DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No, 165
Honderd en twaalfde Jaargang.
1910
ZATERDAG
16 JULI
BINNENLAND.
Uit cflesi fliad.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
O
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
ALGEMEENE SYNODE DER NED. HERV.
ALRMAARSCBE COURANT.
1aria.vG
Telefoonnummer 3.
De vacantiemaand deed op de raadsvergadering- van
Woensdag- haar invloed gelden. Eenerzijds was ze
merkbaar door de absenten, anderzijds door den haast,
waarmede de lange agenda werd afgewerkt en de gre
tigheid waarmede de leden ingingen op het voorstel
van den voorzitter om het belangrijkste punt niet in
behandeling te nemen. Er waren n.l. twaalf leden
de heer Dorbeck zou juist de presentielijst teekeuen
toen de voorzittershamer tot sluiting viel; hij teekende
evenwel en heeft dus officieel de vergadering bijge
woond. Feitelijk waren er echter twaalf leden.
Toen men tot het belangrijkste punt (regeling der
bezoldiging van ambtenaren, bedienden en werklie
den) genaderd was, achtte de voorzitter het zijn plicht
mede te d'eelen, dat in een. vorige vergadering door
den heer Uitenboseh in de aanwezigheid! van slechts
twaalf leden een motief tot uitstel van behandeling
was gevonden, zoodat thans h ij wel genoodzaakt was
verdaging voor te stellen, wijl er ook nu slechts twaalf
leden tegenwoordig waren.
liet klonk als ironie, maar het was blijkbaar ernstig
bedoeld, de raad vatte het ernstig op en het punt werd
van de agenda afgevoerd'. Geheel juist w,as de opmer
king van den voorzitter niet. Het motief der on
voltalligheid was in de vergadering van 11 Mei niet
gebezigd door den heer Uitenboseh, maar door den
voorzitter zelf. En tem tweede gold! in die vergadering-
als hoofdmotief voor uitstel van behandeling van dit
punt de weinige tijd die er voor de leden beschikbaar
was geweest om deze belangrijke zaak te bestudeeren.
Voor het laatste argument vinden we dan ook veel te
zeggen, voor het eerste daarentegen niet. De gemeen
tewet eischt, dat de grootste helft van het aantal le
den tegenwoordig moet zijn, zal de Raad kunnen be
raadslagen of besluiten. De bedoeling hiervan is te
zorgen dat de meerderheid van den raad! tot de he
sluiten medewerkt. Het is een wettelijk voorschrift,
waaraan men zich te houden heeft. Maar wordt hier
aan voldaan, dan moet dit ook voldoende zijn. Wie
zou bijv. durven beweren, dat een gevallen besluit
minder goed zou zijn enkel en alleenJ omdat er maar
twaalf leden o. i. 3 boven het bij de wet voorge
schreven aantal aanwezig waren? Een dergelijke
bewering zou alleen dan gegrond zijn, indien er zich
onder de afwezigen personen bevonden, (Ji® door bij
zondere omstandigheden bijna onmisbaar waren en
wier deelneming aan de beraadslaging daarom van een
beslissende beteekenis had! kunnen zijn. Dit motief is
evenwel niet aangevoerd'. Mochten er tijdens een
vergadering weer eens een vijftal leden ontbreken, dan
is het te hopen dat het bovenbedoelde uitstel van be
handeling niet als een antecedent zal gelden.
Er is Woensdag weinig beraadslaagd en mede daar
door ook weinig stof voor kroniek en kritiek ge
leverd.
Een tweetal ingekomen stukken (een adres van de
firma Spruit in zake beroep tegen een beslissing van
I), en W. omtrent een bouwvergunning en een adres
van het bestuur der .kaasfabriek Brederode in de Eg-
mondermeer, eigenlijk ook een beroep tegen een be
slissing van B. en W.) gaven tot eenige discussie aan
leiding. Gelijk men uit bef verslag beeft kunnen le
zen, betrof het in beide gevallen een verzoek om een
uitzondering te mogen vormen op een vastgestelde re
geling, zonder dat daarvoor overwegende motieven
konden worden aangevoerd. Weliswaar is> er inzake bet
eerste adres nog geen beslissing genomen, maar de
adrèsseerende firma, die vermoedelijk gedacht beeft
voor 22x/2 cents nog wel eens een kansje te kunnen
wagen zonder dat zij er door in ongunstiger conditie
kon komen, zal wel niet meer succes behalen dan
„Brederode" voor wie het ,,'t kan verkeeren" ditmaal
niet gold) daar de raad zich aansloot bij de beslissing
van B. en W.
