mm
A
w&m
De inbreker-
BINNENLAND.
ADVERTENTIE N.
$c8taatei*ti§»r'ielc.
Ba"4®"
Vraag en aanbod.
Verhuring bij inschrijving.
c d
f
Vra
at*
t>e»'
GEVRAAGD.
eenige perceelen grond
Neen, Ellen Key en wie baar voorgingen of volg'
den hielden geen voldoende rekening met de banden
der liefde. Elke vogel lieft zijn nest, zelfs de wilde
vogel en de ontaarding moet al tot een allertreurigst
stadium zijn gevorderd, waar het Kind zijn moedertje
niet mint, niet naar „zijn huis" verlangt, zelfs al is
dit huis een krot. Ook voor de kinderen der ellende
zong de dichter: „Eelk heeft zijn liefste plekje".
Mij doet deze wijze van opvoeden maar al te vaak
denken aan Lycurgus en waren de Spartanen van
zijn stelsel gediend?
Mag het eenig mensoh kwalijk worden genomen, zijn
ouders aan te hangen, waar zijn Bijbel hem leert:
„Eert uw ouders, opdat het u welga," waar het heilig
woord, „Wat God vereent, zal men niet scheiden," tot
hem komt?
Dat velen der genoemden bovendien of dan ook
met het stelsel niet geholpen zijn, ligt voor de hand.
Het tegengestelde zou immers de leer der erfelijkheid
omverwerpen.
Mij praat niemand dit uit het hoofd: „Wat een
maal hereditair belast is, blijft belast en vervolgt zijn
nakroost met een noodlottig erfdeel."
Wordt vervolgd.
W. W.
No. 237.
J. KOTRC.
„Tabor" 1886.
Mat in 2 zetten.
Oplossing van No. 234 (F. W. FORSELLUS.)
1 D e2 b5 enz.
Goede oplossingen van probleem No. 234 ontvingen
wij vanP. J. Boom, F. Böttger, O. Bramer, G. van
Dort, G. Imhülsen, G. Nobel, C. van Stam, J. J. Hu-
belmeijer, C. Visser, C. van der Hilst en P. Bakker,
allen te Alkmaar; J. C. Enschedé te Haarlem; P. Bak
ker en II. Weenink te Amsterdam; S. te S.J. Reeser
te Voorburg; „Sehaaklust" te Koedijk; G. Fijth te
Bunnik; A. Tates te Heiloo.
Ad 233. Deze 2zet is een overbekende opgave van
wen beroemden Amerikaan, waarvan het goed recht
vóór eenige jaren verdedigd werd door wijlen Gehlert,
die den onwaarschijnlijksten sleutelzet voor den besten
hield.
Zoover gaan wij niet, waar wij het artistiek peil van
het probleem gaarne zoo hoog mogelijk houden en wij
het schaak op den eersten zet daarom in verband hier
mede te ruw vinden.
W;j gelooven trouwens niet, dat Loyd met dezen
2zet bedoelde een ernstige compositie te geven, doch
wel, dat hij zich verkneukeld heeft aan de pret bij de
gedachte hoe hij menig oplosser, ja menig componist,
tot de uitspraak zou verleiden, dat de opgave onoplos
baar was.
Wij hebben er indertijd ten minste veel schik in ge
had en schamen ons volstrekt niet te bekennen hoe wij
dezen 2zet oorspronkelijk ook Voor onoplosbaar hiel
den.
Daarbij komt nog, dat Loyd's genialiteit o. i. om
den hoek komt kijken in het mat 1 D g4 fi 2 ef6: e.p.
Terecht gelooven wij, dat een der oplossers1) deze
matvoering een prachtige variant noemde.
In het pas verschenen boek, dat 107 problemen van
J. Kotrc en 137 van K. Trascler bevat, welke in de ja
ren 18841910 gepubliceerd zijn, komen van eik
slechts 10 tweezetten voor.
Trouwens, indertijd deelden wij onzen lezers reeds
den afkeer mede, die de Boheemsche componisten van
2zetten hadden.
