DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 169
Honderd en twaalfde faargang.
1910.
DONDERDAG
21 J U L 1.
Bedrog en vervalsching in de*
Handel.
FEÜILLETON.
Het nest van den sperwer.
BINNEWLAN1»!
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en' Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
ALKMAARSC
COURANT.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar brengen
ter algemeene kennis, dat zij bij besluit van heden
vergunning bebben verleend aan C. A. BEUDEKER,
aldaar, tot het oprichten vun een champagnepilzfabriek,
waarin een gasmotor van 1 P. K. in het perceel
Zilverstraat, wijk A. no. 6.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorz.
19 Juli 1910, L. VAN DER VEGT, lo. secr.
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat heden op de ge
meente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen inge
diende verzoek met bijlagen van P. MEURS Pz. te
Schagen, om vergunning tot het oprichten van een
gasmotor van 8 P.K. met bijbehoorende machines in
het perceel Luttik-Oudorp, Wijk C No. 39.
Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden
ingediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling
op Woensdag 3 Augustus e.k., 's-voormiddags te elf urn
en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie
dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij,
die bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer
gemeente van de terzake ingekomen schrifturen ken
nis nemen.
Alkmaar, 20 Juli 1910.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
L. VAN DER VEGT, lo. Secretaris.
Hier rust de vrouw, die in haar Tij dt
Koophandel deed met eer en vlijdt'.
Zij heeft, zelfs tot haar grijze leven,
Elk góed g-ewigt en maat gegeven.
In de kloeke rede, waarmede de heer J. S. Meuwsen
gisteren te Arnhem het congres1 van den Middenstand
heeft geopend, deed hij duidelijk uitkomen, dat de
poging- om de oneerlijke concurrentie te weren, niet
alleen' een begeerte van den middenstand moet zijn,
maar ook een begeerte van het geheele volk. Aan het
bedriegen en het vervalschen, aan de grove misbrui
ken in den handel dient een einde te komen. Het is
een dwingende eisch geworden, die niet alleen de eer
en het welzijn van den middenstand raakt, maar ook
het belang- van den kooper, hij moge rijk of arm zijn,
betreft. Wat men koopt, moet men ontvangen. Wie
piet aan die voorwaarde voldoet is een bedrieger of,
,wat niet minder erg is, een vervalscher. De koppel
dag geen besnoeide of valscUe munt geven, de ver-
kooper geen mindere of minderwaardige waar leveren.
Het is zoo klaar als de dag. En toch wordt er ver-
valscht en bedrogen, hebben oneerlijke en gewetenloo
ze handelaren vrij spel, wanneer ze het publiek afzet
ten en waren verkoopen, die schadelijk zijn voor de
volksgezondheid. Wat de vervalsching betreft zij
wordt dikwijls reeds als geheel van zelf sprekend aan
genomen. De Arrih. Ct. gaf daarvan gisteren eenige
aardige voorbeelden, door zijn lezers even achter de
pouliésen van de Parijsche restauratiekeukens te lei
den.
Er was een tijd, dat de Eransohe.keuken roem kon
dragen op haar degelijkheid. In dien tijd geen haze-
peper zonder haas, geen ossehaas zonder os, geen blin-
EEN ROMANTISCH VERHAAT. UIT
DEN TIJD VAN DE PURITEINEN DER
17de EEUW.
door
BARONES ORCZY,
Schrijfster van: De Roode Pimpernel, Ik zal ver
gelden, Een zoon van het Volk, etc.
19) -
„Niets, niemendal, lieve, ik verzeker liet- je!" ant
woordde Courage, om haar -gerust te stellen. „Er
zijn altijd krakende takken aan de olmen, het klimop
is zwaar en.
„Maar ik héb nog onlangs hooren verzekeren, dat
het in het paviljoen spooktzei'de zij, over al haar le
den bevende.
„Neen, het spookt er niet! Ik wil er een eed op
doen, dat het een krakende tak was, en dan is er nog
iets, dat ik je in het strikste geheim wil vertellen.
Maar voor Courage met het verhaal kon beginnen,
dat hem op de lippen brandde, viel er iets van boven,
op zijn vermagerd gezicht, dat volstrekt niet aan den'
o»m kon gegroeid zijn.
Het was een knoop. Een doodgewone, bruine, half
versleten knoop. Courage nam 'em in zijn hand1 en
e eek het ding- nauwkeurig, het om en om keerende.
Het voorwerp zag er bekend uit. Courage had zulke
knoopen meer gezien.
„Dat ding kan daar niet gegroeid zijn, Courage!"
zeide Chanty nu zacht fluisterend.