De heer Pot vroeg bij het vaststellen van eenige
rooi- en bouwlijnen of men bierbij niet in strijd kwam
met een artikel van de Woningwet. De voorzitter was
op die vraag niet voorbereid, aanvaardde gaarne het
aanbod van den heer Pot om hern even een Woning-
wet uit de editie Sehuurmans en Jordens ter hand te
■mogen stellen, maar moest eindigen met de verklaring-
dat hij thans geen definitief antwoord! kon geven.
Het is moeielijk te begrijpen wat den heer Pot er toe
bewoog, om deze vraag zoo onverwachts te stellen.
Had hij geen gelegenheid! gehad] den voorzitter of
iemand anders vóór het uur, waarop de vergadering
was uitgeschreven, te vragen dan had hij het kunnen
en o. i. moeten doen in de twintig minuten, wel
ke de vergadering over den tijd begon. Wat de zaak
zelve betreft zij opgemerkt, dat de heer Pot vroeg, of
bij het vaststellen van een rooilijn niet gehandeld werd
in strijd1 met een koninklijk besluit, waarbij werd be
slist dat art. 27 der woningwet door den gemeenteraad
niet kan worden toegepast om tot verbreeding van
reeds bestaande straten te geraken. Het be
doelde besluit van 25 Januari 1905 is aangehaald! in
de genoemde editie, maar hierbij wordt tevens vermeld,
dat het kon. besluit van 7 Januari 1907 in! anderen
zin besliste. Indien de heer Pot deze toevoeging in zijn
boekje miste, zou hij niet het eerste Alkmaarsche
raadslid zijn wien een oudere en daardoor verouderde
druk van deze overigens zoo handige wetboekjes par
ten heeft gespeeld.
Ons overzicht zou ditmaal hiermede kunnen eindi
gen ware het niet, dat de heer Glinderman bij de
rondvraag het wielrijden op de kleine steentjes ter
sprake had gebracht en wel in verband met eenige
"onlangs door de Alkmaarsche rechtbank gewezen von
nissen, inzake te Hoorn gepleegde overtredingen.
Te Hoorn waren n.l. een zesl^il personen geverbali
seerd wegens het rijden met handkarren (5) en fietsen
(1) op een voor de voetgangers bestemd gedeelte van
den openharen weg binnen de bebouwde kom der ge
meente, hetwelk bij verordening strafbaar gesteld is.
De kantonrechter was van meening, dat, waar er geen
waarschuwingsborden in de straat waren geplaatst,
eeti voorwaarde der strafbaarheid niet was nageleefd
en ontsloeg de beklaagden van alle rechtsvervolging,
daar hij het feit, hoewel bewezen, niet strafbaar acht
te. De vonnissen waren niet aan hooger beroep on
derworpen, daar tegen de feiten geen andere straf is
bedreigd dan geldboete van ten hoogste vijf en twin
tig gulden. De ambtenaar van het openbaar ministe
rie bediende zicli echter van het middel -van cassatie.
De Hooga Raad' besliste daarop niet ten principale,
maar vernietigde de vonnissen wegens een vormfout
en verwees bij arrest van den 18den April de zaken
naar de Alkmaarsche rechtbank.
De rechtbank was van oordeel, dat het feit, dat
eenige straat aan weerskanten langs de huizen met
klinkersteenen d. w. z. met kleine steentjes is bestraat,
terwijl ze in het midden met keien is geplaveid, vol
doende aanduidt dat die kleine steentjes speciaal voor
de voetgangers zijn bestemd. Het bij dagvaarding ten
laste gelegde werd strafbaar verklaard bij „de verorde
ning betreffende de politie op openbare wegen, plaat
sen, wateren en werken in de gemeente Hoorn." De
rechtbank overwoog voorts, dat wel aan B. en W. Was
opgedragen het gedeeltelijk gesloten zijn van wegen
aan te duiden door aan het begin en aan het einde
van elk dier wegen een bord te plaatsen, waarop het
verbod is vermeld, doch dat het niet nakomen door B.