No. 237 is aan dit werk ontleend. Bij de beoordee-
iing dezer opgave veriieze de lezer niet uit het oog,
dat deze compositie meer dan 20 jaar oud is.
Goede oplossingen van No. 234 ontvingen
wij van
l) Er zijn nog steeds oplossers, die voortgingen ons
hunne oplossingen te zenden en die dus niet' vermeld
werden. De volgende week hopen wij terug te zijn.
Terwijl Margaret ha haar Maupassant in de boeken
kast zette, waarschuwde de hooge, staande klok haar,
«at het nog een half uur vóór middernacht was.
Op Margaretha's jeugdig gezichtje vertoonde zich
tusschen de wenkbrauwen een kleine plooi, een bewijs,
dat haar zielsharmonie door het een of ander ver
stoord was.
Zij wachtte haar man, maar waarom wachtte zij ei
genlijk? Het kon één uur worden vóór hij terugkwam;
zoo lang bleef zij niet op, in geen geval; maar zoo al
leen te gaan slapen? Neen, en blij zou hij toch wei
zijn als hij zijn Grete nog wachtend vond.
Dus besloot zii op te blijven, een sigarette aan te
steken en naar den regen te luisteren, die tegen de
ruiten sloeg.
Zoo zat zij op de ottomane en rookte. Daarbij ver
gastten zich haar blikken aan haar fijn, slank figuur
in het zoo gemakkelijke en chique toilet. Zij betrapte
zich-op deze ijdelheid en lachte er om een oogenblik
maar, want plotseling kwam zij tot het bewustzijn, dat
zij, behalve haar oude, snorkende keukenmeid in de
dakkamer, het eenige levende wezen in de villa was
kort vóór het geesten-uur.
Haar kleine gestalte kromp angstig samen; de siga
rette wilde niet meer branden; ze beefde over al haar
leden.
Trip trap, tikketikketik, de regen en de klok, anders
alles stil.
Margaretha had er nu spijt van, dat ze haar kame
nier verlof had gegeven tot den volgenden ochtend.
Zij verborg haar gezichtje in de zijden kussens en be
gon te schreien. Haar eigen bewegingen verschrikten
haar. Zij hield den adem in schreden op de trap
dat kon onmogelijk haar man zijn nu het geram
mel van een sleutelbos haar man droeg den huis
sleutel alleen in den zak.
Duidelijk vernam zij een onzeker tasten naar het
sleutelgat. In een oogenblik verzamelden zich haar
gedachten, door een mogelijk gevaar gedwongen zij
sprong op en snelde naar haar schrijftafel haar
vingers woelden krampachtig in de duizend kleinighe
den. Eindelijk, zij had den kleinen, schitterenden re
volver gevonden twee patronen waren er op toen
wipte zij naar de deur en hing den kleinen veilig
heidsketting er voor daar buiten werd een sleutel in
gestoken.
Margaretha trad een weinig terug en spande den
haan. „Wie is daar?"
„O, pardon!" klonk het zacht en beleefd terug.
Voor zoover de ketting het toeliet, werd de deur ge
opend; een slanke, geringde hand schoof zich in de
spleet en maakte gemakkelijk den ketting los.
Margaretha was sprakeloos en liet de hand met den
revolver zinken.
Een nog jeugdig uitziend heer met zeer sympathie
ke trekken, in uiterst elegant gekleede jas, modern
vest, verlakte schoenen, enz., boog zich glimlachend
voor haar, terwijl hij meteen de deur achter zich toe
trok.
„Om Gods wil, mevrouw 1" zei de heer, en nam zacht
den revolver uit haar bevende vingers, sloot voorzieh
tig den haan af en legde het wapen op den tafelloo
per.
„U wenscht, mijnheer?" vroeg Margaretha eindelijk
met bevende lippen.
„II ziet er ontdaan uit", antwoordde de andere met
warme stem; „veroorloof mij dus, u eerst te verzoe
ken plaats te nemen."
