Alkmaarsche Courant Donderdag 12 Mei 1910. Gemeenteraad van Alkmaar, VAN VERGADERING van den op Woensdag 11 Mei 1910, '«nam. 1 uur. RECHTZAKEN. Voorzitter: de Burgemeester, de heer G. Hipping- Secretaris: de heer 0. D. Donath. Tegenwoordig 11 leden. Afwezig de heeren: De Groot, Luiting en an Buij sen met- kennisgeving, de heer Glinderman wegens on gesteldheid en de heer Pot wegens uitlandigheid en de heer Fortuin. De notulen der vorige vergadering werden goedge- kcurd. Aan de vergadering wordt medegedeeld: adat is ingekomen: een schrijven d.d. 12 April 1.1. van den heer C. Bosman Cz., houdende bericht, dat de benoeming tot lid van het Burgerlijk Armbestuur door hem wordt aangenomen. Voor kennisgeving aangenomen. b, alsvoren, brieven van de dames M. Bakker en F. Sellemans, houdende dankbetuiging voor hare be noeming tot onderwijzeressen aan de Meisjesschool. Alsvoren. e. alsvoren, een schrijven d.d. April 1.1. van Mep F. Sellemans, houdende het. verzoek om ontslag' als onderwijzeres aan de 3e Gemeenteschool. Eervol verleend met ingang van den dag, waarop zij haar betrekking aan de meisjesschool aanvaardt, d. alsvoren, een schrijven, ongedagteekend, van de Wed. A. CrefeldHoltsmuller, houdende kennisge ving- van het overlijden van haar echtgenoot A. Crefeld, in leven Stadsklokkenist. Voor kennisgeving aangenomen. alsvoren, een schrijven d.d. 22 Maart 1.1. jSo. 62 van de Gedeputeerde Staten, ten geleide van een uit treksel uit het Koninklijk besluit d.d. 12 Maart 1.1. No. 47 tot goedkeuring der Verordening op het heffen van een recht onder den naam van markt- geld, voor het gebruik van plaatsen op- of aan verschillende markten tot 1 Juli 1914. Alsvoren, 1 alsvoren, een adres d.d. April 1.1. van de aldee- ling Alkmaar van den Bond tot bescherming van den trekhond, houdende het verzoek haar ten be hoeve van een op 29 Mei a.s. te honden concouis van trekhonden, eene subsidie te willen doen toe kennen. De voorzitter stelt voor het verzoek in te willigen en 25 subsidie te verleanen. Alzoo besloten. g. alsvoren, een adïes d.d. 10 Maart 1.1. van de N. V. „Olso," Spaarlichtmaatschappij, gevestigd t# Utrecht, houdende het verzoek te willen besluiten tot eene proefneming met de „Olso-Spaarlichtbran- ders". In handen van B. en W. ter afdoening, k alsvoren, een adres cLd. 31 Maart 1.1. van Mr. W. H. A. Elink Schuurman, assuradeur te Hilversum, houdende het verzoek te willen besluiten tot voor waardelijke deelneming aan den Bond voor Brand en Inbraakverzekering „Pascal". Gesteld in handen van B. en W. om bericht en raad. i. alsvoren, een adres d.d. 4 April 1.1, van Mevrouw U, de Graaf—Blom, te Nijmegen, houdende het verzoek, dat de Raad zich uitspreekt over den ei- gendomsgrens van baar perceel aan den Kennemer- straatweg. De voorzitter stelt voor, te berichten, dat d» raad zich refereert aan de beslissing van B. en W. De heer "Van der Feen de Lille mvt, dat waar het hier een dading geldt, dat de raad 'Ach daaromtrent moet uitspreken en vraagt nadere inl.h- tingem De voorzitter zegt, dat er geen geschil be staat tusschen B. en W. en mevr. de Graaf. Volgens het voorstel van den voorzitter wordt be sloten. alsvoren, een schrijven d.d. IS April 1.1. No. 63, van de Gedeputeerde Staten, ten geleide van het goed gekeurde suppletoir kohier van de belasting op d» gebouwde eigendommen, dienst 1909. Aangenomen voor kennisgeving, k. alsvoren, een adres d.d. 30 Maart 1.1. van den Raad der gemeente Bergen, houdende het verzoek hem te willen mededeelen, of de gemeente Alkmaar ge neigd is gas aan de gemeente Bergen te leveren en zoo ja, onder welke voorwaarden. In handen van B. en W. om