aas
Notaris GOUVERNE
een groote partij afbraak
C. VERHEUS, Uurwerkmaker,
Bouwterrein
Te koop
George Washington.
ADVERTENTIËN
kennisgeving.
alkmaar.
Wmkei*» en Weenhnis9
ANNAPAULOWNA.
J. VAN DER YEEN,
ANNAPAULOWNA.
J. YAN DER YEEN
Spoed! Spoed! Spoed!
van 26 Woon- en Heerenhuizen
X3 J&. E S,
REPARATIE-INRICHTING.
Groote
voon aad
nan den Westerweg,
Nassaulaan en Fgmonderstraat
Door uitsluitend Sunlight
Zeep te gebruiken blijft het
linnen en tafelgoed zoo wit
als sneeuw.
A. het uitvoeren van eenige dam-,
graaf-, grom*-, metselwerken enz
voor de nieuwe Emma- en Hei-
locèrbruggen in die gemeente;
B. het bouwen van een stal voor
twintig paarden metstalknechts-
woning bij de gemeente-reiniging.
■Hl
ACHTERSTRAAT B 21
Alkmaarsche Stoom-Steenhouwerij.
BS!
Te bevragen bij
A. G. DEN BOESTERD, Toussai ntstr.9.
Een ware geschiedenis, verteld' door
CHARLOTTE NIESE.
Naar het Duitach.
Er heerschte groote opgewondenheid in het heele
huisgezin. Miesje had voor 't eerst gejokt. De kleine,
lieve Miesje, die pas vijf jaar geworden was en tot nu
toe nog nooit één onwaarheid had) gezegd. De duivel
van de leugen was gekomen en had haar in zijn vang
armen gepakt, zoodat zij hem gehoorzaamde zonder
eenigen weerstand te kunnen bieden.
De duivel had den verleidelijken vorm aangenomen
van een suikerpot. Hij stond alleen op de tafel, en er
was niemand in de kamer. Miesje was op een stoel
geklommen. De suikerpot was heelemaal vol, de wit
te inhoud glinsterde haaj' verleidelijk toe. Miesje was
heel alleen in de kamer, vergeet dat niet en toen men
haar later gevonden had in tranen badende en met
een heel kleverig mondje, had zij snikkend verteld, dat
er een heel lief klein hondje in de kamer gekomen was
dat alle suiker uit het potje had gehaald en dat Mies
je genoodzaakt had ook een paar stukjes op te eten.
Er was echter geen enkel lief klein hondje in het
heele huis en Miesje moest om de vreeselijke pijn in
haar lijf naar bed gebracht worden.
Het was een akelige geschiedenis. Vader was ern
stig boos, moeder schreide en miss Collins, Miesje's
Engelsche gouvernante, trok zich de haren haast uit
het hoofd. Want zij vond het iets vreeselijks, dat haar
leerling, het kind dat aan haar zorgen was toever
trouwd, een onwaarheid kon zeggen. Ach, om de sui
ker was het niet. De meeste kinderen zouden snoe
pen als zij alleen in de kamer waren met een vollen
suikerpot, dat gebeurt zoo vaak; het is verkeerd en
een kind behoort er voor gestraft te worden, maar de
lafheid niet te durven erkennen als men kwaad gedaan
heeft en dan een onmogelijke leugen te verzinnen,
dat was heel erg, dat was ongehoord, zij kon er geen
woorden voor vinden.
Miesje's moeder dacht, dat zij nooit in haar leven
meer vroolijk zou worden, miss Collins tobde er voort
durend over en zelfs de dienstmeisjes in de keuken zet
ten een heel bedenkelijk gezicht. Vooral de keuken
meid, die zich zelve de steun van het huisgezin noem
de. en dan ook zeer solide eigenschappen bezat. Maar
zelfs de kleine, vroolijke Lize, het kamermeisje, her
haalde maar steeds: „wel, wel, wel, zoo'n klein kind!
wie had dat nu kunnen denken
Het sprak vanzelf, dat Miesje gestraft moest wor
den, haar moeder ging naar haar toe, naar haar
slaapkamer en gaf haar een beetje klappen. Miesje
gilde en moeder liepen de tranen over de wangen,
Miesje moest weer naar bed en moeder had zoo'n ver
schrikkelijke hoofdpijn, dat zij ook moest gaan liggen.
