DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd en twaalfde jaargang. MAANDAG 23 MEI. NATIONALE MILITIE. Uit Hof- en Hoofdstad. No. 118 1910 Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. ALRMAARSCHE COURANT HERHAtINGSOEFEmGM. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR gelast, krachtens bekomen aanschrijving, de onder staande verlofgangers der nationale militie, binnen deze gemeente in het register van verlofgangers inge schreven, om zich, ter bijwoning der herhalingsoefe ningen, bij hun korps te vervoegen als volgt: Regiment grenadiers en jagers, garnizoen 's-Gra- venhage: lichting 19Ö9 16 Juni 1910: JAN BLAAUBOER. lichting 1909: 16 Augustus 1910: ADRIANUS VREEKER en HERMAN MARIA AULBERS. lichting 1904: 12 September 1910: JOHANNES OOSTERWIJK. lichting 1903 12 September 1910: PIETER HENEWEER. Regiment genietroepen, Legerplaats bij Zeist, lichting 1907 11 Juli 1910: DIRK DE VOS. lichting 1903: 20 Juli 1910: KLAAS KROON. Korps pantserfort-artillerie, garnizoen Helder, lichting 1903 18 Juli 1910: NICOLAAS WEEL, JOHANNES PATER, JOHANNES GERARDITS TERMAAT, lichting 1907 I Augustus 1910: HENDRIK JAN HUGO WIL LEM SCHUT, HENDRIK ADRIANUS VAN HEERDEN, JOHAN GEORGE FREDERIK KUE- TER. Korps Panserfort-artillerie, garnizoen Muiden, lichting 1907 4 Juli 1910: ARNOLDUS JACOBUS VAN ROOIJ- EN, lichting 1905 II Juli 1910: KLAAS TIJSTERMAN. 2e Regiment Vesting-artillerie, garnizoen Amster dam, lichting 1907 18 Juli 1910: CORNELIS STEEN, PIETER VIS SER, lichting 1905: 16 Augustus 1910: JAN LAAN. Korps Pontonniers, garnizoen Dordrecht, lichting 1905 8 Augustus 1910: JOHANNES GERARDUS KLEIN, lichting 1903 5 September 1910: JACOBUS WESSELS en T1E- MON VISSER. 4e compagnie Hospitaalsoldaten, garnizoen Haar lem (militaire ziekeninrichting) lichting 1908 16 Augustus 1910: KLAAS VAN TWUIJVER, 5e Regiment Infanterie, garnizoen Amersfoort, lichting 1904: 12 September 1910: ROELOF HELDERMAN. 7e Regiment Infanterie, garnizoen Amsterdam, lichting 1909 16 Augustus 1910: JOSEPH VELLEMAN, AN- DR1ES DE VRIES, ANTONIUS FRANCISCUS HAZES, JOHANNES DE WAARD, lichting 1904: 12 September 1910: JACOB NACHBAR, JACOB COVERS, lichting 1903 12 September 1910: ELORIS AKKERMAN, RINSE PIETER DE GROOT, LOUIS WILLEM VAN VUURE. 9e Regiment Infanterie, garnizoen Utrecht, lichting 1909 16 Augustus 1910: HENDiRIK PIETERSE. 10e Regiment Infanterie, garnizoen Hoorn, lichting 1904: 12 September 1910: JAN BLOKLAND, HUIBERT BRUNING, BEREND KOOTJE, lichting 1903 12 September 1910: JOHANNES MARTINUS PHILIPPUS CHATILLON, DIRK SCHERMER- HORN, CORNELIS KLITSIE, HERMANUS PE TRUS VAN DER POL. 10e Regiment Infanterie, garnizoen Haarlem, lichting 1909: 16 Augustus 1910: PIETER GERRIT VAN 't HOF, MACHIEL WILLEMS, HERMAN SCHOT, lichting 1904: 12 September 1910: WILHELMUS JACOBUS VRIJHOEF, FRANCISCUS GABRIëL ANTONIUS PROOT, lichting 1903 12 September 1910: ALBERTUS GERARDUS BLAAUW, GIJSBERTUS JOHANNES WILLE- BEORDITS GOES, ANTIIONIE BOERSEN, PIE TER CORNELIS HULSKAMP, CORNELIS VAN DE KAPELLE, JACOB SMIT. 10e Regiment Infanterie, garnizoen Helder, lichting 1904: 12 September 1910: JOHANNES JACOBUS KA- Bel, KLAAS KONING, GERRIT MOLLE- VANGER, PIETER ROOS, ADRIANUS BAL VERS, ADRIANUS CORNELIS DEKKER, COR NELIS JONKER, RIJNIER JOHANNES ELIAS BOT, JOANNES GROOTHUIZEN, FLORIS TEU- NIS SCHOTVANGER, JOHANNES HUBERTUS DE RAAT, lichting 1903 12 September 1910: LEONARDUS VAN VIER- SEN, KLAAS JONKER, PETRUS SCHOEN, JAN DUIN, JACOB BAKKUM, CORNELIS APPEL, CHRISTOFFEL HERMANUS PUTTENAAR, lichting 1909 16 Augustus 1910: GERBRAND CORNELIS KRAMER, JOHANNES FRANCISCUS MICHELS, DAVID JAN ROZENHART, CHRISTOFFEL BEK, GIJSBERTUS PIETER ELLES, GERAR DUS HENDRIKUS RANZIJN, JOHAN STOOP, lichting 1908 16 Augustus 1910CHRISTIAAN HABIECH, TAMES VAN DIEPEN, PIETER DEN NIJS, LAMBERTUS HENDRIKUS JACOBUS STEIN- MEIER, KLAAS VAN DER SLUIS, lichting 1907 16 Augustus 1910: JOHAN MARIE STIKKEL. 