DAGBLAD VOOR, ALKMAAR EN OMSTREKEN. Ons zondenregister. Honderd en twaalfde jaargang. Z AlTiE R D A O No. 101. 1910. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor P ikmaar S @,89$ franco door het geheele Rijk f 1,— Af hinderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan dt N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 0. o— 30 APRIL. BINNENLAND. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. TELEPHOON NEDERLAND1FRANKRIJK. DE HEER ROOSEVELT IN ONS LAND. ALRMAARSCHE COURANT. In den laatsten tijd hooren wij Nederlanders nog al eens wat goeds van onszelf. Wij groeien zegt prof. Bolk. Wij trappen bijna zoo goed als En geland zeggen de voetballers. Wij hebben liet mooi ste huis op de Brusselsche tentoonstelling zeggen de esthetici. De boterhandel op Engeland' gaat beter de kooplui. WTij kloppen de Engelschen al ontdek kend in ons eigen gebied de geographische enthou siasten. Er is dus gevaar voor het ontstaan van een stem ming van zekere zelfgenoegzaamheid, die slechts wei nig schuil gaat onder de gewone neiging onzer land- genooten om met woorden steeds alles wat Neder- landsch is af te keuren en minder te vinden dan men in het buitenland gezien heeft. Deze laatste neiging nu schijnt ons in elk opzicht afkeurenswaardig, maar daarom achten wij de boven bedoelde zelfgenoegzaamheid niet minder uit den boo ze. Nog' altijd schijnt bet ons, dat Nederland, kon het als een kind op school „cijfers" krijgen voor zijn pres taties op de wereldmarkt in vergelijking met andere landen, lang geen „voldoende" zou halen op zijn rap port, ja misschiet nog met .onvoldoende" een te mooie kwalificatie zou krijgen. Want zeker er is wel wat beterschap op te mer ken. Was „vlijt" vroeger „slecht", wij zijn nu toch daarmee zeker al wèl tot „onvoldoende" of zelfs tot „goed onvoldoende" gestegen. En als wijhier op den duur maar tot „voldoende" komen, zullen de „vorde ringen" niet achterblijven. Want onze capaciteiten zijn wèl van dien aard, dat wij tot de eersten der we reldklasse kunnen behooren. Doch dan moet er toch nog heel wat meer gebeuren dan thans geschiedt. En nu kijke men hier eens niet dadelijk naar ande ren, als het geldt den schuldige te vinden, die van on ze tekortkomingen de oorzaak is, maar steke de hand in eigen boezem. In den laatsten tijd is het hier als trouwens veel al ook elders de gewoonte om als oorzaken van ach terlijkheid op de wereldmarkt de onvoldoende zorg der regeering en de gebrekkige regeling van het han delsonderwijs aan te wijzen. Wat het eerste punt aangaat, heeft men, schijnt het ons, niet geheel gelijk. De regeering kan niet alles ineens. En het wil ons voorkomen, dat er thans een frissche geest is in de betrokken Haagsche bureau's en dat men ginds niet bang is initiatief te nemen en nieuwe wegen in te slaan. Zeker kan onze diplomatie ke vertegenwoordiging nog meer doen voor de verbe tering der handelsrelaties. Maar als de regeering dan vooralsnog niet of niet vooral schuld draagt aan ons laag cijfer voor „vorde ringen" op de wereldmarkt, moeten wij dan de schuld bij het onderwijs zoekep? Zeer beslist zouden wij ook deze vraag ontkennend willen beantwoorden. Zeker er kan op dit gebied nog meer worden gedaan. En niemand zal onderwijs verbetering niet gaarne zien. Doch uitsluitend of zelfs maar in hooge mate de schuld draagt dunkt ons het onderwijs niet. Willen wij die schuld vinden, dan kan dat alleen met de moei lijke beweging, die het zoeken „in eigen boezem" kost. En dat wij in eigen boezem niet te vergeefs zullen zoeken, bleek dezer dagen uit het gesprek met een on zer grootste