en W. van deze opdracht de strafbaarheid van bekl.
niet opheft, daar de woorden van artikel 33 dier ver^
ordening duidelijk aantoonen, dat het hier slechts
geldt een eenvoudige1 instructie, door den gemeente
raad gegeven, in welker aard geen verandering wordt
gebracht nu ze toevallig in een politieverordening- is
opgenomen. Tusschen een handwagen en een rijwiel
werd bij deze vonnissen geen onderscheid gemaakt,
vijf beklaagden werden veroordeeld en een werd vrijge
sproken, omdat in de straat, waarin de overtreding
werd gepleegd geen zichtbare afscheiding bestond
tusschen het voor voetgangers bestemde en het andere
gedeelte, zoodat de overtreder geen strafrechterlijke
„schuld" had.
Ook deze vonnissen zijn niet aan hooger beroep on
derworpen.
Na bovenstaande uiteenzetting zal menigeen mis
schien vragen, hoe het mogelijk is, dat in de gemeente
Allernaar wordt geduld hetgeen in Hoorn is verboden
en ook zal menigeen wellicht niet begrijpen, waarom
er hiertei'Stede waarschuwingsborden zijn geplaatst,
die over bet geheel nog al leelijk gevonden worden en
die blijkens bovenaangehaalde vonnissen totaal over
bodig zouden zijn. Men verwarre echter twee dingen
niet met elkaar. De waarschuwingsborden zijn ge
plaatst aan die wegen, welke krachtens de- Motor- en
Rijwielwet zijn gesloten, in de bovengesproken geval
len gold het evenwel een) gemeentelijke verordening.
Thans de vraag, waarom in deze gemeente, waar toch
ook een verordening bestaat, straffeloos op de kleine
steentjes wordt gereden. Ter beantwoording hiervan
zij opgemerkt dat onze gemeente-verordening (no. 243)
is vastgesteld in de raadsvergadering van 28 Augus
tus 1907. Sindsdien is bij wet van 6 October 1908 de
Motor- en Rijwielwet van 1905 gewijzigd en op grond
van die wijziging kan bij gemeente-verordening het
rijden op de kleine steentjes worden verboden. In ver
schillende steden heeft men de verordeningen reeds in
verband hiermede herzien, zooals te Hoorn en te
Enkbuizen, in welke laatste gemeente de desbetreffen
de bepaling aldus luidt:
„Het is verboden op een klinkerstraat, binnen de
„kom der gemeente gelegen, welke tot voetpad' dient,
„te rijden."
Wil men hier ter stede dus het berijden op de kleine
steentjes verbieden, dan dient de verordening in de
zen geest te worden gewijzingd.
DE VERJAARDAG VAN H. M. DE KONINGIN.
H. M. de Koningin hoopt den verjaardag- van II. M.
dc* Koningin-Moeder op Soestdijk mede te vieren.
TL M. denkt eenige dagen bij Hare Moeder te logee-
PRINS HENDRIK NAAR ZUID-LIMBURG.
„De Tijd/' verneemt, dat het in de bedoeling van Z.
K. H. Prins Hendrik ligt, daags na zijn bezoek aan
Maastricht, op 16 Augustus, ter gelegenheid van de
vergadering van de Federatie van den Nederl. Zuivel-
bond, een bezoek te brengen aan de mijnstreek (Heer
len) en aan de Rofneinsche catacomben te Valken
burg.
TROONBESTIJGING KONING GEORGE V.
De komst van het buitengewoon Britsche gezant
schap, hetwelk deze maand) hier te lande verwacht
werd, ter kennisgeving aan H. M. de Koningin van
de troonsbestijging van koning George, is- verschoven
tot in de tweede helft van Augustus.
Het gezantschap zal zich vooraf in het Scandinavi
sche rijk van zijn opdracht kwijten.
KERK.
De algemeene synode der Nederlandsche Hervormde
kerk zal op a.s. Woensdag 20 Juli te 's-Gravenhage
bijeenkomen. De afgevaardigden van Friesland,
Overijsel, Gelderland, Utrecht, Zuidholland en Zee
land zijn orthodox; die voor Groningtn, Drenthe,
Noordholland, Noordbrabant (met Limburg) en van
de Waalsche Commissie zijn vrijzinnig. Aldus zal de
vergadering uit 9 orthodoxe, en 10 vrijzinnige leden be
staan. Deze vrijzinnige meerderheid! in de synode dei-
hervormde kerk, die overwegend orthodox is, is alleen
mogelijk door de eigenaardige wijze, waarop de leden
dier vergadering worden gekozen.