Hij rolde een stoel naderbij, vulde een glas met wa
ter, deed er eenige droppels cognac uit de karaf bij,
die hij van een klein dientafeltje had genomen.
Margaretha liet zich als verdoofd op den stoel
vallen, en dronk een weinig uit het glas, dat de heer
haar voorhield.
Haar angst begon alleng-s te verminderen; zij ver
mande zich en zei: „Mijnheer, geef u mij opheldering-
van het doel van uw hierzijn op dit uur mijn kame
nier, de keukenmeid.
„Ik kan u geruststellen, mevrouw", antwoordde de
heer met een buiging-, „uw gemaal zal na verloop van
een uur de club verlaten. Uw keukenmeid slaapt, uw
kamenier amuseert zich in goed gezelschap. Wat het
doel van mijn hier-zijn betreft, dat is, den inhoud aan
baar geld uit de cassette van mijnheer, uw echtgenoot,
in mijn bezit te doen overgaan en uit uw schoone hand
mevrouw, de sieraden te ontvangen, die een natuur
lijke behoorlijkheid bij passende gelegenheid tot onnoo-
iige omlijsting dienen."
„Ik ben weerloos", snikte de jonge vrouw veront
waardigd en drukte den zakdoek tegen de oogen.
De galante heer kwam naar haar toe.
„Mevrouw, ik bid u, geloof mij, ik ben altijd beleefd
tegenover dames."
Zij werd moediger.
„En toch wilt u mij dwingen, u mijn kleinoodiën te
geven?"
„Volstrekt niet, mevrouw, als u dit onaangenaam is,
zal ik zelf gaarne omzien naar de bewaarplaats van
uw juweelen."
Hij ging naar de schrijftafel toe, en scheen daar
iets te zoeken. Mevrouw zag miet groote oogen toe,
hoe de vreemde man haar heiligdom aan een onder
zoek onderwierp. Zou zij vluchten?
Neen, dan zou hij misschien brutaal worden en haar
iets doen. Zij zag in, dat het het beste was, zelf hem
haar voorwerpen van waarde uit te leveren. Met een
zwaar hart ging zij naar de schrijftafel, opende het
bewuste vak, en wierp met een trotsch gebaar den in
houd op het groene laken.
Maar de vingers van den galanten dief grepen niet
begeerig naar het schitterende goedje, zijn opmerk
zaamheid scheen geheel in beslag genomen door een
blad papier,
„Mevrouw houdt zich ook met literairen arbeid be
zig
En Margaretha bemerkte vol schrik, dat het haar
gedicht „Zomernacht" was, dat hem aanleiding gaf
tot deze vraag.
„Slechts een proeve", antwoordde zij haastig.
„Een uiterst wel geslaagde proeve, mevrouw; be
slist talent."
Margaretha voelde zich gevleid. Zou zij werkelijk
talent hebben?"
„Meent n werkelijk, dat het wat waard zou zijn?"
vroeg zii zoo onverschillig mogelijk.
„Zeer beslist", verzekerde hij met vuur; „ik heb na
melijk vroeger zelf tot het schrijvend proletariaat be
hoord, en was er toen trotsch op voor de opbrengst
van mijn literaire werken brood en spek te koopen."
Margaretha's belangstelling was opgewekt. In elk
geval was het geen gewone inbreker.
De gewezen letterkundige liet zijn oog snel gaan
over de voor hem uitgespreide kleinoodiën en zijn over
zicht viel goed uit; toen wendde hij zich weer tot Mar
garetha.
„Mevrouw, de cassette met geld van mijnheer, uw
echtgenoot, als u mij die geven wil."
Dat was nuchtere proza; het mooie vrouwtje moest
goedschiks of kwaadschiks den dief zijn werk verlich
ten. Zou zij zich verzetten? Wat hielp het? Zij be
traden te zamen de studeerkamer van haar man.
„Daar in die kast", zei Margaretha, „maar ik heb
geen sleutel."
De hoffelijkheid van den dief toonde zich weer.
