DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 148
Honderd en twaalfde faargang
1910
MAANDAG
27 JUNI
Nationale Militie.
Lit Hoi- en Hoofdstad.
B 1 N 5 E X I. A N B
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. L, Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
16 AUGUSTUS 1910: BAREND DEKKER.
i
ALKMAARSCHE COURANT
ilAVtj
HERHALI\GSO£FEMNGEN
De BURGEMEESTEE der gemeente ALK HAAR
gelast, krachtens bekomen aanschrijving de onder
staande verlofgangers der nationale militie, binnen
deze gemeente in het register van verlofgangers inge
schreven, om zich, ter bijwoning der herhalingsoefe
ningen, bij hun korps tc vervoegen als volgt:
2e Regiment Vesting-Artillerie, lichting 1903, gar
nizoen KAARDEN
18 JULI 1910: JOHANNES ADRIANUS CRA
MER.
Korps Pantserfort-Artillerie, lichting 1907, garni
zoen HELDER:
1 AUGUSTUS 1910: FRANCISCUS EVERS.
5e Regiment Infanterie, lichting 1909, garnizoen
AMERSFOORT:
Korps Torpedisten, lichting 1908, garnizoen HEL
DER:
29 AUGUSTUS 1910: JAN LUTE.
Regiment Grenadiers en Jagers, lichting 1904, gar
nizoen 's-GRAVENHAGE
12 SEPTEMBER 1910: ANTON1E WILLEM
GERVER.
7e Regiment Infanterie, lichting 1904, garnizoen
AMSTERDAM:
12 SEPTEMBER 1910: HENDRICUS JOHAN
NES MARIA HANRAADS.
7e Regiment Infanterie, lichting 1904, garnizoen
NAARDEN:
12 SEPTEMBER 1910: CORNEL1S WITTICH.
10e Regiment Infanterie, lichting 1904, garnizoen
HELDER:
12 SEPTEMBER 1910: DANIëL WILLEM HART
MAN.
Den verlofgangers wordt hierbij gewezen op de na
volgende bepalingen:
lo. dat de miliciens-verlofgangers woonachtig in de
plaats van opkomst, zich op den dag voor de op
komst bepaald, uiterlijk te 8 uur voormiddags bij
het korps moeten aanmelden;
2o. dat de miliciens-verlofgangers woonachtig bin
nen 20 K.M. van de plaats van opkomst, op den
dag voor de opkomst bepaald, uiterlijk te 10 uur
voormiddags bij het korps aanwezig moeten zijn;
8o. dat de overige miliciens-verlofgangers voor zoo
veel zij binnen het Rijk gevestigd zijn, zich op
den dag voor de opkomst bepaald, met het eerst
vertrekkende openbaar middel van versneld ver
voer van liunne woonplaats of naaste station
naar de plaats van opkomst moeten begeven, en
voor zooveel zij buiten het Rijk gevestigd zijn,
zich op dien dag vóór 4 uur namiddags bij hun
korps moeten aanmelden.
Voor zooveel de miliciens door ziekte of om eene an
dere reden niet tot den werkelijken dienst kunnen
overgaan, worden zij verzocht daarvan vóór het tijd
stip voor de opkomst bepaald, ter gemeente-secretarie
mededeeling te doen.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
Alkmaar, 27 Juni 1910.
ALKMAAR, 27 Juni.
Als er eens een eeuw voorbij is
Zal dan de week van 2027 Juni op den politieken
kalender zijn aangeteekend en zoo ja, welke gebeurte
nis zou er dan bij vermeld staan? Dat Roosevelt in
Nieuw-York is aangekomen en schitterend ontvangen
is? Dat minister Asquith twee deputaties van vereeni-
gingen voor vrouwenkiesrecht ontvangen, maar weinig
hoop op invoering van het kiesrecht in Engeland ge
geven heeft? Dat prinses van Wied, prinses Marie der
Nederlanden overleden is? Dat het koninklijk echtpaar
van Bulgarije Parijs bezocht heeft? Dat er in Pruisen
twee nieuwe ministers gekozen zijn? Dat er brand is
uitgebroken op de wereldtentoonstelling te Brussel?
Dat Hofrichter veroordeeld is? Dat koning Frans Jo
zef met blijdschap het Hongaarsche parlement heeft
geopend, wijl er nu een stevige regeeringsmeerderheid
is? Dat het passagiers-luchtschip Zeppelin VII den
tocht van FriedrichshafenDüsseldorf met succes
heeft volbracht
Wij kunnen slechts vragen en veronderstellen. In
dien een van deze hierboven genoemde feiten, die de
geschiedenis der afgeloopen week vrijwel geheel om
spannen, aan de vergetelheid ontrukt mocht worden,
dan is hejf vermoedelijk wel het laatste. De merkwaar
dige tocht is zoo niet onopgemerkt, dan toch zeer
kalm voorbijgegaan, hoewel het schip als de „Deutsch-
land" is overgedragen aan een luchtvaartmaatschap
pij, die het voor het luchtverkeer heeft ingericht. Het
ziet er zeer genoegelijk uit, de kajuiten voor de passa
giers zijn gerieflijk, de stoelen gemakkelijk, de ruiten,
die zulk een schoon, ongekend uitzicht kunnen geven,
groot. Om de passagiers rustig te doen genieten wer
den de motoren nu en dan halve kracht gezet, de ach
terste motoren zelfs uitgeschakeld. De reizigers, die
het voorrecht hadden een reisje mee te maken, waren
verrukt over het genot, dat zij in den oceaan, die zich
boven onze hoofden uitstrekt, hebben gesmaakt. Nog
zijn de kosten vrij hoog, maar reeds is de passagiers-
prijs verlaagd tot 60 gulden, terwijl er ook tochtjes
van 30 gulden zullen worden ondernomen, gelijk nu
reeds wordt medegedeeld. Geregeld zullen de tochten
vooreerst nog niet plaats hebben. Men is nog te zeer
afhankelijk van allerlei invloeden, zooals bijv. de re
gen. Maar men zal die waarschijnlijk wel leeren over
winnen en het zou al heel erg moeten tegenvallen als
de tocht van deze week iliet de voorlooper is geweest
van een geregeld passagiers- en wellicht ook goederen
vervoer tusschen verschillende stations door de lucht
heen cn daarom is het heel wel mogelijk dat de datum
van 21 Juni, waarop deze eerste tocht plaats had, voor
het nageslacht bewaard blijft en over een eeuw wordt
herdacht.
Gisteren was het ook een gedenkdag op het gebied
der luchtvaart. Het was n.l. honderd jaar geleden, dat
Joseph Montgolfier overleed, die tot voor kort met zijn
broeder, gold voor den uitvinder van den luchtballon.
Nieuwere onderzoekingen hebben geleerd, dat een pa
ter Bartholomeus Laurenzo de Gusmao reeds 74 jaar
tc voren in Lissabon een bal boven een vuur liet op
stijgen, maar dit feit is zoo weinig bekend geworden,
dat wij gaarne vasthouden hetgeen we vroeger van on
zen ouden „meester" den jongeren lezers zij mede
gedeeld, dat dit de eeretitel was' van den ouderwijzer
hebben geleerd: de gebroeders Montgolfier vonden
de naar hen genoemde Montgolfière uit, bestaande uit
een papieren zak met lucht, waaronder een vuurtje
brandde. Wij leerden van den papierfabrikant, die
met een valscherm van het dak sprong, later echter
de luchtballon uitvond, die vroeger bij schoolfeesten zulk
een groote rol speelde en thaus ook nog wel eens het
hoofdnummer van een programma voor een volksfeest
vormt. De uitvinders hadden er ech'ter niet alleen
de bestemming van een speeltuig aan gegeven, zij
hoopten met zeilen en roeren hun ballon bestuurbaar
te maken. Die taak was echter te zwaai' en de moeite
te vergeefsch. Voor den lateren tijd, was het na tal-
looze nuttelooze, deels zeer ongelukkig afgeloopen, po
gingen weggelegd het toen reeds nagestreefde doel
met behulp van de betere techniek te bereiken. Mont
golfier heeft dengenen, die na hem kwamen, echter
het lichtende spoor achtergelaten en dat is het mooie
resultaat geweest van zijn werk, dat hij ondanks veel
tegenspoed heeft verricht. In dit opzicht zijn Zeppe
lin en hij te vergelijken. Ook Zeppelin heeft met veel
tegenspoed te kampen gehad Echterdingen, de ramp
der Zeppelin III maar ook hij versaagde niet. Mont
golfier heeft zijn ballon de lucht zien ingaan, Zeppelin
zijn bestuurbaar luchtschip. De Montgolfière is sinds
dien veel verbeterd, ook de Zeppelin, zuiverder product
nog van de techniek, zal steeds meer volmaakt en
steeds meer betrouwbaar èn daardoor echter ook steeds
nuttiger en voordeeliger worden.
