DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 112 Honderd en twaalfde Jaargang. 1910. ZATERDAG 14 M E STADS KLOKKENIST, BINNENLAND. o Uit den Read. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. ALKMAARSCHE COURANT. 3R1AVÜ; I>it nummer bestaat uit 3 bladen. Wegens bet Pinksterfeest zal de Courant Waandagavond 1 ET verschijnen. Degenen, die in aanmerking wenschen te komen voor de vervulling der vacante betrekking van op eene jaarwedde van 350, worden uitgenoodigd hunne stukken in te zenden aan het Gemeentebestuur van Alkmaar, vóór 25 Mei a.s. Sollicitanten moeten te Alkmaar woonachtig' zijn. Onlangs merkten we een jongen op, die geregeld 's ochtends met een mand op de stille paadjes van den Hout wandelde. We vroegen hem eens, of hij niets beters te doen had, waarop zijn antwoord luidde: „Ei genlijk niet mijnheer. De zaak zit zoo. Mijn baas zendt me 's ochtends weg met de boodschap, dat ik de klan ten moet bezoeken. Ik doe wat mij gezegd' wordt en ik doe dat goed, maar als ik nu zoo vroeg thuis kom, krijg ik een standje van den baas. Daarom keer ik steeds ongeveer denzelfden tijd aan de zaak terug, mijn baas is tevreden en ik heb mijn wandeluurtje." De Raad toonde Woensdag eenige gelijkenis met dien jongen. Hij had zijn zaakjes vroeg gedaan en goed gedaan, maar het scheen, of de heeren niet huis waarts durfden keeren. „Hu we zoo vroeg klaar zijn. zuchtte de heer Dorbeck. En de andere hee- ren zuchtten desgelijks, zoodat zonder dat er bezwaren geopperd werden, besloten werd zich nog wat in af zondering te vermeien. Binnen het uur was men het einde der agenda genaderd. In den aanvang' miaakte de vergadering geen aangenamen indruk. De groene zetels waren slechts maar ten deele bezetlinks 3, in het midden 2 en rechts!. Eenige nakomers vulden echter enkele der hiaten,zoodat ten slotte dan toch neg 12 leden tegenwoordig waren. Onder de ingeko men stukken trok de aandacht dat van de afdeeling Alkmaar van den Bond tot bescherming van den trek hond om een subsidie van 25 voor het concours op 29 Mei, dat na een korte verdediging van den voorzit ter werd ingewilligd. Behalve om de 4eer sympathie ke zaak zelf verdient om een bijkomstigheid dit besluit de opmerkzaamheid. De 29ste Mei valt n.l. op een Zondag. En nu herinnert men zich dat een nog steeds ongenoemd ingezetene verleden najaar zich tot den minister van binnenlandsche zaken heeft gewend met het verzoek den burgemeester, die overtreding der Zondagswet toeliet een berisping' te geven. Uit het feit, dat dit concours andermaal op een Zondag wordt gehouden en dat de burgemeester er een zeer waardee- rend woord aan wijdde, blijkt dat hij niet berispt is geworden. En de omstandigheid, dat er zich noch te gen het voorstel om subsidie nóch tegen het concours zelf één stem heeft doen hooren, bewijst dat de ge meenteraad het volkomen eens is met de opvatting van den burgemeester. Ons verheugt dit verschijnsel, omdat het is een fier afwijzen van een opdringerige bekrompenheid, terwijl tevens duidelijk is gebleken, dat wij volmaakt gelijk hadden, toen we indertijd be toogden, dat van de poging des ongenoemden ingeze tenen geen resultaat viel te wachten. Het gemeentebestuur van Bergen wendde zich met con adres tot den Raad, waarbij werd verzocht te wil len mededeelen of de gemeente Alkmaar geneigd is gas aan de gemeente Bergen te leveren en zoo ja, on der welke voorwaarden. Men heeft in deze naburige gemeente groote plannen gehad, en hetscheen aanvan kelijk, alsof de verwezenlijking slechts een kwestie van keuze was tusschen het stichten van een gasfabriek of een electrische centrale, totdat plotseling het be sluit kwam, om de verlichtingszaak voorloopig' maar te laten rusten. De oplossing, waarnaar