DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd en twaalfde Jaargang.
19 J U L I.
BINNENLAND.
No. 167
1910
DINSDAG
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
O
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,!0. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
ALKMAARSCHE COURANT.
ALKMAAR, 19 Juli.
Leeft Joh aim O rth
Gelijk men weet is deze vraag van actueel belang
geworden. Reeds dikwerf werd ze gesteld, maar nu
is zij van meerdere betéekenis, wijl ze van liet gerecht
afkomstig' is. Een neef van hem lieeft n.l. zin aan de
erfenis en in verband hiermede een doodsverklaring
van zijn oom aangevraagd. Het is bekend wie Johann
Orth is: de aartshertog van Oostenrijk en prins van
Toskane, die in 1889 afstand deed van zijn rang en
waardigheid, naar het slot Orth bij Gmunden een
nieuwen naam aannam en naar algemeen wordt aan
genomen in 1891 bij een scheepsramp is omgekomen.
Herhaaldelijk echter doken er geruchten op, dat de
doodgewaande nog in het land der levenden verkeerde.
Zoo werd bijv. gemeld, dat hij nimmer in Amerika ge
weest was, maar bij zijn broeder aartshertog Lodewijk
Salvator van Toskane vertoefde. Dit valsche gerucht
kon gemakkelijk achterhaald! worden. Moeielijker
wordt het evenwel, indien het verhalen betreft van
menschen, die verklaren dat zij den man in de binnen
landen van Zuid-Amerika hebben ontmoet. Thans is er
een ingenieur, die beweert, dat hij John Orth in Bue
nos Aires heeft ontmoet en dat deze niet op zee is om
gekomen. Mocht de man werkelijk in leven zijn, dan
heeft hij twee maanden den tijd! om iets van zich te
laten hooren. Doet hij dit niet, dan zal hij dood ver
klaard worden of de verhalen dan zullen ophouden
is echter nog de vraag.
Terzelfdertijd, dat deze kwestie besproken wordt,
duikt er een nieuwe legende op: Ferrer, de gefusil
leerde van Montjuich zou nog leven. Terwijl in het
Spaansche parlement de Ferrerzaak weer aan de orde
is, komt te Buenos Aires de courant Prensa verzeke
ren, dat zich daar in een tuchthuis een zekere Manuel
Pino bevindt, die zeide niemand anders te zijn dan
José Ferrer.
Het verhaal, dat de man aan iemand! van de cou
rant gaf, luidt aldus:
„Nadat mij den 12den October van het vorige jaar
het door den koning goedgekeurd' doodvonnis werd
voorgelezen, bleef ik geheel alleen in mijn cel, en ik
vernam alleen, dat mijn terechtstelling den volgenden
morgen zon plaats hebben. Het had tien uur geslagen,
ik maakte mij gereed om mij op mijn bed! uit te strek
ken, om een weinig te slapen, toen ik in de gang sleu
tels hoorde rinkelen. Tot mijn niet geringe verbazing
werd de deur geopend. Ik zag eenige heeren in uni
form. Bij het schijnsel van een lantaarn van den ci
pier en van het mij voor dien nacht toegestane olie
lampje herkende ik den bevelhebber der vesting Mont
juich, mijn advocaat kapitein Galceran, den voorzitter
van den krijgsraad, die mij veroordeelde, kolonel La-
calle, en den kapitein-generaal van de provincie Bar
celona. Alleen de laatste kwam binnen, de anderen
trokken zich terug en de deur werd) weer gesloten. Na
dat de kapitein-generaal mij eenige oogenblikken 3til
had aangekeken, zeide hij met de hem eigen barsch-
heid:
„Gij zijt aan het schavot ontkomen. De koning heeft
bevel gegeven, dat wij met u een soort eomedie zullen
spelen, en ik ben gekomen, om van U de belofte van
absoluut stilzwijgen te verkrijgen."
Ik begreep niets van liet geval, zag echter wel in,
dat het hier een ernstige zaak betrof.
De kapitein-generaal vervolgde: „Ik wil U zeggen,
waarom het hier gaat. Men wil U het leven laten, of
schoon gij, naar mijn eerlijke overtuiging, den dood
verdiend hebt. De koningin heeft medelijden gevoeld
en is bij den koning uw voorspraak geweest, die zich
bereid verklaarde, U het leven te schenken onder voor
waarde, dat gij levenslang in een met Spanje bevriend
land blijft ingekerkerd. Zelfs in het tuchthuis, waar
ge gevangen gehouden wordt, mag niemand U kennen.