bericht en raad. 1. alsvoren, eene beschikking d.d. 20 April 1.1. No. 03 van de Gedeputeerde Staten op reclames in beroep tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag, dienst 1909. Aangenomen voor kennisgeving, m. alsvoren, een adres van den heer F, J. Glasz, hou dende het verzoek om eervol ontslag als leeraar in het Ilebreeuwsch aan het Gymnasium, met ingang van 1 Juni e.k. Na beslissing van het curatorium en den Inspecteur der Gymnasium verleend, a, alsvoren, een schrijven d.d, 4 Mei 1.1. No. 56 van d» Gedeputeerde Staten, ten geleide van een uittreksel uit het Koninklijk Besluit van 25 April 1.1. No. 52, krachtens hetwelk is goedgekeurd de Verordening op het heffen eener belasting op openbare vermake lijkheden. Aangenomen voor kennisgeving, e. alsvoren, een adres van de afdeeling Alkmaar van den Nederlandschen Bond van Gemeente-Werklie- den, houdende het verzoek om de periodieke verhoo gingen der loonen op andere wijze te regelen dan door Burgemeester en Wethouders wordt voorge steld. Te behandelen bij punt 7 der agenda. HET MAKEN VAN OVERDEKTE SPEELPLAAT SEN BIJ EENIGE GEMEENTESCHOLEN. B. en W. stellen den Raad voor hen te machtigen tot het doen maken van overdekte speelplaatsen bij de le, 5e, 3e en 4e gemeenteschool, waarvan de gezamenlijke kosten zijn geraamd op 4059. Goedgekeurd. STALUITBREIDING ENZ. GEMEENTE- REINIGING. Voorts stellen B. en W. den Raad voor hen ook te machtigen tot het doen bouwen van een paardenstal met bovenwoning en hooibergplaats op het meest zui delijk gelegen stuk van het perceel Sectie F. nr. 588, volgens overgelegd plan, waarvan de kosten zijn ge raamd op 7740. De voorzitter zegt, dat de heer Stuurman be zwaar blijft maken tegen de hoogte van den stal. Hij had geadviseerd de hoogte te bepalen op 3.80 en deze is teruggebracht op 3.60 M. Bij monde van den voor zitter stelt de heer Stuurman thans voor om de hoogte weer te brengen op 3.80 M. De voorzitter vraagt diensvolgens machtiging om de stalhoogte op 3.80 M. te brengen. Nadat den heer Van der Eeen de Lille is geant woord, dat dit geen gevolgen op de kosten zal hebben, wordt overeenkomstig het voorstel van den voorzitter besloten. DE TWEE NIEUWE BRUGGEN. Het lang verwachte voorstel in zake de twee nieu ws bruggen is verschenen. B. en W. geven den raad in overweging over te gaan tot het doen maken van een nieuwe Heiloërbrug en een nieuwe brug tegenover de Emmastraat, overeenkomstig de voorstellen van den directeur van gemeentewerken, waarvan de kosten het bedrag van 25000 niet zullen overschrijden. Het is de bedoeling van de commissie van. bijstand, dat de levering van het betonijzerwerk voor beide bruggen zal worden opgedragen aan de laagste inschrijfster, de Nederlandsche Maatschappij van Monnierwerken „de Amstel," te Amsterdam. Voorts geeft de Com missie in overweging om de Heiloërbrug te doen voor zien van eenè nieuwe ijzeren leuning in oud-holland- schen trant (als op de Bergerbrug) en om de palen welke thans op die brug worden aangetroffen en niet meer in voldoend aantal aanwezig zijn voor de Heiloër brug, te plaatsen op de nieuwe brug tegenover de Em mastraat. B. en W. maken het advies der Commissie gaarne tot het hunne. Een opmerking van den heer Melenbnnk omtrent de hoogte van de brug wordt door den voorzitter weer legd. T7. De heer Van den Bosch stelt voor de Knep- pelbrug tegenover de Emmastraat te verplaatsen naai de Singel nabij de Oosterbrugstraat. De voorzitter deelt mede, dat B. en Wdaar in geen bezwaar zien, en daaraan gaarne gevolg willen geven. (De heer Fortuin komt ter vergadering.; De heer Van den Bosch maakt voorts een opmerking omtrent het