DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. BLOOKER'S No Honderd en twaalfde Jaargang. 1910. DINSDAG 3 MEI. DAALDERS CACAO Do heer Roosevelt te Haarlem B1 N N E I A N D. 103 Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor P ikmaar f franco door het geheeie Rijk f 1,—. M hinderlijke nummers 3 Cents, Prijs der gewone advertentiëns regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 0. Kiezerslijst 1910|1911. ¥cle!©©E*ïHU8ÊS®ar 8. i MEN MOGE U NAMAAK OPDRINGEN, HOUDT VAST AAN GE WEET DAT DIE UITSTEKEND IS. ALKMAARSCHE COURANT ül VJÉ a: ULXJOC3S De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR, Gelet op art. 33 alinea 2 der Kieswet; Brengt ter algemeene kennis, dat de beslissing van het Gemeentcbestur op een bezwaarschrift tegen de door Burgemeester en Wethouders op 22 Maart L 1. vastgestelde kiezerslijst voor het jaar 1910/1911, voor een ieder op de secretarie der gemeente ter inzage ne- dergelegd en tegen betaling der kosten in afschrift verkrijgbaar is gesteld. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. Alkmaar, 30 April 1910. HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat zij bij be sluit van beden vérgunning hebben verleend aan D. DE BOER, te Bergen, tot het oprichten van een sme derij in het perceel Laat, wijk D No. 195. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 2 Mei 1910. POSTKANTOOR TE ALKMAAR. Lijst van de aan dit kantoor ter post bezorgde brie ven en briefkaarten, welke wegens onbekendheid van de geadresseerden niet zijn kunnen worden uitgereikt 2e helft der maand April 1910. Brieven. Mej. Ang Dirken, Alkmaar. Mej. Wijtman, Alkmaar. K. Eijke.sboom, Alkmaar. P. Strooper, Amsterdam. J. Vlaanderen, Amsterdam. J. J. Morsch, 's-Hage. J. H. v. d. Veen, Groningen. A. Komen, Bovenkarspel. Briefkaarten. A. Overmeer, 's-IIage. K. Ilcijnis, Amsterdam. Diergaardelaan 70, Rotterdam. Omstreeks elf uur was het Zondagmorgen op het terrein van de Bloemententoonstelling te Haarlem buitengewoon druk. Eerst drentelden de wachtende dames en heeren ongeduldig op de vele paden van het mooie terrein heen en weer, toen werden ze door de hooggehoede en zwartgejaste bestuursleden zachtkens achter de touwen gedrongen. Schrijver dezes behoord* in de schatting van een der heeren ook op die plaats, moest, toen hij zeide tot de pers te behooren zijn kaart toonen en kon niet nalaten eventjes tot den heer t< zeggen: hier is mijn kaart en ik kom voor een courant die U vermoedelijk niet onbekend is. De heer keek er lachte. Het was de heer Leonard Springer! Om half twaalf was de komst van den heer Roose velt aangekondigd, om half twaalf stonden de bezoe kers aan den ingang geschaard, om half twaalf hielden de traditioneele meisjes-in-het-wit detraditioneelebou quetten in de hand. En om kwart voor één kwam de hr. Roosevelt. De menigte aan weerszijden van de toe gangspoort was inmiddels aangegroeid en een „leve Teddy hoera" schalde luide op toen de auto's van het Haagsche Hotel des Indes binnenreden. Een Ameri kaansch juffertje maakte op het moment van aan komst de allures van een bezoekster die wilde vertrek ken, zwenkte, bleef staan, keek zegevierend den groo- ten genoot uit het land „of the free and the home of the brave" in de oogen en niet minder zegevierend in het, rond. De eerste, die uit de auto stapte was de heer Beau pvé, de Amerikaansche gezant in den Haag. Was dat de heer Roosevelt? De heer Krelage, de voorzitter dacht het en stelde maar gauw dames en heeren voor, waarna de man-waarom-het-te-doen-was, vlug uit d< auto gesprongen, lachend op den voorgrond drong en genoegelijk opmerkte I am Roosevelt. Toen begon hel voorstellen opnieuw, de oud-president gaf ferme hand drukken en joviale I am glad to see you's. Was die kerngezonde blozende, robuste, maar lenig - lijkende man met het open gelaat en den zoo gevulden nek, het eenvoudig vilt-hoedje, de gele-auto-jas, waar onder een paar grijze broekspijpen als van een tailor made uitstaken, werkelijk de man, die door een ener giek, reusachtig volk tot tweemaal toe met het hoog ste