W ij zenden U ver weg, omdat in Europa uw persoon
lijkheid' te 'bekend is. Morgenochtend als ge het
hiermee eens zijt -wordt de eomedie van het dood
schieten gespeeld, want zelfs de overheidspersonen
mogen de waarheid! niet vernemen, en dadelijk daarop
zal „uw lijk" begraven worden, terwijl gij zelf nog
eenige dagen gevangen blijft, alvorens naar de plaats
van bestemming te worden gebracht."
Ik stemde toe en wij kwamen het volgende overeen
.De terechtstelling' zou met losse patronen plaats heb
ben. Ik zou, nadat het voorgeschreven geweersalvo
op mij was afgegeven, voor dood gaan liggen. De be
velhebber van Montjuich en de militaire arts zouden
den dood bevestigen. Dadelijk daarop zou ik naar een
cel gebracht worden en zou men een lijkkist met zand
begraven. Daarna zou ik op een oceaanboot als een
gewoon gevangene, wiens uitlevering verlangd werd,
naar Buenos Aires gebracht worden. De Argentijnsche
regeering zou mij op verzoek van het Spaansche ge
zantschap naar een tuchthuis brengen als een door
Spanje uitgeleverd misdadiger.
Ik was eerst overweldigd, want ik had met het leven
reeds afgedaan en zag mij nu plotseling, zoo niet be
vrijd, dan toch van een gewelddadigen dood verlost, j
Mijn stemming werd mild en onwillekeurig sprongen j
de tranen mij in dé oogen. Toen de generaal zag hoe
bewogen ik was, zeide hij
„Ik zie, dat ge heter bent dan uw faam."
Drie dagen daarna werd ik 's nachts in een geslo
ten rijtuig naar de haven gebracht en in het kielruim
van een stoomboot opgesloten, waarin ik de geheele
reis verbleef, terwijl een oude gendarme me niet uit
het oog verloor. In Buenos Aires kwam ik weer in
een gesloten rijtuig, toen in een kielruim van een ri
vierboot, en ten slotte in deze gevangenis, waar ik
Manuel Pino hen voor allen, uitgezonderd voor U.
Tot zoover het romantische verhaal, dat bij de licht
ontvlambare fantasie van het Spaansche volk op al
lerlei wijzen nog werd aangekleed en snel werd ver
spreid, zoodat een officieele tegenspraak vermoedelijk
wel spoedig zal volgen. Wij geven het dan ook alleen
maar curiositeitshalve. Is het overigens niet toeval
lig, dat beide sprookjes, van John Orth en van José
Ferrer in de zelfde stad spelen en in den zelfden tijd
worden opgedischt?
PRINS HENDRIK NAAR NED.-INDIë?
In „Neerlandia," het orgaan van het Alg. Ned. Ver
bond, wordt afgedrukt het volg-end schrijven van den
particulieren secretaris van H. M. de Koningin aan
het bestuur van de groep Ned.-Indië van genoemd ver
bond, te Batavia. Het schrijven, gedagteekend! 2 April
1910 luidt
Voldoende aan de bevelen van Hare Majesteit de
Koningin heb ik de eer ter kennis te brengen van liet
bestuur der groep Nederlandsch-Indië van het Alge
meen Nederlandsch Verbond te Batavia,
d'at de gevoelens van vaderlandsliefde en aanhanke
lijkheid aan Hoogstderzelver persoon, welke ten grond
slag liggen aan het Hare Majesteit aangeboden ver
zoekschrift van den 18en Augustus 1909, ten hoogste
door Hare Majesteit, op prijs worden gesteld;
en dat Hare Majesteit, op het tijdstip, waarop
Hoogstdëzelve het oogenblik gekomen acht om in
overleg met Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der
Nederlanden, het initiatief te nemen tot een bezoek
van Zijne Koninklijke Hoogheid aan Nederlandsch-
Indië, gaarne rekening' zal houden met de Hare Ma
jesteit kenbaar gemaakte wenschen.
HET VREDESPALEIS.
In de jongst gehouden vergadering van den Raad
van Beheer der Carnegiestichting is de rekening en
verantwoording over het afgeloopen en de begrooting
voor het volgend dienstjaar goedgekeurd.
Het Vredespaleis zal waarschijnlijk in 1913 ingewijd
kunnen worden.
STATENVERKIEZING DISTRICT IV.
Bij de gisteren gehouden verkiezing van een lid
voor de Provinciale Staten in district IV te Amster
dam, ter voorziening in de vacature, ontstaan door
het bedanken van mr. J. C. de Vries, hebben de heeren
mr. W. baron Röell (lib.) 1112, H. Barnstein (V.-D.)
j 630 en Z. Gulden (soc.-dem.) i40 stemmen verkregen,
zoodat herstemming zal moeten plaats hebben tusschen
de heeren Röell en Barnstein.