Het was een allerakeligste, ongezellige dag. Vader
deed dien dag juist een tocht naar buiten, met de le
den van zijn club; hij had een lang eni ernstig gesprek
met den directeur der hoogere burgerschool over kin
deropvoeding en hij maakte daarbij zulke sombere op
merkingen en toespelingen, dat de oude heer, die hem
zeer weinig kende, en weinig wist van zijn familie
omstandigheden, bedenkelijk het hoofd schudde en
niet verder durfde vragen.
Zulke sombere dagen gaan goddank ook weer voor
bij, en toen den1 volgenden morgen de lieve zon opging
over boozen en goeden, over rechtvaardigen en on
rechtvaardige n, werd ons Miesje wakker na een ver-
kwikkenden slaap, zij had geen pijn meer in het lijf
en voelde slechts nu en dan een beetje branderig ge
voel op de plaats waar moeders klappen haar getrof
fen hadden. Heel erg hard had moeder niet geslagen
vandaag hoefde zij om de heele geschiedenis niet
meer te denken.
Dat dacht Miesje, maar zij bemerkte al heel spoedig
dat andere mensehen een beter geheugen hadden dan
zij.
„Zal mijn klein meisje weer zoet zijn en nooit meer
jokken?" vroeg vader toen Miesje hem een morgen
kusje kwam brengen.
Zijn stem klonk een weinig ruw, daar hij den vori-
gen avond zijn verdriet had! trachten te verdrinken in
enkele glazen echt Miinchener bier en Miesje schreide
even, zij beloofde echter haar best te doen en toen
mocht zij vader pas een kus geven. Nu nam moeder
haar op schoot, zij wou spreken maar zij kon niet en
gaf haar over aan de zorgen van miss Collins, die
juist binnenkwam en haar ernstig toesprak. Zij kon
heel goed spreken en vandaag vooral vloeiden haar de
woorden van de lippen. Een klein meisje, dat jokte,
was iets buitengewoon ellendigs, iets afschuwelijks,
reeds hier op aarde; maar verreweg- het ergste kwam
later. Wie jokte, kwam nooit- in den hamel 1
Niet in den hemel! Met een zekere onverschillig
heid of kalmte ten minste had Miesje tot nu toe alles
aangehoord. Maar nu keek zij op, zij zette haar groo
te blauwe oogen wijd open. Zou het waar zijp, wat miss
Collins daar zeide? Zou zij niet bij den lieven God in
den hemel komen, als zij eens een leugentje vertelde?
Angstig zag zij moeder en vader aan, die echter toe
stemmend knikten. Ja, miss Collins had gelijk: in den
hemel was geen plaats voor leugenaars. Miss Collins
praatte nog verder, maar Miesje was in gedachten
verdiept. De suiker had heel lekker gesmaakt, de pijn
in 't lijf was vergeten, en de klappen waren ook piet
zoo erg geweest, overal die dingen had Miesje zich al
heel spoedig heengezet en zij was verbaasd geweest,
dat alle menschen het zoo erg vonden. Maar nu be
greep zij waarom zij het zoo hoog opnamen. Ja, als er
zoo'n straf stond, op liegen, als de lieve Heer niets
meer van je weten wou en je niet in Zijn mooien he
mel mocht komen, ja, dan was het vreeselijk geweest,
dat zij gejokt had.
