aas Notaris GOUVERNE een groote partij afbraak C. VERHEUS, Uurwerkmaker, Bouwterrein Te koop George Washington. ADVERTENTIËN kennisgeving. alkmaar. Wmkei*» en Weenhnis9 ANNAPAULOWNA. J. VAN DER YEEN, ANNAPAULOWNA. J. YAN DER YEEN Spoed! Spoed! Spoed! van 26 Woon- en Heerenhuizen X3 J&. E S, REPARATIE-INRICHTING. Groote voon aad nan den Westerweg, Nassaulaan en Fgmonderstraat Door uitsluitend Sunlight Zeep te gebruiken blijft het linnen en tafelgoed zoo wit als sneeuw. A. het uitvoeren van eenige dam-, graaf-, grom*-, metselwerken enz voor de nieuwe Emma- en Hei- locèrbruggen in die gemeente; B. het bouwen van een stal voor twintig paarden metstalknechts- woning bij de gemeente-reiniging. ■Hl ACHTERSTRAAT B 21 Alkmaarsche Stoom-Steenhouwerij. BS! Te bevragen bij A. G. DEN BOESTERD, Toussai ntstr.9. Een ware geschiedenis, verteld' door CHARLOTTE NIESE. Naar het Duitach. Er heerschte groote opgewondenheid in het heele huisgezin. Miesje had voor 't eerst gejokt. De kleine, lieve Miesje, die pas vijf jaar geworden was en tot nu toe nog nooit één onwaarheid had) gezegd. De duivel van de leugen was gekomen en had haar in zijn vang armen gepakt, zoodat zij hem gehoorzaamde zonder eenigen weerstand te kunnen bieden. De duivel had den verleidelijken vorm aangenomen van een suikerpot. Hij stond alleen op de tafel, en er was niemand in de kamer. Miesje was op een stoel geklommen. De suikerpot was heelemaal vol, de wit te inhoud glinsterde haaj' verleidelijk toe. Miesje was heel alleen in de kamer, vergeet dat niet en toen men haar later gevonden had in tranen badende en met een heel kleverig mondje, had zij snikkend verteld, dat er een heel lief klein hondje in de kamer gekomen was dat alle suiker uit het potje had gehaald en dat Mies je genoodzaakt had ook een paar stukjes op te eten. Er was echter geen enkel lief klein hondje in het heele huis en Miesje moest om de vreeselijke pijn in haar lijf naar bed gebracht worden. Het was een akelige geschiedenis. Vader was ern stig boos, moeder schreide en miss Collins, Miesje's Engelsche gouvernante, trok zich de haren haast uit het hoofd. Want zij vond het iets vreeselijks, dat haar leerling, het kind dat aan haar zorgen was toever trouwd, een onwaarheid kon zeggen. Ach, om de sui ker was het niet. De meeste kinderen zouden snoe pen als zij alleen in de kamer waren met een vollen suikerpot, dat gebeurt zoo vaak; het is verkeerd en een kind behoort er voor gestraft te worden, maar de lafheid niet te durven erkennen als men kwaad gedaan heeft en dan een onmogelijke leugen te verzinnen, dat was heel erg, dat was ongehoord, zij kon er geen woorden voor vinden. Miesje's moeder dacht, dat zij nooit in haar leven meer vroolijk zou worden, miss Collins tobde er voort durend over en zelfs de dienstmeisjes in de keuken zet ten een heel bedenkelijk gezicht. Vooral de keuken meid, die zich zelve de steun van het huisgezin noem de. en dan ook zeer solide eigenschappen bezat. Maar zelfs de kleine, vroolijke Lize, het kamermeisje, her haalde maar steeds: „wel, wel, wel, zoo'n klein kind! wie had dat nu kunnen denken Het sprak vanzelf, dat Miesje gestraft moest wor den, haar moeder ging naar haar toe, naar haar slaapkamer en gaf haar een beetje klappen. Miesje gilde en moeder liepen de tranen over de wangen, Miesje moest weer naar bed en moeder had zoo'n ver schrikkelijke hoofdpijn, dat zij ook moest gaan liggen. Het was een allerakeligste, ongezellige dag. Vader deed dien dag juist een tocht naar buiten, met de le den van zijn club; hij had een lang eni ernstig gesprek met den directeur der hoogere burgerschool over kin deropvoeding en hij maakte daarbij zulke sombere op merkingen en toespelingen, dat de oude heer, die hem zeer weinig kende, en weinig wist van zijn familie omstandigheden, bedenkelijk het hoofd schudde en niet verder durfde vragen. Zulke sombere dagen gaan goddank ook weer voor bij, en toen den1 volgenden morgen de lieve zon opging over boozen en goeden, over rechtvaardigen en on rechtvaardige n, werd ons Miesje wakker na een ver- kwikkenden slaap, zij had geen pijn meer in het lijf en voelde slechts nu en dan een beetje branderig ge voel op de plaats waar moeders klappen haar getrof fen hadden. Heel erg hard had moeder niet geslagen vandaag hoefde zij om de heele geschiedenis niet meer te denken. Dat dacht Miesje, maar zij bemerkte al heel spoedig dat andere mensehen een beter geheugen hadden dan zij. „Zal mijn klein meisje weer zoet zijn en nooit meer jokken?" vroeg vader toen Miesje hem een morgen kusje kwam brengen. Zijn stem klonk een weinig ruw, daar hij den vori- gen avond zijn verdriet had! trachten te verdrinken in enkele glazen echt Miinchener bier en Miesje schreide even, zij beloofde echter haar best te doen en toen mocht zij vader pas een kus geven. Nu nam moeder haar op schoot, zij wou spreken maar zij kon niet en gaf haar over aan de zorgen van miss Collins, die juist binnenkwam en haar ernstig toesprak. Zij kon heel goed spreken en vandaag vooral vloeiden haar de woorden van de lippen. Een klein meisje, dat jokte, was iets buitengewoon ellendigs, iets afschuwelijks, reeds hier op aarde; maar verreweg- het ergste kwam later. Wie jokte, kwam nooit- in den hamel 1 Niet in den hemel! Met een zekere onverschillig heid of kalmte ten minste had Miesje tot nu toe alles aangehoord. Maar nu keek zij op, zij zette haar groo te blauwe oogen wijd open. Zou het waar zijp, wat miss Collins daar zeide? Zou zij niet bij den lieven God in den hemel komen, als zij eens een leugentje vertelde? Angstig zag zij moeder en vader aan, die echter toe stemmend knikten. Ja, miss Collins had gelijk: in den hemel was geen plaats voor leugenaars. Miss Collins praatte nog verder, maar Miesje was in gedachten verdiept. De suiker had heel lekker gesmaakt, de pijn in 't lijf was vergeten, en de klappen waren ook piet zoo erg geweest, overal die dingen had Miesje zich al heel spoedig heengezet en zij was verbaasd geweest, dat alle menschen het zoo erg vonden. Maar nu be greep zij waarom zij het zoo hoog opnamen. Ja, als er zoo'n straf stond, op liegen, als de lieve Heer niets meer van je weten wou en je niet in Zijn mooien he mel mocht komen, ja, dan was het vreeselijk geweest, dat zij gejokt had. Niet in den hemel komen! Miesje brak ini tranen uit, miss Collins nam haar gauw mee de kamer uit en trachtte haar een weinig te troosten. De lieve God zou het voor dezen eenen keer misschien nog eens door de vingers zieni en het zoo hoog niet opnemen. Miesje veegde eindelijk haar tranen af en liet zich aankleeden om mee te gaan wandelen. Maar zij bleef toch den heelen morgen stil en in zich zelve gekeerd, hetgeen miss Collins veel genoegen deed. De boetpredicatie scheen indruk gemaakt te hebben en dat, was de hoofdzaak. Naar aanleiding van hetgeen was geschied vertelde de Engelsche gouver nante Miesje een verhaaltje van George Washington, die in zijn geheele leven nooit een enkele leugen had gezegd en daarom tot voorbeeld gesteld kon worden aan alle kinderen. Miesje luisterde onwillekeurig naar dit verhaal en toen het uit was vroeg zij „George Washington] komt dus heel zeker in den hemel is 't niet?" „Hij is al lang ini den hemel," antwoordde de En gelsche plechtig. „Hij is helaas dood, maar hij zal nooit vergeten worden, omdat hij nooit jokte!" Zij vertelde dat George Washington in Amerika ge woond had en een heel erg groot man geweest was. Hij had nooit, nooit één enkele onwaarheid gezegd en nu was hij al lang bij God in den hemel. Miesje was zoo ernstig, dat miss Collins er dank baar voor was. Haar moeder was een Amerika a nsche van afkomst, zij beschouwde George Washington dus eenigszins als den held van haar vaderland en het verveelde haar nimmer over hem te vertellen. Wat hij voor groots gezegd en gedaan had. Maar daar al die verhalen tevens dienen moesten om Miesje op te voe den, was het slot van haar verhaal steeds hetzelfde. Dat hij nooit in zijn leven gejokt had en daarom nu stellig en zeker in den hemel was bij onzen Lieven Heer. Miesje was nog steeds ingetrokken en stil, en vader en moeder waren blij dat zij zoo zeer onder den indruk was, die de zonde en ook de straf op haar gemaakt haddo l Zij waren nog een klein beetje afgemeten en stijf tegen het kleine ding, en 's avonds moest het lieve kind nogmaals een heele redevoering aanhooren; dat deed zij met een zeer ernstig gezichtje en met trillende lippen beloofde zij, dat zij nooit weer zou jok- ken- Toen viel zij al heel spoedig in een vasten slaap; 's nachts werd zij wakker doordat het electrisch licht in eens opging. Miss Collins, die op de zelfde kamei sliep stond zachtjes op, wierp het een of ander klee- dingstuk om en schreef een langen brief. Daarna at zij een stuk chocolade en ging uit een dik Engelsch boek zitten lezen, een van de boeken die zij altijd uit de bibliotheek haalde. Eindelijk ging zij weer in bed; Miesje, die niets had gezegd en stilletjes in bed was gebleven, sliep ook spoedig weer in. Hen volgenden morgen was moeder uit haar humeur. Miss Collins had zich verslapen en Miesje werd pas aangekleed toen vader al naar het bureau was. „Miss Collins, u blijft 's avonds toch niet laat op, om te zitten lezen?" vroeg moeder; en de Engelsche jonge dame schudde ontkennend het hoofd. „Neen, zeker niet. mevrouw! Gisteravond' ben ik wat later dan gewoonlijk naar bed gegaan, omdat ik Miesje's kousen nog moest mazen." Moeder was aangedaan, zij knorde niet meer en ried miss Collins toch vooral voorzichtig te wezen met haar oogen. Miesje keek miss Collins echter zóó ern stig aan, dat deze haar dadelijk naar George Washing ton vroeg. „Weet je nog wat. ik je van hem verteld heb Het kind knikte. „Hij is in den hemel," antwoord de zij, en toen liep zij gauw weg. lu de keuken, bij de keukenmeid, een steun in de huishouding zooals men zich herinneren zal, was juist bezoek, een heel fat soenlijke artillerist, die dikwijls kwam als Miesje's ouders uit waren. Moeder kwam op dat uur nooit in de keuken; de „steun" en de soldaat kusten elkaar en spraken over het bal, dat morgen, Zondag, gegeven zou worden en waar de keukenmeid helaas niet naar toe kon gaan, daar het de uitgangsdag was van het tweede meisje en niet de hare. Maar misschien was er nog wel wat op te verzinnen; zij zou eens zien. De soldaat vertrok en de keukenmeid, die Miesje nu pas opmerkte, stopte haar een stuk suiker in den mond. Dat deed zij altijd als er iemand bij haar op visite was en Miesje het niet vertellen mocht. Miesje had het tot nu toe ook nog nooit gedaan; het- kind had er waarschijnlijk niet meer aan gedacht. Vandaag smaak te de suiker haar bijzonder lekker, en toen haar moe der in de keuken kwam, lette zij alleen op hetgeen er over het eten gezegd werd. Het onderhoud was afgeloopen en moeder wou juist heengaan toen de keukenmeid begon: „Mevrouw zou het misschien mogelijk zijn dat ik morgenavond uitging en pas Maandagmorgen terug kwam „Het is je beurt niet, is 't wel Mina?" antwoordde de moeder aarzelend en Mina glimlachte zedig. „Dat weet ik wel mevrouw; ik zou ook niet zoo on bescheiden zijn het mevrouw te vragen, maar mijn tan te in Sehierhagen is gestorven. Zij wordt morgen be graven en moeder vroeg of ik niet komen kon om haar de laatste eer te bewijzen. Het was mijn eenige tan te!" Mina veegde haar oogen af, terwijl Miesje's moeder eenige woorden van deelneming tot haar sprak en. haar permissie gaf. Zij had iemand te dineeren willen vragen, dan moest zij maar iemand nemen om te hel pen. Zij besprak het geval later mert haar man en deze gaf haar volkomen gelijk; van de vervulling van een heiligen familieplicht mocht men niemand weerhou den. Mina ging dus Zondagmiddag vrij vroeg uit, zij had een witte japon aan met een eenvoudigen zwarten regenmantel er over heen, en daar miss Collins ook uit. was, moest- Miesje zoo lang bij het kamermeisje blijven tot deze ook weg ging. Lise was altijd erg aar dig en Miesje had er niets tegen bij haar Zondagsch toilet maken tegenwoordig te zijn. Zij deed een lichte blouse aan, even mooi als die van Miesje's moeder, en een witten rok, die wel wat dun werd, want telkens als zij hem gedragen had moest zij hem wasschen. Zoo zag zij er heel aardig uit. Lize's laarsjes pasten helaas niet bij dit fraaie toilet, er waren groote gaten in de zolen en toen het meisje ze aandeed, stak de rechter teen dadelijk weer in de lucht. „O weeriep Miesje op meewarigen toon eg. Lize haalde de schouders op, dacht een oogenblikje na en liep als de wind de kamer uit. Zij kwam weldra terug met een paar keurige laarsjes in de hand, en knoopte ze zoo gezwind vast, dat Miesje geen tijd had haar verbazing te uiten. Want, waren dat niet de beste laarsjes van mama, van heel fijn leer waren ze en eigenlijk droeg moeder ze alleen als ze uitging- en heel netjes moest wezen. Miesje kende ze best, zij had ze moeder dikwijls moeten aangeven en dan zag ze hoe mooi de zijden voering was en hoe zacht en glimmend het leder. Maar voordat, zij iets kon zeggen was Lize d klaar, zij zei het kind haastig goeden dag, vroeg f zij vooral heel lief zou wezen en. weg was zij. Miesje had geen gelegenheid hetgeen zij gezien had aan moeder te vertellen. Zij vergat het misschien; de visite kwam en moeder had niet veel tijd, daar zij aan le noodhulp voor dien dag alles moest uitleggen. En laarna kwam miss Collins thuis en de Zondag was 'fgeloopen voor het kind. Den volgenden morgen zocht moeder naar haar laarsjes, zij begreep maar niet waar zij gebleven waren. Zij wou ze aandoen, en zij schenen verdwenen te zijn. Maar daar kwam Lize aan met de laarsjes in de hand: Zij had hoofdpijn, was uit haar humeur en begreep liet dat mevrouw niet meer wist, dat de laarsjes bo ven in de kast stonden, Lize had ze er zooeven van laan gehaald. Moeder was verbaasd over haar vergeetachtigheid; laar wist zij nu letterlijk niets meer van. En hetgeen haar ook zeer verwonderde: er waren van ieder laarsje ïen paar knoopen af. Lize was zoo vriendelijk dadelijk aan te bieden of zij ze ook even wou aannaaien. Miesje was tegenwoordig bij dit onderhoud; zij be gon zoo vreeselijk droevig te kijken, wat miss Collins lachend vroeg waarover zij zoo ernstig nadacht. „Ik wou zoo graag weten of George Washington werkelijk nooit gejokt heeft, zoo'n heel klein leugen tje." En Miesje vouwde smeekend de handen. Miss Collins geraakte in vuur. „Heb ik je dat dan niet gezegd? Neen, hij heeft nooit .in zijn leven gelogen." „En is hij nu in den hemel?" „Natuurlijk kind. Als hij gejokt had zou hij niet bij onzen Lieven Heer in den hemel zijn." Miesje ging na dit gesprek met miss Collins naar de stad. Zij kwamen een heer tegen, die Miesje „mijn lieve schat" noemde; hij vroeg wanneer hij vadertje dien dag- wel eens spreken kon. Miesje antwoordde, dat vader 's avonds om zes uur altijd thuis kwam om te eten, en toen die mijnheer vroeg hoe het met moeder ging, gaf Miesje de beste berichten. Hij zou 's avonds om zeven uur bij vader komen, dat moest Miesje hem maar vast vertellen. Zij bc-loofde het, maar vergat het dadelijk weer en miss Collins had werkelijk ook wel over andere dingen te denken. Zoo kwam het, dat mijnheer Scharf juist op het oogenblik kwam, dat Miesje bezig was haar vader goeden nacht te zeggen. Zij zat op zijn schoot en moe der stond er naast. „Mijnheer Scharf?" Vader kreeg een vuurroode kleur. „Neen, dien wil ik niet ontvangen!" voegde hij ■er langzaam bij. „Lize, zeg maar aan mijnheer, dat ik geen tijd heb." Miesje leunde met het hoofdje tegen vaders borst. „Ik heb gezegd, dat u na zes uur altijd1 tijd hebt." „Ach kom!" hij schoof haar van zich af. „Ik heb geen tijd, en ik heb hoofdpijn!" Lize kwam terug. „Mijnheer Scharf vraagt of hij mevrouw dan een oogenblik mag spreken." Moeder dacht even na. Toen zeide zij met haar zach te stem: „Zeg maar Lize, dat ik pas uitgegaan ben en dat jij het niet geweten hebt." Mijnheer Scharf kwam dus niet in de kamer en va der en moeder schenen daarover zeer verheugd te we zen. Hij was een neef van moeder en was eens zeer on beleefd tegen haar geweest. Nu wou hij dat weer goed maken; maar bet was te laat, vader en moeder wilden nooit meer iets van hem weten en Miesje kreeg bevel voortaan altijd te zeggen, dat vader en moeder niet thuis waren, als mijnheer Scharf hen bezoeken woud. Het kind' gaf geen antwoord- en vader trok haar weer naar zich toe. „Heeft Miesje het goed begrepen? Zij zal gehoor zaam wezen, niet waar en doen wat haar ouders zeg gen Zwijgend zag het. kind- beurtelings vader en móeder aan en miss Collins, die juist binnenkwam en de laatste woorden slechts gehoord had, vond het niet kwaad haar bekrachtiging aan het feit te verleenen en zeide „Niet waar Miesje, je wilt altijd een lief, zoet kind zijn, opdat je ouders tevreden over je zijn en je latei- in den hemel kunt komen?" Toen schudde Miesje het hoofd en er kwamen tra nen in haar oogen. „Neen miss Collins, naar den hemel wil ik niet meer! Haar ben ik heelemaal alleen met den Lieven Heer en George Washington!" En zij barstte in tranen uit. GEBRUIKS AANWIJZING ROND IEDER STUK. BURGEMEESTEE en WETHOUDERS der gemeente ALKMAAR zullen op Maandag; 4 Juli a.s., des nam. te ll/j ure, ten stadhuize, in het openbaar aanbesteden Aanwijzing zal geschieden op Donderdag 30 Juni a.s., des nam. 1 uur, te beginnen bij de rei niging. Bestekken met teekeningen zijn, voor elk werk afzonderlijk, ter gemeente-secretarie verkrijgbaar voor f 1,50 per stel. De gezegelde inschrijvingsbiljetten, voor elk werk afzonderlijk, moeten door aannemer en twee borgen persoonlijk onderteekend, ter gemeente-secretarie zijn ingeleverd op den dag der aanbesteding vóór des nam. 1 uur. Inlichtingen ten kantore der gemeente-werken. Burgemeester en Wethouders voornoemd, JAN DE WIT Dz., Voorz., lo. Burg. DONATH, Secretaris. DIRECTEUREN der ONDERLINGE BRANDWAAR BORG-MAATSCHAPPIJ genaamd „Sehermeer's Brandoontract voor gebouwen", in werking gein-acht Januari 1813, geven bij deze kennis aan de deelhebbers, dat de jaarlijksche Algemeene Vergade ring, zal plaats hebben op MAANDAG 4 Jl'El ÏOIO, des middags 13 ure, ten huize van K. BRAK te Stompetoren. Pun en van behandeling der Vergadering, a. Rekening over het dienstjaar 1909/1910. h. V erslag. Namens Directeuren voornoemd C. GROOT (!z., Directeur-Boekhouder. Notaris GOTTJIER, te Obdain, zal Woensdagen 13 en 30 Juli 1910, telkens s' avonds O1 /2 uur, bij opbod en afslag, in het, „Gulden Vlies 'j aan de Choorstraat te Alkmaar, ver koopen Het onlangs geheel nieuw gebouwde woon- en winkelhuis, annex brood- en koekbakkerij van ouds genaamd „de gekroonde olifant", benevens bovenwoning met afzonderlijken opgang met erf, aan het Luttik-Oudorp te ALKMAAR, groot 1 A. lO e.A., te veilen in 2 perceelen en voor vele andere doeleinden geschikt. zal verkoopen te ALKMAAR, in het Café „de Kroon" aan het Waagplein, op Dinsdag 38 Juni 1910 bij opbod en op5 Juli d.a.v. bij afslag, telken dage des avonds 7 uren Het allergunstigst staande te Alkmaar aan de Houttil, wijkno. 19, groot 72 cen tiaren. Behoorende tot de nalatenschap van Mej. Wed, J. J. SMEETS. Notaris te Alkmaar, is voornemens op Woens dagen 13 Juli 1010. bij opbod, en 30 Juli 1910, bij afslag, telkens des middags 13 uur, in het café „Veerburg", aan de Kleine Sluis te Annapaulowna, in het openbaar te verkoopen De zeer gunstig aan den Meerweg in de gemeente Annapaulowna staande en liggen de BOl W1IOEVE, genaamd „Zwarte Wil lens". bestaande uit goed onderhouden Huizen, Erven en diverse perceelen uit muntend Bouw- en Weiland, ter gezamen lijke grootte van 39 B.A. 19 A. 10 e.A. De verkooping geschiedt in perceelen en in com binatiën. De aanvaarding kan geschieden, bouwland na het ontblooten der schoof in 1910, weiland met kerstmis d.a.v., gebouwen 1 Mei 1911. Eigenaar de Heer Dr. D. BAX te Wieringerwaard. Inlichtingen worden verstrekt ten kantore van no taris J. VAN DER VEEN te ALKMAAR. Oude gracht 289, Breeder bij biljetten. INMIDDEES UIT DE HAND TE KOOI». notaris te Alkmaar, is voornemens op Woens dagen 39 Juni 1910 bi j opbod en O Juli 1910 bij afslag, telkens des middags 13 uur, in het café de Vlas- en Korenbeurs" te ANNAPAULOWNA, in liet openbaar te verkoopen De zeer gunstig, aan den Zwinweg in de gemeente Annapaulowna staande en lig gende BOUWHOEVE, genaamd „Geere- stein", bestaande uit goed onderhouden huizen, schuren, erven en diverse perceelen uitmuntend bouw- en weiland, ter gezamen lijke grootte van 30 H.A. 95 A. 70 e.A. De verkooping geschiedt in perceelen en in com binatiën. De plaats is in huur bij den hem JSCHENK Cz., de landerijen tot 25 December 1912 en de gebouwen tot 30 April 1913. Inlichtingen worden ve.strekt ten kantore van notaris E. G. VAN SENDEN te DIEREN en ten kantore van notaris J. VAN DER VEEN te ALKMAAR, Oudegracht 289. Breeder bij biljetten. bestaande uit3000 Yloerdeelen. 300 M-3 greenen en eiken balken. Groote partijen Scliotdeelen en Bibliout. 1,000.000 Waal Vechtsche en Drie lingen, alsmede een partij Friescke Klinkers. «V Groote partij Marmertegelsin; verschil lende maten, dito Eambriseeringen met lijst en plinten, dito Schoorsteenmantels, 40,000 Dak pannen, enz. enz. Te zienRaadhuisstraat, hoek Singel, en te bevragen bij A. B. BAARS, Nieuwe Heeren gracht 81. Amsterdam. wanne r g^ e<t fllrk, goed passend CORSET wdt drageD, l»*t U -r d*n een» e»n ram eten bij A. A. PASSENS, Oude Minhuispsort 2-3 Am*t»rd*in. dev. 1825 Tel. 8393. Solide sf.e k Dg elegfcn'e ciupe, fdte bsslrinen. Naast VROOM DREESMANN. - EERSTE KLAS - Accurate regeling. Degelijke garantie. W.r. STOEL »200N ALKMAAR Mantel- en Stoffenmagaziju. Uitgebreide collectie Mousselinen Blousenb^*'^\a\\Xi.-® Handschoenen. Kousen. Corsetten- HV Wollen, Linnen en Batist Costumes. J. H. WIEEEBS, Alkmaar, Tel. No. 347-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 10