staatsgezag werd bekleed, wiens wil over oorlog. maar meer nog 'over vrede heeft kunnen beschikken dan wellicht eenig gekroond hoofd, in wien iedereen ziet the coming president, die in heel de wereld mei' vorstelijke onderscheiding wordt ontvangen en op bij zonder populaire wijze wordt begroet? Hij was het en toch had hij evengoed een veekoo- per kunnen zijn, die handjeplakt om een koe. Maar aan den anderen kant welk een verschil tusschen dezen opgewekten levenslustigen jovialen, prettig- doenden ongekroonden keizer bij den wil des volks en den Duitschen Keizer bij de gratie Gods, wiens mat te blik, bleek gelaat en nerveus-moeë trekken bet me delijden moeten opwekken van ieder, die hem van na bij zag. In het geweldige gedrang, dat er ontstond op het terrein bleef de lieer Roosevelt den voorzitter op den voet volgen, maar zijn knappe dochter Ethel ging in de menigte verloren, raakte een oogenblik zoek. Toen ze weer boven water was, had het weinig gescheeld of zij was buiten de officieele ontvangsalon gebleven gelukkig kon een toeschietend en toeschietelijk Haar- lemsch journalist nog juist voorkomen, dat een be ambte haar door een touw van den officieelen stoet afsloot. In het gebouw hield de heer Krelage een toespraak, die verzekerde wie lacht daar? dat de heer Roo sevelt de 100.000ste bezoeker was, en hem in verhand hiermede namens „Bloembollencultuur" als souvenir een zilveren scheepje „de Halve Maen" aanbood, ver vaardigd door de Zaansche zilversmeden. Als handig' zakenman bracht hij even in herinnering, dat Holland elk jaar 3.500.000 Kg. bloembollen naar Amerika zond, maar, voegde hij er tactisch aan toe, deze invoer zal nog' vermeerderen, wanneer de nu al verlaagde in voerrechten geheel zullen worden afgeschaft. De heer Roosevelt zeide het geschenk maar dadelijk te willen meenemen en er in te zien een herinnering aan het feit, dat zijn voorouders drie honderd jaar geleden in Holland woonden, waarop hij zeer trotsch was. De Hollanders en vooral de bloemkweekers wis ten zoo goed nijverheid en schoonheid aan elkaar te paren en daardoor welvaart en smaak te ontwikkelen. Tijdens den rondgang over het terrein, stonden in de indrukwekkende hal van het stadhuis eenige wet houders, de secretaris, de veel bekeven museumcom missie en enkele andere heeren met of zonder hunne dames te wachten. De concierge aan de telefoon hield hen voortdurend in contact met den stand van zaken op het terrein. „Nu loopt hij rond" „nu is hij daar," „nu zal het nog wel een kwartiertje duren," „nu kan het gauw afgeloopen zijn," „nu komt hij niet, want nu wil hij eerst lunchen." De concierge boog bij het overbrengen der laatste boodschap aan de W's en den S de Burgemeester was wegens het overlijden van zijn zwager, den oud-minister Melvil van Lijnden verhin derd tegenwoordig te zijn zeer diep en kon dus niet zien de vreemde uitdrukking van de gezichten der of ficieele heeren, die, wanneer ze niet officieel waren geweest, beteuterd zouden hebben gestaan. Even later deed het gejuich der buitenstaande groote menigte den dames en heeren naar do ruiten snellen. Waarlijk hij was het, die daar in kalme vaart voör het stadhuis en de straat in naar het restaurant Funckler reed waar geluncht zou worden. Even later waren de W's en de S in een druk ge sprek, waaruit de woorden „waardigheid van het ge meentebestuur, protocol, wachten, weggaan, terugko men" konden worden opgevangen. Het slot was terugkomen. Een uur later stonden de zelfde personen op dezelfde plaats. Toen kwam er plot seling verandering in het aspect. Zes gróóte mannen van de gróótste pers der aarde kwamen langs den offi cieelen looper binnen. Het was een vredelievende in vasie. Eerlijk gezegd, las men van hun gezichten en van hun heele verschijningen, niet het geestige, boeien de, wel verzorgde, dat hun werk ongetwijfeld te lezen geeft, en van ieder van hen zal moeten worden ge tuigd, dat de stijl méér is dan de man. Zij zagen er met hun groote boeken, die van alle kanten uit gewei d'ige zakken keken en hun vele handbagage uit als