„Dat komt er niet op aan", antwoordde hij weer, en
in twee minuten had hij de kast door middel van een
looper geopend; hij haalde er de cassette uit, de sleu
tel stak er in; hij nam de bankbiljetten, die hij in zijn
brieventasch stak, het goudgeld, dat hij in een meege-
brachten zak borg; coupons en andere papieren van
waarde bleven in de cassette, die hij weer in de kast
zette.
De galante dief boog.
„Mijn doel is bereikt, mevrouw, ik dank u voor uw
vriendelijke hulp."
„Die u mij afgedwongen hebt", antwoordde Marga
retha scherp.
Hij glimlachte fijn en hernam:
„U hebt natuurlijk een slecht begrip van mijn be
roep, mevrouw. In mijn jeugd was ik een dweper met
romantische ideeën vervuld, maar mijn maag bleef le
dig, ik had honger. De proza van het leven haatte
ik, en haat ik nog; een werkdier kon ik niet worden,
omdat ik van de waarde van mijn persoon overtuigd
was; ik moest te gronde gaan, ofik vond een uit
weg, de innerlijke harmonie verwierf ik eerst later;
dat is in het kort mijn leven."
Haar belangstelling ontwaakte opnieuw en zij
vroeg
„Vreest u niet den arm der wet?"
„Neen, want ik draag datgene bij mij, wat mij on
feilbaar aan den arm der wet zal ontrukken."
Bij deze woorden haalde hij een fijngeslepen fla
connetje voor den dag.
„Vergift?"
Margaretha schrikte; hij boog zwijgend en ging
heen.
Toen haar man thuis kwam, vond hij zijn vrouwtje
wezenloos, met loshangende haren in een hoek der so
fa zitten. Onder tranen verhaalde zij van een man
op kousen en met een breekijzer, die haar persoonlijk
bedreigd had.
Daardoor kwam het, dat alle nasporingen, die men
deed, vruchteloos bleven. Margaretha was er mee te
vreden.
Aan de Riviera was het gedurende een bloemencor
so op het water in Viliefranee.
Margaretha zat naast haar man in de met bloemen
bekranste gondel, haar kleine handen woelden in de
geurige kinderen der zuidelijke Flora. Een wonder- j
mooie, met reine, witte bloemen gevulde boot streek
j vlak langs de gondel van Margaretha, zij stond op, de
hand vol bloemen.
„Mevrouw, zeer aangenaam u terug te zien.... o,
mijnheer! Uw echtgenoot? Zeer verheugd", zoo
klonk het uit het midden der witte boot.
Een slanke mannengestalte groette beleefd. Marga
retha lachte plotseling hardop en wierp haar bloemen
in het gezicht van den groetende.
De gondels verwijderden zich van elkaar.
„Wie was dat?" vroeg haar man.
„Och, een kennis van de een of andere matinée, ik
ben zijn naam vergeten."
Voor de tweede maal beloog Margaretha haar man
in deze zaak, want de herinnering was haar bijgeble
ven aan het gesloten flaconnetje van den inbreker en
aan den dienst, dien het eens aan zijn eigenaar bewij
zen moest.
GEHEUGD NIEUWS.
VEREENIGING VAN OUD-LEERLINGEN DER
RIJKS LANDBOUW WINTERSCHOOL TE
SCHAGEN.
De achttiende algemeene vergadering van bovenge
noemde vereeniging werd Woensdag in Het Park te
Enkhuizen gehouden.
De heer P. Jz. Eriks opende met een welkom de
vergadering, waarna de heer P. Hopman, secretaris,
de notulen las, die onveranderd onder applaus werden
goedgekeurd.
Tot onder-voorzitter was benoemd de heer O. Nobel.
Voor de excursie naar Friesland hebben zich 21
deelnemers aangemeld.
De lieer J. Buis Jz. bracht verslag uit namens de
commissie van toezicht op het station voor melkonder-
zoek. Er werden aangeboden 2982 monsters melk, een
getal dat nog nooit is bereikt. Vanaf de oprichting-
tot einde 1909 werden 18000 monsters melk onder
zocht.