„Neen!" - antwoordde hij beslist.'- „En spoken
dragen geen kleeren Aet knoopen."
Maar boven in den boom werd zelfs geen geritsel
gehoord, en hoewel Courage en Charity allebei, in
teenemenden angst naar boven keken, de toenemende
duisternis verborg volkomen hef geheim van den olm.
„Ik wed, dat er daar boven iets is, juffie!" zeide
de jonge man eindelijk met wonderlijke beslistheid.
de vink zonder. neen, dat niet, maar toch in dien
tijd geen iets zonder iets. Er was b.v. die beroemde
pot-au-feu, de langzaam, zacht getrokken bouillon,
waarnaar zelfs hij, die geen grooten horizon voor zijn
gedachten heeft, die een beetje erg huiselijk is, een
„pot-au-feu" genoemd werd. Die pot-au-feu verstoffe-
lijkte al de intensiteit van' het Fran-sohe familieleven.
En nu! Die geurige, krachtige, opwekkende schotel
is vervangen door het bijmengsel van allerlei extracten
van misschien bij Buffon wel onbekende beesten. Op f
de étiquette vanl den flacon met die extracten staat j
wel een schaap of een os, maar daarin zit een onsma- j
kelijk vocht met een afschuwelijke lucht. Een lepelvol
van deze geheimzinnige vloeistof en een liter kokend
water, ziedaar wat men u in Frankrijk thans aanbiedt
jn de plaats van den aartsvaderlijken bouillon, dien
een eerzame keukenmaagd ons dampend en geurig op
diende na acht uren geduldige bewerking.
Zoo is er meer. Kreeftensoep, de hoogheerlijke kreef
tensoep, de. ondeugende kreeftensoep, waarbij de Fran-
schen even glimlachen, als zij ter tafel komt bij groo
te gelegenheden, oók de kreeftensoep is vervallen. In
de restaurants want alles, wat we verder hespre
ken, komt op rekening van de restaurants; we denken
,er niet aan kwaad te spreken van de vriendelijke ge
zinnen, wier gastvrijheid even onaangetast als de re
putatie harer schotels bij ons voortleeft in de re
staurants eet ge geen kreeftensoep meer. Wel krijgt
ge iets, dat in kleur en smaak daarmede overeenkomt,
doch het is een brouwsel, gemaakt door middel van
een rood poeder, dat men in iedere apotheek kan koo-
pen. Om de illusie zoo volledig mogelijk te doen zijn,
wordt echter een onttakelde kreeftekop, waarvan een
ander eerst het vleesch heeft afge.peuzeld, in de soep
terrine geworpen en zoo komt het, dat ge u afvraagt,
waarom de kellner, die met het opdragen belast is,
ternauwernood zijn lachen kan laten.
En na de soep de visch, de visch, die duur is en dus
voor een fijnen schotel geldt. Welnu, langen tijd
ook deize illusie moet ge laten varen was ook die
fijne visch namaak. In sommige Parijsche restauraties
schijnt men gedurende langen tijd1 tong en tarbot ver
vaardigd te hebben uit afgezoute stokvisch, die heel
netjes was aangebracht op kunstig gemaakte, de
visehg-raten zeer nabij komende fijne kammetjes.
Is het wonder, dat bij een dergelijk imitatiersysteem
boter een meer en meer verdwijnend luxe-artikel wordt
en plaats maakt voor kaarsvet met een mengseltje,
terwijl de hanekammetjes van de bekende vol-au-vents
nooit ofte nimmer op de hoofden der morgenwekkers
zijn gegroeid, doch doodeenvoudig met een emporte-
pièce uitgeslagen zijn in de binnenlaag van een of an
der kalfsverhemelte?
Zoo wordt de vindingrijkheid van den menseh in
den dienst gesteld van het bedrog en de wereld om zoo
,te. zeggen onderstboven gezet.
Tot zoover het blad.
Op het congres zelf werdefi gisteren ook sterke
staaltjes genoemd, welke toonen, hoe in ons1 eigen
land het bedrog voortwoekert, steeds maar nieuwe ba
nen zoekend en steeds meer schade aanrichtend.
Een slager gaf een reeks voorheelden van het be
drog bij den handel in vleeschwaren, een meelfabri
kant gaf verschillende staaltjes van bedrog uit zijn
vak, terwijl een Amsterdamsch winkelier onder hilari
teit eenige merkwaardige gevallen opsomde, waarbij
het publiek bij den neus genomen wordt op een wijze
.welke niet gevaarlijk is! voor de gezondheid, maar ma-
iteriëele schade oplevert. Zoo vertelde de laatste, dat
te Amsterdam voor den Zondag prachtige uitstallin-
gen worden gemaakt, waarin artikelen spotgoedkoop
„Zouden het vleermuizen geweest zijn, vroeg zij
angstig.