Niet in den hemel komen! Miesje brak ini tranen
uit, miss Collins nam haar gauw mee de kamer uit
en trachtte haar een weinig te troosten. De lieve God
zou het voor dezen eenen keer misschien nog eens
door de vingers zieni en het zoo hoog niet opnemen.
Miesje veegde eindelijk haar tranen af en liet zich
aankleeden om mee te gaan wandelen.
Maar zij bleef toch den heelen morgen stil en in
zich zelve gekeerd, hetgeen miss Collins veel genoegen
deed. De boetpredicatie scheen indruk gemaakt te
hebben en dat, was de hoofdzaak. Naar aanleiding van
hetgeen was geschied vertelde de Engelsche gouver
nante Miesje een verhaaltje van George Washington,
die in zijn geheele leven nooit een enkele leugen had
gezegd en daarom tot voorbeeld gesteld kon worden
aan alle kinderen.
Miesje luisterde onwillekeurig naar dit verhaal en
toen het uit was vroeg zij
„George Washington] komt dus heel zeker in den
hemel is 't niet?"
„Hij is al lang ini den hemel," antwoordde de En
gelsche plechtig. „Hij is helaas dood, maar hij zal
nooit vergeten worden, omdat hij nooit jokte!"
Zij vertelde dat George Washington in Amerika ge
woond had en een heel erg groot man geweest was.
Hij had nooit, nooit één enkele onwaarheid gezegd en
nu was hij al lang bij God in den hemel.
Miesje was zoo ernstig, dat miss Collins er dank
baar voor was. Haar moeder was een Amerika a nsche
van afkomst, zij beschouwde George Washington dus
eenigszins als den held van haar vaderland en het
verveelde haar nimmer over hem te vertellen. Wat hij
voor groots gezegd en gedaan had. Maar daar al die
verhalen tevens dienen moesten om Miesje op te voe
den, was het slot van haar verhaal steeds hetzelfde.
Dat hij nooit in zijn leven gejokt had en daarom nu
stellig en zeker in den hemel was bij onzen Lieven
Heer.
Miesje was nog steeds ingetrokken en stil, en vader
en moeder waren blij dat zij zoo zeer onder den indruk
was, die de zonde en ook de straf op haar gemaakt
haddo l Zij waren nog een klein beetje afgemeten en
stijf tegen het kleine ding, en 's avonds moest het
lieve kind nogmaals een heele redevoering aanhooren;
dat deed zij met een zeer ernstig gezichtje en met
trillende lippen beloofde zij, dat zij nooit weer zou jok-
ken-
Toen viel zij al heel spoedig in een vasten slaap;
's nachts werd zij wakker doordat het electrisch licht
in eens opging. Miss Collins, die op de zelfde kamei
sliep stond zachtjes op, wierp het een of ander klee-
dingstuk om en schreef een langen brief. Daarna at
zij een stuk chocolade en ging uit een dik Engelsch
boek zitten lezen, een van de boeken die zij altijd uit
de bibliotheek haalde. Eindelijk ging zij weer in bed;
Miesje, die niets had gezegd en stilletjes in bed was
gebleven, sliep ook spoedig weer in.
Hen volgenden morgen was moeder uit haar humeur.
Miss Collins had zich verslapen en Miesje werd pas
aangekleed toen vader al naar het bureau was.
„Miss Collins, u blijft 's avonds toch niet laat op,
om te zitten lezen?" vroeg moeder; en de Engelsche
jonge dame schudde ontkennend het hoofd.
„Neen, zeker niet. mevrouw! Gisteravond' ben ik
wat later dan gewoonlijk naar bed gegaan, omdat ik
Miesje's kousen nog moest mazen."
Moeder was aangedaan, zij knorde niet meer en
ried miss Collins toch vooral voorzichtig te wezen met
haar oogen. Miesje keek miss Collins echter zóó ern
stig aan, dat deze haar dadelijk naar George Washing
ton vroeg.