Dit jaar werden 2408 monsters voor volledig onder
zoek aangeboden, 574 alleen op vetgehalte.
De rekening wees een ontvangst aan van 357.85,
een uitgaaf van 350.19l/8, dus het batig saldo be
droeg' J 7.65l/„. Deze rekening werd goedgekeurd.
Tot lid van de commissie van toezicht op het stati
on voor melkonderzoek wordt herkozen de heer J. Buis
Jz.
Tot leden van de finantiëele commissie voor 1910
worden benoemd de heeren: O. Maters te Den Helder,
J. Sijp te Bobeldijk, E. D. Govers te Alkmaar en ais
plaatsvervangend lid de heer D. Pijper te Hoogwoud.
De lieer G. Nobel te Lutjewinkel leidde het ppnt in
Iets over het voortgezet onderwijs der meisjes in ver
band met het belang van de ontwikkeling van den
landbouw in onze provincie in het algemeen.
De heer M. Ploeger te Schagen werd op voorstel
van het bestuur weer voor drie jaar benoemd tot meik-
onderzoeker aan het station voor nielkouderzoek.
De heer J. G. Hazeloop, rijkstuinbouwleeraar voor
Noordholland werd benoemd tot eerelid der vereeni
ging.
Bij acclamatie wordt besloten het 121/2-jarig bestaan
der vereeniging in 1911 te Schagen te herdenken.
De heer G. Nobel leidde het punt inVerdient het
aanbeveling om van vereenigingswege te trachten, dat
aan de oud-leerlingen van de Rijkslandbouwwinter-
school de gelegenheid wordt gegeven, om op bepaalde
dagen in genoemde school bijeen te komen tot het ont
vangen van onderwijs ter aanvulling van de eens ge
leerde kennis, wijl de landbouwwetenschap zich steeds
meer uitbreidt?
In zijn toelichting zeide inleider te willen voorstel
len dat zij, die er lust toe gevoelen, kunnen zich ver
binden, om gedurende een winter, bijv. 1 dag per
maand in de school bijeen te komen voor het bekende
doel.
Nevens het vele, dat dan kan worden onderwezen,
zal er ongetwijfeld veel stof zijn tot het stellen van
vragen en het houden van onderlinge besprekingen.
De heer E. D. Govers gaf als zijn meening te ken
nen, dat- het hoogst gewenscht was, daar verschillende
leerlingen zich in verschillende richting bewogen, dat
bepaalde onderwerpen werden behandeld, die van te
voren werden bekend gemaakt; bijv. dat de eene maal
een onderwerp der veeteelt rakende werd behandeld,
een volgend maal weer een landbouwonderwerp.
De heer J. Buis Jz. sprak zijn twijfel uit of voor
dit plan sympathie zal bestaan.
De vergadering besloot bij acclamatie dat het be
stuur de noodige stappen In deze zaak doet.
Bij de rondvraag vroeg de heer E. D. Govers of
iemand hem ook kan verklaren het lang worden in de
melk. Bij koeien die enkele dagen buiten liepen trad
dit euvel plotseling in de melk op en maar bij 16 van
de 20 koeien, en na 6 dagen was het kwaad weer voor
bij.
De heer Eriks dacht hier met een bacterie-kwestie
te doen te hebben en ried boenen van emmers enz.
met kalk en sodawater aan.
De heer P. Kok vroeg inlichtingen omtrent het
ontsmetten van stieren. Algemeen werd het ontsmetten
zeer gunstig geoordeeld, er werden uitstekende resul
taten mede verkregen, met het oog op kalfverwerpen
enz.
Na sluiting der vergadering werd een bezoek ge
bracht aan de kweekerijen van de firma Sluis en
Groot.
I -\ O E Z O X 1)GX 8 T U K K E X.
Mijnheer de Redaiteur
Wil UEd. zoo vriendelijk zijn eenige ruimte af te
staan in Uw veel gelezen blad, naar aanleiding van
de vacature voor klokkenist te Alkmaar.
