Alkmaarsche Courant
Donderdag 12 Mei 1910.
Gemeenteraad van Alkmaar,
VAN
VERGADERING van den
op Woensdag 11 Mei 1910, '«nam. 1 uur.
RECHTZAKEN.
Voorzitter: de Burgemeester, de heer G. Hipping-
Secretaris: de heer 0. D. Donath.
Tegenwoordig 11 leden.
Afwezig de heeren: De Groot, Luiting en an Buij
sen met- kennisgeving, de heer Glinderman wegens on
gesteldheid en de heer Pot wegens uitlandigheid en
de heer Fortuin.
De notulen der vorige vergadering werden goedge-
kcurd.
Aan de vergadering wordt medegedeeld:
adat is ingekomen: een schrijven d.d. 12 April 1.1.
van den heer C. Bosman Cz., houdende bericht, dat
de benoeming tot lid van het Burgerlijk Armbestuur
door hem wordt aangenomen.
Voor kennisgeving aangenomen.
b, alsvoren, brieven van de dames M. Bakker en F.
Sellemans, houdende dankbetuiging voor hare be
noeming tot onderwijzeressen aan de Meisjesschool.
Alsvoren.
e. alsvoren, een schrijven d.d. April 1.1. van Mep F.
Sellemans, houdende het. verzoek om ontslag' als
onderwijzeres aan de 3e Gemeenteschool.
Eervol verleend met ingang van den dag, waarop zij
haar betrekking aan de meisjesschool aanvaardt,
d. alsvoren, een schrijven, ongedagteekend, van de
Wed. A. CrefeldHoltsmuller, houdende kennisge
ving- van het overlijden van haar echtgenoot A.
Crefeld, in leven Stadsklokkenist.
Voor kennisgeving aangenomen.
alsvoren, een schrijven d.d. 22 Maart 1.1. jSo. 62 van
de Gedeputeerde Staten, ten geleide van een uit
treksel uit het Koninklijk besluit d.d. 12 Maart 1.1.
No. 47 tot goedkeuring der Verordening op het
heffen van een recht onder den naam van markt-
geld, voor het gebruik van plaatsen op- of aan
verschillende markten tot 1 Juli 1914.
Alsvoren, 1
alsvoren, een adres d.d. April 1.1. van de aldee-
ling Alkmaar van den Bond tot bescherming van
den trekhond, houdende het verzoek haar ten be
hoeve van een op 29 Mei a.s. te honden concouis
van trekhonden, eene subsidie te willen doen toe
kennen.
De voorzitter stelt voor het verzoek in te willigen en
25 subsidie te verleanen. Alzoo besloten.
g. alsvoren, een adïes d.d. 10 Maart 1.1. van de N. V.
„Olso," Spaarlichtmaatschappij, gevestigd t#
Utrecht, houdende het verzoek te willen besluiten
tot eene proefneming met de „Olso-Spaarlichtbran-
ders".
In handen van B. en W. ter afdoening,
k alsvoren, een adres cLd. 31 Maart 1.1. van Mr. W.
H. A. Elink Schuurman, assuradeur te Hilversum,
houdende het verzoek te willen besluiten tot voor
waardelijke deelneming aan den Bond voor Brand
en Inbraakverzekering „Pascal".
Gesteld in handen van B. en W. om bericht en raad.
i. alsvoren, een adres d.d. 4 April 1.1, van Mevrouw
U, de Graaf—Blom, te Nijmegen, houdende het
verzoek, dat de Raad zich uitspreekt over den ei-
gendomsgrens van baar perceel aan den Kennemer-
straatweg.
De voorzitter stelt voor, te berichten, dat d»
raad zich refereert aan de beslissing van B. en W.
De heer "Van der Feen de Lille mvt,
dat waar het hier een dading geldt, dat de raad 'Ach
daaromtrent moet uitspreken en vraagt nadere inl.h-
tingem
De voorzitter zegt, dat er geen geschil be
staat tusschen B. en W. en mevr. de Graaf.
Volgens het voorstel van den voorzitter wordt be
sloten.
alsvoren, een schrijven d.d. IS April 1.1. No. 63, van
de Gedeputeerde Staten, ten geleide van het goed
gekeurde suppletoir kohier van de belasting op d»
gebouwde eigendommen, dienst 1909.