„Weet je nog wat. ik je van hem verteld heb
Het kind knikte. „Hij is in den hemel," antwoord
de zij, en toen liep zij gauw weg. lu de keuken, bij de
keukenmeid, een steun in de huishouding zooals men
zich herinneren zal, was juist bezoek, een heel fat
soenlijke artillerist, die dikwijls kwam als Miesje's
ouders uit waren. Moeder kwam op dat uur nooit in
de keuken; de „steun" en de soldaat kusten elkaar en
spraken over het bal, dat morgen, Zondag, gegeven
zou worden en waar de keukenmeid helaas niet naar
toe kon gaan, daar het de uitgangsdag was van het
tweede meisje en niet de hare. Maar misschien was
er nog wel wat op te verzinnen; zij zou eens zien. De
soldaat vertrok en de keukenmeid, die Miesje nu pas
opmerkte, stopte haar een stuk suiker in den mond.
Dat deed zij altijd als er iemand bij haar op visite
was en Miesje het niet vertellen mocht. Miesje had
het tot nu toe ook nog nooit gedaan; het- kind had er
waarschijnlijk niet meer aan gedacht. Vandaag smaak
te de suiker haar bijzonder lekker, en toen haar moe
der in de keuken kwam, lette zij alleen op hetgeen er
over het eten gezegd werd.
Het onderhoud was afgeloopen en moeder wou juist
heengaan toen de keukenmeid begon:
„Mevrouw zou het misschien mogelijk zijn dat ik
morgenavond uitging en pas Maandagmorgen terug
kwam
„Het is je beurt niet, is 't wel Mina?" antwoordde
de moeder aarzelend en Mina glimlachte zedig.
„Dat weet ik wel mevrouw; ik zou ook niet zoo on
bescheiden zijn het mevrouw te vragen, maar mijn tan
te in Sehierhagen is gestorven. Zij wordt morgen be
graven en moeder vroeg of ik niet komen kon om haar
de laatste eer te bewijzen. Het was mijn eenige tan
te!"
Mina veegde haar oogen af, terwijl Miesje's moeder
eenige woorden van deelneming tot haar sprak en.
haar permissie gaf. Zij had iemand te dineeren willen
vragen, dan moest zij maar iemand nemen om te hel
pen.
Zij besprak het geval later mert haar man en deze
gaf haar volkomen gelijk; van de vervulling van een
heiligen familieplicht mocht men niemand weerhou
den. Mina ging dus Zondagmiddag vrij vroeg uit, zij
had een witte japon aan met een eenvoudigen zwarten
regenmantel er over heen, en daar miss Collins ook
uit. was, moest- Miesje zoo lang bij het kamermeisje
blijven tot deze ook weg ging. Lise was altijd erg aar
dig en Miesje had er niets tegen bij haar Zondagsch
toilet maken tegenwoordig te zijn. Zij deed een lichte
blouse aan, even mooi als die van Miesje's moeder, en
een witten rok, die wel wat dun werd, want telkens
als zij hem gedragen had moest zij hem wasschen. Zoo
zag zij er heel aardig uit. Lize's laarsjes pasten helaas
niet bij dit fraaie toilet, er waren groote gaten in de
zolen en toen het meisje ze aandeed, stak de rechter
teen dadelijk weer in de lucht.
„O weeriep Miesje op meewarigen toon eg. Lize
haalde de schouders op, dacht een oogenblikje na en
liep als de wind de kamer uit. Zij kwam weldra terug
met een paar keurige laarsjes in de hand, en knoopte
ze zoo gezwind vast, dat Miesje geen tijd had haar
verbazing te uiten. Want, waren dat niet de beste
laarsjes van mama, van heel fijn leer waren ze en
eigenlijk droeg moeder ze alleen als ze uitging- en heel
netjes moest wezen. Miesje kende ze best, zij had ze
moeder dikwijls moeten aangeven en dan zag ze hoe
mooi de zijden voering was en hoe zacht en glimmend
het leder. Maar voordat, zij iets kon zeggen was Lize
d klaar, zij zei het kind haastig goeden dag, vroeg
f zij vooral heel lief zou wezen en. weg was zij.