Nederlandsche figuren op de wereld markt, die juist terugkeerde van een reis naar landen, zóó ver weg, dat menige Nederlandsche handelaar kip penvel zou krijgen bij de gedachte alléén aan zulke verre reizen. Wat hij zeide waren niet onbekende feiten. Doch zij werden weer in een zoo helder licht geplaatst, met zul ke krasse voorbeelden toegelicht, dat wij niet kunnen nalaten de hoofdinhouden van het gesprek weer te ge ven, zij het ook dat alle namen en bizonderheden moe ten worden weggelaten. In de eerste plaats kreeg de Nederlandsche gebrui ker van dezen „generaal der industrie" gelijk pro fessor Van der Vlugt hem zou moeten noemen te hooren, dat hij door zijn geringe belangstelling voor binnenlandsche artikelen den producenten zoo weinig de gelegenheid gaf tot „uitkomen". Scherp keurde deze deskundige ook de voorkeur voor buitenlandsche waar af, gelijk hij betoogde, dat de- consument bij ons nog veelal stond op dien lagen trap van handelsont wikkeling, waar men meer op den prijs dan op de kwaliteit let. Op zijn interessante opmerkingen hier over komen wij nog wel eens terug. Heden zullen wij nu echter eerst zijn grieven tegen den Nederlandschen producent blootleggen en toelichten. Onze eerste nationale fout ten aanzien van de we reldmarkt is een goede hoedanigheid. En een, die wij niet, zelfs om die fout, zouden willen missen. Het is onze eenvoudige leefwijze. Wij hebben lang niet zooveel behoefte aan luxe als bijv. de Belgen. Wij kunnen dus veel eerder onze uitgaven met onze in komsten dekken. Wij verdienen in groote zaken natuurlijk gauw meer, dan wij voor levensonder houd noodig hebben. Wat wij o ververdienen leggen wij weg. Terwijl vele buitenlanders en met name de Belgen op steeds grooter voet gaan leven en dus steeds meer moeten verdienen om de inkomsten met de uitgaven in balans te houden. Daar is dus sterker prikkel om de zaken uit te breiden en nieuwe markten op te zoeken dan de Hollandsche neiging om wat over te leggen oplevert. De redeneering is zeker juist. Ho-pen wij intusschen dat de Hollander, zich van deze waarheid bewust, an dere prikkels zal weten te vinden, in den lust om de eerste te zijn, om de welvaart van zijn land te bevorde ren, om zijn werklieden en bedienden beter salaris te kunnen geven en om zelf over te leggen. Dat zal overigens niet zoo lieel gemakkelijk gaan. Want bijv. in het salaris geven moet de Hollander te krenterig zijn. Onze zegsman noemde salarissen van 10.000 gulden voor groote handelsreizigers niets te veel, als dezen zich maar goed kunnen voordoen en goed zaken weten te doen. Duitschland dankt zijn wel vaart vooral aan de veel gesmaadde commis-voyageurs dat vergete men niet. Maar dezen worden dan ook in Duitschland als het werkelijk bekwame, beschaaf de, handige vaklui zijn veel beter betaald dan hier te lande. Een ernstige fout ook achtte onze deskun dige het, dat men niet nauwkeuriger een land bestu deert voordat men daar wil importeeren. Men moet precies weten, wat er het meest verkocht wordt, hoe het verkocht wordt, wat de cliëntele- wenscht en dat de detailhandelaren doen. En om dat te weten te ko men is er maar één middel: zelf er heen gaan en da gen achtereen in allerlei winkels de bewuste artikelen te koopen, daarover praatjes maken met winkeliers en wie verder maar praten wil. De Hollanders redeneeren veelal: dit artikel is hier goed, dat moet men in het buitenland ook goed vin den. Dat is ietwat Engelsch. Maar in Engeland doet dat minder kwaad omdat daar bij zulke redeneeringen veelal sprake 'is van prima waar, terwijl wij ons merk waardig weinig op primai waar toeleggen. Ook dat achtte de ongenoemde generaal der indus trie een groote fout1 van den Nederlandschen produ cent, fabrikant of handelaar. De eenvoudige waar heid, dat op duurdere producten meer te verdienen valt, is door de Hollanders nog altijd niet begrepen. 'Toen kwam het- gesprek op de reclame. Ja, dat was een moeielijk vak voor Hollanders, bij wie fantasie en inventief vermogen niet tot de aangeboren hoedanig heden behooren. Hier doet Nederland het buitenland veel te veel na. Men moet de enkelen, die het kunnen, bij ons in groote eere houden. Meer nog dan in het buitenland is het noodig, dat er in de groote zaken aparte recla me-deskundigen worden aangesteld en dat men de goe de krachten op dit gebied opzoekt en vooruitschuift. Niemand, die een ruim salaris zoo gemakkelijk kan verdienen als zoo'n deskundige. Vijf duizend gulden meer voor reclame is in een groote zaak niet veel. En lioe gemakkelijk kan de beschaafde psycholoog, welke de man van de groote reclame moet) zijn, 5000 op een afgestompte reclame bezuinigen en nieuwe, goedkoo- pere wegen aanwijzen. Inderdaad ziehier een punt, waarop niet genoeg gelet kan worden. Wij gevoelen niet voor reclame, daarom moeten wij ons zelf op dit gebied wantrouwen en naiar uitstekende krachten op dit gebied uitzien. Een groote Nederlandsche vereeniging voor de groot industrie kon niet beter doen dan dergelijke deskun digen zoeken en aan den gang helpen. Boven zeiden wij reeds, dat de deskundige zijn col lega's meer op reis wilde hebben om zelf het terrein te gaan onderzoeken. Laten zij dan toch vooral... zich ook tot onze consuls wenden. Die willen graag helpen. Doch zoo zelden worden zij om hulp gevraagd. Men neemt de eenvoudigste beleefdheid niet tegenover hen in acht en weet hen eerst te vinden als men -ergens an derhalve gulden te weinig heeft ontvangen. En dan is men zeer veeleischend1. En nu is er nog één eigenschap, dat wij moeten af leggen: de angst om te wagen, in andere zaken dan in effecten. Laat men denzelfden moed, dien men op de effectenmarkt tegenover duizenden heeft, op de goe derenmarkt tegenover honderden hebben en Nederland herovert zich de plaats, die ons land op de wereld markt toekomt. Zonder datkomt men er nooit. Als men een gulden niet anders wagen durft dan wanneer de rijks daalder winst er naast ligt, dan doet men beter thuis te blijven en in Amerikaantjes te dobbelen. Want de groote wereldmarkt vraagt meer inspanning en meer durf dan Nederland op dat gebied ook in de laat ste jaren over het geheel getoond heeft. En toen onze kapitein der industrie aldus ons zon denregister had voorgehouden, ging hij vertellen hoe blij hij was, dat hij weer in het vaderland terug was en hoe veel beter hier toch allerlei1 instellingen waren dan elders. Binnen korten tijd zal de telephonische verbinding van Nederland en Frankrijk tot stand komen. In Bel gië, waarover de lijnen zullen loopen, zijn de bezwaren opgeheven. In een reeds lang gevoelde behoefte zal door deze nieuwe verbinding worden voorzien. JU LI AN A-DAG. Eenige leerlingen der H. B. Scholen hebben aan II. M. de Koningin het volgende telegram gezonden: Mevrouw, Namens de leerlingen der H. B. Scholen te 's-Gra- venhage veroorloven ondergeteekenden zich de vrij heid, Uwe Majesteit eerbiedig te verzoeken, Haren in vloed uit te oefenen, om -alsnog verandering te bren gen in het besluit van B. en W. onzer Gemeente, den geboortedag Uwer Majesteits geëerbiedigde dochter, ten minste wat de scholen betreft, onopgemerkt te la ten voorbijgaan.'' DE JULIAN A-BLOEM. Gelijk we bericht hebben, zou voor de Israëlieten te Rotterdam de