DE STATENVERKIEZINGEN.
De opkomst der kiezers bij de jongste Statenverkie
zingen was hij de stemming in 1910 het laagst in
district Assen 30.3 het hoogst in dist-riet Gelder-
malsen 92.8 bij de herstemming in 1910het laagst
in district Haarlem 36.9 het hoogst in district
Maastricht 94.6
ILet hoogste en laagste percentage der ongeldig
verklaarde stembiljetten was bij de stemming in 1910
2.4 en 0.3 en bij de herstemming in 1910 1.7
en 0.2
Gemengd nieuws.
DE DANKBARE CLIëNT.
Eenigen tijd geleden werd van een advocaat in het
Gerechtsgebouw te 's-Gravenhage een fiets gestolen.
De dader bleef onbekend. Een vriend van den advocaat
die dezer dagen een van diefstal beschuldigde had te
verdedigen, zocht zijn cliënt in het Huis van Bewaring
°P-
Bij het onderhoud liet deze zich toen, naar L. en V.
meldt, ontvallen, „dat een kennis van hem onlangs de
fiets gestolen had van den advocaat, die zoo mooi voor
hem gepleit had, dat hij er een maand minder door
gekregen had dan de eisch was."
Voor dit bewijs van dankbaarheid! zit de man nu
echter ook in de Casuaristraat.
ALBERT VOGEL.
Te Oldenzaal heeft zich een commissie gevormd wel
ke het plan heeft 30 dezer Albert Vogel in De Lutte
bij Oldenzaal te doen optreden. De heer Vogel zal daar
in de vrije natuur, te midden der bosschen, met ac
compagnement van een pianist ballades voordragen.
EEN TREURIGE BUITENPARTIJ.
Bij eene buitenpartij van de bekende Amsterdamsche
vereeniging „Limburgia," in de duinen van het land
goed „Duin- en Kruidberg" van den heer J. T. Cre-
mer, is het genot plotseling' op droevige wijze ver
stoord geworden.
Men was bezig o.a. met, het houden van voordrach
ten. Een daarvan sloeg zóó treffend op de omstan
digheden van eene der aanwezige dames, dat deze een
zenuwtoeval kreeg. Haar echtgenoot, de heer N. de
S., schrikte daarvan zóó hevig, dat hij dood ter aarde
viel.
De geroepen geneesheer, dr. A. de Groot-, constateer
de hartverlamming.
INBREKERS.
Gisterochtend, omstreeks half vier, ontdekte 'n
nachtwaker van den G. P. Nachtveiligheidsdienst te
Amsterdam voetstappen in den tuin van perceel Von
delstraat 57, bewoond door de familie P., thans uit&te-
dig.
Zijn onderzoek bracht aan het licht, dat van een
der ramen aan de achterzijde van het huis een ijzeren
stijl was verbogen en een ruit stukgeslagen.
Gezamenlijk met een collega zette liij het onderzoek
voort en ontdekte, dat er waarschijnlijk een inbreker
het huis was binnengeslopen.
De politie werd gewaarschuwd en twee agenten, ge
wapend met revolvers, drongen het huis binnen. Op
zolder vond men tegen het dak een ladder staan en
het dakraam geopend. Vermoedend, dat de inbreker
over het dak was gevlucht, ging men dit perceel bin
nen. Het bleek, dat men op het goede spoor was,
want alle kamerdeuren waren geopend. Alleen de
slaapkamer was stevig van binnen gesloten, en wat
men ook probeerde, het was onmogelijk de deur te
openen. Op eert g'egeven oogenblik hoorde men de ja
louzie optrekken, en begrijpend dat de inbreker zich
tot dé vlucht voorbereidde, forceerde men de deur. De
beide agenten vonden in den hoek van de kamer een
jongen, armoedig gekleeden man, van ongeveer 25
jaar, een bekende der justitie.
Hij gaf zich gewillig over en het bleek, dat men
juist op het goede oogenblik was gekomen. Een sprei
was reeds in reepen gescheurd' en deze waren aan el
kaar geknoopt om er langs naar beneden te glijden.
De aangehoudene werd terstond naar het politie
bureau overgebracht, terwijl per rijtuig massa's lijfgoe
deren volgden, die door den inbreker reeds klaar ge
legd waren.