Miesje had geen gelegenheid hetgeen zij gezien had
aan moeder te vertellen. Zij vergat het misschien; de
visite kwam en moeder had niet veel tijd, daar zij aan
le noodhulp voor dien dag alles moest uitleggen. En
laarna kwam miss Collins thuis en de Zondag was
'fgeloopen voor het kind.
Den volgenden morgen zocht moeder naar haar
laarsjes, zij begreep maar niet waar zij gebleven waren.
Zij wou ze aandoen, en zij schenen verdwenen te zijn.
Maar daar kwam Lize aan met de laarsjes in de hand:
Zij had hoofdpijn, was uit haar humeur en begreep
liet dat mevrouw niet meer wist, dat de laarsjes bo
ven in de kast stonden, Lize had ze er zooeven van
laan gehaald.
Moeder was verbaasd over haar vergeetachtigheid;
laar wist zij nu letterlijk niets meer van. En hetgeen
haar ook zeer verwonderde: er waren van ieder laarsje
ïen paar knoopen af. Lize was zoo vriendelijk dadelijk
aan te bieden of zij ze ook even wou aannaaien.
Miesje was tegenwoordig bij dit onderhoud; zij be
gon zoo vreeselijk droevig te kijken, wat miss Collins
lachend vroeg waarover zij zoo ernstig nadacht.
„Ik wou zoo graag weten of George Washington
werkelijk nooit gejokt heeft, zoo'n heel klein leugen
tje."
En Miesje vouwde smeekend de handen.
Miss Collins geraakte in vuur.
„Heb ik je dat dan niet gezegd? Neen, hij heeft
nooit .in zijn leven gelogen."
„En is hij nu in den hemel?"
„Natuurlijk kind. Als hij gejokt had zou hij niet bij
onzen Lieven Heer in den hemel zijn."
Miesje ging na dit gesprek met miss Collins naar
de stad. Zij kwamen een heer tegen, die Miesje „mijn
lieve schat" noemde; hij vroeg wanneer hij vadertje
dien dag- wel eens spreken kon.
Miesje antwoordde, dat vader 's avonds om zes uur
altijd thuis kwam om te eten, en toen die mijnheer
vroeg hoe het met moeder ging, gaf Miesje de beste
berichten. Hij zou 's avonds om zeven uur bij vader
komen, dat moest Miesje hem maar vast vertellen. Zij
bc-loofde het, maar vergat het dadelijk weer en miss
Collins had werkelijk ook wel over andere dingen te
denken. Zoo kwam het, dat mijnheer Scharf juist op
het oogenblik kwam, dat Miesje bezig was haar vader
goeden nacht te zeggen. Zij zat op zijn schoot en moe
der stond er naast.
„Mijnheer Scharf?" Vader kreeg een vuurroode
kleur. „Neen, dien wil ik niet ontvangen!" voegde hij
■er langzaam bij. „Lize, zeg maar aan mijnheer, dat ik
geen tijd heb."
Miesje leunde met het hoofdje tegen vaders borst.
„Ik heb gezegd, dat u na zes uur altijd1 tijd hebt."
„Ach kom!" hij schoof haar van zich af. „Ik heb
geen tijd, en ik heb hoofdpijn!"
Lize kwam terug.
„Mijnheer Scharf vraagt of hij mevrouw dan een
oogenblik mag spreken."
Moeder dacht even na. Toen zeide zij met haar zach
te stem: „Zeg maar Lize, dat ik pas uitgegaan ben
en dat jij het niet geweten hebt."