„Neen! want vleermuizen dragen geen knoopen,"
hernam hij op stelligen toon. „Maar voor alle ze
kerheid wil ik een onderzoek naar de zaak doen, zooals
de oude Busy gewoon is te zeggen."
En zich niet storende aan de toenemende zenuwach
tigheid van Charity, liep hij naar den grensvval van
het park en was met één sprong over het lage hek,
juist toen zij een roerend beroep deed op zijn barmhar-
ligrieid, haar toch niet alleen te laten in den donker
De vrees maakte haar nlachteloos om een voet te
verzetten. Zij durfde zich zelfs niet te bewegen, uit
angst dat de geheimzinnige eigenaar van den knoop
haar achterna zou loopen. Liefst had zij Courage ge
volgd, om ten minste een hek en een wal tusschen
haar en die vreeselijke olmen te hebben.
Zij was juist aan het overleggen, of zij het maar
met erg op haar zenuwen zou krijgen, toen zij aan
eene zijde van het hek d© stem van Courage hoorde.
„Iluusthuust! Vlug, hier!"
Zij verzamelde al haar moedl en stormde vooruit in
de richting, waar zij het reddende geluid had1 gehoord.
„Ilier, neem dit van mij over, terwijl ik weer over
het hek klim! zei de ondeugd, haar een houten em
mer toereikende.
„Maar wat is dat, Courage?" vroeg- ze, onderwijl ze
werktuigelijk den- emmer aannam. Het ding was
zwaar, want het was tot aan den rand met een vloei
baar iets gevuld, dat bovendien minder aangenaam
riekte.
Het volgende oogenblik stond Courage naast haar.
II ij nam den emmer van haar over, en liep toen, zoo
vlug- hij maar kon, naar den olm terug.
„Daar zullen we de vleermuizen mee verjagen, Juf
fie!" zeide hij, over zijn schouder, lachend antwoor
dende.
Zij volgde hém, opgewonden en vreesachtig, tot zij
allebei weer bij den olm waren, waar Courage zoo plot
seling in zijn vèïliefdigheid was gestoord. Hij zette
den emmer naast zich neer en wreef zich in de han
den, onderwijl hij eenige geluiden maakte, die van in-
(geprijsd zijn, terwijl groote letters aankondigen, dat
de opening- Maandagochtend zal plaats hebben. Komt
het publiek, verlokt door deze uitstalling, Maandag
ochtend, dan is het s.pot-goedkoope verdwenen en zijn
de prijzen weer normaal. Een andere truc is, dat er
speciale jassen voor de uitstalling worden gemaakt.
Komt iemand, door de goedkoopte gelokt, het maga
zijn binnen, dan blijkt de jas, welke hij wenschte niet
te passen en gaat hij allicht over tot het koopen van
een duurdere jas, welke hij wel niet Wenschte. Dat
de jas niet paste was juist haar grootste verdienste,
immers opzettelijk had men de mouwen extra-kort ge
maakt!
Deze gevallen zullen heden bij de voortzetting van
de discussie wel worden uitgebreid. Zij bewijzen ech- 5
ter reeds voldoende, hoe noodzakelijk het is, dat het
publiek gewaarborgd' worde, die handelswaren van den
yerkooper te krijgen en ook in die hoeveelheid, wélke
het vraagt en meent te ontvangen. Moge dit het laat
ste congres van den middenstand zijn, waarop dit be
langrijke en spoed-eischende onderwerp besproken
wordt
Dan zal het mooie getuigenis, dat in het hierboven
afgedrukt Groningsch grafschrift is- neergelegd, on
getwijfeld in heel wat meerdere-gevallen dan thans
aan mannelijke en vrouwelijke handelaren kunnen
worden uitgereikt.
Dan zal de eerlijkheid' in den Nederlandsch'en han
del en de gezondheid van het Nederlandsche volk in
hooge mate bevorderd zijn!
ZONDAGSRUST OP DE SPOORWEGEN.
De heer Duymaer van Twist, lid van de Tweede
Kamer, heeft schriftelijk de volgende vragen gesteld
aan den minister van Waterstaat:
Is het bericht uit de nieuwsbladten juist, dat de
Holl. IJzeren Spoorwegmaatschappij bij wijze van
proef in de maand Juli een extratreini zal laten loopen
naar Brussel, en dat, zoo die proef slaagt, daarmede
in de maanden Augustus en September zal worden
voortgegaan?