11e Regiment Infanterie, garnizoen Ede, lichting 1904: 12 September 1910: WILLEM CORNELIS WAS- SINK. Ie Regiment Vesting-artillerie, garnizoen Utrecht, lichting 1907 5 September 1910HERMAN ANTHONY HAARS- MA. 4e Regiment Vesting-artillerie, garnizoen Helder, lichting 1907 5 September 1910: DIRK MULDER, ADRIANUS HEMELS, THEODORUS PETRUS HAZES, ADRI ANUS MOOI J, LEVIE ELTE, KLAAS BLAAU BOER, lichting 1905 5 September 1910: JOHANNES NICOLAAS SCHOON, CORNELIS BERNAIIDUS ELSWIJK, DIRK MIENIS, ADRIAAN SCHOEN, LAUREN- TIUS DENNEMAN, HENDRICUS CORNELIS HAZES, ARIE GEEL, SIMON VEEN, PETRUS ALBERTUS VAN DER GULIK, PIETER LANGE- BERG. 4e Regiment Vesting-artillerie, fort Prins Frederik bij Ooltgensplaat, lichting 1907 5 September 1910: GOUKE GEUS. Den verlofgangers wordt hierbij gewezen op de na volgende bepalingen: lo. dat de miliciens-verlofgangers woonachtig in de plaats van opkomst, zich op den dag voor de op komst bepaald, uiterlijk te 8 uur voormiddags bij het korps moeten aanmelden; 2o. dat de miliciens-verlofgangers woonachtig bin nen 20 K.M. van de plaats van opkomst, op den dag voor de opkomst bepaald, uiterlijk te 10 uur voormiddags bij het korps aanwezig moeten zijn; 3o. dat de overige miliciens-verlofgangers voor zoo veel zij binnen het Rijk gevestigd zijn, zich op den dag voor de opkomst bepaald, met het eerst vertrekkende openbaar middel van versneld ver voer van hunne woonplaats of naaste station naar de plaats van opkomst moeten begeven, en voor zooveel zij buiten het Rijk gevestigd zijn, zich op dien dag vóór 4 uur namiddags bij hun korps moeten aanmelden. Voor zooveel miliciens door ziekte of om eene an dere reden niet tot den werkelijken dienst kunnen overgaan, worden zij verzocht daarvan, vóór het tijd stip voor de opkomst bepaald, ter gemeente-secretarie mededeeling te doen. De Burgemeester voornoemd, JAN DE WIT Dz„ loBurg. Alkmaar, 20 Mei 1910. ALKMAAR, 23 Mei. Evenmin als in de wereldruimte hebben zich op po litiek gebied in de afgeloopen kometenweek bijzonder schokkende gebeurtenissen afgespeeld. Het meest treffende, dat geschiedde is wel geweest de begrafe nis van koning Eduard in Engeland, welke gepaard ging met een pracht en een praal en vorstelijk ver toon, als zelden werd aanschouwd, terwijl het Engel- sche volk door zijn opkomst en zijn houding tijdens de uitvaart heeft getoond te hegrijpen, dat Engeland veel te danken heeft aan dezen vorst, van wien indertijd zoo weinig verwacht werd. De nieuwe Koning zond aan den minister-president de volgende proclamatie: „De stem van mijn volk, getuigende van toegene genheid, liefde en eerbied voor de nagedachtenis van mijn dierbaren vader, die in alle cleelen van het Brit- sche rijk klinkt, en de betoogingen van het publiek, voornamelijk die in de hoofdstad bij de overbrenging van mijn vader naar zijn laatste rustplaats, en de roe rende wijze, waarop de groote menigte van zijne hem beminnende onderdanen geduldig en eerbiedig de ge legenheid afwachtten om een laatste hulde aan zijn nagedachtenis te brengen, hebben mij en mijn gansche familie zeer getroffen. Het zoo plotselinge en onver wachte verdriet mocht al overstelpend zijn, de gevoe lens, die daardoor wakker zijn geroepen, deden mij zien, dat het geleden verlies een gemeenschappelijk verlies voor mij en