Zondagmorgen 6 uur ontdekte de portier van het
Blauwhoedenveem, aan de Leuvehaven, W.Z., te Rot
terdam, dat zich een inbreker op het dak van een! der
gebouwen bevond. Hij telefoneerde aan de politie,
met het gevolg dat de inbreker gearresteerd werd. Het
bleek te zijn de 26-jarige G. v. B. te Amsterdam. Hij
was aan de zijde vab dé Eenhoornstraat een wóning
binnengegaan, had zich op den zolder aldaar van eeni
ge. kleedingstukken meester gemaakt en was toen over
de daken naar het gebouw van het Blauwhoedenveem
gegaan, om te trachten daar van boven af in te ko
men.
NEDERLANDSCHE
ESPERANTISTEN VEREENIGING.
Zondag heeft te Rotterdam de 6e jaarvergadering
der Ned. Esper. Vereeniging onder presidium van den
heer D. E. Romein, burgemeester van Drumpt, plaats
gehad.
Het verslag van den secretaris spreekt van gestadi-
gen vooruitgang van het wereldhulptaal Esperanto in
Nederland: de N. E. V. telt, behalve 83 algemeen© le
den, 10 afdeelingen met 232 leden, zoodat het ledental
totaal 315 bedraagt. Met een viertal nieuwe Esp. groe
pen wordt over aansluiting onderhandeld.
Bij de rondvraag werd onder applaus der geheele
vergadering een voorstel aangenomen tot hestudeering
der vraag: De nvoering van het Esperanto op de pro
gramma's van het Lager en Middelbaar onderwijs (in
verband met een eventueele herziening der onderwijs
wetten ingevolge het rapport der ineenschakelingscom-
missie) met facultatiefstelling van het onderwijs in de
moderne talen.
UIT BROEK OP LANGEND!JK.
Aan de afslagmarkt te Broek op Langendijk werd
de vorige week aangevoerd 10.748 zak aardappelen,
312.400 bos wortelen, 358.100 bloemkoolen, 46.700 roode
kooien, 274 gele kooien, 550 witte kooien, 211 balen
zilveruien, 250.300 slaboonen en 300 hos uien.
Van de laadplaats aldaar werden in die week ver
zen 113 wagonladingen groenten.
UIT NOORD-SCIIARWOUDE.
Bij de opening der gistermiddag gehouden raads
vergadering wees de voorzitter op de aanwezigheid
van een talrijk publiek als een bewijs van belangrijk
heid dezer vergadering. Hij hoopte echter dat de be
sprekingen het gewone kenmerk mochten dragen en
dat zij mochten leiden tot behartiging van het belang'
der Gemeente en haren ingezetenen.
Na het onveranderd vaststellen der notulen werd
medegedeeld dat de wethouder P. de Geus wegens uit-
landigheid de vergadering' niet kon bijwonen en dat hij
zich vereenigde met het idee om in verband met de
vcrgunningkwèstie hier slechts 2 vergunningen te
handhaven. Gedeputeerde Staten berichtten de goed
keuring' op de suppletoire begroeting* op de af- en over
schrijvingen en op de betaling' uit den post voor on
voorziene uitgaven.
Deze mededeelingen werden voor kennisgeving
aangenomen.
De bewoners van de Raadhuisbuurt verzochten
plaatsing van een lantaarn op het door hen bewoonde
eiland.
De voorzitter lichtte dit adres nader toe, waarna
het verzoek met algemeene stemmen werd toegestaan.
De voorzitter bracht daarna ter tafel het in de vo
rig© vergadering aangehouden schrijven van Gedepu
teerde Staten betreffende niet goedkeuring van het te
voren genomen besluit inzake intrekking van twee
vergunningen.
De heer Heman vroeg' of het bepaald noodzakelijk
was dat nu een besluit genomen wordt, of dat men
het punt weer zon kunnen verdagen. Dit laatste zou
spr. gaarne willen in afwachting n.l. van de volks
stemming' die hier in deze aangelegenheid gehouden
wordt.
De voorzitter zeide, dat het niet. noodzakelijk was,
dat terstond eene beslissing' genomen werd. De Raad
is echter verantwoordelijk voor zijne daden en de le
den van den raad dienen dit verantwoordelijkheidsge
voel te beseffen en te kunnen dragen. Spreker is niet
de meening toegedaan, al de te nemen besluiten eerst
moeten worden onderworpen aan het oordeel der bur
gerij.
Hier ontstaat door deze kwestie een strooming' die
geheel .een persoonlijk karakter aanneemt. Willen ech
ter de heeren de stemming' afwachten, spreker zal er
zich niet tegen verzetten.
De heer Barten bevestigde de woorden van den
voorzitter en vond! d'at het z. i. niet aanging de ver
antwoordelijkheid van den Raad in deze zaak te schui
ven op de schouders der burgerij.