Juliana-bloem reeds gisteren verkrijg baar zijn. Om twee uur was de voorraad' reeds geheel uitverkocht. Te vier uur kwam er nieuwe aanvoer Ju- liana-bloemen. Er is onvoorziens op het laatste oogenblik te Amsterdam een groote storing gekomen in de afleve ring der Juliana-bloemen. Slechts' een zeer beperkt aantal kan door den leverancier voor Amsterdam be schikbaar worden gesteld. Ja, de toestand was zoo ne telig dat de geheele verkoop op een gegeven oogen blik dreigde te mislukken. Gelukkig, dacht het organiseerende dames-comité, zal de welwillende stemming voor de tuberculeuse kin deren wel niet gewekt worden door de Julianabloem alleen hoe sympathiek zij overigens mag wezen maar zal het publiek zich ook tevreden willen stellen als andere kleine herinneringen aan dezen dag worden aangeboden voor hetzelfde doel. De heer Roosevelt is te Amsterdam schitterend ont vangen. Hij heeft op het laatste oogenblik toegege ven aan den wenseh van den heer Boissevain om te spreken. Daarna nam de heer Roosevelt het woord. Hem ge hoord hebben, en item in het openbaar sprekend gezien hebben, is onmiddellijk zich kunnen indenken, en vol komen kunnen begrijpen de bijna voorbfeeldelooze po pulariteit die deze groote staatsman en regeerder bij zijn volk zich heeft veroverd. De geestdrift waarmede wij hem hebben toegejuicht zal nauwelijks hebben ondergedaan voor die w'aarmede de Amerikanen het jarenlang hebben gedaan. T)e heer Roosevelt heeft in zijn korte improvisatie rake dingen gezegd; wat hij zeide was veelal ernstig, dikwijls tintelend van geest, maar bijna onophoudelijk goedlachs. Zoo zelfs dat hij zelf reeds dikwijls het uitstond te proesten vóór dat het er eigenlijk goed uit was, wat zijn Amerikaansch geaccentueerd Engelsch, anders zeer gemakkelijk te volgen, op sommige mo menten moeilijk verstaanbaar maakte. Mister Chairman (dit was de heer Boissevain) mijn gastheeren, zoo ongeveer sprak hij, en stamverwanten (hier werd hij reeds door applaus onderbroken). Ik ge voel mij hier thuis, ik gevoel mij gelukkig hier onder u, en het spijt mij u niet in uw eigen taal te kunnen toespreken. Het is nu bijna drie eeuwen geleden dat mijn voorouders Holland verlieten om deel te nemen aan de stichting van de nederzetting, die later New- Amsterdam heeft geheeten, en die tot mijn groot leed wezen daarna van naam veranderd is. Thans kom ik in dit land, het land mijner familie, terug met mijn zoon, die haar negende generatie vertegenwoordigt nadat zij Holland' verliet. In dien tijd vvaren Rembrandt en De Ruyter nog onbekende namen. Men heeft mij wel eens- gezegd dat mijn gelaatstrekken nog gelijkenis vertoonen met die mijner voorouders van dien tijd; wel, ik hoop dat de gelaatstrekken mijner kindskinderen nog mogen wijzen op hun afkomst van de Hollanders in het roemrijkste tijdperk hunner geschiedenis. En weer zeicle de oudLpresident hoe het hem speet dat hij geen „Dutch" kon spreken. Het eenige Hol- landsch dat hij kende was een kinderliedje, al had hij met. de uitspraak de grootste moeilijkheden. Als hij nu in Afrika „Boersettlers" ontmoette, die hem steeds in den kring hunner familie brachten, dan zeide hij voor de kinderen dat liedje op, waarin voorkwam van koei en in de klaver, paarden en haver en eendjes1 in het water (de uitspraak van den heer Roosevelt, zooals hij het liedje met komischen pathos declameerde, fone tisch weergeven, is een volslagen onmogelijkheid). En door middel van dat liedje wisti hij bij de zwijgzame Boeren steeds onmiddellijk het ijs te breken. Het doet mij zoo'n genoegen, ging de heer Roosevelt voort, in uw midden te zijn. Zeker omdat ik kom uit een groote, vrije republiek, naar een land, welks voor ouders, ook de onze, de eerste waren die vrijheid van godsdienst en geweten wisten te grondvesten. Gij liébt evenals wij in Amerika ervoor gestaan, en ons een voorbeeld gegeven hoe wij die vrijheid ons moesten bevechten. Gij hebt aangetoond hoe een volk zijn vrij heid kan verkrijgen, en moet gebruiken; gij hebt een les geleerd die de heele wereld moet leeren: de les dat niemand een Staat kan regeeren zonder zichzelf te regeeren. Ieder moet op zijn rechten staan, maar meer op zijn plichten; men moet nooit vergeten, dat anderen ook rechten hebben. Elke medalje heeft zijn keerzijde; wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat dan ook een an der niet. De eenige methode om een ander in het doen eer biedigen zijner rechten, te helpen is, hem te helpen in het helpen van zichzelf. Helpt nooit iemand zoo dat gij hem verslapt in zijn macht om zichzelf te helpen. Dat geldt ook de Staat, De kunst van zelfregeering is een moeilijke kunst; er wordt dikwijls om gevraagd door wie het niet waard zijn. Daartoe zijn kwaliteiten noodig, die dei Hollan ders iq den loop hunner geschiedenis zoo schitterend getoond hebben te bezitten. Slechts dan kan een volk zich verheffen wanneer iedere man en iedere vrouw hun plicht doen. Men kan een groot genie zijn en toch geen góed bui' ger; men kan dit laatste wel zijn en het eerste niet. Maar een goed burger moet zijn moedig, eerlijk, ge zond verstand bezitten; hij moet vastberaden zijn en op zijn zaken passen. Dat is noodig voor de burgers, meer nog voor hun afgevaardigden die hen regeeren. Dwaas is het om vrouwen die daartoe de capaciteiten bezitten te sluiten buiten de leiding van 's lands za ken. Maar evenmin als de man, kan een vrouw, die de zorg voor het gezin verwaarloost geëerbiedigd wor den. Het gezin gaat voor alles; een groote natie is slechts samengesteld' uit familiën, waarin de gezonde toestand bestaat, dat man en vrouw, ouders en kin deren elkander waardeeren. Het is plicht om met zijn medeburgers samen te werken voor hét gemeenschappelijk welzijn. Schande zou het zijn als we niet goed voor elkander waren; maar indien de Hollanders voor drie eeuwen, alleen maar waren geweest geduldige, lijdzame, vriendelijke menschen, dan hadden zij nooit hun vrijheid veroverd. In tijd van nood, van oorlog, zijn er andere hoeda nigheden noodig, voornamelijk zedelijke moed en dap perheid. Iedere moeder moet haar zoon zoo opvoeden, dat wanneer het land hen in tijd van oorlog en vrede roept, hij mannelijke deugden kan tentoonspreiden. Wij hebben, zoo besloot de expresident, goede man nen en goede vrouwen noodig, die als het er op aan komt, iets durven wagen. Onder daverend gejuich verliet hij daarna, weer uitgeleide gedaan door de heeren Ch. Boissevain en dr. O. Aeaston, het gebouw, om den rijtoer te hervatten. Daarna had er een maaltijd1 plaats, aangeboden door den burgemeester van Amsterdam, jhr. mr. A. Roëll. In den Haag werd de expresident eveneens luide toegejuicht. Zondag gaat hij eerst naar Leiden, van daar naar Haarlem en 11a een rijtoer door Bloemendaal naar Am sterdam, terwijl hij 's avonds om 9 uur naar Kopen hagen vertrekt. GEEN PARADE IN DEN IIAAG. De parade, welke heden ter gelegenheid van den verjaardag van II. K. H. Prinses Juliana zou gehou den worden, is wegens onvoldoende sterkte van het garnizoen niet doorgegaan. GEMENGD NIEUW 8. POLITIEQUAESTIE TE AMSTERDAM. De lantaarnopsteker G. l'Ecluse, zal Maandag" bij den officier van justitite een aanklacht tegen de po litie indienen wegens mishandeling en vrijheidsberoo- VI lig'. HISTORISCH Vriend, dat is hier de plaats niet, zei een predikant, bij de inzegening' van een huwelijk op een Zondagmid dag, in een dorpskerk, tegen den bruidegom, die zijn bruid een zoen gaf. Och dominé, antwoordde deze, ik heb het schaap zoo lief. Eenigen tijd later kwam do- miné den jongen man tegen en vroeg, hoe het ging met het lieve schaap. Och dominé, zuchtte hij, 't is een varken. (Ned1.) UIT SCHAOEN. Onze nieuwe burgemeester, jhr. J. P. W. van Doorn, heeft tot er een geschikte woning voor zijn gezin zal zijn in orde gebracht zijn intrek genomen in het hotel Langenegger. UIT DE EGMONDEN. Gisteravond vergaderd© in comité de commissie tot feestelijke ontvangst van den burgemeester te Egmond aan Zee. Een ruime som aan giften der burgerij, door inteekenlijsten verkregen stelt de commissie, die uit 3d personen bestaat, in staat om een rijk feest te ge ven. Na vele discussiën, die de aanwezigen tot laat in den avond in de zaal van Jb. Hopman bijeenhield, werd beslpten om den burgemeester af te halen van Alkmaar, ten huize van Z.E.A.s schoonmoeder, mevr. Boeke, in landauers, twee voor de familie van den heer Eijmn en de andere voor drie functionarrissen uit de commissie. Aan den ingang van het dorp gekomen wordt de kleiné stoet aan een eerepoort opgewacht, en tot een groot© stoet hervormd door aansluiting van verschillende vereenigingen. Na een welkom van den voorzitter der commissie en den zang van de vereeni gingen gaat men met de menigte voorop, door de hoofdstraten van het dorp. Ten slotte ontvangst ten raadhuize. De datum van dien ontvangst is nog niet vastge steld, aangezien Z.E.Aè ons daaromtrent nog onzeker hield. Voorts worden commissies belast met de leiding van den stoet en ook met het samenstellen van een lichtstof des avonds, terwijl de zeer belangelooze me dewerking van vaklieden-patroons ons in staat stelt met een'ig decorum het dorp een feestelijk aanzien te geven. Plun werd, niet ten onrechte, reeds nu hulde gebracht voor hun voornemen. Aan den grens van het dorp zal d© jongejuffrouw Z. Bult aan mevrouw Eijma een bouquet aanbieden. Reeds nu kunnen wij mededeelen dat de lichtstoet zal worden gevormd uit: reclames van den winkel stand, versierde wagens, transparanten, verlicht© fiet sen, gecostumeerde personen, etc. Voor schoonste en eigenaardigste vinding worden prijzen beschikbaar ge steld en zij, die daaraan willen deelnemen, moeten zich aanmelden aan het bureau van In- en Om Kennemer- land. 1 Dc commissie besloot weder te vergaderen op Vrij dag a.s. tot algeheele uitwerking der plannen. Des avonds en gedurende den optocht zullen Gebrs. Dëkker met een corps van zes personen met indziek de feestelijkheden opluisteren. Gisteravond had in het café van den heer O. van der Molen t© Egmond-Binnen ©ene algemeen© leden vergadering plaats van de Boerenleenbank in deze ge meente. De opkomst der leden was, ondanks het slechte weer, groot. Na opening der vergadering door den voorzitter, den heer P. J. Brouwers, werden de notulen voorgele zen en onveranderd goedgekeurd. Blijkens het jaarverslag steeg het ledental tot 89. De rekening en balaans 1909 werd nagekeken en goedgekeurd door eene coimnissie, bestaand© uit de heeren Glorie, J. de Waard Pz. en G. ïervoort. Tot leden van den Raad van Toezicht werden her kozen de heeren J. Apeldoorn Gz. en H. Liefting en tot leden van 't Bestuur de heeren P. J. Brouwers en P. Groen en in plaats van den heer J. Liefting Gz. de heer J. Melker van Egmond a. d'. Hoef. De verhooging salaris van den kassier van 50 op

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1