N. R. Ct.
RIJKSMIDDELEN.
De cijfers van de opbrengst der Rijksmiddelen over
de afgeloop'éii maand toonen geringe verschillen aan
bij die van-de correspondeerende maand van 1909. Er
is echter reden om over de afgeloopen maand tevreden
té zijn.
De ontvangst bedroeg 16.818.304.415, d'. i.
311.784.133 meer dan in Juni 1909, toen
16.506.520.28 werd ontvangen, hetgeen ruiin 13 ton
meer was dan in 1908.
De meeste rubrieken vertoonen een stijging, al is
die op den drankaccijns al weder niet zoo sterk als de
regeering bij de behandeling- van! het wetsontwerp tot
verhooging- van dien accijns had verwacht.
Een vergelijking met verleden jaar Juni wijst een
meerdere opbrengst aan van de grondbelasting van
129.000, de personeel© belasting van 167.000, de
bedrijfsbelasting met de opcenten van 69.000, de
vermogensbelasting met de opcenten van 17.000, de
invoerrechten van 20.000, den wijnaccijns van
7:000, dien op liet gedistilleerd van 200.000, dien
op het zout van 11.000, dien op bier van 8000, en
dien op het geslacht van 24.000, de belasting op
gouden en zilveren werken van J 2000, de zegelrech
ten van 28.000, de registratierechten van 56.000,
de hypotheekrechten van 5000, de posterijen van bij
na 1000, de rijkstelegraaf van 11.000 en de loods
gelden van i 4000.
Minder leverden op de suikeraccijns een bedrag van
83.000, de successierechten van 237.000, de domei
nen van 38.000, de Staatsloterij van 84.000, en de
jacht- en vischacten van 2000.
In de laatste drie maanden bracht de suikeraccijns
op: 5.272.772.09, tegen 5.423.591.90 in hetzelfde
tijdvak van 1909.
De verschillende middelen leverden in het eerste
halfjaar van 1910 meer op dan in de eerste zes maan
den van 1909 de volgende bedragen: de grondbelasting
196.000, het personeel 204.000, de bedrijfsbelasting
j 490.000, de vermogensbelasting 420.000, de invoer
rechten 329.000, de wij naccij ns 14.000, het gedistil
leerd 1.504.000, de zout-accijns 83.000, die op het
bier 17.000, die op het geslacht 259.000, d!e belas
ting op gouden en zilveren werken! 20.000, de zegel
rechten J 60.000, de registratierechten 135.000, de
hypotheekrechten 14.000, de successierechten
139.000, de posterijen 465.000, de rijkstelegraaf
127.000, en de loodsgelden 120.000, terwijl min
der werd ontvangen uit het recht op de
mijnen ruim 7000 (dit jaar nog niets), den suikerac
cijns 137.000, de domeinen 45.000 eni de Staatslo
terij 86.000.
In de eerste zes maanden werdi totaal ontvangen
82.577.696.23V2, tegen 78j257.304.97V2 in gelijk
tijdvak van 1909, dus dit jaar meer: 4.320.391.26.
DE GEPHOTOGRAFEERDE BRIEF.
Het Eerste Kamerlid, de lieer Ilovy, deelt in het
Hbld. mede, dat de voorstelling onjuist is alsof hij
een schrijven van dr. Kuyper aan hem of een deel
daarvan zou hebben toegezonden aan den heer Baron
van Heeekeren met uitnoodig-ing dit te onderteekenen
en dat de heer v. II. dit geweigerd zou hebben. Wel
heeft hij in een zeer vertrouwelijk gesprek met dezen
heer, hem in kennis: gesteld! van eene poging, door
hem aangewend! om Dr. K.'s persoonlijke meening
omtrent de kansen zijner herbenoeming te weten te
komen, en hem ook het antwoord! van dr. K. medege
deeld.