Mijnheer Scharf kwam dus niet in de kamer en va
der en moeder schenen daarover zeer verheugd te we
zen. Hij was een neef van moeder en was eens zeer on
beleefd tegen haar geweest. Nu wou hij dat weer goed
maken; maar bet was te laat, vader en moeder wilden
nooit meer iets van hem weten en Miesje kreeg bevel
voortaan altijd te zeggen, dat vader en moeder niet
thuis waren, als mijnheer Scharf hen bezoeken woud.
Het kind' gaf geen antwoord- en vader trok haar
weer naar zich toe.
„Heeft Miesje het goed begrepen? Zij zal gehoor
zaam wezen, niet waar en doen wat haar ouders zeg
gen
Zwijgend zag het. kind- beurtelings vader en móeder
aan en miss Collins, die juist binnenkwam en de
laatste woorden slechts gehoord had, vond het niet
kwaad haar bekrachtiging aan het feit te verleenen en
zeide
„Niet waar Miesje, je wilt altijd een lief, zoet kind
zijn, opdat je ouders tevreden over je zijn en je latei-
in den hemel kunt komen?"
Toen schudde Miesje het hoofd en er kwamen tra
nen in haar oogen.
„Neen miss Collins, naar den hemel wil ik niet
meer! Haar ben ik heelemaal alleen met den Lieven
Heer en George Washington!"
En zij barstte in tranen uit.
GEBRUIKS AANWIJZING ROND IEDER STUK.
BURGEMEESTEE en WETHOUDERS der gemeente
ALKMAAR zullen op Maandag; 4 Juli a.s., des
nam. te ll/j ure, ten stadhuize, in het openbaar
aanbesteden
Aanwijzing zal geschieden op Donderdag 30
Juni a.s., des nam. 1 uur, te beginnen bij de rei
niging.
Bestekken met teekeningen zijn, voor elk werk
afzonderlijk, ter gemeente-secretarie verkrijgbaar voor
f 1,50 per stel.
De gezegelde inschrijvingsbiljetten, voor elk werk
afzonderlijk, moeten door aannemer en twee borgen
persoonlijk onderteekend, ter gemeente-secretarie zijn
ingeleverd op den dag der aanbesteding vóór des nam.
1 uur.
Inlichtingen ten kantore der gemeente-werken.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JAN DE WIT Dz., Voorz., lo. Burg.
DONATH, Secretaris.
DIRECTEUREN der ONDERLINGE BRANDWAAR
BORG-MAATSCHAPPIJ genaamd „Sehermeer's
Brandoontract voor gebouwen", in werking
gein-acht Januari 1813, geven bij deze kennis aan de
deelhebbers, dat de jaarlijksche Algemeene Vergade
ring, zal plaats hebben op MAANDAG 4 Jl'El
ÏOIO, des middags 13 ure, ten huize van K. BRAK
te Stompetoren.
Pun en van behandeling der Vergadering,
a. Rekening over het dienstjaar 1909/1910.
h. V erslag.
Namens Directeuren voornoemd
C. GROOT (!z.,
Directeur-Boekhouder.
Notaris GOTTJIER,
te Obdain, zal Woensdagen 13 en 30 Juli 1910,
telkens s' avonds O1 /2 uur, bij opbod en afslag, in het,
„Gulden Vlies 'j aan de Choorstraat te Alkmaar, ver
koopen
Het onlangs geheel nieuw gebouwde woon- en
winkelhuis, annex brood- en koekbakkerij
van ouds genaamd „de gekroonde olifant", benevens
bovenwoning met afzonderlijken opgang met
erf, aan het Luttik-Oudorp te ALKMAAR, groot
1 A. lO e.A., te veilen in 2 perceelen en voor vele
andere doeleinden geschikt.
zal verkoopen te ALKMAAR, in het Café „de Kroon"
aan het Waagplein, op Dinsdag 38 Juni 1910 bij
opbod en op5 Juli d.a.v. bij afslag, telken dage des
avonds 7 uren
Het allergunstigst staande
te Alkmaar aan de Houttil, wijkno. 19, groot 72 cen
tiaren.