thans wordt gestreefd lijkt niet kwaad. Blijkt zij practiseh uit voerbaar, dan zou Bergen uitstekend geholpen zijn want ons gas is niet zoo slecht als kwade tongen wel eens bewerenen dan zou Alkmaar voordeel trek ken van de capaciteit der fabriek, welke naar veelvul dig wordt verzekerd, groot genoeg is voor deze ge meente. En wie weet welk een geest van samenwer king er nog over de bewoners van beide gemeenten vaardig wordt, als het licht uit één bron hen ook 's avonds bestraalti I Een geest van samenwerking.Hij kan geconsta teerd worden in de eindelijk gekomen oplossing van de bruggenkwestie. Aanvankelijk ontbrak hij ten eenen- rnale en het gevolg was, dat ook de standvastigheid in den Raad zoek was. Thans heeft men een alleszins bevredigend resultaat bereikt, want de vrees van den heer Uitenbosch, dat er nu nog eens iets tusschenbei- de. zou kunnen komen, lijkt ons niet gewettigd1. Deze gelukkige oplossing- mag men groötendeels schrijven op rekening van den heer Pot, wien men niet d;e eer kan onthouden, dat hij volgens een origineele methode het bruggenvraagstuk op alleszins bevredigende wijze uit de wereld heeft geholpen. Plij is the deus ex ma china die aan het bruggendrama >een blij-eindigend slot heeft gegeven. Een aardige bestemming heeft de directeur van gemeentewerken aan de Kneppelbrug gegeven, welke de toekomstige bewoners van de perceelen der vereeniging voor volkshuisvesting en de bewoners van naburige perceelen in de gelegenheid zal stellen gemakkelijker het midden der stad te bereiken. Wel zal er wat nieuw hout in de brug moeten worden opgenomen, doch dat is in deze gemeente natuurlijk geen bezwaar. De bewoners van de even genoemde buurt kunnen bovendien zeggen, dat wanneer men over de houten brug komt, men ook wel over een steenen zal komen. En de bewoners van de Van Ever- dmgenstraat mogen in het ontstaan van een steenen Emmabrug de hoop op een spoedige verbinding met de Emmastra'at voeden, waartoe tevens aanleiding geeft het feit, dat er in eerstgenoemde straat spoe dig' weer gebouwd zal worden. Met twee herzieningen had de Raad zich bezig te houden. De eene betrof de verordening van de handels dagschool, welke nog geen jaar oud is, maar bewezen heeft, dat vooral in bet ontwerpen van bepalingen haastige spoed nimmer goed is, omdat hij leidt tot slordigheden en onnauwkeurigheden, die in de praktijk lastig zijn. De tweede herziening gold de instructie van den stadsklokkenist. Zij was niet van jongen da tum, integendeel afkomstig' uit den ouden tijd, die in vele opzichten zoo goed was. Zij toonde dat men zich ook vóór onzen zoo hooggestemden tijd toelegde op de veredeling van den volkszang en de muzikale ontwik keling van de niet-bezitters. Blijkens de instructie van dezen ambtenaar, vastge steld bij raadsbesluit van 12 Augustus, 1863 No. 17 a (Gemeenteblad 1863 No. 12) is hij verplicht kosteloos onderwijs te geven op de piano, het orgel of in het zingen aan vier kinderen van onvermogende ouders, welk onderwijs behoorlijk ten minste twee malen per week, telkens gedurende ééli uur moet plaats hebben, voor zooveel de piano betreft, wanneer dit wordt vér- langd, ten zijnen huize. Bovendien is hij, hetzij alleen of in samenwerking met den stadsmuziekmeester, be last met de oprichting en instandhouding eener zang- vereeniging voor kinderen van onvermogenden. Ook kan hij, volgens deze instructie, nog worden belast met het bespelen eenmaal per week, gedurende de zomer maanden,* van het orgel in de Groote kerk, waarbij aan het publiek vrije toegang worde verleend. D!e orgel trapper moet in zoodanig geval door hem worden be taald. Sinds jaren en jaren werd aan deze bepalingen de hand niet meer gehouden en B. en W. vonden in het overlijden van den heer Crefeld aanleiding de instruc tie in overeenstemming met den bestaanden toestand te maken en daaruit is al de niet vervulde verplichtin gen te schrappen, terwijl zij tevens voorstelden het salaris terug te brengen van 500 tot 350. De heer Uitenbosch gewaagde even van het behoud van het vroegere salaris maar toonde zich tevreden met de be sliste verklaring van den voorzitter dat de „hooge" muziek met 350 hoog genoeg bezoldigd werd en dat er voor deze toelage gegadigden genoeg' te vinden wa ren, indien er een oproeping werd gedaan. Echter alle hout is geen timmerhout. Een carillon kan wor den bespeeld en bespeeld. Het bestuur van Haarlem zorgt dat dit aldaar uitstekend geschiedt. En heeft het Alkmaarsche klokkenspel niet eveneens een goeden naam? Zoodat we maar wilden zeggen, dat de waar schijnlijkheid van het opkomen van veel gagadigden nog niet het bewijs levert, dat het salaris hoog genoeg is. De instructie werd ongewijzigd1 goedgekeurd. Al leen stelde de voorz. voor in 't verbod van tabak te roo- ken in den Waagtoren en in den toren der Groote kerk 't woordje „tabak" te schrappen men weet niet zeide hij, welke nieuw rookmateriaal er in dezen tijd van hervormingen nog zou kunnen worden uitgevonden. Ware het in dezen tijd van hervormingen ook niet ge- wenscht geweest, dat in de bepaling, dat de klokke nist het klokkenspel moet bespelen, behalve tijdens de marktdagen op Vrijdag en Zaterdag „op alle andere dagen en uren als door Burgemeester en Wethouders wordt g e 1 a s t," dit laatste woordje, natuurlijk over genomen uit de oude verordening, te vervangen door liet woordje opgedragen, dat minder on-Nederlandsch gelastend klinkt? Ook de gemeente Alkmaar zal zich, evenals de mees te gemeenten in de omgeving een uitgave moeten ge troosten voor het beschikbaar stellen van overdekte speelplaatsen bij eenige gemeentescholen, teneinde ook bij minder gunstig weder, de vrije- en orde-oefe ningen der gymnastiek aan de leerlingen te kunnen onderwijzen. Het is bekend, dat speciaal in dit district de schoolopziener bijzonder gesteld is op een goede inrichting van het gymnastiekonderwijs. Enkele buitengemeenten trachtten aan de daarvoor noodige uitgaven te ontkomen door zich te wenden tot Gede puteerde Staten, maar deze poging is vruchteloos ge weest. Voor de gemeente Alkmaar zijn de uitgaven ge raamd op 4Ó59. In verband met het besluit tot het aangaan van een tijdelijke geldleening van 33147.97 ter betaling van het in Mei van het vorig jaar ge kochte land, zij er aan herinnerd, dat er weldra een groote leening voor de deur staat. Er loopt thans nog een tijdelijke geldleening van 61.600, de gemeente heeft nog in uitvoering het verbouwen en uitbreiden van de meisjesschool, twee nieuwe bruggen en een paardenstal met een hooibergplaats en bovenwoning zullen weldra gebouwd worden, terwijl er geld noodig is voor storting van het aandeel der gemeente in het maatschappelijk kapitaal der Noorder stoomtramweg eri voor onteigening van perceelen aan het Waagplein, zoodat de gemeente in de naaste toekomst zal komen te staan voor het sluiten van een geldleening van, naar schatting van B. en W„ ongeveer 180.000 gulden. We schreven daar: Noorderstoomtramweg. Hoe staat het daar eigenlijk mee? Indien zij, die met de uitvoering zijn belast, eens in het openbaar antwoord op die vraag wilden geven, zou dit ongetwijfeld ten zeerste op prijs gesteld worden. Of zouden B. en W. misschien bereid zijn in de eerstvolgende vergadering ten dezen aanzien een inlichting te verschaffen? Tiet hoofdpunt, de regeling der bezoldigingen van ambtenaren, bedienden en werklieden der gemeente, 'werd van de agenda der openbare raadsvergadering af gevoerd. Het leek ons ook niet juist gezien een der gelijke belangrijke zaak overhaast in den Raad te brengen en alles is er vóór te zeggen, deze regeling eerst na nauwgezette overweging' definitief vast te stellen. Allen bevredigen zal men natuurlijk niet, maar nu meïi thans het geheel kan overzien, kan men stre ven naar de billijkste regeling. Heeft men haar ech ter eenmaal aangenomen, dan dient zij ook niet te hooi en te gras partieel gewijzigd te worden. Rustig' kan de zaak thans worden bestudeerd en kunnen de verzoeken om in het voorgestelde wijzigin gen aan te brengen, worden nagegaan, temeer nu in verband met het jaarlijksche maandverlof van onzen burgemeester de behandeling langer uitgesteld werd, dan aanvankelijk liet plan was. Een gelukkige door ons trouwens reeds dikwijls aangeprezen -gedachte was bet om er eerst eens met gesloten deuren over te praten, hetgeen allicht leidt tot het wegnemen van misverstand en daardoor tot een betere behandeling in liet openbaar. Dat thans meer gelegenheid geopend is, om de amendementen schriftelijk in te dienen is mede een voordeel, terwijl het dit nog in meerdere ma te zou worden, indien B. en W. konden besluiten tege lijk met de amendementen hun gemotiveerd prae-ad- vies in druk te doen verschijnen, en, zoo deze' tenmin ste niet bij de stukken is gevoegd, een volledigen staat van de salarissen met de financieele gevolgen der voorgestelde wijzigingen te doen opmaken. De heer Uitenbosch vroeg of ook het adres van de afd. Alkmaar van den Bond van gemeentewerklieden met dememorie van toelichting niet gedrukt bij de raadsleden kon worden rondgezonden. Nu is enkele jaren geleden in dit blad het verzoek gedaan, een afschrift van belang rijke adressen aan den Raad te zenden aan onze re dactie. Wij vinden thans gereede aanleiding dit ver zoek te herhalen. De beoordeeling van de belangrijk heid aan ons houdende, willen we gaarne ertoe mede werken aan den inhoud van zulke adressen meerdere publiciteit te geven, hetzij door ze in hun geheel in onze courant op te nemen, hetzij door het voornaamste eruit aan onze lezers mede te deelen. Het zooeven ge noemde voorbehoud moeten we wel maken, al was het alleen reeds hierom, dat men, bij weigering van een in gezonden stuk, met dit nummer in de hand ons via den Raad met een 221/2 ets. zegeltje zou kunnen no pen, het toch te plaatsen. Een onaangenaam debatje ontspon zich aan het slot der vergadering. Naar aanleiding van een uitlating van den heer Dorbeck, dat hij bezoek had ontvangen van eenige be langhebbenden, die hunne belangen bij hem kwamen bepleiten, zeide de burgemeester dat hij het op prijs zou stellen, indien ook hij eens uit hun mond hun wenschen zou mogen vernemen, en dat hij, evenals het college van B. en W. volkomen bereid was, hen te ontvangen. De heer van den Bosch meende deze woorden te moeten onderstreepen „opdat zij gelezen kunnen wor den door het publiek." Nu was dat natuurlijk geheel overbodig wij hebben vroeger, toen de burgemeester een dergelijke verklaring aflegde, er met nadruk op gewezen in het overzicht en zouden ook ïiu wel ge zorgd hebben, dat zij goed uitkwam. Maar evenzeer overbodig was het o. i., dat de heer Uitenbosch hierin een aanleiding meende te moeten vinden om een hef tig protest uit te spreken, waarin hij tot drie maal toe-gewaagde van een „verwijt" dat de burgemeester- den belanghebbenden zou hebben gemaakt en sprak van het hooge standpunt waarvan B. en W. moesten afdalen." Uit den Raad steeg een afkeurend gemompel op en de voorzitter coupeerde een verder debat door een beza digd antwoord, zoodat verdere onaangenaamheden vermeden werden. Iïet ligt overigens wel voor de band dat verscheiden personen zich liever tot een raadslid wenden dan tot den burgemeester. Het raadslid bezoekt men aan huis, den burgemeester bezoekt men in de burgemeesterska mer, d. i. dus een gang naar het stadhuis, die voor velen zoo zwaar valt. In een raadslid ziet men den ver- tegenwoordigenden ingezetene, in den burgemeester den man van het gezag. Het bezoek bij een raadslid draagt allicht een gemoedelijk karakter, dat bij den. burgemeester een officieel, zelfs al doet de laatste zijn best den Dezoeker zooveel mogelijk te doen vergeten, tegenover wien hij staat, gelijk dat hier het geval is, want onze burgemeester „burgemeestert" (typisch oud- Hollandsch werkwoord) niet. Overigens de be stuursleden van organisaties zijn in den regel nu niet zoo beschroomd TWEEDE KAMER. Bij de gisteren voortgezette behandeling van de conclusie in zake het adres van den gepens. overste Koek aangaande het zingen van socialistische lie deren door troepen te Doesburg in 1903 handhaaft de heer Eland (U.-L. Arnhem) zijn oordeel, dat door het voortdurend acht slaan op allerhande adres sen ten slotte vele mindergeschikten geschikt zullen worden verklaard. De minister van oorlog', de heer Cool, was het daarmede eens, betoogende, dat de ïeclame-manie het leger op een bellend vlak kan brengen, waartegen hij ernstig waarschuwt. Wat de zaak-Koek betreft, stelde de minister in het licht, dat de adressant door alleszins bekwame autori teiten ongeschikt voor kolonel is verklaard. Een nader onderzoek door de commissie, als aanvankelijk dooi de meerderheid des adres-commissie gewensclit, gaat dus niet aan. Wèl kan de minister zich neerleggen bij het gedeel te der conclusie, dat strekt om te verklaren dat de overplaatsing naar Bergen op Zoom en de ongunstige beoordeeling van overste Koek ten onrechte mede is gegrond op de zaak-Brantsen, en om de wenschelijk- heid uit te spreken maatregelen te nemen dat vergoed worde het geldelijk nadeel dat de adressant door die overplaatsing heeft geleden. Onaannemelijk was echter voor den minister dat an dere gedeelte der conclusie, strekkende om te verkla ren dat bij de beoordeeling van de tactische geschikt heid van overste Koek niet altijd volgens bestaande voorschriften of in den geest daarvan is gehandeld. De heer Y e r h e y (U.-L. Rotterdam III) betoog de tegenover den heer Eland, dat juist in het in de doofpot stóppen van adressen gevaar schuilt voor het leger, want het zou haat kweeken tegen de gezagheb bers. Spreker verdedigde nadrukkelijk het door den minister onaannemelijk verklaarde gedeelte der con clusie, en maakte daarvan door splitsing een afzon derlijke conclusie. De heer D u ij m a e r van Twist (A.-R. Steen- wijk) ontraadde de bedoelde afzonderlijke conclusie, betoogende, dat meft tevreden moet zijn met, zooals ook de minister wil, rehabilitatie en schadevergoeding vöor Koek. De heer De Steur s (R.-K. Weert) oordeelt het eenvoudig''bespottelijk, dat de Kamer zou moeten oor- deelen over tactische en strategische bekwaamheden van officieren, 's Ministers houding vond spreker zwak; daarom wilde spreker alleen ten aanzien van overste Koek overgaan tot dankzegging aan de regee ring voor de verstrekte inlichtingen. Spreker werd herhaaldelijk geïnterrumpeerd, o. a. door den heer Roodhuijzen (U.-L. Brielle), die hem toeriep: „Als u het onrecht was geschied, dat heeft geleden, zou u heel Nederland op stelten bren gen." De h«er Ter Laan (S.-D. den Haag III) repli ceert en spreekt er zijne verontwaardiging over uit, dat men overste Koek heeft gepensionneerd toen men wist, dat de conclusie der Commissie in aantocht was. Dat wist de toenmalige minister van Oorlog. Wanneer spreker zich herinnert aanhouding van den heer De Stuers bij de bespreking van betgeen is voorgevallen op de Gajoe en Alaslenden, dan verbaast bij zich over de woorden hedenochtend door dien afgevaardigde ge sproken. De heer Van ld sin ga (C.-H. Bodegraven) kan zich geheel vereenigen met hetgeen door den heer Vcr- hey en den heer Duymaer van Twist is gezegd en het spijt hem, dat er een conflict is ontstaan tusschen den heer Eland en den heer Verhey. Spr. zou wenschen, dat de commissie haar conclusie zóó wijzigde, dat betreurd werd, dat geen behoorlijk onderzoek is ingesteld naar de klacht door adressant ingebracht tegen de wijze, waarop zijne tactische ge schiktheid is beoordeeld. Hij vertrouwt, dat de Minis ter met die conclusie zal kunnen meegaan. De minister van oorlog kan zich op de aangegeven gronden noch met de gewijzigde conclusie noch met het amendement vereenigen. Het minst schadelijke acht hij echter nog het amendement. De heer V e rhey zegt dat de comknissie het voor stel van den heer Van Idsinga niet als een amende ment kan beschouwen. Het is een nieuw voorstel. De beraadslaging wordt gesloten en de stemming, op verzoek van eenige leden, uitgesteld tot Donderdag- aanstaande na de pauze. Aan de orde is thans de conclusie van het verslag der commissie omtrent de inlichtingen op het adres van W. J. Tilanus, ritmeester op nonactiviteit te Nij megen, houdende verzoek om rechtsherstel. De conclusie strekt lo tot dankzegging aan den mi nister voor de gegeven inlichtingen; 2o. den minister te verzoeken den ritmeester Tila nus, zoo deze daartoe geschikt is, weder in actieven dienst te herstellen en ter nadere beoordeeling zijner geschiktheid te willen plaatsen bij een regiment, waar bij hij niet komt te dienen onder chefs, door wie hij in 1907 werd beoordeeld. De heer V e r h e y licht ook deze geschiedenis toe. De minderheid der commissie stelt voor zich te be palen tot eenvoudige dankbetuiging nu de ritmeester Tilanus den dienst verlaten heeft. De heer Van Veen (O.-D. Dokkum) lid der min derheid was voor de oorspronkelijke conclusie sub 2o. maar kan zich niet vereenigen-met de nieuwe conclu sie door de grootst mogelijke meerderheid der commis sie voorgesteld. De heer Ter Laan meent dat ook uit deze zaak weer duidelijk blijkt dat men quaesties maakt als men een officier er uit wil hebben. Een aanleiding ia- er altijd wel te vinden, dat blijkt ook hier weer en hoe minder feiten, dat men tot zijne beschikking heeft, hoe meer groote woorden er gebruikt worden. De minister van Oorlog komt met alle kracht tegen de beschuldiging op, dat minister Sa- bron met opzet een einde aan deze zaak gemaakt heeft. De voorschriften zijn volkomen gevolgd en van gemis aan deferentie voor de Kamer is ook hier geen sprake. Ware de ritmeester Tilanus niet afgekeurd, dan zou de Minister gehandeld hebben overeenkomstig sub 2o van de oorspronkelijke conclusie. Met de nieuwe conclusie der meerderheid kan de Minister zich niet vereenigen. De beraadslaging wordt gesloten en de stemming eveneens uitgesteld tot Donderdag a.s., na de pauze. Aan de orde is de conclusie op het adres van den kapitein der artillerie Ilackstroh ter zake van de om trent hem uitgebrachte ongunstige beoordeelingen. De conclusie strekt tot dankzegging en instelling van eene commissie van beoordeeling. De minister deelde mede, dat bedoelde officier door zijn gedrag' de ongunstige beoordeelingen van vroeger heeft te niet gedaan en thans gunstig beoordeeld is. De verdere behandeling' wordt geschorst tot Donder dag a.s.; ook over de conclusie Douglas, strekkende om den minister dank te zeggen voor de ontvangen inlich tingen en aan adressant mededeeling te doen van het rapport, dat door de commissie in zake de beoordee- lingslijsten is opgemaakt, benevens van de bijlagen enz. van 26 Juni 1909 en voor het overige ten aanzien

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1