DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No, 165 Honderd en twaalfde Jaargang. 1910 ZATERDAG 16 JULI BINNENLAND. Uit cflesi fliad. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. O Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. ALGEMEENE SYNODE DER NED. HERV. ALRMAARSCBE COURANT. 1aria.vG Telefoonnummer 3. De vacantiemaand deed op de raadsvergadering- van Woensdag- haar invloed gelden. Eenerzijds was ze merkbaar door de absenten, anderzijds door den haast, waarmede de lange agenda werd afgewerkt en de gre tigheid waarmede de leden ingingen op het voorstel van den voorzitter om het belangrijkste punt niet in behandeling te nemen. Er waren n.l. twaalf leden de heer Dorbeck zou juist de presentielijst teekeuen toen de voorzittershamer tot sluiting viel; hij teekende evenwel en heeft dus officieel de vergadering bijge woond. Feitelijk waren er echter twaalf leden. Toen men tot het belangrijkste punt (regeling der bezoldiging van ambtenaren, bedienden en werklie den) genaderd was, achtte de voorzitter het zijn plicht mede te d'eelen, dat in een. vorige vergadering door den heer Uitenboseh in de aanwezigheid! van slechts twaalf leden een motief tot uitstel van behandeling was gevonden, zoodat thans h ij wel genoodzaakt was verdaging voor te stellen, wijl er ook nu slechts twaalf leden tegenwoordig waren. liet klonk als ironie, maar het was blijkbaar ernstig bedoeld, de raad vatte het ernstig op en het punt werd van de agenda afgevoerd'. Geheel juist w,as de opmer king van den voorzitter niet. Het motief der on voltalligheid was in de vergadering van 11 Mei niet gebezigd door den heer Uitenboseh, maar door den voorzitter zelf. En tem tweede gold! in die vergadering- als hoofdmotief voor uitstel van behandeling van dit punt de weinige tijd die er voor de leden beschikbaar was geweest om deze belangrijke zaak te bestudeeren. Voor het laatste argument vinden we dan ook veel te zeggen, voor het eerste daarentegen niet. De gemeen tewet eischt, dat de grootste helft van het aantal le den tegenwoordig moet zijn, zal de Raad kunnen be raadslagen of besluiten. De bedoeling hiervan is te zorgen dat de meerderheid van den raad! tot de he sluiten medewerkt. Het is een wettelijk voorschrift, waaraan men zich te houden heeft. Maar wordt hier aan voldaan, dan moet dit ook voldoende zijn. Wie zou bijv. durven beweren, dat een gevallen besluit minder goed zou zijn enkel en alleenJ omdat er maar twaalf leden o. i. 3 boven het bij de wet voorge schreven aantal aanwezig waren? Een dergelijke bewering zou alleen dan gegrond zijn, indien er zich onder de afwezigen personen bevonden, (Ji® door bij zondere omstandigheden bijna onmisbaar waren en wier deelneming aan de beraadslaging daarom van een beslissende beteekenis had! kunnen zijn. Dit motief is evenwel niet aangevoerd'. Mochten er tijdens een vergadering weer eens een vijftal leden ontbreken, dan is het te hopen dat het bovenbedoelde uitstel van be handeling niet als een antecedent zal gelden. Er is Woensdag weinig beraadslaagd en mede daar door ook weinig stof voor kroniek en kritiek ge leverd. Een tweetal ingekomen stukken (een adres van de firma Spruit in zake beroep tegen een beslissing van I), en W. omtrent een bouwvergunning en een adres van het bestuur der .kaasfabriek Brederode in de Eg- mondermeer, eigenlijk ook een beroep tegen een be slissing van B. en W.) gaven tot eenige discussie aan leiding. Gelijk men uit bef verslag beeft kunnen le zen, betrof het in beide gevallen een verzoek om een uitzondering te mogen vormen op een vastgestelde re geling, zonder dat daarvoor overwegende motieven konden worden aangevoerd. Weliswaar is> er inzake bet eerste adres nog geen beslissing genomen, maar de adrèsseerende firma, die vermoedelijk gedacht beeft voor 22x/2 cents nog wel eens een kansje te kunnen wagen zonder dat zij er door in ongunstiger conditie kon komen, zal wel niet meer succes behalen dan „Brederode" voor wie het ,,'t kan verkeeren" ditmaal niet gold) daar de raad zich aansloot bij de beslissing van B. en W. De heer Pot vroeg bij het vaststellen van eenige rooi- en bouwlijnen of men bierbij niet in strijd kwam met een artikel van de Woningwet. De voorzitter was op die vraag niet voorbereid, aanvaardde gaarne het aanbod van den heer Pot om hern even een Woning- wet uit de editie Sehuurmans en Jordens ter hand te ■mogen stellen, maar moest eindigen met de verklaring- dat hij thans geen definitief antwoord! kon geven. Het is moeielijk te begrijpen wat den heer Pot er toe bewoog, om deze vraag zoo onverwachts te stellen. Had hij geen gelegenheid! gehad] den voorzitter of iemand anders vóór het uur, waarop de vergadering was uitgeschreven, te vragen dan had hij het kunnen en o. i. moeten doen in de twintig minuten, wel ke de vergadering over den tijd begon. Wat de zaak zelve betreft zij opgemerkt, dat de heer Pot vroeg, of bij het vaststellen van een rooilijn niet gehandeld werd in strijd1 met een koninklijk besluit, waarbij werd be slist dat art. 27 der woningwet door den gemeenteraad niet kan worden toegepast om tot verbreeding van reeds bestaande straten te geraken. Het be doelde besluit van 25 Januari 1905 is aangehaald! in de genoemde editie, maar hierbij wordt tevens vermeld, dat het kon. besluit van 7 Januari 1907 in! anderen zin besliste. Indien de heer Pot deze toevoeging in zijn boekje miste, zou hij niet het eerste Alkmaarsche raadslid zijn wien een oudere en daardoor verouderde druk van deze overigens zoo handige wetboekjes par ten heeft gespeeld. Ons overzicht zou ditmaal hiermede kunnen eindi gen ware het niet, dat de heer Glinderman bij de rondvraag het wielrijden op de kleine steentjes ter sprake had gebracht en wel in verband met eenige "onlangs door de Alkmaarsche rechtbank gewezen von nissen, inzake te Hoorn gepleegde overtredingen. Te Hoorn waren n.l. een zesl^il personen geverbali seerd wegens het rijden met handkarren (5) en fietsen (1) op een voor de voetgangers bestemd gedeelte van den openharen weg binnen de bebouwde kom der ge meente, hetwelk bij verordening strafbaar gesteld is. De kantonrechter was van meening, dat, waar er geen waarschuwingsborden in de straat waren geplaatst, eeti voorwaarde der strafbaarheid niet was nageleefd en ontsloeg de beklaagden van alle rechtsvervolging, daar hij het feit, hoewel bewezen, niet strafbaar acht te. De vonnissen waren niet aan hooger beroep on derworpen, daar tegen de feiten geen andere straf is bedreigd dan geldboete van ten hoogste vijf en twin tig gulden. De ambtenaar van het openbaar ministe rie bediende zicli echter van het middel -van cassatie. De Hooga Raad' besliste daarop niet ten principale, maar vernietigde de vonnissen wegens een vormfout en verwees bij arrest van den 18den April de zaken naar de Alkmaarsche rechtbank. De rechtbank was van oordeel, dat het feit, dat eenige straat aan weerskanten langs de huizen met klinkersteenen d. w. z. met kleine steentjes is bestraat, terwijl ze in het midden met keien is geplaveid, vol doende aanduidt dat die kleine steentjes speciaal voor de voetgangers zijn bestemd. Het bij dagvaarding ten laste gelegde werd strafbaar verklaard bij „de verorde ning betreffende de politie op openbare wegen, plaat sen, wateren en werken in de gemeente Hoorn." De rechtbank overwoog voorts, dat wel aan B. en W. Was opgedragen het gedeeltelijk gesloten zijn van wegen aan te duiden door aan het begin en aan het einde van elk dier wegen een bord te plaatsen, waarop het verbod is vermeld, doch dat het niet nakomen door B. en W. van deze opdracht de strafbaarheid van bekl. niet opheft, daar de woorden van artikel 33 dier ver^ ordening duidelijk aantoonen, dat het hier slechts geldt een eenvoudige1 instructie, door den gemeente raad gegeven, in welker aard geen verandering wordt gebracht nu ze toevallig in een politieverordening- is opgenomen. Tusschen een handwagen en een rijwiel werd bij deze vonnissen geen onderscheid gemaakt, vijf beklaagden werden veroordeeld en een werd vrijge sproken, omdat in de straat, waarin de overtreding werd gepleegd geen zichtbare afscheiding bestond tusschen het voor voetgangers bestemde en het andere gedeelte, zoodat de overtreder geen strafrechterlijke „schuld" had. Ook deze vonnissen zijn niet aan hooger beroep on derworpen. Na bovenstaande uiteenzetting zal menigeen mis schien vragen, hoe het mogelijk is, dat in de gemeente Allernaar wordt geduld hetgeen in Hoorn is verboden en ook zal menigeen wellicht niet begrijpen, waarom er hiertei'Stede waarschuwingsborden zijn geplaatst, die over bet geheel nog al leelijk gevonden worden en die blijkens bovenaangehaalde vonnissen totaal over bodig zouden zijn. Men verwarre echter twee dingen niet met elkaar. De waarschuwingsborden zijn ge plaatst aan die wegen, welke krachtens de- Motor- en Rijwielwet zijn gesloten, in de bovengesproken geval len gold het evenwel een) gemeentelijke verordening. Thans de vraag, waarom in deze gemeente, waar toch ook een verordening bestaat, straffeloos op de kleine steentjes wordt gereden. Ter beantwoording hiervan zij opgemerkt dat onze gemeente-verordening (no. 243) is vastgesteld in de raadsvergadering van 28 Augus tus 1907. Sindsdien is bij wet van 6 October 1908 de Motor- en Rijwielwet van 1905 gewijzigd en op grond van die wijziging kan bij gemeente-verordening het rijden op de kleine steentjes worden verboden. In ver schillende steden heeft men de verordeningen reeds in verband hiermede herzien, zooals te Hoorn en te Enkbuizen, in welke laatste gemeente de desbetreffen de bepaling aldus luidt: „Het is verboden op een klinkerstraat, binnen de „kom der gemeente gelegen, welke tot voetpad' dient, „te rijden." Wil men hier ter stede dus het berijden op de kleine steentjes verbieden, dan dient de verordening in de zen geest te worden gewijzingd. DE VERJAARDAG VAN H. M. DE KONINGIN. H. M. de Koningin hoopt den verjaardag- van II. M. dc* Koningin-Moeder op Soestdijk mede te vieren. TL M. denkt eenige dagen bij Hare Moeder te logee- PRINS HENDRIK NAAR ZUID-LIMBURG. „De Tijd/' verneemt, dat het in de bedoeling van Z. K. H. Prins Hendrik ligt, daags na zijn bezoek aan Maastricht, op 16 Augustus, ter gelegenheid van de vergadering van de Federatie van den Nederl. Zuivel- bond, een bezoek te brengen aan de mijnstreek (Heer len) en aan de Rofneinsche catacomben te Valken burg. TROONBESTIJGING KONING GEORGE V. De komst van het buitengewoon Britsche gezant schap, hetwelk deze maand) hier te lande verwacht werd, ter kennisgeving aan H. M. de Koningin van de troonsbestijging van koning George, is- verschoven tot in de tweede helft van Augustus. Het gezantschap zal zich vooraf in het Scandinavi sche rijk van zijn opdracht kwijten. KERK. De algemeene synode der Nederlandsche Hervormde kerk zal op a.s. Woensdag 20 Juli te 's-Gravenhage bijeenkomen. De afgevaardigden van Friesland, Overijsel, Gelderland, Utrecht, Zuidholland en Zee land zijn orthodox; die voor Groningtn, Drenthe, Noordholland, Noordbrabant (met Limburg) en van de Waalsche Commissie zijn vrijzinnig. Aldus zal de vergadering uit 9 orthodoxe, en 10 vrijzinnige leden be staan. Deze vrijzinnige meerderheid! in de synode dei- hervormde kerk, die overwegend orthodox is, is alleen mogelijk door de eigenaardige wijze, waarop de leden dier vergadering worden gekozen. N. R. Ct. RIJKSMIDDELEN. De cijfers van de opbrengst der Rijksmiddelen over de afgeloop'éii maand toonen geringe verschillen aan bij die van-de correspondeerende maand van 1909. Er is echter reden om over de afgeloopen maand tevreden té zijn. De ontvangst bedroeg 16.818.304.415, d'. i. 311.784.133 meer dan in Juni 1909, toen 16.506.520.28 werd ontvangen, hetgeen ruiin 13 ton meer was dan in 1908. De meeste rubrieken vertoonen een stijging, al is die op den drankaccijns al weder niet zoo sterk als de regeering bij de behandeling- van! het wetsontwerp tot verhooging- van dien accijns had verwacht. Een vergelijking met verleden jaar Juni wijst een meerdere opbrengst aan van de grondbelasting van 129.000, de personeel© belasting van 167.000, de bedrijfsbelasting met de opcenten van 69.000, de vermogensbelasting met de opcenten van 17.000, de invoerrechten van 20.000, den wijnaccijns van 7:000, dien op liet gedistilleerd van 200.000, dien op het zout van 11.000, dien op bier van 8000, en dien op het geslacht van 24.000, de belasting op gouden en zilveren werken van J 2000, de zegelrech ten van 28.000, de registratierechten van 56.000, de hypotheekrechten van 5000, de posterijen van bij na 1000, de rijkstelegraaf van 11.000 en de loods gelden van i 4000. Minder leverden op de suikeraccijns een bedrag van 83.000, de successierechten van 237.000, de domei nen van 38.000, de Staatsloterij van 84.000, en de jacht- en vischacten van 2000. In de laatste drie maanden bracht de suikeraccijns op: 5.272.772.09, tegen 5.423.591.90 in hetzelfde tijdvak van 1909. De verschillende middelen leverden in het eerste halfjaar van 1910 meer op dan in de eerste zes maan den van 1909 de volgende bedragen: de grondbelasting 196.000, het personeel 204.000, de bedrijfsbelasting j 490.000, de vermogensbelasting 420.000, de invoer rechten 329.000, de wij naccij ns 14.000, het gedistil leerd 1.504.000, de zout-accijns 83.000, die op het bier 17.000, die op het geslacht 259.000, d!e belas ting op gouden en zilveren werken! 20.000, de zegel rechten J 60.000, de registratierechten 135.000, de hypotheekrechten 14.000, de successierechten 139.000, de posterijen 465.000, de rijkstelegraaf 127.000, en de loodsgelden 120.000, terwijl min der werd ontvangen uit het recht op de mijnen ruim 7000 (dit jaar nog niets), den suikerac cijns 137.000, de domeinen 45.000 eni de Staatslo terij 86.000. In de eerste zes maanden werdi totaal ontvangen 82.577.696.23V2, tegen 78j257.304.97V2 in gelijk tijdvak van 1909, dus dit jaar meer: 4.320.391.26. DE GEPHOTOGRAFEERDE BRIEF. Het Eerste Kamerlid, de lieer Ilovy, deelt in het Hbld. mede, dat de voorstelling onjuist is alsof hij een schrijven van dr. Kuyper aan hem of een deel daarvan zou hebben toegezonden aan den heer Baron van Heeekeren met uitnoodig-ing dit te onderteekenen en dat de heer v. II. dit geweigerd zou hebben. Wel heeft hij in een zeer vertrouwelijk gesprek met dezen heer, hem in kennis: gesteld! van eene poging, door hem aangewend! om Dr. K.'s persoonlijke meening omtrent de kansen zijner herbenoeming te weten te komen, en hem ook het antwoord! van dr. K. medege deeld. Dit antwoord komt volkomen overeen met hetgeen dr. K. daaromtrent in De Standaard zelf heeft ken baar gemaakt en met hetgeen hij heeft geschreven! in het ingezonden stuk aan Land en Volk. Dr. K. staat geheel buiten de quaestie der al of niet herbenoeming van baron Yan Heeekeren, zoo verze kert de heer Ilovy verder. Daarop heeft hij geen den minsten invloed uitgeoefend, en ook niet willen uit oefenen. Trouwens zijn de Statenleden gelukkig mon dig en loopen zij aan geen leiband, zooals misschien uw correspondent zou meenen. Hij heeft alleen als zijn persoonlijk gevoelen willen kenbaar maken op verzoek van den heer Hovy dat misschien eene onbewimpelde verklaring van ba ron Van Heeekeren, dat hij voortaan op eene andere wijze handelen zou, wanneer het zaken mocht gelden van den aard, als de door hem in d© Kamer aan de or de gestelde, hem zou kunnen behulpzaam zijn hij eene herbenoeming. „Het, spijt mij zaken van zoo intiemen aard te moe ten bespreken in het openbaar. Ik kom er voor uit, dat ik gaarne zou gezien hebben, dat baron Van Hee ekeren het verdriet mocht bespaard zijn kunnen wor den, niet voor eene herbenoeming in aanmerking te komen, daar ik geen reden heb te twijfelen aan de igoede bedoelingen van dezen heer, al kan ik lang niet alles goedkeuren in de wijze van zijn optreden. Wanneer hij het vertrouwelijk schrijven van dr. K. aan mij, dat ik hem (van achteren af, zeer tot mijn spijt) heb toevertrouwd om rustig te kunnen overden ken wat hem te doen zou staan, maar dat eigenlijk niet bestemd was om onder zijne oogen te komen, heeft doen afdrukken, is mij tot op heden onverklaarbaar. Wel heeft hij mij, toen ik hem daarover tot verant woording riep, terstond telegrafisch bericht, dat het in geen enkel opzicht zijne bedoeling was daarvan eenig gebruik te maken. Maar zeer zeker is deze zaak voor het groote publiek van niet het allerminste be lang." Gemengd nieuws. EEN HUIS OP INSTORTEN. Aan den Oranjesingel te Nijmegen, op het voorma lig exercitieterrein, in den volksmond de Renbaan ge- hceten, verrijzen in den laatstem tijd1 vele prachtige heerenhuizen, die dezen singel tot een waarlijk groot- steedschen boulevard gaan maken. Onder deze nieuwgebouwde huizen is dat, door de firma gebrs. Haspels voor rekening van den heer V. gebouwd aan den Oranjesingel no. 45, een der fraai ste, zoowel wat den gevel als wat de inrichting van het binnenhuis aangaat. De" heer V. had' met zijne familie het bedoelde huis eerst eenige weken betrokken en was zelfs nog niet geheel geïnstalleerd, ofschoon voor hqt overgroots deel het geheele huis reeds, in orde was1 gebracht. Gistermorgen bemerkten de beide dochters van den heer V. op hare kamers, dat er schilfers vielen van het plafond, terwijl zij ook een verdacht kraken ver namen. Beangst geworden, waarschuwden zij haren va der, die, toen het vallen van stucadoorwerk uit het plafond al erger werd! naar buiten liep en daar iets zag-, dat wel in staat is iemand! deU schrik op het lijf te jaren. Werkieden die bezig waren naast zijn huis den grond te ontgraven tot het leggen van fundamenten voor een ander nieuw te bouwen huis eveneens van de firma Gebrs. Haspels namen haastig met hunne schoppen bij zich de vlucht, en kort' daarna, omstreeks 9 uur, stortte een groot stuk muur van den kelder der trotsehe woning in. Hevig ontsteld snelde de heer V. naar boven om zijne echtgenoote en heide dochters te waarschuwen, die, op hare beurt niet minder geschrokken, zonder iets meer mede te nemen dan de kleedingstukken die voor de hand lagen, het huis, uitvluchtten en gansche- lijk ontdaan bij bekenden onder dak werden gebracht. Weldra waren de bouwers van het huis, de adjunct directeur van gemeentewerken, de wethouder de heer Quack en verschillende raadsleden, eenige heeren ar chitecten en aannemers en een groote menigte be langstellenden, die door de politie op een afstand werd gehouden ter plaatse aanwezig. Met man en macht werd begonnen aan het stutten van het ge bouw, dat intusschen steeds meer „werkte." In den gevel boven de loggia vertoonden zich vele steeds breedere scheuren; een groot stuk zandsteen! o. a. was middendoor gescheurd. Aan den linkerhoek be gon de gevel reeds met een huik te staan, terwijl bin nenin aanzienlijke verzakkingen en ontzettingen wer den waargenomen. Waarom hij het vertrouwelijk schrijven van dr. K. geheele instorting van! het huis - dat inmiddels met spoed ontruimd! wordt te voorkomen, maar toch lijkt het neerhalen van een groot deel van den nieu wen kostbaren bouw onvermijdelijk; voor de firma Gebrs. Haspels, doch niet minder voor de familie V., die pas eenigszins op streek was in hare nieuwe wo ning een hoogst onaangenaam geval. De oorzaak van de: instorting en de daarop gevolgde ontzettingen is, zooals1 wij reeds zeiden de1 ontgraving der fundamenten ten behoeve van den bouw eener nieuw© woning naast de pas gebouwde. Omstreeks acht uur was een der heeren Haspels nog op het terrein geweest, waar men aan 't graven was, zonder iets verdachts bemerkt te hebben. (Geld.) EEN ZONDERLING. Dezer dagen werd! de ruim 60-jarige v. d. M., wo nende op de Rath te Prinsenhage, wegens niet te noe men handelingen in het huis van bewaring te Breda opgesloten. Deze man, die als een zonderling bekend' staat en in een krotje woonde, werd! door velen als een arme tob ber beschouwd. Zijn voeding bestond! uit bier en brood, middageten was hem vreemd. Toen hij nu enkele da gen achter slot en grendel zat, begon hij te vertellen, dat hij thuis nogal een flink spaarpotje had! en hij verzocht, of dit niet voor hem kon worden gehaald, daar hij hang- voor dieven was. Woensdagmiddag nu was men onder politietoezicht bezig, naar dat spaar potje te zoeken. Maar dat was een allesbehalve gemak kelijke en aangename taak. Toen de deur van het krot geopend werd, kreeg men een aanblik van de verre gaandste vuilheid en kwam er een verpestende stank naar buiten. Het bed was een ware mesthoop, omwonenden ver klaarden, dat het bed langer dan zeven jaar had gele gen zonder gelucht of gewasschen te zijn geworden. Nu begon 't zoeken naar den schat. Onder den vloer in een kast vond men een steenen pot, waarin 75 aan rijksdaalders. Dit geld was bedolven onder ongedierte en had blijk baar jaren ter plaatse gelegen. Verder werd er overal geld gevonden, zelfs op de onmogelijkste plaatsen. Toen men ophield met zoeken, was er een sommetje van ruim J 180 gevonden en bovendien had de man nog ruim 500 uitstaan. Hij zal overgelukkig zijn ge weest, toen hem het spaarpotje werd gebracht. Als men van iemand kan zeggen: „Hij is van alle markten thuis," dan is dat op> v. d. M. van toepassing. Zijn hoofdberoep is timmerman. In het krot, dat hoog stens 10 vierkante meter oppervlakte heeft, was een volledige timmermanswinkel aanwezig. Bovendien was hij verver, mandenmaker, nettenbreier en barbier. Al deze beroepen werden door hem uitgeoefend. Achteraf is nu gebleken, dat hij hier nog een aar dig duitje mee verdiende. Zekere A. die v. d. M. steeds kosteloos in het huisje heeft laten wonen, zal hem bij zijn terugkomst het krot laten ontruimen, omdat deze hem steeds heeft wijs gemaakt, geen geld te hebben om huur te betalen. v. d. M., die zóó doof is, dat hij niet te bescheeuwen is, verklaart, dat hij geen familie meer heeft.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1