mijn volk is. Ik put er moed uit, hoopvol de toekomst tegemoet te gaan, sterk in mijn geloof in God en vertrouwen in mijn volk, vol liefde voor de wetten en de constitutie van mijn geliefd land." Ter gelegenheid van zijn troonsbestijging heeft ko ning George aan alle gevangenen in het Yereenigd Koninkrijk kwijtschelding van straf toegestaan, af wisseling tusschen een week en drie maanden, naar gelang van den duur der opgelegde straffen. Van alle straffen onder de drie maanden, tegen soldaten en ma trozen wegens disciplinaire misdrijven geëischt, wordt eveneens gratie verleend. Voor België was de week belangrijk in verband met de verkiezingen voor de Kamer van Afgevaardigden welke gisteren hebben plaats gehad men vindt daar dat. de menschen, op Zondag 't best den tijd hebben om te gaan stemmen. Van de 166 leden moesten er 85 in de verschillende provincies herkozen worden. De liberalen en socialisten hadden een stembus accoord gesloten in de hoop, dat zij dit maal aan het clericale bewind een einde zouden kunnen maken. Zij waren vol goeden moed, maar het Belgische meervoudige kies stelsel biedt weinig kans voor betrouwbare verwach tingen. De hoopvolle berekeningen hebben dan ook ge faald, voor zoover wij thans kunnen nagaan hebben de verkiezingen geen wijziging in den tegenwoordigen toestand gebracht. De verkiezingen voor de Deensche volksvertegen woordiging hebben aan het ministerie-Zahle de ge hoopte meerderheid niet gegeven, het radikale kabinet zal dus moeten aftreden en de liberalen, daar de vriendjes van den oudminister-oplichter Alberti, zul len de regeering moeten overnemen. De kiezers ten platte lande schijnen bang te zijn geworden voor het verbond van de radicalen en de socialisten. Misschien heeft de, heer Zahle wat al te veel gesproken over het geen hij in de eerstvolgende jaren zou tot stand bren gen de kiezers worden langzamerhand overal wel zoo verstandig, dat ze begrijpen, dat de woorden in een verkiezingscampagne geen maatstaf vormen voor de daden in een parlementaire periode. In Oostenrijk trok de aandacht het vreemde gedrag- van den minister van financiën. Men wil er gaarne een sterke vloot hebben en „Nooitbenauwds" bouwen, maar heeft evenals Hongarije geen geld. Men wil de toen men officiëel niet kon bouwen, dit maar offi cieus doen. Te Triest werden de kielen voor de 4 oor logsschepen gelegd en er werd haast met den bouw gemaakt. De financieele commissie van den Rijks raad wilde echter wel eens iets naders hierover weten en wendde zich tot den minister van financiën v. Bi- linski, die evenwel kalmpjes antwoordde, dat hem van dc-ze nieuwe schepen officieel niets bekend was. Wat iedereen in Oostenrijk weet, behoeft ten slotte den mi nister niet juist „officieel" bekend te zijn. Geen won der dat er zeer ongunstig over den minister geschre ven en gesproken wordt Nog zonderlinger gaat het tegenwoordig in Perzië toe, waar het ministerie van justitie voor den tijd van twee weken gesloten is, wegens de talrijke klachten over het onrechtmatig optreden der justitie. In den laatsten tijd komt overigens het Perzische probleem weer op den voorgrond. Het is hekend dat Rusland en Engeland het land van den shah zoo ongeveer ver deeld hebben, Perzië heeft zich zelf echter een grond wet gegeven, evenals Turkije, en schijnt werkelijk van plan om in zijn schandelijke staatsinrichting orde en regel te brengen. Daarvoor is natuurlijk geld noodig. De beide groote landen hadden geen trek dit te lee- nen, de Duitsche banken schenen wel ooren ernaar te hebben. In Rusland deed men echter plotseling ver ontwaardigd en vond het niet te pas komen, dat Duitsehland waarborgen gevraagd had, o. a. een waarborg vroeg in den vorm van een spoorwegconces sie. De poppen zijn nu we|- aan het dansen en vermoedelijk wordt er in de Londensche Downingstreet aan de touwtjes getrokken. In Zuid-Amerika scheen de. spanning tusschen Peru en Ecuador, tot ernstige verwachtingen te zullen lei den. De staatssecretaris van Noord-Amerika Knox heeft gepoogd, de hangende kwesties voor het Haag- sche Hof van Arbitrage te brengen en hij is daar bij geholpen door Brazilië en Argentinië. De poging is volkomen gelukt en het is wel merkwaardig, dat de „groote jnogendheden" uit Amerika vredespolitie gaan spelen over de kleine, oproerige staatjes. In Nicara gua, waar de burgeroorlog is herleefd, hebben Ameri- kaansche oorlogsschepen troepen aan land gezet hetgeen ook al op het vervullen van politie-diensten wijst In Argentinië moest ook al de staat van beleg worden afgekondigd. Dat was wel jammer immers men staat aan den vooravond van het nationale feest ter eere van het honderdjarig bestaan der republiek en het bewijst, dat de toestand ook daar zeer ernstig is. Met belangstelling mag men afwachten, welk verloop de feestelijkheden zullen hebben. We zullen dat ver loop in het volgende weekoverzicht kunnen bespreken. De Haagsche correspondent van de Opr. Haarl. Ct, schrijvend over het debat over de Lintjeszaak, dat naar men weet, nog- niet afgeloopen is, schrijft o. m. „Heeft iemand een stem gehoord, die 't waagde om hulde, eere te brengen aan den van zijn voetstuk ge- storten man?.... Zelfs uit het kamp der Van Twist's?. Immers niet. Die doodsche stilt wordt immers door het Neder- landsche volk begrepen. Daarin ligt het „vonnis," dat door het Parlement met of zonder enquête, eere ra ad, wat men wil, -geweld is over den bepaarde, die toch nog zoo kort geleden zelf allerminst had kunnen gissen, hoe de waarheid, dat grootheid in haar op persten vorm vaak komt dicht vóór den val, door hem aan den lijve zal worden gevoeld. Ik geloof, dat een Troelstra, een Limburg, een De Beaufort ook, niet uit haat, uit politieke passie, de „vreemde dingen" (laten we nu maar zeggen) van het voor-goed achter ons liggend Kuyper-régime brand merken. Maar tot het Nederlandsche parlement, dat toch nog in menig opzicht met eerbied mag genoemd, zou men willen toevoegen „Sire, ce n'est pas bien! Sur le lion mourant vous lachez votre chien!" „Sire, het is niet edelOp een stervenden leeuw uw hond los te laten." Ego klaagt in de Nijm. Ct. over de impopulariteit der Haagsche politie. „De omstandigheid, dat het politie-corps in de laat ste jaren stelselmatig is uitgebreid en aangevuld met niet-Hagenaars, heeft noodwendig het gevolg gehad, dat de bewaring van orde en rust nu is toevertrouwd aan mannetjes, die niet eens den weg in hun eigen stad kennen, laat staan vertrouwd zijn met wat nu eenmaal ook het karakteristieke leven der stad uit maakt. Een Hagenaar heeft in conflicten of rellet- tjes, feesten of volksverzamelingen zijn persoonlijke eigenaardigheden en 'n persoonlijk zwak, dat hem par ten kan spelen. De politieagent, daar gewonnen en. ge boren zal zijn volkje kennen en met die eigenaardighe den rekening' weten te houden. Ja, met die weten schap zal een minderwaardig figuurtje als dienaar van Hermandad met een paar woorden heel wat meer ef fect kunnen bereiken dan 't robuste type dat, van bui ten hier ingevoerd, in het trekken van z'n sabel of 't maken van een „verbaaltje" 't eenige middel zoekt om 't volksbesef voor orde of recht te kunnen hand- ha ven. De kracht-figuren, die men hier in de laatste 10 jaren noodig achtte, waren hier absoluut overbodig, 't Zou oneindig meer in 't belang der stad zelf ge weest zijn, indien al 't mogelijke ware gedaan om 't politie-corps uit-de-stad-zelf te recruteeren. Onze po litie zou dan zeker de reputatie van beleefdheid en voorkomendheid hebben behouden, die zij met boeren- lompheid sinds lang bezig is te verspelen, ja voor een groot deel al heeft verspeeld. Men kan er lang of kort over praten, het feit blijft, dat 't met onze politie mo menteel treurig gesteld is." De cijfertjes over het vervoer der trams en treinen op de Pinksterdagen zal, zegt de Amsterdamsche brief schrijver van het Utr. Dagblad, ik ditmaal achterwege laten. Maar niet achterwege blijve de opmerking dat de spoorautoriteiten nog altijd niet het juiste begrip schijnen te hebben van hun plichten tegenover het rei zend publiek op zulke dagen. Ieder jaar weer kan men opmerken, hoe weinig op massaverkeer is gerekend. Men verzuimt niet stati stiek aan te leggen van den omvang van het perso nenvervoer, doch vermoedelijk alleen om een veront schuldiging bij de hand te hebben voor den Janboel aan de stations en in de treinen. Zoo'n eerste Pinksterdag is voor wielrijders, die an ders nooit twee dagen achter elkaar hebben, een ge legenheid om er eens uit te breken. Bij tientallen ko men zij zich aanmelden aan het passagiersgoederenbu- reau van het Centraalstation. Daar nemen de gewone twee mannetjes, die er altijd zijn, met hunne gewone impassibele langzaamheid de karretjes aan. Zetten die op rijen tegen elkaar, de laatste het eerst voor de hand, zoodat iedereen van tevoren wel zien kan dat het spaak gaat loopen. 't Loopt dan ook spaak. Gezel schappen met zes of acht rijwielen zien zich op de plaats hunner bestemming twee of drie toebedeeld. De rest is achtergebleven. Terwijl de hoofdconducteur en de stationschef met zenuwachtige gebaren beduiden dat de trein weg moet die is al reeds 20 minuten of daaromtrent te laat klauteren de fietslooze fietsbe- geerigen in de volle goederenwagen om zelf hun kar retje nog te ontdekken. De geheele lading word door elkaar gesmeten, want orde en regelmaat is bij het inladen niet betracht. En aan elk station vermeerdert de rommel. Geen bagageman weet er meer weg' in. Bedorven humeuren, bedorven dagen, bedorven fietsen. Wanneer iedereen die daar reden toe had zijn be klag ging indienen bij de spoorwegmaatschappij, zou die, weinig geneigd de talrijke schadevergoedingen te betalen waartoe zij verplicht is, wel oppassen voor een volgenden keer. Maar het Llollandsche publiek is ge duldig en klaagt niet spoedig. Velen weten niet eens dat zij het recht'hebben wegens geleden schade en op onthoud vergoeding te verlangen. Op Pinkstermorgen was de groote zaal van het sta tion als een volle vergaderzaal. Voor de loketten ver drongen zich lange risten menschen. Toch bleven er loketten gesloten. En achter die welke geopend wa ren deed slechts een enkele juffrouw of mannelijke be ambte zenuwachtig dienst. Die menschen moeten zon der fouten te maken, een groote verscheidenheid van kaartjes uit de machine te voorschijn tooveren. Soms, wanneer biljetten naar kleine stations gevraagd wor den, moeten zij die schrijven met de hand. Voor het raampje verdringen zich koppen van reizigers die te laat vreezen te komen. Ik ben er niet zeker van of de langzame bediening met onvoldoend personeel wan neer ieder loket door twee beambten bediend werd, zou alles veel vlugger gaan niet opzettelijk geschiedt met de bedoeling de reizigers hun trein te laten missen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1