plaatsen van de lantaarns op de brug. Hij wijst er op, dat het zeer wenschelijk is om te "zorgen, dat de lantaarns een goed geheel vor men met het hekwerk, en zullen geplaatst worden daar waar ze na deskundig advies het meest gunstig staan. De voorzitter zegt dit toe. De heer Meienbrink hoopt dat niet te veel boomen bij de molen van Piet worden weggenomen. Ook hierop zal, zegt de voorzitter gelet wor den. Daarop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De heer Boelmans ter Spill geeft na de ze beslissing in overweging in den mooien tijd de plantsoenen niet te, schaden en het werk daarom nit te stellen tot bijv. in September. De voorzitter meent, dat er wel rekening mee kan worden gehouden. De heer Uitenbosch meent, dat er niet zoo veel aan het plantsoen gebeuren zal, en zou het beter vinden, dat zoo spoedig mogelijk niet de uitvoering van het werk wordt begonnen. Van uitstel komt zoo licht weer afstel. 't Is de gunstigste tijd van het jaar. De heer Boelmans ter Spill legt er den nadruk op, dat het hem niet te d!oen is, om uitstel of afstel, maar hij meende, dat een verschuiving der werkzaamheden met een paar maanden van geen vloed zou zijn. De voorzitter is het met den heer Uiten bosch eens, dat het thans de beste tijd is voor het werk. Hij zegt echter toe, dat door B. en W. de vraag van den heer Boelmans ter Spill zal worden overwo- leden de heeren: M. Uitenbosch en J. de Lange C.Jz. tot leden van het stembureau in het 2e stemdistriet de heeren: G. T. M. van den Bosch, D. Govers en J. Pot (uit deze heereu moet door den Raad een Voorzit ter worden aangewezen) en tot plaatsvervangende le den de heeren: A. Fortuin en C. G. Steen; tot leden van het stembureau in het 3e stemdistriet de heeren: I). A. Luiting, Mr. A. Dorbeck en H. J. F. Wanna (uit deze heeren moet door den Raad een Voorzitter worden aangewezen) en tot, plaatsvervan gende leden de heeren: M. Preijer en W. H. J. Hel ling; tot, leden van het stembureau in het 4e stemdistriet de heeren: G. de Groot Jz., C. van Buijsen en C. G. Zaadnoordijk (uit deze heeren moet door den Raad een Voorzitter worden aangewezen) en tot plaatsvervan gende leden de heeren: Mr. P. A. Offers en J. Houts muller. Tot voorzitters worden benoemd de heeren Van den Bosch voor het tweede, Dorbeck voor het derde en Van Buijsen voor het vierde district. gen. De heer Van den Bosch zou willen nagaan of ook LoodSvormsteen tegen water bestand gebruikt zou kunnen worden. D'at zou dan onderzocht kunnen worden gedurende den tijd, dat de heer Boelmans ter Spill de uitvoering van het werk zou willen opschorten. De voorzitter zegt, toe, dat men met deze opmerking ook rekening zal houden. INSTRUCTIE VOOR DEN STADSKLOKKENIST. B. en W. stellen den Raad voor een nieuwe instruc tie voor den stadsklokkenist te ontwerpen, en het salaris terug te brengen van 500 op 350, daar de verplichtingen heel wat worden verminderd. De voorzitter betoogt, dat een bezoldiging van 350 voldoende is. Bovendien heeft men nage gaan, de instructie, die voor deze ambtenaren bestond en bevonden, dat deze zeer verouderd is. De heer Uitenbosch vraagt in hoeverre de verordening werd gehandhaafd1. De heer De Wit deelt mede, dat in vroeger jaren de heer Ercman nog wel de bedoelde lessen gaf De heer Uitenbosch is van meening, dat een bezoldiging van 350 wel wat laag is. De voorzitter is van tegenovergesteld gevoe len, en gelooft dat er sollicitanten genoeg' zullen zijn te vinden. De heer Uitenbosch doet geen voorstel tot verhooging. De instructie wordt daarna goedgekeurd, WLTZIGTNG DER VERORDENING OP DE HAN DELSDAGSCHOOL. B. en W. stellen den Raad voor in verband met een