, die de aanwezigen tot laat
in den avond in de zaal van Jb. Hopman bijeenhield,
werd beslpten om den burgemeester af te halen van
Alkmaar, ten huize van Z.E.A.s schoonmoeder, mevr.
Boeke, in landauers, twee voor de familie van den heer
Eijmn en de andere voor drie functionarrissen uit de
commissie. Aan den ingang van het dorp gekomen
wordt de kleiné stoet aan een eerepoort opgewacht, en
tot een groot© stoet hervormd door aansluiting van
verschillende vereenigingen. Na een welkom van den
voorzitter der commissie en den zang van de vereeni
gingen gaat men met de menigte voorop, door de
hoofdstraten van het dorp.
Ten slotte ontvangst ten raadhuize.
De datum van dien ontvangst is nog niet vastge
steld, aangezien Z.E.Aè ons daaromtrent nog onzeker
hield.
Voorts worden commissies belast met de leiding
van den stoet en ook met het samenstellen van een
lichtstof des avonds, terwijl de zeer belangelooze me
dewerking van vaklieden-patroons ons in staat stelt
met een'ig decorum het dorp een feestelijk aanzien te
geven. Plun werd, niet ten onrechte, reeds nu hulde
gebracht voor hun voornemen.
Aan den grens van het dorp zal d© jongejuffrouw
Z. Bult aan mevrouw Eijma een bouquet aanbieden.
Reeds nu kunnen wij mededeelen dat de lichtstoet
zal worden gevormd uit: reclames van den winkel
stand, versierde wagens, transparanten, verlicht© fiet
sen, gecostumeerde personen, etc. Voor schoonste en
eigenaardigste vinding worden prijzen beschikbaar ge
steld en zij, die daaraan willen deelnemen, moeten zich
aanmelden aan het bureau van In- en Om Kennemer-
land. 1
Dc commissie besloot weder te vergaderen op Vrij
dag a.s. tot algeheele uitwerking der plannen.
Des avonds en gedurende den optocht zullen Gebrs.
Dëkker met een corps van zes personen met indziek de
feestelijkheden opluisteren.
Gisteravond had in het café van den heer O. van
der Molen t© Egmond-Binnen ©ene algemeen© leden
vergadering plaats van de Boerenleenbank in deze ge
meente. De opkomst der leden was, ondanks het
slechte weer, groot.
Na opening der vergadering door den voorzitter,
den heer P. J. Brouwers, werden de notulen voorgele
zen en onveranderd goedgekeurd.
Blijkens het jaarverslag steeg het ledental tot 89.
De rekening en balaans 1909 werd nagekeken en
goedgekeurd door eene coimnissie, bestaand© uit de
heeren Glorie, J. de Waard Pz. en G. ïervoort.
Tot leden van den Raad van Toezicht werden her
kozen de heeren J. Apeldoorn Gz. en H. Liefting en
tot leden van 't Bestuur de heeren P. J. Brouwers en
P. Groen en in plaats van den heer J. Liefting Gz. de
heer J. Melker van Egmond a. d'. Hoef.
De verhooging salaris van den kassier van 50 op