In de laatstgehouden raadsvergadering is besloten
het salaris van de hoogste betrekking" te Alkmaar
te verminderen.
Waarom? Omdat de verplichtingen verminderd zijn,
en de voorzitter overtuigd was, dat er genoeg sollici
tanten zouden komen.
Waarin die mindere diensten bestaan, is mij onbe
kend dat er veel gegadigden zullen zijn, betwijfel tk
ten zeerste. Dit kan gewoon niet, temeer daar de op
roeping als laatste eisch stelt: sollicitanten moeten te
Alkmaar woonachtig zijn.
Wat verstaat men onder klokkenist?
Dat is iemand die niet alleen met de handen beiert",
maar tevens pedaalwerker is (dat is het voetklavier
bespelen). Verder verstaat men onder klokkenist de
melodieën die het uurwerk met heel en half slag speelt
op de „trommel" te steken.
Een „trommel" kan men vergelijken met de rol van
een speeldoos, waarin men verschillende tanden ge
plaatst ziet, die als zij werkt, de juiste en bedoelde
klanken voortbrengt. (Een trommel van een carillon
heeft ongeveer 2 nieter middellijn).
Dit is nu juist het moeilijke om, wanneer een nieuw
stuk geplaatst moet worden, de muziek hiervoor te
hebben.
Muziek hiervoor bestaat niet. Men moet die zelf
daarstellen. Nu moet men goed onderlegd zijn in de
„Harmonieleer" en Weten welke klanken gebruikt kun
nen worden, door twee of meer zelfde accoorden achter
elkaar in vlug tempo niet bruikbaar zijn.
Vergis ik mij niet dan is de klokkenist ook belast
met de „trommel" van het Groote Kerk uurwerk.
Dit alles voor f 350.
Aangezien er geen conservatorium bestaat waar men
dit leert en niemand in het bezit is voor een Waag-
toren om zich te oefenen, durf ik veronderstellen dat
ei in Alkmaar niemand is (behalve de waarnemende)
die voor bedoelde betrekking in aanmerking kan ko
men. Mij zijn groote provinciesteden bekend waar
met meer dan twee klokkenisten zijn. Dit alles is
dunkt mij rede om liet salaris te brengen, zooals liet
was en tevens buiten Alkmaar wonende in de gelegen
heid te stellen hiervoor in aanmerking te kunnen komen.
Alkmaar heeft dan kans een werkelijke earilloneur te
kunnen krijgen.
Met groote dankzegging voor Uwe welwillendheid
Mijnheer de Redacteur in hoogachtend.
Uw Dw. Dn.
X.
Ingezonden Mededeelingen.
Nier- en blaaszwakte bij kinderen.
Een der dikwijls verkeerd begrepen verschijnselen
van zwakte der nieren bij kinderen is bedwateren. Ve
le ouders zijn geneigd om deze onaangename kwaal
toe te schrijven aan een kwade gewoonte. Niets is
echter minder waar; nierzwakte komt veel voor bij
kinderen en is dikwijls overerfelijk, zoodat ouders, die
aan de nieren lijden, niet genoeg acht kunnen slaan
op hun kleinen.
Kinderen, die met nier- of blaaszwakte aangedaan
zijn, verschillen iti vele opzichten van gezonde kinde
ren. Zij zijn niet opgewekt, niet sterk of levenslustig
en vroolijk, maar prikkelbaar en knorrig. Het spelen
vermoeit hen spoedig, op school zijn ze dikwijls niet
in staat om de lessen behoorlijk te volgen, en voortdu
rend hebben zij last met de urine, die zij niet kunnen
houden.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen kunnen volkomen
veilig door kinderen gebruikt worden. De nieren wor
den spoedig geregeld en versterkt, en de zwakte der
blaas verdwijnt, waardoor een einde wordt gemaakt
aan hun onaangename kwaal.
Hoe langer g-ij echter dergelijke kenteekenen ver
waarloost, des te meer zal de ziekte zich uitbreiden
eii gij kunt dus niet spoedig genoeg beginnen met het
gebruik der echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen,
ilie alom ten zeerste geprezen worden.