Zoo ja, is de Minister bereid eert poging aan te
wenden, dat ter bevordering van de Zondagsrust aan
het voornemen der maatschappij alsnog geten gevolg
wordt gegeven?
Hierop heeft de Minister ©veneens schriftelijk ge
antwoord
Het in de vraag weergegeven gerucht omtrent zoo-
da nigen extra-trein is onjuist. Wel is in overleg met
het bestuur der Belgische Staatsspoorwegen gedu
rende Juli en Augustus een extra-trein ingelegd, doch
-deze gaat Zaterdagsochtends naar Brussel en' keert,
Zondagsavonds naar Amsterdam terug. De terugkee-
r-ende trein is feitelijk slechts een verdubbeling van de
gewone laatste verbinding Brussel—Amsterdam. Tot
deze ten gerieve van het publiek toegepaste verdubbe
ling, welke met het oog- op het overdrukke verkeer on
vermijdelijk bleek, is de spoorwegmaatschappij met in
achtneming- van art. 99 A. R. D. bevoegd, zoodat voor
©enigen maatregel van de zijde der Regeering geen-
grond is.
personeel in vorige jaren werd verleend, uitbreiding-
ontvangen?
Moeten beide vragen in ontkennende» zin beant
woord worden, is de Minister dan bereid voortaan bij
goedkeuring der dienstregeling, er toe mede te werken
dat in de richting van meerdere Zondagsrust op da
spoorwegen gestuurd worde?
Het antwoord van den Minister luidde:
Door de Regeering wordt er naar gestreefd om uit
breiding te bevorderen van het aantal op Zondag val
lende rustdagen ten bate van de beambten em bedien
den der spoorwegdiensten, voor zooverre dit zonder
c-verwegend bezwaar kan geschieden. Inl hoeverre he*
-aantal rustdagen op Zondag dit jaar, vergeleken bij
het aantal vrije Zondagen, dat aan het personeel in
vorige jaren werd verleend, uitbreiding heeft ontvan
gen, zou zonder voorafgaand' omvangrijk onderzoek
bezwaarlijk uitgemaakt kunnen worden. In verband
•met de Zondagsrust is sedert eenigen tijd een onder
hoek aanhangig naar de bezetting van de treinen des
■Zondags, teneinde gegevens te erlangen om op grond
daarvan tot opheffing van meex-dere treinen op Zon
dagen te kunnen overgaan, voor zooverre di-t met ds
belangen van het puMiék vereeni'gbaar ié.
DE BESTRIJDING DER CHOLERA.
De Parijsche correspondent van de R. Ct. uieldda
gisteren:
De ochtendbladen maken melding van een mededee-
ling, die prof. Chanteonesse gisteren, in de vergade
ring van de Fransche akademie van geneeskunde ge
daan heeft over het heerschen van de cholera, in Eu
ropa van 1904 tot 1910.
Chantemesse sprak daarbij uitvoerig over de voor
treffelijke wijze, waarop de cholera' in Rotterdam en
in geheel Nederland bestreden is. Hij noemde de Ne
derlandsche maatregelen bewonderenswaardig- en zei
de, dat men door dit voorbeeld voortaan wist, op welke
wijze een werkelijk afdoende verdediging tegen de cho
lera gevoerd kon worden.
Voorts vroeg de heer Duymaer van Twist
Heeft de laatstelijk door de* Regeering goedgekeur
de dienstregeling voor de spoorwegen er toe geleid,
dat naar meerdere beperking van den dienst op Zon
dag is gestreefd geworden en heeft het aantal rustda
gen op Zondag voor de beambten en bedienden dit
jaar, vergeleken bij het aantal vrije Zondagen, dat het
nerlijke pret getuigden.
Toen eerst bemerkte zij, dat hij onder zijn arm een
lang- en vreemd instrument had, rond; en van blik, met
een handvat aan het eene eind.
Nieuwsgierig keek ze in den emmer en naar het
pers-instrument.
„Het is teerwater, dat gébruikt wordt voor het vee,
cm het van ongedierte te reinigen", fluisterde zij.
„Daar moogt ge niet aankomen, Courage. Waar hebt
gij het gevonden
„liet stond bij de walling-en", antwoordde hij. „Ik
wist dat het da&r was. De schapen worden er mee ge-
wasschen, om het ongedierte er mee te verwijderen.
En hier heb ik de spuit, waar ze mee bespoten wor
den zeide hij, bedaard het ondereind in de vloeistof
zettende. „En nu zullen wij eens zien, of we er het on
gedierte mee uit den olm kunnen krijgen
Een kreet van angst getuigende en die boven hen
geuit werd, deed het bloed van Charity stollen.