Aangenomen voor kennisgeving,
k. alsvoren, een adres d.d. 30 Maart 1.1. van den Raad
der gemeente Bergen, houdende het verzoek hem
te willen mededeelen, of de gemeente Alkmaar ge
neigd is gas aan de gemeente Bergen te leveren en
zoo ja, onder welke voorwaarden.
In handen van B. en W. om bericht en raad.
1. alsvoren, eene beschikking d.d. 20 April 1.1. No. 03
van de Gedeputeerde Staten op reclames in beroep
tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag, dienst
1909.
Aangenomen voor kennisgeving,
m. alsvoren, een adres van den heer F, J. Glasz, hou
dende het verzoek om eervol ontslag als leeraar in
het Ilebreeuwsch aan het Gymnasium, met ingang
van 1 Juni e.k.
Na beslissing van het curatorium en den Inspecteur
der Gymnasium verleend,
a, alsvoren, een schrijven d.d, 4 Mei 1.1. No. 56 van d»
Gedeputeerde Staten, ten geleide van een uittreksel
uit het Koninklijk Besluit van 25 April 1.1. No. 52,
krachtens hetwelk is goedgekeurd de Verordening
op het heffen eener belasting op openbare vermake
lijkheden.
Aangenomen voor kennisgeving,
e. alsvoren, een adres van de afdeeling Alkmaar van
den Nederlandschen Bond van Gemeente-Werklie-
den, houdende het verzoek om de periodieke verhoo
gingen der loonen op andere wijze te regelen dan
door Burgemeester en Wethouders wordt voorge
steld.
Te behandelen bij punt 7 der agenda.
HET MAKEN VAN OVERDEKTE SPEELPLAAT
SEN BIJ EENIGE GEMEENTESCHOLEN.
B. en W. stellen den Raad voor hen te machtigen tot
het doen maken van overdekte speelplaatsen bij de le,
5e, 3e en 4e gemeenteschool, waarvan de gezamenlijke
kosten zijn geraamd op 4059.
Goedgekeurd.
STALUITBREIDING ENZ. GEMEENTE-
REINIGING.
Voorts stellen B. en W. den Raad voor hen ook te
machtigen tot het doen bouwen van een paardenstal
met bovenwoning en hooibergplaats op het meest zui
delijk gelegen stuk van het perceel Sectie F. nr. 588,
volgens overgelegd plan, waarvan de kosten zijn ge
raamd op 7740.
De voorzitter zegt, dat de heer Stuurman be
zwaar blijft maken tegen de hoogte van den stal. Hij
had geadviseerd de hoogte te bepalen op 3.80 en deze
is teruggebracht op 3.60 M. Bij monde van den voor
zitter stelt de heer Stuurman thans voor om de hoogte
weer te brengen op 3.80 M.
De voorzitter vraagt diensvolgens machtiging om
de stalhoogte op 3.80 M. te brengen.
Nadat den heer Van der Eeen de Lille is geant
woord, dat dit geen gevolgen op de kosten zal hebben,
wordt overeenkomstig het voorstel van den voorzitter
besloten.
DE TWEE NIEUWE BRUGGEN.
Het lang verwachte voorstel in zake de twee nieu
ws bruggen is verschenen. B. en W. geven den raad in
overweging over te gaan tot het doen maken van een
nieuwe Heiloërbrug en een nieuwe brug tegenover de
Emmastraat, overeenkomstig de voorstellen van den
directeur van gemeentewerken, waarvan de kosten het
bedrag van 25000 niet zullen overschrijden. Het is
de bedoeling van de commissie van. bijstand, dat de
levering van het betonijzerwerk voor beide bruggen
zal worden opgedragen aan de laagste inschrijfster,
de Nederlandsche Maatschappij van Monnierwerken
„de Amstel," te Amsterdam. Voorts geeft de Com
missie in overweging om de Heiloërbrug te doen voor
zien van eenè nieuwe ijzeren leuning in oud-holland-
schen trant (als op de Bergerbrug) en om de palen
welke thans op die brug worden aangetroffen en niet
meer in voldoend aantal aanwezig zijn voor de Heiloër
brug, te plaatsen op de nieuwe brug tegenover de Em
mastraat.
B. en W. maken het advies der Commissie gaarne
tot het hunne.
Een opmerking van den heer Melenbnnk omtrent de
hoogte van de brug wordt door den voorzitter weer
legd. T7.
De heer Van den Bosch stelt voor de Knep-
pelbrug tegenover de Emmastraat te verplaatsen naai
de Singel nabij de Oosterbrugstraat.