Dit antwoord komt volkomen overeen met hetgeen
dr. K. daaromtrent in De Standaard zelf heeft ken
baar gemaakt en met hetgeen hij heeft geschreven! in
het ingezonden stuk aan Land en Volk.
Dr. K. staat geheel buiten de quaestie der al of niet
herbenoeming van baron Yan Heeekeren, zoo verze
kert de heer Ilovy verder. Daarop heeft hij geen den
minsten invloed uitgeoefend, en ook niet willen uit
oefenen. Trouwens zijn de Statenleden gelukkig mon
dig en loopen zij aan geen leiband, zooals misschien
uw correspondent zou meenen.
Hij heeft alleen als zijn persoonlijk gevoelen willen
kenbaar maken op verzoek van den heer Hovy
dat misschien eene onbewimpelde verklaring van ba
ron Van Heeekeren, dat hij voortaan op eene andere
wijze handelen zou, wanneer het zaken mocht gelden
van den aard, als de door hem in d© Kamer aan de or
de gestelde, hem zou kunnen behulpzaam zijn hij eene
herbenoeming.
„Het, spijt mij zaken van zoo intiemen aard te moe
ten bespreken in het openbaar. Ik kom er voor uit,
dat ik gaarne zou gezien hebben, dat baron Van Hee
ekeren het verdriet mocht bespaard zijn kunnen wor
den, niet voor eene herbenoeming in aanmerking te
komen, daar ik geen reden heb te twijfelen aan de
igoede bedoelingen van dezen heer, al kan ik lang niet
alles goedkeuren in de wijze van zijn optreden.
Wanneer hij het vertrouwelijk schrijven van dr. K.
aan mij, dat ik hem (van achteren af, zeer tot mijn
spijt) heb toevertrouwd om rustig te kunnen overden
ken wat hem te doen zou staan, maar dat eigenlijk niet
bestemd was om onder zijne oogen te komen, heeft
doen afdrukken, is mij tot op heden onverklaarbaar.
Wel heeft hij mij, toen ik hem daarover tot verant
woording riep, terstond telegrafisch bericht, dat het
in geen enkel opzicht zijne bedoeling was daarvan
eenig gebruik te maken. Maar zeer zeker is deze zaak
voor het groote publiek van niet het allerminste be
lang."
Gemengd nieuws.
EEN HUIS OP INSTORTEN.
Aan den Oranjesingel te Nijmegen, op het voorma
lig exercitieterrein, in den volksmond de Renbaan ge-
hceten, verrijzen in den laatstem tijd1 vele prachtige
heerenhuizen, die dezen singel tot een waarlijk groot-
steedschen boulevard gaan maken.
Onder deze nieuwgebouwde huizen is dat, door de
firma gebrs. Haspels voor rekening van den heer V.
gebouwd aan den Oranjesingel no. 45, een der fraai
ste, zoowel wat den gevel als wat de inrichting van
het binnenhuis aangaat.
De" heer V. had' met zijne familie het bedoelde huis
eerst eenige weken betrokken en was zelfs nog niet
geheel geïnstalleerd, ofschoon voor hqt overgroots deel
het geheele huis reeds, in orde was1 gebracht.
Gistermorgen bemerkten de beide dochters van den
heer V. op hare kamers, dat er schilfers vielen van
het plafond, terwijl zij ook een verdacht kraken ver
namen. Beangst geworden, waarschuwden zij haren va
der, die, toen het vallen van stucadoorwerk uit het
plafond al erger werd! naar buiten liep en daar iets
zag-, dat wel in staat is iemand! deU schrik op het lijf
te jaren.
Werkieden die bezig waren naast zijn huis den
grond te ontgraven tot het leggen van fundamenten
voor een ander nieuw te bouwen huis eveneens van
de firma Gebrs. Haspels namen haastig met hunne
schoppen bij zich de vlucht, en kort' daarna, omstreeks
9 uur, stortte een groot stuk muur van den kelder der
trotsehe woning in.
Hevig ontsteld snelde de heer V. naar boven om
zijne echtgenoote en heide dochters te waarschuwen,
die, op hare beurt niet minder geschrokken, zonder
iets meer mede te nemen dan de kleedingstukken die
voor de hand lagen, het huis, uitvluchtten en gansche-
lijk ontdaan bij bekenden onder dak werden gebracht.