commis-voyageurs, overladen met catalogi en stalen en het één-glas, dat het oog van enkelen pantserde kon niet den eenigszins shabby-achtigen indruk wegne men, dien hun geheeie uiterlijk gaf. Trouwens de kerels hebben het niet gemakkelijk. Mèt Roosevelt sjouwen ze vliegensvlug Europa door, kunnen niet wachten, geen dag en geen nacht en zelfs geen uur. Tuft Reosevelt zij tuffen mee. Wordt Roosevelt ontvangen -zij zijn er bij. Zit Roosevelt in den snel trein -zij zitten eenige meters van hem af. Eet Roo sevelt zij eten ook. Slaapt Roosevelt zij slapen eveneens ofzitten te werken. Zij staan met Roo sevelt op, gaan met hem op en af en naar bed. Zij zijn niet de persmuskieten, waarvan zeker Hollandsch minister-president, in eigen grootheid, die reusachtig klein is naast den Amerikaanschen reus met verwa tenheid durfde spreken, maar wil men aan de insec tenwereld een beeldspraak ontleenen de nijvere bij en, voortdurend in de weer, in haast kunstwerken scheppend, het menschdom dienend, en zoemend, de (nieuwe) wereld vullend met blij gerucht. Zonder hen was Roosevelts reis niet denkbaar. De ex-president uit het land van de superlatieven, ook wat de reclame betreft, heeft de aandacht op zich willen vestigen, eerst door zijn wonderlijke jachtreis in het zwarte we relddeel, die hij zelf gaat beschrijven, dan door zijn reis door het oude Europa „het vlugst afgelegd van alle globetrotters, in den kortsten tijd het grootst denkbare getal officieele recepties bijgewoond, de meest verscheidene gebeurtenissen meegemaakt enz. enz." Maar wat zou Roosevelt aan al die sensaties hebben, als zijn volk het sensationeele nieuws van deze éónige reis niet vernam? Hij wil besproken worden en daarvoor heeft hij de pers noodig ligt hierin niet mede een oorzaak van de bijzondere welwillendheid, waarin de journalisten, zich mogen verheugen? Maar wij dwalen af. Wij zijn nog niet aan de verhouding van Roosevelt en de dagbladmenschen, zooals die een paar malen op het stadhuis bleek, toe. Roosevelt was nog niet op het stadhuis. Eindelijk ech ter kwam hij, onder de geestdriftige toejuichingen van de wachtende schare, die een monarch niet vriendelij ker had kunnen begroeten. Mot zijn zwart, slap hoed je wuifde hij joviaal. Men begon hem bloemen toe te gooien, handig raapte hij twee roode tulpen op en „pakte" de menigte door daarmede te gaan wuiven met suggestief gebaar. Zoo als hij daar op het hordes van het stadhuis stond tegenover de menschenmassa, deed hij denken aan dien anderen heerscher, die zich zelf een macht heeft veroverd, aan generaal Booth, die eveneens door pakkende gebaren de menigte van het eerste oogenblik af aan weet te winnen. Bij de officieele ontvangst waren die beide tulpen echter wel wat hinderlijk. Doch Roosevelt wist er zich handig van te ontdoen. Er werden twee dames voor gesteld, die vol vreugde zeiden, Amerikaanschentezijn. Well blij u te zien, luidde het antwoord, en mag ik u deze tulpen aanbieden, die ik zooeven opving? De da mes verrukt, en Roosevelt blij dat hij van zijn bloemen af was. Toen men in het museum kwam, zei Roose velt op een toon van dat kan me niet bommen oh yes, pictures. Zijn smaak verschilde dan ook merkbaar van dien zijner begeleiders, want terwijl een uitlegger soms nog druk bezig was, stond Roosevelt soms al weer voor een ander doek, dat zijn aandacht getrokken had. Van een geregelden rondgang was dan ook 'geen sprake, hot en haar liep hij rond, volgend zijn eigen wil. Op een gegeven oogenblik botste schrijver dezes tegen iemand aan -die iemand was de heer Roosevelt. „Beg pardon" de ander liet welwillend zijn tanden zien en gromde als een groote hond, die zich behaag lijk gevoelt. Het benijdenswaardige gevoel van welbe hagen, van vroolijke levenslust kwam trouwens her haaldelijk aan den dag. Ziedaar, moest men bij zich zelf denken, een man krachtig van lichaam en van geest, die een symbool lijkt van wilskracht en de kunst om te heerschen, en daarnevens een humeur bezit, om jaloersch op te zijn. En dan is er nog wat, dat opviel: de vaderlijke genegenheid van Roosevelt