De voorzitter deelt mede, dat B. en Wdaar
in geen bezwaar zien, en daaraan gaarne gevolg willen
geven.
(De heer Fortuin komt ter vergadering.;
De heer Van den Bosch maakt voorts een
opmerking omtrent het plaatsen van de lantaarns op
de brug. Hij wijst er op, dat het zeer wenschelijk is
om te "zorgen, dat de lantaarns een goed geheel vor
men met het hekwerk, en zullen geplaatst worden
daar waar ze na deskundig advies het meest gunstig
staan.
De voorzitter zegt dit toe.
De heer Meienbrink hoopt dat niet te veel
boomen bij de molen van Piet worden weggenomen.
Ook hierop zal, zegt de voorzitter gelet wor
den. Daarop wordt het voorstel zonder hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
De heer Boelmans ter Spill geeft na de
ze beslissing in overweging in den mooien tijd de
plantsoenen niet te, schaden en het werk daarom nit
te stellen tot bijv. in September.
De voorzitter meent, dat er wel rekening
mee kan worden gehouden.
De heer Uitenbosch meent, dat er niet zoo
veel aan het plantsoen gebeuren zal, en zou het beter
vinden, dat zoo spoedig mogelijk niet de uitvoering
van het werk wordt begonnen. Van uitstel komt zoo
licht weer afstel.
't Is de gunstigste tijd van het jaar.
De heer Boelmans ter Spill legt er den
nadruk op, dat het hem niet te d!oen is, om uitstel of
afstel, maar hij meende, dat een verschuiving der
werkzaamheden met een paar maanden van geen
vloed zou zijn.
De voorzitter is het met den heer Uiten
bosch eens, dat het thans de beste tijd is voor het
werk. Hij zegt echter toe, dat door B. en W. de vraag
van den heer Boelmans ter Spill zal worden overwo-
leden de heeren: M. Uitenbosch en J. de Lange C.Jz.
tot leden van het stembureau in het 2e stemdistriet
de heeren: G. T. M. van den Bosch, D. Govers en J.
Pot (uit deze heereu moet door den Raad een Voorzit
ter worden aangewezen) en tot plaatsvervangende le
den de heeren: A. Fortuin en C. G. Steen;
tot leden van het stembureau in het 3e stemdistriet
de heeren: I). A. Luiting, Mr. A. Dorbeck en H. J. F.
Wanna (uit deze heeren moet door den Raad een
Voorzitter worden aangewezen) en tot, plaatsvervan
gende leden de heeren: M. Preijer en W. H. J. Hel
ling;
tot, leden van het stembureau in het 4e stemdistriet
de heeren: G. de Groot Jz., C. van Buijsen en C. G.
Zaadnoordijk (uit deze heeren moet door den Raad een
Voorzitter worden aangewezen) en tot plaatsvervan
gende leden de heeren: Mr. P. A. Offers en J. Houts
muller.
Tot voorzitters worden benoemd de heeren Van den
Bosch voor het tweede, Dorbeck voor het derde en
Van Buijsen voor het vierde district.
gen.
De heer Van den Bosch zou willen nagaan
of ook LoodSvormsteen tegen water bestand gebruikt
zou kunnen worden. D'at zou dan onderzocht kunnen
worden gedurende den tijd, dat de heer Boelmans ter
Spill de uitvoering van het werk zou willen opschorten.
De voorzitter zegt, toe, dat men met deze
opmerking ook rekening zal houden.
INSTRUCTIE VOOR DEN STADSKLOKKENIST.
B. en W. stellen den Raad voor een nieuwe instruc
tie voor den stadsklokkenist te ontwerpen, en het
salaris terug te brengen van 500 op 350, daar de
verplichtingen heel wat worden verminderd.
De voorzitter betoogt, dat een bezoldiging
van 350 voldoende is. Bovendien heeft men nage
gaan, de instructie, die voor deze ambtenaren bestond
en bevonden, dat deze zeer verouderd is.
De heer Uitenbosch vraagt in hoeverre de
verordening werd gehandhaafd1.
De heer De Wit deelt mede, dat in vroeger
jaren de heer Ercman nog wel de bedoelde lessen gaf
De heer Uitenbosch is van meening, dat een
bezoldiging van 350 wel wat laag is.