schrijven van de commissie van toezicht op de Han delsdagschool, een aantal wijzigingen te brengen de verordening op deze inrichting. Goedgekeurd. TIJDELIJKE GELDLEENING. B. en W. stellen voor om te besluiten, onder ver band van de inkomsten der gemeente: een tijdelijke geldleening aan te gaan, groot 33.000 met de bedoe ling deze geheel af te lossen ter gelegenheid! van de wellicht in den loop van dit of anders in het begin van het volgende jaar te sluiten definitieve leening. De heer Boelmans ter Spill wijst er op, dat het in verband met de begrooting beter is tot het juiste bedrag van 33147.97 te leenen. De voorzitter verklaart, dat daartegen geen bezwaar is. De heer de Lange zegt nog, dat het zeer wen schelijk is de grootere leening spoedig te doen, daar de rente voor een tijdelijke leening tegenwoordig zoo hoog is. De voorzitter zegt toe, dat men daarmede re kening zal houden. Het voorstel van B. en W„ gewijzigd, zooals is aan gegeven, wordt daarop goedgekeurd. UITKEERING ZIEKENGELD. B. en W. stellen voor aan den werkman J. van Kleef alsnog gedurende drie maanden ziekengeld te doen uitbetalen. Goedgekeurd. BENOEMING VAN STEMBUREAUX VOOR DE AANSTAANDE VERKIEZING VAN ééN LID VAN DE PROVINCIALE STATEN. Ingevolge art. 5 der Provinciale wet zal den eersten Dinsdag der maand Juni eene1 verkiezing moeten plaats hebben ter vervulling der vacature, die den eer sten Dinsdag van Juli a.s. zal ontstaan door de perio dieke aftreding van het lid der Staten voor dit di strict, den heer jhr. mr. II. Gevers te Heemskerk. Dientengevolge zullen voor elk der stembureaux voor de vier stemdistricten, waarin deze gemeente als onderdeel van het kiesdistrict Alkmaar is verdeeld; moeten worden benoemd drie leden, waarvan in het 2e, 3e en 4e stemdistriet een tot Voorzitter (in het le stemdistriet is de Burgemeester ambtshalve Voor zitter) en minstens twee plaatsvervangende leden, zoodat de Raad heeft over te gaan tot het aanwijzen van 19 personen, die bij eventueele stemming en her stemming (16 en 28 Juni e.k.) als leden en plaatsver vangende leden der stembureaux zullen kunnen fun geeren. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. Benoemd werden tot leden van het stembureau in het le stemdistriet, waarvan de Burgemeester ambtshalvi voorzitter is, de heeren: Mr. B. van der Feen de Lille en H. P. Ibink Meienbrink en tot plaatsvervangende REGELING DER BEZOLDIGING VAN AMTE- NAREN, BEDIENDEN EN WERKLIEDEN DER GEMEENTE. B. en W. hebben den Raad een reeks verordeningen aangeboden, regelende de bezoldigingen van ambtena ren, bedienden en werklieden der gemeente, in dier voege, dat de regeling geschiedt op den grondslag van periodieke verhoogingen. Marktmeesters, waagmeesters, schrijvers aan de waag, de klokkenist, de horlogemaker, de schoorsteen veger, de tolgaarder, de hooistekers, de bode van de brandweer komen naar B. en W. meenen hiervoor niet in aanmerking, daar het hier geldt ambtelijke bedie ningen, welke niet de hoofdberoepen uitmaken. Als al- gemeenen maatregel is aangenomen, dat aan ieder drie driejaarlijksche verhoogingen zullen worden toe gekend. Alleen de hoofden der openbare lagere scholen, die vier maal, de onderwijzers bij het lager onderwijs, die zes maal, de leeraren aan de Burgeravondschool en de Avondschool voor handwerkslieden, die vier maal en de agenten van politie, die in de 3d'e klasse driemaal en in de 2de en 1ste klasse twee-maal, dus in het geheel zeven-maal, eene periodieke verhooging ontvangen, zullen op dezen regel eene uitzondering maken. Wel is waar blijft tijdelijk, althans nog voor een zestal jaren, eene ongelijkheid bestaan in zoover _de ambtenaren, bedienden en werklieden met talrijke dienstjaren in ongunstiger conditie verkeeren dan de jongere ambtenaren, bedienden en werklieden, die aan stonds van de gunstige bepaling tot toekenning van periodieke verhoogingen zullen genieten, doch om practische redenen en wel voornamelijk omdat sommi ge ambtenaren daardoor een, naar meening van B. en W„ te grooten sprong vooruit zouden doen tengevolge waarvan aanstonds een kostenbedrag van I 6600 zou moeten worden beschikbaar gesteldi achten zij het niet raadzaam terug te komen op het in 1907 ingenomen standpunt, dat sommige toen vastgestelde verordenin gen geene terugwerkende kracht zouden hebben. Vastgehouden is aan het beginsel dat geen loonen beneden 10 zullen worden uitgekeerd. Het aannemen der bedoelde ontwerpen zal, gelijk uit de gegeven toelichtingen blijkt, voor 1910 een kos tenbedrag medebrengen als volgt: Gemeentewerken 334. Plantsoenen 100. Reini gingsdienst 128. Gasfabriek 508. Slachthuis Politie 150. Burgeravondsch. en Avondsch. voor handwerkslieden 435. Kantoor gemeente-ont vanger 250. Gemeente-secretarie1 200. Algemee- ne Begraafplaats Havenmeester 50. Directeur sted. muziekkorps en sted. muziekschool Te za- man 2155, over acht maanden 1436. Im dadelijke uitgaven voor de gasfabriek zullen op de exploitatie van die fabriek moeten worden gevon den. De voorzitter merkt op dat het minimum sa laris van den 2en klerk aan de gasfabriek abusievelijk is genoemd als 400, dit moet zijn 450. De mini- maloonen der plantsoenarbeiders moeten volgens vroe ger besluit ook 18 hooger zijn. De heer Uitenbosch wijst er op, dat de bij lage gedateerd is 24 Maart, terwijl ze eerst 3 a 4 Mei is ontvangen. B. en W. hebben allen tijd! van voorbereiding gehad, de raad slechts enkele dagen. Dien tijd acht hij wel wat kort. Voorts merkt hij op, dat onder de ingeko men stukken niet is vermeld een adres, dat ter zake is ingekomen van de gemeente-ambtenaren. De voorzitter merkt op, dat dat adres bij ver gissing in de portefeuille is gekomen, daar het aan B. en W. was gericht. De heer Uitenbosch zegt verder, dat er een adres is ingekomen van de afdeeling van den Bond van gemeente-werklieden, dat gisteren pas is ingeko men. De Raad heeft ook daarvan niet voldoende nota, kun nen nemen. In verband hiermede, en vooral met het oog op den korten tijd, die den raadsleden ter voorbe reiding' hebben gehad, ook om schriftelijke amende menten in te dienen, zou spr. gaarne zien, dat dit jmnt werd aangehouden tot een volgende vergadering. De heer Dorbeck sluit zich hierbij aan. Om de zaak flink en afdoende te behandelen is meer tijd noo- dig. De heer Zaadnoord ij k vraagt waarom in de ze voorstellen de stadsapotheker en diens adsistenten niet zijn opgenomen. De voorzitter zegt, dat dit nu niet ging, om dat een reorganisatie van de stadsapotheek in uitzicht is gesteld. De heer Van den Bosch ^verklaart zich ook voor uitstel en zou anders gaarne in een zitting met gesloten deuren enkele mededeelingen doen in verband met amendementen door hem in te stellen. De voorzitter zegt, dat B. en W. zich wel met uitstel kunnen vereenigen. Voorts merkt de voorzitter op, dat het wel wat vreemd is, dat de be langhebbenden zich wel wenden tot de leden van den raad, doch niet bij B. en W. komen, die toch ook ten allen tijde bereid zijn ze aan te hooren en voor hunne belangen op te komen. B. en W. zouden ook gaarne een bezoek van hen ontvangen. De heer Dorbeck zegt, dat hij, degenen, die hem komen bezoeken, daarop steeds wijst en ze altijd aan raadt om een bezoek te brengen aan B. en W. De voorzitter meent, dat er veel voor is om het punt uit te stellen ook met het oog op de onvol talligheid van deze vergadering. De heer de Wit zou willen voorstellen het punt aan te houden niet tot de volgende, doch tot, een vol gende vergadering met het oog op het aanstaand ver lof van den voorzitter. De voorzitter meent, dat daarmede rekening kan worden gehouden. De zaak kan dan bijv. in het laatst van Juni worden behandeld. De heer Van den Bosch vestigt nog eens noodzakelijk de aandacht op hetgeen door den voor zitter is gezegd betreffende het bezoeken van B. en W. door de belanghebbenden indien hunne belangen in den raad ter sprake komen. Hij hoopt, dat men daar van door middel der dagbladen kennis zal nemen en den daarin gegeven wenk zal opvolgen. De heer Uitenbosch zegt naar aanleiding' van de opmerking van den voorzitter, dat de belang hebbenden er eerst uit de courant kennis van krijgen, dat hunne belangen in den raad zullen worden be sproken, naar aanleiding* van voorstellen van B. en W. Omtrent die voorstellen weten zij niets; en waar de raad daarover besluit ligt het op diens weg, dat zij hij de leden van den raad komen. Hij vindt het verwijt van den voorzitter niet gemo tiveerd', en zou het beter vinden, indien B. en W. van hun hoog standpunt eens afdaalden en vooraf eens overleg' pleegden met de organisaties van werklieden enz. De voorzitter antwoordt hierop, dat het met de bedoeling was een verwijt uit te spreken, doch al leen er even de aandacht op te vestigen, dat men B. en W. voorbijgaat. De heer Van den Boscli heeft het ook een voudig als een raadgeving beschouwd1 en er daarom alleen nog eens do aandacht op gevestigd. Daarna wordt tot uitstel van dit punt der agenda besloten. Daar niemand verder het. woord verlangt, wordt de openbare zitting gesloten. ARRONDISSEMENTS-REOHTBANK TE ALKMAAR. Zitting van Dinsdag 10 Mei. Vervolg MELKVERVALSCHING. Cornelis Willem Maria Z. te Alkmaar, was ten laste gelegd, dat hij den 6en April melk had vervalscht. Be klaagde nam dien dag de zaak waar voor zijn vader, die verhinderd was. Hoewel hij wist, dat zijn vader een contract had met den melkboer Wokke om deze volle, zuivere melk te leveren, deed beklaagde zooveel water in de mfelk, dat de waarde ervan aanmerkelijk verminderd was. Beklaagde bekende het hem ten laste gelegde. Hij wist, dat het contract bestond! en dat Wokke de melk, die 's morgens en 's avonds achter de deur werd gezet, daar weghaalde. Vijftien keer deed1 beklaagde water bij de melk, omdat hij, daar zijn vader ziek was en melk noodig had, er eerst voor huishoudelijk gebruik melk afnam. Op den 6en April deel bekl. weer bij 572 L. melk 4 L. water. Den volgenden dag kwam .de inspecteur van politie met een agent om bij het mel ken tegenwoordig te zijn, waarna de inspecteur Sepp monsters van de melk naml De inspecteur Sepp verklaart op een klacht van Wokke een onderzoek naar de melk te hebben ingesteld met den agent van politie Grondsma. Den 6en en den 8en April nam hij monsters van de melk. Cornelis Wokke, melkslijter en winkelier te Alk maar had in Oct. 1909 een contract met beklaagde s vader aangegaan om hem tot de voorjaarsmarkt zui vere volle melk van zijn koeien te leveren. Meer dan eens viel het getuige op, dat- de melk dun was. Den 4en April, toen beklaagde en zijn vader beiden verhin derd waren te melken, deed getuige dit zelf en be merkte toen, dat de melk veel beter en zwaarder was dan het gewoonlijk het geval was. Ook was er veel minder. Daar getuige toen vermoeden kreeg, dat de melk tot dusver met water vermengd was, diende hij een klacht bij de politie in en eischte hij een schadever goeding van 100. De heer II. J. F. Wanna, als getuige-deskundige ge hoord, verklaart de monsters onderzocht te hebben en daarbij tot conclusie te hebben gekregen, dat de melk van 6 April vervalscht was met 79 deelen water op 100 deelen melk. De officier van justitie eischt tegen beklaagde, die gevraagd heeft een geldboete te krijgen, wat niet kan, daar op dit feit alleen gevangenisstraf staat, 3 weken gevangenisstraf. IN HOOGER BEROEP. Petrus L. was door den kantonrechter te Helder ver oordeeld wegens het invoeren van versche vleesch zon der bewijs van den keurmeester, tot 2 geldboeten van 5 subs. 2 maal 5 dagen hechtenis. Van dit vonnis was beklaagde in hooger beroep gekomen, maar was thans niet ter terechtzitting verschenen. Het vonnis van den kantonrechter kon volgens den officier niet worden gehandhaafd. Z. E. A. eischt derhalve vernietiging van dit von nis, en opnieuw rechtdoende ontslag van rechtsvervol ging. MISHANDELING. Gerardus B„ metaalslijper te Alkmaar, had zich den 2en April aan mishandeling schuldig gemaakt. De mishandelde was de 20-jarige Anna Cornelia Scha- renberg, dienstbode te Alkmaar. Op den bewusten dag had er een scheldpartij plaats gehad tusschen haar broertje en beklaagde's zoontje. Om hierover te kla gen kwam beklaagde aan de deur bij Scharenberg, waar Anna Cornelia stond. Beklaagde was blijkbaar zeer opgewonden, want hij gaf het meisje een paar klappen in haar gezicht en bovendien met zijn houten been een trap tegen de borst. Ariaantje Korver, die in de buurt van de Scharen- berg's in het Klein-Nieuwland woont, zag dat be klaagde sloeg en trapte. De officier achtte het wettig en overtuigend bewijs geleverd en eischte tegen beklaagde, die volgens hem zoo'n leelijk gebruik maakte van „het hem door de kunst geschonken verdedigingswapen" 15 boete subs. 15 dagen hechtenis. WEDERSPANNIGHEID. Pieter Willem F. was niet verschenen. Hem was ten laste gelegd, dat hij zich den 3en April te Helder had verzet tegen den agent van politie Arends, die be klaagde dronken aantrof in de Keizerstraat en hem naar het arrestantenlokaal wilde overbrengen. Be klaagde liep daar in zijn overhemd en met bebloed ge laat als een razende rond en wilde iedereen te lijf. Hij rukte zich van Arends los, ging op den grond lig gen schoppen en gaf den agent ten slotte met zijn vuist een stomp tegen de borst. De eisch tegen dezen wederspannige luidde 15 boe te subs. 15 dagen hechtenis. MISHANDELING. De laatste beklaagde was Johannes Bernardus van D„ leerling-stuurman van de Zeevaartschool te Hel der. Hij had den 8en April den matroos Michiel Emanuel van Nieuwengiezen mishandeld. Drie matrozen werden in deze zaak als getuigen ge hoord. Van Nieuwengiezen verklaart in den avond van den 8en April een bezoek aan het café van beklaagde's va der te hebben gebracht. Hij kreeg ruzie over het gelag daar hij min of meer dronken was en verliet daarna het café. Buiten gekomen greep beklaagde hem aan en gaf hem een stomp op het rechteroog, zoodat dit bloedde. Marinus Pont, die met beklaagde in het café was, verklaart, dat bij het verlaten er van, beklaagde aan de deur stond en Van Nieuwengiezen aangreep. Johannes Schouten was eveneens in gezelschap van Van Nieuwengiezen, toen deze onaangenaamheden had met beklaagde s moeder. Daarom namen getuige en Pont Van Nieuwengiezen, die aangeschoten was, mee naar buiten, waar de zoon van de kastelein hem aan viel. Beklaagde ontkent het hem ten laste gelegde, hij wilde alleen Van Nieuwengiezen beletten het lokaal te verlaten. De officier eischte wegens de mishandeling, waar aan beklaagde zich heeft, schuldig gemaakt 15 boete subsidiair 15 dagen hechtenis.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 5