voor zijn kinderen. Als hij iets zag wat hij de moeite waard vond en dat was in den regel niet het meest kunst volle dan riep hij Ethel en Kermit vooral er dade lijk bij en gaf uitleg, zoo bijv. het doek met de voor stellingen van Vlaamsche spreekwoorden, en dat van de rechters van Oldenbarneveldt die in dierenvormen waren uitgebeeld. De wapenkamer werd maar matig interessant ge vonden, alleen bij een heel klein rijtuigje bleven de gasten eenigen tijd staan. De heer Roosevelt vroeg, van wien dat rijtuig was. Van de pensionnaris werd hem geantwoord. Zoo zei de president, reed de pensi onnaris in zoo'n wagentje. Ja maar dit is een ver kleind model, lichtte onze minister van buitenlandsche zaken met een welwillend glimlachje nader in, alsof hij bang was, dat de Amerikaan een te geringen- in druk kreeg van den bekleeder van het gewichtige ambt uit die dagen waarop de heer Roosevelt het uit schaterde van dé pret. Als het licht naar zijn zin niet goed op een schilderij viel, dan deed hij zijn hoedje voor de oogen, zooals iemand doet die in de wijde verte tuurt en last heeft van de zon, of hij gebruikte zijn handen als kijkers. Een der journalisten, zijn „boys" noemt, hij ze, gaf hij een duwtje met zijn hoed, ten teeken van een goede verstandhouding en de wijze waarop hij dit deed herinnerde ons aan hetgeen des tijds werd geschreven over zijn behandeling van zijn oude vrienden, de cowboys op de tentoonstelling te St. Louis, toen hij nog president was. Bij de Costeriana wist hij handig even te doen uitkomen, dat hij van de geschiedenis op de hoogte was; men vertelde hem dat zij van 1450 was en hij liet er onmiddellijk op volgen „dus 25 jaar voor Gutenberg." Het aardigste moment was echter, toen de archiva ris hem mededeelde, dat er vroeger een Lambert Roo sevelt burgemeester van Haarlem was geweest, naar wien een straat in de bloemenstad genoemd is. Daar had Roosevelt schik in en dadelijk wenkte hij zijn echtgenoote, zijn ietwat bedeesden zoon en zijn knappe dochter, het verhaal moest herhaald worden en uit vier Amerikaansche monden klonk het tegelijk: „How interesting." En zelf stoof Roosevelt op de Ameri kaansche journalisten af, zei „schrijf op" en vertelde van de burgomaster Roosevelt en de Roosevelt street, en de journalisten vroegen ons, hoe ze Lambert moes ten schrijven. Zóó bedient Roosevelt zich van het instrument der reclame. Ilij kan dat doen, omdat hij is van supe rieure kwaliteit, behoort rot het merk der Napoleons, der krachtige individuen, die weten wat ze willen en kunnen en daardoor alléén de menigte fascineeren, vorstelijke praal of wapenschittering en politiemacht niet van nooiie hebben. Hij is een zelfgemaakte vorst, die heerscht door zijn persoonlijkheid, innemend als hot eenigszins kan, doortastend als het moet, die wel willend en vroolijk naar buiten optreedt, tegen wien men echter ondanks zijn jovialiteit hoog opziet, van wien men zich zoo heel ver af gevoelt, ook al staat men vlak naast hem, en die men ziet vertrekken onder den machtigen indruk, dat daar een der grootste man nen van zijn tijd gaat. REISKOSTEN EXAMEN-COMMISSIES. Door het ministerie van Binnenlandsche Zaken wordt een onderzoek ingesteld betreffende te hooge deel ara t.iën van reiskosten (hoor leden van examen commissies. RECHTSTOESTAND VAN GEMEENTE-' AMBTENAREN. Het bestuur van den Nederlandse-hen Bond van ge meente-ambtenaren zal bij den minister van Justitie een audiëntie aanvragen, om nogmaals krachtig1 aan te dringen op onverwijlde regeling van den rechtetoe- stand der gemeente-ambtenaren. G E M E N' H D N1EU W 8. OPENING KERKGEBOUW. Zaterdagmiddag heeft te Julianadorp in den polder het Koegras, gemeente Helder, de plechtige opening plaats gehad van het aldaar gestichte kerkgebouw der Ned. Ilerv. Gemeente. Als voorganger trad op ds. A. E. van Griethuysau, predikant te Huisduinen. HET WELDAD1GHEIDS-BLOEMPJE. De verkoop van het weldadigheidsbloempje ten bat» van de Vereeniging ter bestrijding der tubereulos» heeft te Haarlem 4100, te Rotterdam 6755, te Am sterdam 5000 en den Haag 8500 opgebracht. EEN NIEUW CONFLICT. Te Enschedé hebben de 272 wevers van de fabriek „Roomweg," der firma N. I. Menko, het werk niet her vat. Vóór 14 dagen zegden zij wegens grieven, die zij niet opgelost kregen, den arbeid op. De firma heeft toen mededeeling gedaan van het conflict aan de fa- brikantenvereeniging. Deze heeft de fabriek bezocht om met eene fabriekscommissie over de punten, die als grieven waren opgegeven, t. w. ruwe behandeling, boe testelsel, ongemotiveerd ontslag e. d., te spreken, maar die commissie verwees de F. V. naar de besturen der organisaties, die hun zaak in handen hadden. Met die organisaties heeft een comité uit de F. V. een samen komst gehad en nu is aan die besturen medegedeeld, dat het comité zich niet in staat en niet gerechtigd acht met de besturen over het conflict in onderhande ling te treden, nu de betrokken arbeiders alle inlich tingen aan de F. V. hebben geweigerd. 't Betreft hier dus een bijzondere staking; d# on derhandelingen staan direct op het doode punt. In deze fabriek der firma Menko (ze heeft er nog twee) is hedenmorgen nog een 60-tal personen aan den arbeid. Het zijn spoelsters, scheersters, aandraaisters enz. Ze kunnen hoogstens een paar dagen werken en zullen dan met den gewonen arbeid ook moeten op houden. HOMOEOPATHISCII ZIEKENHUIS. Voor de oprichting van een homoeopathisch zieken huis dicht bij Utrecht in een boschrijke streek is door drie vermogende voorstanders een ton gouds toege zegd, mits de nog noodige anderhalve ton vóór Mei 1911 zijn bijeengebracht en de verpleging der patiënten alleen wordt opgedragen aan personen, die den Bijbel als Gods woord beschouwen. („Tijd.") ERNSTIG AUTO-ÜNGELUK. In Susteren nabij Sittard heeft Zondagmiddag' een ernstig auto-ongeluk plaats gevonden. Notaris Lie- naerts werd door de auto van den heer Smulders uit Luik aangereden. De notaris bekwam hevige verwon dingen aan beide beenen. Zijn toestand is ernstig. Ook de echtgenoote van den heer Smulders bekwam eenige kwetsuren. De beide verwonden zijn naar Sit tard ter verpleging overgebracht. De auto, die dooi den heer Smulders zelf bestuurd werd, is gedeeltelijk vernield. EEN KRANIGE POLITIEHOND. Den 29en April werd te Denekamp (O.) J. v. Ben- them door een drietal personen deerlijk met messen toegetakeld. De getroffene wees als de daders een drietal personen aan, werkzaam op de fabrieken te Nordhorn. Dezen ontkenden echter alle schuld. Daar evenwel de toestand van v. B. thans zeer zorgelijk is, zoodat hij elk oogenblik kan sterven, werd een nader onderzoek gelast. De hulp werd hierbij ingeroepen van den heer S. K. Visscher te Oldenzaal, die met zijn gedresseerden politiehond naar Denekamp kwam om zoo mogelijk de daders aan te wijzen. O?» de plaats van 't misdrijf was een pet gevonden, welke vermoede lijk een der verdachten toebehoorde, wat deze ontken de. De vermoedelijke daders werden op eenigen afstand van den hond tusschen verschillende andere personen geplaatst, terwijl de hond daarna „de lucht" van de pet kreeg. Tot driemaal toe wees de hond den man als den eigenaar van de pet aan. Het drietal werd daarop gearresteerd. Een van hen moet reeds bekend hebben dat de pet zijn eigendom was. UIT OUDKARSPEL. Ten gevolge benoeming van den Hoofdingeland It. Sghuite-maker van het Ambacht van Westfriesland ge naamd Geestmer-Ambacht tot Heemraad, moest giste ren door de Banne Noord-Scharwoude benoemd worden een Hoofdingeland en bleek na opening der briefjes dat met algemeene stemmen als zoodanig is gekozen (lc heer G. Brinkman, burgemeester van en wonende aldaar. UIT OUDE-NIEDORP. In hel afgeloopen kwartaal waren er in het veefonds alhier verzekerd ruim 700 runderen, waarvan er 5 wer den afgekeurd. De omslag werd bepaald voor de maand Februari op 0.15 Maart op 0.1 en April op 0.2 dit is voor de 3 maanden' gemiddeld 69 eent per rund. UIT HEER-HUGOWAARD. Zondagavond heeft het gemengde koor „Ons Genoe gen," waarvan de heer Lindeboom, van Opdorp. de di rectie heeft, een uitvoering gegeven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1