Llij is wel voor uitstel doch alleen op grond dat de
heer de Geus afwezig is.
De voorzitter merkte op, dat de volgende maal er
wel weer een ander door de een of andere omstandig
heden afwezig kon zijn.
Ook de heer Keeman ging' mee met het denkbeeld
van den heer Heman, ook hem speet het dat de heer
de Geus afwezig is. De zaak krijgt een veel te per
soonlijk karakter, temeer als eerst een volksstemming
wordt gehouden.
De heer Heman vond niets tegen een volksstem
ming.
De vorige maal is de volksstemming hier toch ook
gehouden op initiatief van de geheel-onthouding.
De heer Keeman verklaarde dat niet uit de geheel
onthouding' de uitspraak der vorige vergadering is
voortgekomen maar uit liet schrijven van Ged. Staten.
De heer Barten wilde zijn oordeel niet vellen in ver
band met anderer oordeel.
De heer Keeman zeide dat men niet altijd' rug-ge
spraak met andereu kan houden. Hij wilde stemmen
naar eigen inzichten en was het daarom volkomen mets
den heer Barten eens.
De heer Vlug merkte op, dat de kwestie geen per
soonlijke is, de raad heeft rekening te houden met de
volkstemming' die den volkswil uitdrukt, 't Spijt spre
ker dat deze verg'adering daarom niet een paar dagen
is uitgesteld.
De local option van Amerika kan hier zeer goed1 in
practijk worden gebracht.
Wij zijn, aldus spreker, niet als raadsleden gekozen
omdat wij bestrijders of voorstanders van het drank
gebruik zijn, wij hébben te vragen wat eischt het Ge
meentebelang, ook met het oog op de afwezigheid van
den heer de Geus is hij voor uitstel.
De voorzitter zeide dat de Raad moest weten wat
hij wilde. Gaarne wilde spreker den middenweg bewan
delen, maar morgen kon de heer Keijzer of een ander
wel weer met een volksstemming komeni over zaken
waarvan de behartiging der belangen aan d© raadsle
den en spreker is opgedragen.
De heer Slotemaker vroeg hoe de door den voorzitter
ingewonnen inlichtingen luiden.
De voorzitter zeide dat hij die nog niet voldoende
had gekregen.
De heer Vlug vroeg wat of Gedeputeerde Staten
met deze zaak te maken hebben, het verzoek werd! toch
gericht aan de Koningin. Spreker zou er voor te vin
den zijn het eenmaal genomen besluit te handhaven.
De voorzitter: U zult dan een zeer gevaarlijk stand
punt innemen, ik durf het U dan ook ten sterkste ont
raden.
De heer Keeman merkte nog' op dat de personen
buiten beschouwing moeten blijven. Wij moeten de
zedelijkheid hooghouden en bevorderen, en ik zeg
maar hoe minder gelegenheden, hoe minder verbruik.
De heer Barten was het volkomen met den heer Kee
man eens, wees echter op de moeilijkheid aan het in
nemen van dat standpunt verbonden. Het beginsel
moet evenwel den doorslag: geven, zeide spr., als de
menschen je -op de straat leelijk aankijken, dan trek
je je daarvan maar niks aan.
Nadat de heer Herman een voorstel had gemaakt
om de behandeling van dat punt uit te stellen werd
dit aangenomen.
De heeren Keeman en Barten verklaarden bij de
stemming dat zij voor stemden', op grond der afwezig
heid van den heer de Geus, niet in verband met de
volksstemming.
De heer G. O. F. Meijer te Assendelft verzocht de
zuidkant van het oud ontvangeraerf te mogen koopen
voor 3500 plus kosten van overdracht.
Na gegeven toelichting' werd' dit aanbod met alge
meene stemmen aanvaard.
Het verzoek van J. Bruggeman om afschrijving 5
maanden Hoofdelijken Omslag wegens vertrek werd
toegestaan.
Evenals vorige jaren werd het voorstel van B. en W.
om behoudens goedkeuring eene week extra vacantie
te geven in verband' met den veldarbeid' der arme kin
deren is de gewone vacantie aangenomen.
Uit de door den voorzitter gegeven toelichting bleek
dat de organisatie van de brandiveer wel wat te wen
schen overliet, bij de daarop g-evolgde besprekingen
besloot men deze zooveel mogelijk te herzien en reeds
bij de aanstaande oefening een gedeelte der mannen
te doen oproepen.
De vergadering werd daarna gesloten.
UIT EGMOND-BINNEN.
De uitslag van de gehouden telling van land en vee
in onze gemeente is als volgt: