DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 153
Honderd en twaalfde Jaargang
S9I0.
ZATERDAG
2 JULI.
Gevaarlijke verslagen.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt elkeri avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden Q
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
O—
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen
ALRMAARSCHE COURANT
AI C
|AVli
In den laatsten tijd dringt zich de vraag weer op
den voorgrond wat er toch té doen is tegen de te
groote publiciteit der sensatieprocessen.
Het euvel is ten onzent niet zoo groot als elders.
Wanneer wij mogen aannemen, dat eensdeels daarvan
do verklaring ligt "in onze grootere soliditeit, zal ze
ker voor een ander deel de reden van deze gunstige
omstandigheid gezocht moeten worden in het feit, dat
onze pers niet of nagenoeg niet per nummer verkoopt
en dus niet in zoo hooge mate aanleiding heeft zich op
de sensatie te werpen als vele buitenlandsche bladen,
die met pakkende opschriften het meest sensationeele
voorop moeten schuiven oni lezers te trekken.
Intusschen het euvel bestaat bij ons en er is geen
enkele reden om aan te nemen, dat wij op dit punt het
slechte buitenlandsche voorbeeld niet meer en meer
zullen gaan volgen. Groote en veelzijdige beschaving
is tegen het kwaad zelf volstrekt geen voorbehoedmid
del. I)at bewijst tot zekere hoogte nog eens weer de
proef, onlangs in een particulieren, zeer beschaafden
kring genomen. Het 'was in den tijd, dat juist een ge
lichtmakend proces aan de orde was. Een tiental ont
wikkelde mannen kwamen ongeveer tegelijk een groo
te courantenleeszaal binnen. En nauwelijks hadden
zij allen een courant in handen of de waarnemer kon
opmerken, dat negen althans zeker begonnen met de
uitvoerige verslagen van het proces in kwestie, terwijl
hij aan den tienden niet kon zien, wat deze het eerst
las.
Dit is in elk opzicht te verklaren. Wat Zola „do
cuments humains" genoemd heeft, wat dus in elk ge
val voor wie student in menschenkennis is gewichtige
leerstof is, lean men in zulke verslagen vinden. Leest
men ze uit dit oogpunt, dan zullen ze zeker geen
kwaad doen. Doch hoe weinigen doen dat, hoe velen
wenden alleen zulk een psychologische belangstelling
voor om gewonen sensatielust te bedekken en hoeve-
len denken zelfs niet aan die bedekking en lezen uit
sluitend om de sensatie, om de kiesche bizonderheden,
om zinneprikkelingi En zoo. worden dan die uitvoeri
ge verslagen ernstiger kwaad dan de ultra-romanti
sche zinneprikkelingsliteratuur, omdat zij nog „ech
ter" zijn Han een roman, omdat men daar het werke
lijke leven heeft, omdat het buitendien over gebeurte
nissen van den dag gaat, ten aanzien waarvan velen
niet gaarne minder goed ingelicht schijnen dan hun
omgeving. Daarbij komt dan nog, dat het niet zelden
mensehen met naam en titel betreft, van wie men
gaarne zulke dingen leest.
Dat zulke verslagen van sensatieprocessen, waarbij
het veelal gaat om abnormale individuen en zeer kie
sche bijzonderheden uit het huwelijksleven, slechts zijn
voor den gemiddelden lezer, spreekt van zelf. Zij le
veren gewoonlijk een zeer slecht voorbeeld op, geven
een verkeerd inzicht in het leven, waar de tot genera
liseeren geneigde lezer licht die bizonder abnormale
omstandigheden voor de normale zal gaan houden ;zij
wekken op tot gelijksoortige daden en zullen bij zwak
ke individuen en kinderen heel licht de fantasie ver
giftigen en gevaarlijk zinnenprikkelend werken.
Het ware dus gewenscht dat de groote verslagen
van sensatieprocessen, gelijk wij ze nu tot gisteren
dagelijks tot in het oneindige in de Duitsche bladen
gezien hebben in het geruchtmakende Allensteiner
proces en gelijk er in den laatsten tijd in ons land bin
nen veel enger grenzen en veel bedaarder ook zijn te
vinden geweest, niet in de bladen verschenen.
Doch hoe dat te verhinderen?
Men hoort niet zelden zeggen: als de bladen over
eenkwamen die niet meer op te nemen, ware het uit.
Wij zullen niet heel veel woorden behoeven te ge
bruiken om de onjuistheid hiervan aan te toonen. Im
mers: juist de sensatiebladen zullen zich nooit daar
toe leenen en zullen vooral bij zulke gelegenheden
niet tevergeefs speculeeren op de slechte instincten
van het publiek. Een dergelijke maatregel zou dus
altijd ten nadeele komen van de betere pers en ten
voordeele van de sensatie-publicisten. En zelfs al
verbonden alle: dagbladen zich, dan zo.uden er ongetwij
feld blaadjes opstaan, die. zich alleen op die sensatie
toelegden.
In ernst eraan te denken om den dagbladen het op
nemen van sensatieverslagen te verbieden, is ook niet
mogelijk. Als het kon zou het zeker zeer gewenscht
zijn. Doch wie zal uitmaken waar de sensatie op
houdt en het belang der ernstige publiciteit begint?
Er is dus geen ander middel dan om de openbaar
heid van het strafproces te beperken. Doch is ook dit
middel afdoende en is het niet erger dan de kwaal?
Op de eerste vraag kan men niet bevestigend ant
woorden. Het is zelfs niet met zekerheid te zeggen of
het middel wel iets zou helpen, of het zelfs in sommi
ge gevallen niet een nieuw kwaad in het leven zou
roepen zonder het eerste kwaad' te doen verminderen.
Immers - het geheimzinnige lokt. Gaat men de deu
ren der rechtszaal meer en gauwer sluiten, dan is het
gevaar groot, dat de sensatiebladen zullen gaan doen
wat nu al in Frankrijk en Amerika op groote schaal
gebeurt: dat zij de rechter vóór zijn, zelf rechter van
instructie spelen en alle bizonderheden publiceeren,
Voordat nog de zaak vóór is geweest.
Het is natuurlijk niet zoo heel gemakkelijk. En de
waarheid zal bij deze wijze van handelen nog al eens
licht m het gedrang komen. Doch de schadelijke wer
king van de sensatieverslagen zal men er zeker niet
mee voorkomen.
In Duitschland beproeft men het nog al eens met
een halve sluiting, waarbij de verslaggevers zich dan
zeer te beperken hebben. Doch ook dit helpt niet, wijl
men natuurlijk de getuigen kan interviewen. Hu
roept men ook hiertegen ginds de hulp van den straf
rechter in; men vraagt drakonisehe1 straffen. Doch.al
weer zien wij niet, wat dat geven zal, aangezien men
zoo de leveranciers van sensatie-nieuws er eenvoudig
toe. dwingt den rechter voor te zijn en de getuigen te
hooren vóór zij getuigen zijn geweest, wat toch nooit
verboden zal kunnen worden en heel veel nadeel zal
opleveren voor de reclitsbehandeling der zaak.
Het sluiten van de deuren der gerechtszaal zal dus
op den duur niet veel helpen, terwijl het groote kwaad
der geheimzinnigheid in strafzaken er in eens in zeer
ernstige mate door zal toenemen.
Wij gelooven dan ook niet, dat er afdoende genees
middelen voor het kwaad der sensatie-verslagen te vin
den zijn. Men zal met kleinere middelen moeten blij
ven werken. En* als zoodanig blijft wel eenige aanbe
veling- verdienen het onlangs in Duitschland aanbe
volen middel om bij sensatiezaken eerder de deuren
te sluiten, maar dan een op de wijze van 'juryleden uit
het publiek te kiezen groep burgers te noodzaken die
zaken als publiek om beurten te volgen. Of aan deze
commissie uit het publiek dan zou moeten worden op
gedragen een kort verslag te maken, is een zaak voor
nadere overweging. Doch in elk geval zou men zoo
de ergste publiciteit kunnen buitensluiten, zonder dat
men van de zittingen geheimzinnige onderonsjes van
rechterlijke ambtenaren maakte, en men zou dan kun
nen nagaan of de belustheid op sensatie onder het
publiek zoo groot was, dat deze de zwakke broeders
onder de dagbladen zou dwingen tot de bovengenoem
de buitengewone middelen hun toevlucht te nemen
om dien sensatielust te bevredigen.
Het middel is niet afdoende. Maar het zou in elk
geval eenige verbetering kunnen brengen en ons kun
nen verhinderen in de sensatie-richting zoo ver te
gaan als in het buitenland zooveel gegaan wordt.
EERSTE KAMER.
De minister van Justitie (mr. Regout)
vervolgde gisteren zijn rede. Ook de Minister is van
meening, dat het O. M. ontlast moet worden van
werkzaamheden, maar nimmer zal de Minister dat
doen door afschaffing der civiele conclusies. Daaraan
hecht de Minister te groote waarde. Wel wil de Mi
nister verlichting van werkzaamheden zoeken door
vermindering van de administratie, welke thans aan
het O. M. is opgedragen.
Indien den Minister de wenschelijkheid blijkt ook
in hooger beroep meer getuigen te hooren, zal hij dit
aan het O. M. opdragen, maar hij wil niet noodeloos
de taak van het hof verzwaren. Om te gelasten, dat
in strafzaken alle getuigen gehoord zullen worden,
daar ziet de Minister tegen op. Het zou er slechts
toe leiden, dat het publiek nog minder geneigd werd
om mededeeling&n aan politie en justitie te doen.
Om plaatsvervangend raadsheer te worden moet
men meester in de rechten zijn, zekeren leeftijd heb
ben en benoemd worden.
Dit zijn waarborgen genoeg. Bij de benoeming
voor een zoo gewichtige betrekking zal natuurlijk
scherp worden toegezien. Het instituut van raads
heer-plaatsvervanger wordt volstrekt niet in het leven
geroepen om aan hen het werk van het hof op te dra
gen, maar om hen tijdelijk te doen invallen, wanneer
dit bepaald noodig is.
Een raadsheer-plaatsvervanger is even noodig en
even goed te verdedigen als een rechter-plaatsvervan-
ger.
De heer Van Basten Batenburg had bezwaar tegen
het doen verrichten van werkzaamheden in een kan
ton door een naburigen kantonrechter.
Dat bezwaar is ongegrond.
De voorbeelden door den heer Van den Biesen, ge
noemd waren alle ontleend aan het civiele recht. Niet
de strafrechter, maar de strafwet, maakt uit wat ze-
del ijkheidsbeginselen zijn.
Verwerpt de Kamer één der ontwerpen, dan aan
vaardt de minister niet de verantwoordelijkheid en
kan hij geen nieuwe wetsontwerpen toezeggen, waai
de Tweede Kamer getoond heeft deze ontwerpen te
willen door aanneming der drie ontwerpen zonder
hoofdelijke stemming. Worden de ontwerpen verwor
pen, dan blijft de toestand gelijk hij is, zeer ten na
deele van onze rechterlijke macht en onze rechtspraak.
Aan de orde was alsnu de Nota Van Heeckeren v.
Keil.
De minister van B u i t e n 1. Z a k e n dankt
even de redactie van de Nieuwe Rott. Courant, dat hij
vroeger kennis heeft gekregen van de Nota van den
heer "Van Heeckeren, terwijl die Nota zelf pas 24 uren
in zijn bezit is. De vorm der Nota zou hem tot zwij
gen nopen, de inhoud dwingt tot een enkel antwoord.
Van de Noordzee-entente heeft de Minister zich
niet afgemaakt. Vele vellen zijn daarover vol gespro
ken. De Minister blijft van oordeel, dat een neutrali-
teitsverklaring voor ons land niet gewenscht is. Ge
heel onjuist is de gevolgtrekking door den heer Van
Heeckeren getrokken uit een vreemd dagblad, waar
van de naam niet genoemd! wordt.
Met klem komt de Minister op tegen de per fide
beschuldiging, dat de Minister hier op 10 Eebr. opzet
telijk onwaarheden aan de Kamer heeft verteld. De
Minister kan hieraan toevoegen, dat de minister-pre
sident niet het minste bezwaar heeft dio verklaring
als juist te aanvaarden.
De heer Van Heeckeren van Keil (a.-r.
Z. Holland). Niet waar.
De Minister voegt hieraan nog toe, dat hij die
'verklaring nog ten volle woord voor woord aanvaardt
en er niets van terugneemt.
De minister wijst op het gevaar, dat er in gelegen is
om door uitladingen, als door den heer Van Heeckeren
gedaan zijn, betrekkingen te schaden met een land,
waarop wij met den besten voet zijn.
De heef TI o v y (a.-r. Zeeland) zegt, dat hij en zijn
politieke vrienden geen discussie wenschen, voor dat
de rede van den Minister in druk is verschenen.
De heer Van Heeckeren van Keil blijft
zich bereid verklaren al zijn bescheiden ter beschik
king der Kamer te stellen. In navolging van den
heer Ilovy wenscht hij verder debat te vermijden tot
de rede. van den Minister in druk is.
De heer Stork (L. Overijsel) vraagt, of dat be-
teekent, dat wij weer een nieuwe nota krijgen. Spr.
acht het gewenscht een einde aan deze nu zoo breed
besproken zaak een einde te maken.
De M i n i s t e r van Buiten 1. Zaken zal
zich neerleggen bij de beslissing der Kamer, maar de
Regeering- verbindt zich niet om daarop verder in te
gaan.
De heer Reekers (K. Gelderland) stelt voor
om later op de zaak terug te komen, maar geen nota's
meer te wisselen. Het voorstel is dus de behandeling
dor zaak te schorsen tot nader te bepalen dag zonder
nadere wisseling van nota's.
De Minister zegt dat de Regeering zich voor
behoud op nadere discussie niet in te gaan daar een
rekken dezer zaak niet in 's lands belang is.
De heer Van Heeckeren wenscht in de ge
legenheid gesteld te worden aan te toonen dat waar is
hetgeen hij beweerd heeft. Dat is zijn recht en is
's lands belang.
De heer Van Weideren Rengers (L.
Friesland) doet het volgende voorstel: de Kamer ge
hoord de inlichtingen van den minister van Buitenl.
Zaken teil opzichte van de nota-Van Heeckeren van
12 Mei besluit den minister dank te zeggen, zich vol
doende ingelicht te achten en over te gaan tot de orde
van den dag."
De heer Reekers heeft gepn plan om zijn voor
stel in te trekken. Tot zijn g-roote verbazing heeft
spreker ontwaard, dat de heer Rengers in twee minu
ten totaal van houding is veranderd.
De heer Van Heeckeren zegt, dat hij zijn
stukken eenige dagen geleden heeft gesteld in handen
van vier anti-revolutionnaire vrienden en dat deze
zich hebben overtuigd, dat zijn mededeelingen volko
men juist zijn.
Het voorstel-Reekers, om het debat uit te stellen tot
later, wordt met 26 tegen 19 stemmen verworpen.
De voorzitte i-, in stemming- komt de motie-
Rengers.
De heer Van Lams weer d'.e (K. Gelderland):
Ik vraag het woord.
Geroepstemmen
De voorzitter: het delfat is gesloten.
De heer Van L a m s,w e e r de: Ik wil de mo
tie splitsen. Ik kan zoo niet stemmen, onder groot
rumoer, laat de voorzitter stemmen.
De motie wordt met 27 tegen 16 stemmen aangeno
men.
Toen de naam van den heer Van Lamsweerde werd
afgeroepen, riep deze: „Ik stem niet."
De voorzitter: Stemt u niet?
De heer Van Lamsweerde: Neen, mijn
recht als Kamerlid is geknot. Ik weet nu niet, hoe ik
stemmen moet. Ik weiger te stemmen. Ik had de
motie willen splitsen.
Te midden van groote beroering, en terwijl de Mi
nister en de heer Van LI eec keren in hef
tige woordenwisseling- geraken, wordt de vergadering
geschorst,
Te 2 uur wordt de geschorste vergadering heropend
en worden de replieken voortgezet over de wetsontwer
pen betreffende de rechterlijke organisatie. Na ge
en dupliek wordt de beraadslaging gesloten en komt
het eerst in stemming, het wetsontwerp betreffende
wijziging der wet op de rechterlijke organisatie en het
beleid der Justitie en van de wetboeken van burgerlij
ke rechtsvordering en strafvordering.
Het wetsontwerp wordt aangenomen met 34 tegen
10 stemmen.
Dat betreffende de klassen en samenstelling der ge
rechten en jaarwedden der rechterlijke ambtenaren en
beambten wordt aangenomen met 34 tegen 9 stemmen.
Dat betreffende de regeling van de heffing van
griffierechten enz., wordt aangenomen zonder hoofde
lijke stemming.
Aangenomen werden enkele wetsontwerpen, o.a.
Vèrhooging Hoofdstuk IV (Justitie) voor 1909
schadeloosstelling aan marechaussees, veldwachters.
Subsidie ingevolge de Kinderwetten, onderhoud
reehtsgebouwen.
Aan de orde is daarna het wetsontwerp tot verhoo
ging van Lloofdstuk VII B der Staatsbegrooting voor
1910 (17e predikant Ned. Herv. gemeente te Rotter
dam).
De heer E r a n s s e n (a.-r. Overijsel) erkent dat
het aantal predikanten te Rotterdam uitbreiding be
hoeft en heeft dus in zooverre geen bezwaar tegen
het ontwerp. Hij komt er echter tegen op dat andere
gemeenten die in gelijke conditie verkeeren als Rot
terdam ook geen bijdrage ontvangen. Gelijke monni
ken, gelijke kappen.
De heer Van der Eeltz acht het in strijd
met art. 171 2e lid Grondwet oan eerst geld te geven
aan Rotterdam en dan daarvoor een tweeden predikant
aan te stellen.
Na verdediging door den minister van E i-
na n c i n wordt de vergadering verdaagd tot Maan
dag-avond 11 Juli.
Toen de vergadering met de pauze uiteenging,
kwam de heer Van Heeckeren met al zijn zwaarte voor
minister Van Swinderen staan.
Iets elefantiseh baart ontzag
En 't geestje vreest de vuist.
zong- De Genestet. Maar het ging hier niet op.
Ik heb nooit gelogen! -riep de dikke Van Heecke
ren.
Dat is kras! zei .de kleine Van Swinderen.
En daar we in Nederland leven, zal er niet geduel
leerd worden. (N. Ct.)
SCHOOL EN VOETBAL.
Het Genootschap van leeraren aan Nederlandsche
Gymnasiën zal zijn 80ste algemeene vergadering hou
den in het hotel Witte Brug te 's-Gravenhagc, op
Woensdag 24 en Donderdag 25 Augustus.
Op de agenda staat o. m.
Inleiding van dr. A. II. Kan, rector van het gymn.
te Middelburg. Onderwerp: „School en Voetbal."
Dv. Kan wenscht voor te stellen de volgende motie
I Iet Genootschap, van Leeraren aan Nederl. Gymna
siën acht het voetbalspel onder verstandige leiding be
oefend. niet nadeelig voor het onderwijs."
Wordt deze motie aangenomen, dan wenscht hij
een tweede in stemming te doen brengen, luidende:
„Het Genootschap is bereid met den Ned. Voetbal
bond in overleg' te-treden om dit té helpen bevorde
ren."
Gemengd nieuw s.
MOORD.
Ter gelegenheid' van de kermis, had Donderdagmor
gen te Eychelsliaven, bij Heerlen, een vreeselijke
vechtpartij plaats. Een twaalftal Duitsche mijnwer
kers, die geheel den nacht hadden „doorgepooid," be
gaven zich na het sluitingsuur in het dorp naar een
even over do grens gelegen café, waar zij een ver
schrikkelijke herrie maakten.
De buurman van den caféhouder werd kwaad, sprong
uit zijn bed en holde' naar beneden. Op zijn vraag: of
zij een einde aan het lawaai wilden maken, werd hem
met een geweldige messteek beantwoord, die hem ter
plaatse deed neerzakken. Hij was op slag dood. Toen
ontstond een vreeselijke vechtpartij onder de mijnwer
kers zelve. Er werden messen getrokken, er werd ge
vloekt en geschoten met revolvers. Twee hunner wer
den levensgevaarlijk gewond. Verschillende anderen
liepen ernstige verwondingen op. Op den grond lag
een groote bloedplas.
Eenige uren later werden twee der vermoedelijke da-
dors van den moord aangehouden en door zekeren B.,
voerman te Eyehelshoven, met een rijtuig ter plaatse
gebracht. Maar het mooiste kwam nog.
Juist aan de Duitsche grens gekomen, weigerde B.
met paard en rijtuig verder te rijden. Het mocht niet
helpen of de Hollandsche en Duitsche politie hem al
bedreigden en uitscholden; met de zweep hield hij de
bedreigers op een afstand.
liet geval was, dat B. nog een half jaar gevangenis
straf in Duitschland te goed! had en hij waagde zich
niet aan aanhouding.
EEN VERBODEN BEDRIJF.
Dezer dagen wordt op het eiland! weer veel geld ver
diend met het verboden bedrijf van beentsnijden. Het
beent is een gras, dat overal groeit, maar bij voorkeur
op veel bewaterde gronden, 's Morgens vóór dag en
dauw, of ook wel 's avonds laat, als het wat licht is,
gaan de beentsnijders met g-roote zakken op weg. En
daar het door opkoopers' met 6 a 7 cent de kilo wordt
betaald, wordt er aardig wat mee verdiend, wel tot 4
in een paar uren. Strafbaar is het feit alleen, wan
neer de dader op heeterdaad wordt betrapt; de kans is
dus te gunstig, om het daarvoor te laten.
UIT OTERLLEEK.
Men verzoekt te melden dat Zondag a.s. geen gods
dienstoefening zal worden gehouden. Ds. van Meurs
treedt elders op ter vervulling eener vacaturebeurt.
UIT DE EGMONDEN.
Te I trecht slaagde voor het examen ter verkrijging-
van het voorloopig machinistendiploma aan boord van
koopvaardijschepen O. Blaauboer Jz. te Egmond aan
Zee.
- Donderdagavond, 7 Juli, zal te Egmond aan den
Hoef het Harinoniekorps „Lamoraal," eene uitvoering
geven in de muziektempel bij het' hotel „De Drie Eg-
monden," ter eere van den Edel Achtb. Heer mr. P.
J. M. van Sonsbeek, Beschermheer van het korps.
Een 10-tal nummers zullen uitgevoerd' worden.
DE VERMISTE KANTOORLOOPER.
De looper van de Ontvang- en Betaalkas te Am
sterdam, die Donderdag met een aanzienlijk bedrag
(ongeveer 200.000) verdwenen is, is, zooals wij reeds
meldden, gisternacht te Utrecht aangehouden.
Nader wordt bericht, dat de directie der Ontvang
en Betaalkas gistermorgen bericht kreeg, dat ook de
tasch met chèques en wissels,-die de verdwenen looper
bij zich had, terecht was. Voor zoover reeds kon wor
den nagegaan, moet de ontrouwe looper een bedrag
van ongeveer 180.000 aan bankpapier en voor pl. m.
j 60.000 aan cheques en wissels bij zich gehad hebben.
Onmiddellijk na ontvangst van een telegram van
de Amsterdamsche politie nam de Utrechtsche recher
che hare maatregelen. Een veertigtal signalementen
werd door haar in de verschillende hotels en logemen
ten verspreid.
Donderdagavond werd! de politie vanwe het hotel
„Het Roode Hert," aan de Voorstraat, gewaarschuwd
dat aldaar een logeergast was aangekomen, die be
antwoordde aan het door de politie opgegeven signale
ment. De man had zich Nobel genoemd en had voor
gegeven handelsreiziger te zijn uit Rotterdam. Door
zijne zonderlinge houding had de man reeds de aan
dacht op zich gevestigd. De recherche spoedde zich
naar het hotel en onmiddellijk bleek dat men den
voortvluchtige had gevonden. Een bedrag van ruim
24.000 werd op hem bevonden.
Bij een voorloopig verhoor, dat men hem afnam,