De voorzitter is van tegenovergesteld gevoe
len, en gelooft dat er sollicitanten genoeg' zullen zijn
te vinden.
De heer Uitenbosch doet geen voorstel tot
verhooging. De instructie wordt daarna goedgekeurd,
WLTZIGTNG DER VERORDENING OP DE HAN
DELSDAGSCHOOL.
B. en W. stellen den Raad voor in verband met een
schrijven van de commissie van toezicht op de Han
delsdagschool, een aantal wijzigingen te brengen
de verordening op deze inrichting.
Goedgekeurd.
TIJDELIJKE GELDLEENING.
B. en W. stellen voor om te besluiten, onder ver
band van de inkomsten der gemeente: een tijdelijke
geldleening aan te gaan, groot 33.000 met de bedoe
ling deze geheel af te lossen ter gelegenheid! van de
wellicht in den loop van dit of anders in het begin
van het volgende jaar te sluiten definitieve leening.
De heer Boelmans ter Spill wijst er op,
dat het in verband met de begrooting beter is tot het
juiste bedrag van 33147.97 te leenen.
De voorzitter verklaart, dat daartegen geen
bezwaar is.
De heer de Lange zegt nog, dat het zeer wen
schelijk is de grootere leening spoedig te doen, daar
de rente voor een tijdelijke leening tegenwoordig zoo
hoog is.
De voorzitter zegt toe, dat men daarmede re
kening zal houden.
Het voorstel van B. en W„ gewijzigd, zooals is aan
gegeven, wordt daarop goedgekeurd.
UITKEERING ZIEKENGELD.
B. en W. stellen voor aan den werkman J. van Kleef
alsnog gedurende drie maanden ziekengeld te doen
uitbetalen.
Goedgekeurd.
BENOEMING VAN STEMBUREAUX VOOR DE
AANSTAANDE VERKIEZING VAN ééN LID
VAN DE PROVINCIALE STATEN.
Ingevolge art. 5 der Provinciale wet zal den eersten
Dinsdag der maand Juni eene1 verkiezing moeten
plaats hebben ter vervulling der vacature, die den eer
sten Dinsdag van Juli a.s. zal ontstaan door de perio
dieke aftreding van het lid der Staten voor dit di
strict, den heer jhr. mr. II. Gevers te Heemskerk.
Dientengevolge zullen voor elk der stembureaux
voor de vier stemdistricten, waarin deze gemeente als
onderdeel van het kiesdistrict Alkmaar is verdeeld;
moeten worden benoemd drie leden, waarvan in het
2e, 3e en 4e stemdistriet een tot Voorzitter (in het
le stemdistriet is de Burgemeester ambtshalve Voor
zitter) en minstens twee plaatsvervangende leden,
zoodat de Raad heeft over te gaan tot het aanwijzen
van 19 personen, die bij eventueele stemming en her
stemming (16 en 28 Juni e.k.) als leden en plaatsver
vangende leden der stembureaux zullen kunnen fun
geeren.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
Benoemd werden tot leden van het stembureau in het
le stemdistriet, waarvan de Burgemeester ambtshalvi
voorzitter is, de heeren: Mr. B. van der Feen de Lille
en H. P. Ibink Meienbrink en tot plaatsvervangende
REGELING DER BEZOLDIGING VAN AMTE-
NAREN, BEDIENDEN EN WERKLIEDEN DER
GEMEENTE.
B. en W. hebben den Raad een reeks verordeningen
aangeboden, regelende de bezoldigingen van ambtena
ren, bedienden en werklieden der gemeente, in dier
voege, dat de regeling geschiedt op den grondslag van
periodieke verhoogingen.
Marktmeesters, waagmeesters, schrijvers aan de
waag, de klokkenist, de horlogemaker, de schoorsteen
veger, de tolgaarder, de hooistekers, de bode van de
brandweer komen naar B. en W. meenen hiervoor niet
in aanmerking, daar het hier geldt ambtelijke bedie
ningen, welke niet de hoofdberoepen uitmaken. Als al-
gemeenen maatregel is aangenomen, dat aan ieder
drie driejaarlijksche verhoogingen zullen worden toe
gekend.
Alleen de hoofden der openbare lagere scholen, die
vier maal, de onderwijzers bij het lager onderwijs, die
zes maal, de leeraren aan de Burgeravondschool en de
Avondschool voor handwerkslieden, die vier maal en de
agenten van politie, die in de 3d'e klasse driemaal en
in de 2de en 1ste klasse twee-maal, dus in het geheel
zeven-maal, eene periodieke verhooging ontvangen,
zullen op dezen regel eene uitzondering maken.