De Haagsche Kiekjesman van het N. v. h. Noorden
beweert, dat het ontslag van generaal Sabron als clief
van den generalen staf een gevolg is van ernstig mee-
ningsverschil tusschen de heeren generaals Sabron en
Cool. „Deze hooge autoriteiten konden het in het ge
heel niet met elkander eens worden en leefden op het
laatst in volslagen officieelen onmin. Het moet trou
wens aan het Departement van Oorlog thans een rare
boel zijn; leiding ontbreekt er geheel en alles loopt
er in het honderd. Toch betalen de belastingplichti
gen elk jaar maar goedig hun 28 millioen om die
oorlogszaken op de been te houden.
Wij, Nederlanders, zijn „après tout" toch maar brave
kerels."
Schrijvende over de Leidsehe studentenfeesten zegt
Ego in de Prov. Geld. en Nijm. Ct.
„Het barre fuiven schijnt tot meer bescheiden ver
houdingen te zijn gekomen, nu ze niet meer gevonden
worden die louter voor de jool naar Leiden komen,
zich wel laten inschrijven maar op geen college ver
schijnen. De tijd dat de Leidsehe „Alma Mater" de
heeren tot zich zag komen, omdat die meesterstitel
niet onaardig was, maar après tout toch maar bijzaak
bleef, is voorbij. Zelfs het adellijk element, dat hier
vroeger op de kroeg en bij de lustra den hoofdtoon
kon voeren, omdat 't er op een ton meer of minder
niet aan kwam, heeft die gezaghebbende positie lang
zamerhand door meer democratische 'elementen zien
innemen. Voor wien de titel vroeger luxe was omdat
't toch wel „gekleed'' stond, is examen en promotie
nu ook noodzaak geworden.
En waar de groote vermogens dei oud-adellijke fa-
miliën verbrokkelden en opraakten, zijn 't nu de zonen
der vaderlandsche nijverheid en groot-industrie die
met tonnen goud's aan de lustrumfeesten pracht en
praal bijzetten. Voor hen zal die studie-tijd vrucht
dragend zijn, omdat zij straks van hun kennis en hun
wetenschap zullen meedragen naar de groote belangen
van handel en inüur.trie, die op jonge krachten wach
ten. Wat de jongere generatie der oud-adellijke ge
slachten verzuimde en met een zeker verval inboette,
zullen zij dus wel doen en zich spiegelen aan de ge
dragingen dier schitterende figuren uit dat glorieuze
bloei-tijdperk, waarin handel en nijverheid de beoefe-
ning van kunst en wetenschap niet versmaadde.
Een Ilaagsch ingezetene, wiens woning niet be
nijdenswaardig aan de openbare markt (Prinse
gracht) ligt, heeft in een grof adres aan den Raad
zijn hart eens gelucht over het geweldige lawaai, dat
die markt eenige dagen per_ week veroorzaakt.
Verklaarbaar al was de vorm zeer ongelukkig.
Maar een aantal inwoners in andere straten genie
ten zulk kabaal eveneens. Zoo zijn er straten, die door
seizoenkooplieden in vruchten worden bevoorrecht met
een dagelijksch concert van toeter en bel, waarmede
zij hun luidkeels uitschreeuwen van hun waar ac-
compagneeren. Niet minder schrikwekkend is het
door benzinestank geparfumeerde getoeter en gebrul
van diverse auto's. Maar bovendien wordt in de bui
tenwijken vaak de rust van een gansche buurt uren
lang' verstoord door liet gejammer van een huisorgel
of het meestal niet minder hinderlijke afdraaien van
het repertoire van een grammofoon.
Het komt mij ondenkbaar voor, dat de wet géén ge
legenheid' geven zou, tegen al zulken „groben Unfug"
op te treden. Maar als daartoe een middel is te vin
den, laat men dit dan, zegt de Haagsche briefschrijver
van het N. v. d. D., niet alleen en niet in de eerste
plaats toepassen op arme kooplieden, maar 't in ééns
invoeren voor al die lieden samen, die tegenwoordig
een groote stad bijna onbewoonbaar maken.
De intocht van den hond bij het Amsterdamsche po
litiecorps is nog steeds geen triomfantelijke geweest,
aldus Jan van de Munt in de Leeuw. Ct.
„Er zijn eeu paar rechercheurs, die liefhebberen met
een hybriede tusschen Kees en herdershond, een in
specteur loopt geregeld rond met een ongedrilden Dob
berman Pincher, en een commissaris doet in 't Von
delpark wel eens wanhopige pogingen zijn mager her
dershondje te laten „speuren," wat deze vooral doet,
als er ergens een goedgésmeerde boterham in de buurt
is. Ook ziet men 's avonds de mannen van den Par
ticulieren Veiligheidsdienst wel eens „werken" met
slaperige fikkies, die keffen ook tegen uiterst goed
gezinde lieden. Maar de serieus© politiehond wil er
hier nog niet in. Hoeveel meer echter bij particulie
ren, en dit niet steeds particulieren van het allerbeste
slag'. Zij prefereeren den Dobberman Pincher, die
modehond geworden is, boven den Ayredale-terrier,
boxer of herdershond; en aan zijn politioneel® geaard
heid geven zij, naar we vermoeden een wending in de
richting van het aanblaffen aan lieden wier aanwezig
heid zij minder op prijs stellen. Zoo ziet men den
kloeken Pincher nog al veel in de kroegjes in de
Warmoesstraat en omgeving, en ook soms als begeleid-
hond van dames, wier gezelschap nu juist niet tot de
aanbevelenswaardige behoort. Aldus groeit hier een
hondenras, waarvan we het vermoeden hebben, dat het
effect zal krijgen een averechtsche handhaving van de
openbare orde, en dienen zal om zekere kracht bij te
zetten aan argumenten, waartegen trouwens in den
regel weinig te redeneeren valt. Het is een niet zeer
aangenaam vooruitzicht, dat 't eenmaal zoover komen
kan, dat men een edelen Dobberman op zijn kuiten af
ziet rennen en van zijn baas de boodschap erbij krijgt:
„Als je me geen rijksdaalder geeft, bijt hij door. Hij
is er op gedresseerd, alleen als hij zilvergeld hoort
rammelen houdt hij zich koest." De autoriteiten op
dit gebied moeten maar zeggen of zulk een dressuur
mogelijk is. Zoo ja, wat er dan tegen te doe»? Men zal
toch moeilijk van ons, Amsterdammers, die nu al een
Particulieren Veiligheidsdienst onderhouden, gaan
vergen, dat we ons een specialen hondenweer gaan ge
troosten. En hoe? Toch niet met gedresseerde olifan
ten, of een ander gsjdierte uit de woestijn, dat opge
wassen is tegen een preisgekrönten blaf- en bijthond?