Behoorende tot de nalatenschap van Mej. Wed, J.
J. SMEETS.
Notaris te Alkmaar, is voornemens op Woens
dagen 13 Juli 1010. bij opbod, en 30 Juli 1910,
bij afslag, telkens des middags 13 uur, in het
café „Veerburg", aan de Kleine Sluis te Annapaulowna,
in het openbaar te verkoopen
De zeer gunstig aan den Meerweg in de
gemeente Annapaulowna staande en liggen
de BOl W1IOEVE, genaamd „Zwarte Wil
lens". bestaande uit goed onderhouden
Huizen, Erven en diverse perceelen uit
muntend Bouw- en Weiland, ter gezamen
lijke grootte van 39 B.A. 19 A. 10 e.A.
De verkooping geschiedt in perceelen en in com
binatiën.
De aanvaarding kan geschieden, bouwland na het
ontblooten der schoof in 1910, weiland met kerstmis
d.a.v., gebouwen 1 Mei 1911.
Eigenaar de Heer Dr. D. BAX te Wieringerwaard.
Inlichtingen worden verstrekt ten kantore van no
taris J. VAN DER VEEN te ALKMAAR. Oude
gracht 289,
Breeder bij biljetten.
INMIDDEES UIT DE HAND TE KOOI».
notaris te Alkmaar, is voornemens op Woens
dagen 39 Juni 1910 bi j opbod en O Juli 1910
bij afslag, telkens des middags 13 uur, in het café
de Vlas- en Korenbeurs" te ANNAPAULOWNA,
in liet openbaar te verkoopen
De zeer gunstig, aan den Zwinweg in de
gemeente Annapaulowna staande en lig
gende BOUWHOEVE, genaamd „Geere-
stein", bestaande uit goed onderhouden
huizen, schuren, erven en diverse perceelen
uitmuntend bouw- en weiland, ter gezamen
lijke grootte van 30 H.A. 95 A. 70 e.A.
De verkooping geschiedt in perceelen en in com
binatiën.
De plaats is in huur bij den hem JSCHENK Cz.,
de landerijen tot 25 December 1912 en de gebouwen
tot 30 April 1913.
Inlichtingen worden ve.strekt ten kantore van
notaris E. G. VAN SENDEN te DIEREN en ten
kantore van notaris J. VAN DER VEEN te ALKMAAR,
Oudegracht 289.
Breeder bij biljetten.
bestaande uit3000 Yloerdeelen. 300 M-3 greenen
en eiken balken. Groote partijen Scliotdeelen
en Bibliout. 1,000.000 Waal Vechtsche en Drie
lingen, alsmede een partij Friescke Klinkers.
«V Groote partij Marmertegelsin; verschil
lende maten, dito Eambriseeringen met lijst en
plinten, dito Schoorsteenmantels, 40,000 Dak
pannen, enz. enz.
Te zienRaadhuisstraat, hoek Singel, en te
bevragen bij A. B. BAARS, Nieuwe Heeren
gracht 81. Amsterdam.
wanne r g^ e<t fllrk, goed passend CORSET
wdt drageD, l»*t U -r d*n een» e»n ram eten
bij A. A. PASSENS, Oude Minhuispsort 2-3
Am*t»rd*in. dev. 1825 Tel. 8393. Solide
sf.e k Dg elegfcn'e ciupe, fdte bsslrinen.
Naast VROOM DREESMANN.
- EERSTE KLAS -
Accurate regeling. Degelijke garantie.
W.r. STOEL »200N
ALKMAAR
Mantel- en Stoffenmagaziju.
Uitgebreide collectie
Mousselinen
Blousenb^*'^\a\\Xi.-® Handschoenen.
Kousen. Corsetten-
HV Wollen, Linnen en Batist Costumes.
J. H. WIEEEBS, Alkmaar, Tel. No. 347-