Weldra waren de bouwers van het huis, de adjunct
directeur van gemeentewerken, de wethouder de heer
Quack en verschillende raadsleden, eenige heeren ar
chitecten en aannemers en een groote menigte be
langstellenden, die door de politie op een afstand
werd gehouden ter plaatse aanwezig. Met man en
macht werd begonnen aan het stutten van het ge
bouw, dat intusschen steeds meer „werkte."
In den gevel boven de loggia vertoonden zich vele
steeds breedere scheuren; een groot stuk zandsteen! o.
a. was middendoor gescheurd. Aan den linkerhoek be
gon de gevel reeds met een huik te staan, terwijl bin
nenin aanzienlijke verzakkingen en ontzettingen wer
den waargenomen.
Waarom hij het vertrouwelijk schrijven van dr. K.
geheele instorting van! het huis - dat inmiddels met
spoed ontruimd! wordt te voorkomen, maar toch
lijkt het neerhalen van een groot deel van den nieu
wen kostbaren bouw onvermijdelijk; voor de firma
Gebrs. Haspels, doch niet minder voor de familie V.,
die pas eenigszins op streek was in hare nieuwe wo
ning een hoogst onaangenaam geval.
De oorzaak van de: instorting en de daarop gevolgde
ontzettingen is, zooals1 wij reeds zeiden de1 ontgraving
der fundamenten ten behoeve van den bouw eener
nieuw© woning naast de pas gebouwde.
Omstreeks acht uur was een der heeren Haspels nog
op het terrein geweest, waar men aan 't graven was,
zonder iets verdachts bemerkt te hebben.
(Geld.)
EEN ZONDERLING.
Dezer dagen werd! de ruim 60-jarige v. d. M., wo
nende op de Rath te Prinsenhage, wegens niet te noe
men handelingen in het huis van bewaring te Breda
opgesloten.
Deze man, die als een zonderling bekend' staat en in
een krotje woonde, werd! door velen als een arme tob
ber beschouwd. Zijn voeding bestond! uit bier en brood,
middageten was hem vreemd. Toen hij nu enkele da
gen achter slot en grendel zat, begon hij te vertellen,
dat hij thuis nogal een flink spaarpotje had! en hij
verzocht, of dit niet voor hem kon worden gehaald,
daar hij hang- voor dieven was. Woensdagmiddag nu
was men onder politietoezicht bezig, naar dat spaar
potje te zoeken. Maar dat was een allesbehalve gemak
kelijke en aangename taak. Toen de deur van het krot
geopend werd, kreeg men een aanblik van de verre
gaandste vuilheid en kwam er een verpestende stank
naar buiten.
Het bed was een ware mesthoop, omwonenden ver
klaarden, dat het bed langer dan zeven jaar had gele
gen zonder gelucht of gewasschen te zijn geworden.
Nu begon 't zoeken naar den schat. Onder den vloer
in een kast vond men een steenen pot, waarin 75
aan rijksdaalders.
Dit geld was bedolven onder ongedierte en had blijk
baar jaren ter plaatse gelegen. Verder werd er overal
geld gevonden, zelfs op de onmogelijkste plaatsen.
Toen men ophield met zoeken, was er een sommetje
van ruim J 180 gevonden en bovendien had de man
nog ruim 500 uitstaan. Hij zal overgelukkig zijn ge
weest, toen hem het spaarpotje werd gebracht.
Als men van iemand kan zeggen: „Hij is van alle
markten thuis," dan is dat op> v. d. M. van toepassing.
Zijn hoofdberoep is timmerman. In het krot, dat hoog
stens 10 vierkante meter oppervlakte heeft, was een
volledige timmermanswinkel aanwezig. Bovendien was
hij verver, mandenmaker, nettenbreier en barbier. Al
deze beroepen werden door hem uitgeoefend.
Achteraf is nu gebleken, dat hij hier nog een aar
dig duitje mee verdiende.
Zekere A. die v. d. M. steeds kosteloos in het huisje
heeft laten wonen, zal hem bij zijn terugkomst het krot
laten ontruimen, omdat deze hem steeds heeft wijs
gemaakt, geen geld te hebben om huur te betalen.
v. d. M., die zóó doof is, dat hij niet te bescheeuwen
is, verklaart, dat hij geen familie meer heeft.