Het bekende panoramagebouw, dat ongeveer een
half jaar gesloten is geweest is, naar de Amsterdam
sche medewerker van de Am. Ct. meldt, weer een at
tractie geworden voor stadgenoot en vreemdeling. De
directie is thans tot haar oudste liefde teruggekeerd
en „Het Beleg van Haarlem" dat bij de oprichting
der Maatschappij dienst deed, word thans weer ver
toond. Dat doek heeft een geheele geschiedenis achter
den rug. Het werd na de oprichting der Panorama-
maatschappij in 1878, vervaardigd door den kunstschil
der Tetar van Elven.
Zoo historisch getrouw mogelijk, de figuren op de
ware grootte, vervaardigde hij dit kolossale werk. In
1880 werd het ter bezichtiging gesteld. Het trok tal
van bezoekers, die allen onder de bewondering geraak
ten van de prachtige vergezichten en menigeen deden
huiveren van de aanschouwelijk voorgestelde wreed
heid der Spanjaarden. De critiek werd echter niet
gespaard en toen het bezoek wat begon te luwen, lieten
de beheerders van het panorama de gebreken, die het
aankleefden veranderen. Het waren de schilders Koe
koek, van der Waay en Witkamp, die naar teekeuingen
van f Ti. Rochussen meer eenheid) in de figuren brach
ten. In 1883 ten tijde van de wereldtentoonstelling-
werd het wederom geopend. Ook toen trok het veel
publiek. Maar eindelijk liep het niet meer en werden
gedurende tal van jaren andere meesterwerken op dit
gebied vertoond, als: Nova Zembla, Scheveningen,
Constantinopel en Jeruzalem. Dit laatste doek werd,
zooals men zich herinneren zal, het vorig jaar ver
kocht en toen dit weggenomen werd kwam weer te
voorschijn want het doek was blijven hangen het
van ouds bekende schilderstuk. Het was zooals te be
grijpen was er niet beter op geworden. Ongeveer vijf
en twintig jaar was dit verborgen geweest, een oud
geslacht had plaats gemaakt voor een nieuw en de di
rectie riep de hulp in van den schilder A. M. Gorter,
die wei weer kans zag de figuren op te halen, nieuwe
luchten maakte en het landschap verfrischte. Boven
dien kwam men op de goede gedachte om het plat
vorm, vanwaar men het panorama bewondert te meta-
morphoseeren in een Spaansche schans, waardoor dit
nagemaakte beleg nog meer ons in de werkelijkheid
tracht te verplaatsen, en vermoedelijk zal thans dit
nieuwe oude doek dat door de Panorama-maatschappij
nieuw leven is gegeven ook haar een krachtiger leven
schenken, dat ze in de laatste jaren heeft gehad.
De Amsterdamsche briefschrijver van het Utr. Dag
blad heeft ook „Het beleg van Haarlem" gezien.
Indertijd werd het geschilderd door Teten van El
ven. Mévrouw BosboomToussaint zat ervoor en
droomde haar historische romans er naar. De uitval
van Kenau Simonsz Hasselaar was het hoofdmoment.
Dat was meer romantisch dan historisch. In dien tijd
hinderde zulks niet.
Nu moet men weten dat Teten van Elven helpers
'had gehad. Onderanderen een der vele Koekkoeks.
Voor de jongste reparatie kreeg de schilder Gorter
opdracht het doek bij te lappen, 't welk hij conscien-
tieuselijk deed.
Nu staat daar van zekere partij een boom. Hé wat
doet die boom vreemd, meende ik op te merken. Een
romantische stam, 'n kroon, blaadje voor blaadje afge
beeld. precies 'n Koekkoek.
Is ook 'n Koekkoek.
Maar die top. 'n totaal andere top.
Wat denkt men?
De top is van Gorter.
De historici hebben nu wat den inhoud betreft
Kenau Simonsz is verdwenen gelijk gekregen.
Picturaal geeft echter dit panorama een overzicht
van de historie onzer schildersschool in de laatste
halve eeuw.
HOFROUW.
De opper-eeremoniemeester van H. M. de Koningin
maakt in de „Stct." bekend, dat het Hof, ingevolge
de bevelen van Hare Majesteit de Koningin met
ingang van 26 Juni 1910 den rouw zal aannemen
wegens het overlijden van Hare Koninklijke Hoogheid
Mevrouw de Vorstin, Weduwe van Wied, geboren
Prinses der Nederlanden, voor den tijd van drie
wolten, en weltwee dagen zwaren rouw, zes dagen
middelbaren rouw en twee weken lichten rouw.
VERKIEZING EERSTE KAMER.
De Tel. verneemt, dat bij de vrijzinnige leden
van de Provinciale Staten van Noord-Holland het
voornemen bestaat, in de vacature-Rahusen voor de
Eerste Kamër te kiezen jhr. mr. dr. A. Föell, burge
meester van Amsterdam.
PROVINCIALE STATEN VAN
NOORD-HOLLAND.
Gedeputeerde Staten stellen voor, aan de Noordhol-
landsche vereeniging tot bestrijding der tuberculose
voor Ï911 10.000 subsidie te geven.
Verder o. a. voor de Alkmaarsche Huishoud- en In
dustrieschool 1500 per jaar over het tijdvak 1911/
1913 ;voor de af deeling Ambachtsscholen van de
Maatschappij voor den Werkenden Stand 4000 per
jaar voor de eerste ambachtschool en 2000 voor de
daaraan verbonden avondteekenschool.
Het subsidie voor de teekenschool te Edam, dat tot
nu toe J 1400 per jaar bedroeg, wenschen Gedeputeer
den te brengen op 1750, om de gelegenheid open te
stellen, aan die school een cursus te verbinden in het
boekhouden.
Waar in 1908 afwijzend werd! beschikt op het ver
zoek van de afdeeling Krommenie van den Ned. R.-K.
Volksbond om steun voor haar teekenschool, omdat
die school niet voor andere gezindten zou toeganke
lijk wezen adviseeren Gedeputeerde Staten thans voor
1910/12 100 per jaar toe te staan, omdat de school
nu ook voor anderen dan Katholieken zal toegankelijk
worden gesteld.
Gemengd Nieuws.
GEEN STRAF.
Nu de commissie van advies voor het opleggen van
straffen aan politiedienaren den hoofdcommissaris
van politie heeft geadviseerd, den inspecteur Van
Rossen geen straf op te leggen, in verband met de
klacht, door den heer Van Raalte tegen dien politie
ambtenaar ingediend, is ook de geringe geldboete wel
ke den lieer Van Rossen aanvankelijk was opgelegd,
meer met de bedoeling', hem in de gelegenheid te stel
len zijn zaak door de commissie van advies te doen
onderzoeken, ingetrokken.
Mr. DE JONG, CANDIDAAT-WETHOUDER.
De drie rechtsche partijen in den Rotterdamschen
raad zullen bij de a.s. verkiezing van een vijfden wet
houder uitkomen met een candidatuur mr. de Jong.
Aan een eventueele verkiezing tot wethouder zijn de
zelfde voorwaarden verbonden als reeds bij een vorige
gelegenheid aan mr. de Jong zijn gesteld n.l., dat hij
zal bedanken: le. als lid der Tweede Kamer voor Rot
terdam, 2e. als hoofdredacteur van „De Rotterdam
mer" en 3e als voorzitter van den Bond van Anti-rev.
Kiosvereenigingen te Rotterdam.
UIT OUDKARSPEL.
Bij de Zaterdag gehouden aanbesteding van 80 M3.
grond waren ingekomen drie inschrijvingsbiljetten:
C. de Wild a 2.79 per M3; firma W. F. Stoel a
2.80 per M3. en P. Metselaar a 2.90 per M3., allen
te Alkmaar.
Voor olie, reuzel enz. 2 biljetten:
•)b. Jong, Noord-Scharwoude 263.64; Jn. Timmer
man, Oudkarspel 264.75.
Aan de laagste inschrijvers g-egund.
Zijnde voor de houtwaren alleen door de firma