Wij waarschuwen tegen namaak en maken koopers
er op attent, dat op iedere doos de handteekening van
James Foster dient voor te komen. Foster's Rugpijn
Nieren Pillen zijn te Alkmaar verkrijgbaar bij de hoe
ren Nierop Slothouber, Langestraat 83. Toezending-
geschiedt franco na ontvangst van postwissel a 1.75
voor één, of 10.voor zes doozen.
Van 1—5 regels 25 Cents, bij vooruitbetaling.
T B. L. SIMON, Alkmaar. Steenhouwerij K o-
n i n g s w e g 67. Grafteekenen, Schoorsteen
mantels enz.
Opruiming van verschillende Meubelen, als KASTEN,
TAFELS, STOELEN en SPIEGELS in het meubel-
magazijn Fnidsen C 59, Alkmaar.
JJoort vooral bet fijne ITALIAANSCII KUNSTMU-
ZIEK. Guitaar, Mondorgel, Triangel, Bombas,
Poppogenofluit. Beleefd aanbevelend, GEBR. MANS-
HANDE, p. a. J. VISSER, Koningstraat No. 7,
Alkmaar.
Tfon GOEDKOOP en solied ADRES voor SCHOE-
AJ NEN en PETTEN is Koningstraat No. 8.
Aanbevelend, JOH. CIIATILLON, Schoenmaker.
Solied Adres voor Maat- en Reparatiewerk.
IJ een heerlijker en smakelijker glas Bier dan het
TRAPPISTENBIER, ook per halve fleseh ver
krijgbaar bij J. H. ALBERS, in den Bierkelder, Ver-
dronkenoord, ingang Kapelplein.
UI et GOEDKOOPSTE en beste ADRES voor Crêpe
papier, Bloempot-omhulsels, Lampekappen, Rozen,
enz., enz., is: Hekelstraat 31.
Beleefd aanbevelend, I. KOENOT.
IEMAND, veel vr. tijd hebb., 2 h 3 dagen p. w., z.
z. g. belast met KANTOORW. Hoog sal. geen ver-
eischte. Brieven onder lett. S 154, bureau van dit blad.
9 bij 12 Krügener CAMERA voor hand en statief,
prima TOESTEL. BROEDSCHE KIPPEN en
BROEDEIEREN van bekroonde rassen, te koop, zeer
billijk.
Hoenderpark „de Kraaikop", Metiusstr. 3.
IÏL- koop 30 zak puik besto BLAUWE AARDAP-
PELEN bij D. PATER, Steeweg, Alkmaar.
tfe koop voor f 17,50: Een KAMERVOLIÈRE met
8 vogels. Te bevragen bij J. VAN DER LAAN.
Zeglis F 28.
Op de DRUKKERIJ van JONKER en HOLMAN
kan een halfwas PLATZETTER geplaatst wor
den. Aanmelding aan de drukkerij te EGMOND AAN
DEN HOEF.
DIJKGRAAF en HEEMRADEN van de SCHEE
MEER zijn voornemens óp Zaterdag 28 Mei 1910,
des voormiddags 10 uur, op liet Raadhuis te ALK
MAAR hij inschrijving te verhuren s
in de rietschoot langs den Schermeerdijk tusschen
Oterleek en Oudorp om het daarop staande gewas te
maaien.
Inlichtingen zijn te bekomen bij den opziehter van
de Schermeer deg^heer C. NIEROP, in het Noorder
polderhuis.
Inschrijvingsbiljetten worden ingewacht vrtrtr of
uiterlijk op Vrijdag 27 Mei 1010, ten huize
van den Dijkgraaf van de Schermeer te Stompetoren,
of op Zaterdag 28 Mei 1910. vóór 's morgens ÏO
uur op liet Raadhuis te Alkmaar.
Dijkgraaf en Heemraden voornoemd
P. COUWENHOVEN, Dijkgraaf.
C. DEKKERSecretaris.