Wel is waar blijft tijdelijk, althans nog voor een
zestal jaren, eene ongelijkheid bestaan in zoover _de
ambtenaren, bedienden en werklieden met talrijke
dienstjaren in ongunstiger conditie verkeeren dan de
jongere ambtenaren, bedienden en werklieden, die aan
stonds van de gunstige bepaling tot toekenning van
periodieke verhoogingen zullen genieten, doch om
practische redenen en wel voornamelijk omdat sommi
ge ambtenaren daardoor een, naar meening van B. en
W„ te grooten sprong vooruit zouden doen tengevolge
waarvan aanstonds een kostenbedrag van I 6600 zou
moeten worden beschikbaar gesteldi achten zij het niet
raadzaam terug te komen op het in 1907 ingenomen
standpunt, dat sommige toen vastgestelde verordenin
gen geene terugwerkende kracht zouden hebben.
Vastgehouden is aan het beginsel dat geen loonen
beneden 10 zullen worden uitgekeerd.
Het aannemen der bedoelde ontwerpen zal, gelijk
uit de gegeven toelichtingen blijkt, voor 1910 een kos
tenbedrag medebrengen als volgt:
Gemeentewerken 334. Plantsoenen 100. Reini
gingsdienst 128. Gasfabriek 508. Slachthuis
Politie 150. Burgeravondsch. en Avondsch.
voor handwerkslieden 435. Kantoor gemeente-ont
vanger 250. Gemeente-secretarie1 200. Algemee-
ne Begraafplaats Havenmeester 50. Directeur
sted. muziekkorps en sted. muziekschool Te za-
man 2155, over acht maanden 1436.
Im dadelijke uitgaven voor de gasfabriek zullen op
de exploitatie van die fabriek moeten worden gevon
den.
De voorzitter merkt op dat het minimum sa
laris van den 2en klerk aan de gasfabriek abusievelijk
is genoemd als 400, dit moet zijn 450. De mini-
maloonen der plantsoenarbeiders moeten volgens vroe
ger besluit ook 18 hooger zijn.
De heer Uitenbosch wijst er op, dat de bij
lage gedateerd is 24 Maart, terwijl ze eerst 3 a 4 Mei
is ontvangen.
B. en W. hebben allen tijd! van voorbereiding gehad,
de raad slechts enkele dagen. Dien tijd acht hij wel
wat kort. Voorts merkt hij op, dat onder de ingeko
men stukken niet is vermeld een adres, dat ter zake
is ingekomen van de gemeente-ambtenaren.
De voorzitter merkt op, dat dat adres bij ver
gissing in de portefeuille is gekomen, daar het aan B.
en W. was gericht.
De heer Uitenbosch zegt verder, dat er een
adres is ingekomen van de afdeeling van den Bond
van gemeente-werklieden, dat gisteren pas is ingeko
men.
De Raad heeft ook daarvan niet voldoende nota, kun
nen nemen. In verband hiermede, en vooral met het
oog op den korten tijd, die den raadsleden ter voorbe
reiding' hebben gehad, ook om schriftelijke amende
menten in te dienen, zou spr. gaarne zien, dat dit
jmnt werd aangehouden tot een volgende vergadering.
De heer Dorbeck sluit zich hierbij aan. Om de
zaak flink en afdoende te behandelen is meer tijd noo-
dig.
De heer Zaadnoord ij k vraagt waarom in de
ze voorstellen de stadsapotheker en diens adsistenten
niet zijn opgenomen.
De voorzitter zegt, dat dit nu niet ging, om
dat een reorganisatie van de stadsapotheek in uitzicht
is gesteld.
De heer Van den Bosch ^verklaart zich ook
voor uitstel en zou anders gaarne in een zitting met
gesloten deuren enkele mededeelingen doen in verband
met amendementen door hem in te stellen.
De voorzitter zegt, dat B. en W. zich wel
met uitstel kunnen vereenigen. Voorts merkt de
voorzitter op, dat het wel wat vreemd is, dat de be
langhebbenden zich wel wenden tot de leden van den
raad, doch niet bij B. en W. komen, die toch ook ten
allen tijde bereid zijn ze aan te hooren en voor hunne
belangen op te komen. B. en W. zouden ook gaarne
een bezoek van hen ontvangen.
De heer Dorbeck zegt, dat hij, degenen, die hem
komen bezoeken, daarop steeds wijst en ze altijd aan
raadt om een bezoek te brengen aan B. en W.
De voorzitter meent, dat er veel voor is om
het punt uit te stellen ook met het oog op de onvol
talligheid van deze vergadering.
De heer de Wit zou willen voorstellen het punt
aan te houden niet tot de volgende, doch tot, een vol
gende vergadering met het oog op het aanstaand ver
lof van den voorzitter.
De voorzitter meent, dat daarmede rekening
kan worden gehouden. De zaak kan dan bijv. in het
laatst van Juni worden behandeld.
De heer Van den Bosch vestigt nog eens
noodzakelijk de aandacht op hetgeen door den voor
zitter is gezegd betreffende het bezoeken van B. en W.
door de belanghebbenden indien hunne belangen in
den raad ter sprake komen. Hij hoopt, dat men daar
van door middel der dagbladen kennis zal nemen en
den daarin gegeven wenk zal opvolgen.
De heer Uitenbosch zegt naar aanleiding'
van de opmerking van den voorzitter, dat de belang
hebbenden er eerst uit de courant kennis van krijgen,
dat hunne belangen in den raad zullen worden be
sproken, naar aanleiding* van voorstellen van B. en W.
Omtrent die voorstellen weten zij niets; en waar de
raad daarover besluit ligt het op diens weg, dat zij hij
de leden van den raad komen.
Hij vindt het verwijt van den voorzitter niet gemo
tiveerd', en zou het beter vinden, indien B. en W. van
hun hoog standpunt eens afdaalden en vooraf eens
overleg' pleegden met de organisaties van werklieden
enz.
De voorzitter antwoordt hierop, dat het met
de bedoeling was een verwijt uit te spreken, doch al
leen er even de aandacht op te vestigen, dat men B.
en W. voorbijgaat.
De heer Van den Boscli heeft het ook een
voudig als een raadgeving beschouwd1 en er daarom
alleen nog eens do aandacht op gevestigd.
Daarna wordt tot uitstel van dit punt der agenda
besloten.
Daar niemand verder het. woord verlangt, wordt de
openbare zitting gesloten.
ARRONDISSEMENTS-REOHTBANK TE
ALKMAAR.
Zitting van Dinsdag 10 Mei.
Vervolg
MELKVERVALSCHING.
Cornelis Willem Maria Z. te Alkmaar, was ten laste
gelegd, dat hij den 6en April melk had vervalscht. Be
klaagde nam dien dag de zaak waar voor zijn vader,
die verhinderd was. Hoewel hij wist, dat zijn vader
een contract had met den melkboer Wokke om deze
volle, zuivere melk te leveren, deed beklaagde zooveel
water in de mfelk, dat de waarde ervan aanmerkelijk
verminderd was.
Beklaagde bekende het hem ten laste gelegde. Hij
wist, dat het contract bestond! en dat Wokke de melk,
die 's morgens en 's avonds achter de deur werd gezet,
daar weghaalde. Vijftien keer deed1 beklaagde water
bij de melk, omdat hij, daar zijn vader ziek was en
melk noodig had, er eerst voor huishoudelijk gebruik
melk afnam. Op den 6en April deel bekl. weer bij
572 L. melk 4 L. water. Den volgenden dag kwam .de
inspecteur van politie met een agent om bij het mel
ken tegenwoordig te zijn, waarna de inspecteur Sepp
monsters van de melk naml
De inspecteur Sepp verklaart op een klacht van
Wokke een onderzoek naar de melk te hebben ingesteld
met den agent van politie Grondsma. Den 6en en den
8en April nam hij monsters van de melk.
Cornelis Wokke, melkslijter en winkelier te Alk
maar had in Oct. 1909 een contract met beklaagde s
vader aangegaan om hem tot de voorjaarsmarkt zui
vere volle melk van zijn koeien te leveren. Meer dan
eens viel het getuige op, dat- de melk dun was. Den
4en April, toen beklaagde en zijn vader beiden verhin
derd waren te melken, deed getuige dit zelf en be
merkte toen, dat de melk veel beter en zwaarder was
dan het gewoonlijk het geval was. Ook was er veel
minder. Daar getuige toen vermoeden kreeg, dat de
melk tot dusver met water vermengd was, diende hij
een klacht bij de politie in en eischte hij een schadever
goeding van 100.
De heer II. J. F. Wanna, als getuige-deskundige ge
hoord, verklaart de monsters onderzocht te hebben en
daarbij tot conclusie te hebben gekregen, dat de melk
van 6 April vervalscht was met 79 deelen water op
100 deelen melk.
De officier van justitie eischt tegen beklaagde, die
gevraagd heeft een geldboete te krijgen, wat niet kan,
daar op dit feit alleen gevangenisstraf staat, 3 weken
gevangenisstraf.
IN HOOGER BEROEP.
Petrus L. was door den kantonrechter te Helder ver
oordeeld wegens het invoeren van versche vleesch zon
der bewijs van den keurmeester, tot 2 geldboeten van
5 subs. 2 maal 5 dagen hechtenis. Van dit vonnis
was beklaagde in hooger beroep gekomen, maar was
thans niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis van den kantonrechter kon volgens den
officier niet worden gehandhaafd.
Z. E. A. eischt derhalve vernietiging van dit von
nis, en opnieuw rechtdoende ontslag van rechtsvervol
ging.
MISHANDELING.
Gerardus B„ metaalslijper te Alkmaar, had zich den
2en April aan mishandeling schuldig gemaakt. De
mishandelde was de 20-jarige Anna Cornelia Scha-
renberg, dienstbode te Alkmaar. Op den bewusten dag
had er een scheldpartij plaats gehad tusschen haar
broertje en beklaagde's zoontje. Om hierover te kla
gen kwam beklaagde aan de deur bij Scharenberg,
waar Anna Cornelia stond. Beklaagde was blijkbaar
zeer opgewonden, want hij gaf het meisje een paar
klappen in haar gezicht en bovendien met zijn houten
been een trap tegen de borst.
Ariaantje Korver, die in de buurt van de Scharen-
berg's in het Klein-Nieuwland woont, zag dat be
klaagde sloeg en trapte.
De officier achtte het wettig en overtuigend bewijs
geleverd en eischte tegen beklaagde, die volgens hem
zoo'n leelijk gebruik maakte van „het hem door de
kunst geschonken verdedigingswapen" 15 boete subs.
15 dagen hechtenis.
WEDERSPANNIGHEID.
Pieter Willem F. was niet verschenen. Hem was
ten laste gelegd, dat hij zich den 3en April te Helder
had verzet tegen den agent van politie Arends, die be
klaagde dronken aantrof in de Keizerstraat en hem
naar het arrestantenlokaal wilde overbrengen. Be
klaagde liep daar in zijn overhemd en met bebloed ge
laat als een razende rond en wilde iedereen te lijf.
Hij rukte zich van Arends los, ging op den grond lig
gen schoppen en gaf den agent ten slotte met zijn
vuist een stomp tegen de borst.
De eisch tegen dezen wederspannige luidde 15 boe
te subs. 15 dagen hechtenis.
MISHANDELING.
De laatste beklaagde was Johannes Bernardus van
D„ leerling-stuurman van de Zeevaartschool te Hel
der. Hij had den 8en April den matroos Michiel
Emanuel van Nieuwengiezen mishandeld.
Drie matrozen werden in deze zaak als getuigen ge
hoord.
Van Nieuwengiezen verklaart in den avond van den
8en April een bezoek aan het café van beklaagde's va
der te hebben gebracht. Hij kreeg ruzie over het gelag
daar hij min of meer dronken was en verliet daarna
het café. Buiten gekomen greep beklaagde hem aan
en gaf hem een stomp op het rechteroog, zoodat dit
bloedde.
Marinus Pont, die met beklaagde in het café was,
verklaart, dat bij het verlaten er van, beklaagde aan
de deur stond en Van Nieuwengiezen aangreep.
Johannes Schouten was eveneens in gezelschap van
Van Nieuwengiezen, toen deze onaangenaamheden had
met beklaagde s moeder. Daarom namen getuige en
Pont Van Nieuwengiezen, die aangeschoten was, mee
naar buiten, waar de zoon van de kastelein hem aan
viel.
Beklaagde ontkent het hem ten laste gelegde, hij
wilde alleen Van Nieuwengiezen beletten het lokaal te
verlaten.
De officier eischte wegens de mishandeling, waar
aan beklaagde zich heeft, schuldig gemaakt 15 boete
subsidiair 15 dagen hechtenis.