„Halt! halt! Satanskind!" gilde Loflied Busy van
uit den hooge.
„Liet zijn dieven of booze geesten", riep Charity uit,
in haar angst.
„Wie of wat het ook zij, dit moet het ontuig op
ruimen!" zei Courage zeer wijsgeerig, onderwijl hij
den spuit richtte, en den geheelen inhoud1 met kracht
op den met klimop gedekten tak deed aankomen.
Een kreet van schrik werd gevolgd door een uiting
van woede. Terstond volgde er een gekraak van al
lerlei takken, en de keldermeester kwam als een bom
naar beneden vallen, gelukkig op het zachte mos.
ourage foogood, de waarheid' moet gezegd wor
den tot eeuwige schande van alle brutale jongens,
zette het terstond op een loopen, zonder om te zien
naar Charity, die nu werkelijk versteend van schrik,
was blijven staan en de onmiddellijk volgende uitbars
ting van dolle woede alleen moest ondergaan.
Meester Busy ook dat mogen we niet verzwijgen
had op dat oogenblik maar weinig van zijn vroom
heid behouden. We willen echter aannemen, dat hij,
volgens zijn eigen explicatie, terstond' Juffrouw Cha
rity had gezien, maar dat zijn besef van met haar ver-
MIDDENSTANDSBOND.
(Speciale correspondentie.)
(Vervolg).
Na de pauze kwamen gisteren in behandeling een
aantal praeadviezen en wel van prof. mr. D. Josephua
Jitta te Amsterdam, van den heesr R. P. J. Tutein
Nolthenius te Amsterdam en van mr. P. J. M. Aal-
berse te Leiden, alle drie over: De wettelijke bestrij
ding van oneerlijke praktijken in handel en bedrijf.
De eerste zet in zijn praeadvies uiteen, hoe naar zij
ne meening gegevens omtrent dit onderwerp behooren
te worden verzameld en gerangschikt. Er op wijzend,
dat niet, alles, wat men oneerlijke concurrentie noemt,
dat ook is, splitst prof. Jitta deze materie in vier on-
derdeelenle ongeWenschte concurrentie, 2e erkenning
van rechten, welke de nijvere mart behoort te hebben
op de vruchten van zijn© boven anderen uitmuntende
persoonlijke eigenschappen, 3e. bescherming van het
publiek tegen misbruiken op het geibiedi van handel en
nijverheid en 4e. onbetamelijke handelingen van een
concurrent tegenover een of meer vakjgenooten. Meer
uitvoerig somt de praeadviseur vervolgens op, wat hij
onder ieder van deze vier soortbegrippen verstaat.
Wat de bestraffing' der oneerlijke concurrentie be
treft, merkt hij op, dat de tegenwoordige Minister van
Justitie zijn voornemen heeft te kennen gegeven om
een wetsvoorstel in te dienen tot verruiming van het
gebied der schadevergoeding uit onrechtmatige daad.
De heer Tutein Nolthenius geeft in zijn praeadvies
een uitvoerige uiteenzetting van de nieuwe Duitsche
Rijkswet tegen de oneerlijke concurrentie. Uit die wet
zijn z. i. twee lessen voor den Middenstand te trek
ken.
loofd te zijn, en begrip van welvoegelijkheid, verdron
ken was in den stortvloed van teerwater. Onloochen
baar is het evenwel, dat een salvo van vloeken, waar
voor zelfs Sir Marmaduke den hoed had moeten afne
men, over zijne lippen kwam.
Maar was het niet te vergeven? Van top tot teen
was hij klets nat, brakende, ternauwernood kunnende
zien met zijn klevende oogen, stikkende van woede en
door zijn val overal gekneusd.
Ilij schudde zich als een natte poedel. Toen een
geluid hoorende van eene gesmoorde stem, die veel
had van een gesmoorden lach, wendde hij zich woest
om en zag. den omtrek van Charity's aardige fi
guurtje.
„Lieve hemel, mijnheer Loflied, wat ziet ge er uit!"
begon ze, eenigszins zenuwachtig.
„En, alle duivels! Die aap van een jongen zal er
ook mooi uitzien, voor ik mijn handen van hem af
trek
„Maar wat deed u. h'm! Wat deed ge in den
olm, mijn Loflied?" vroeg ze vriendelijk.
•Zeg- „1) tegen me! Loop naar de maan met dat
ge-je!" zeide hij streng-, met een kwaadaardigen grim
lach. „Zoo'n onbeschaamde meid als gij, heeft me
voortaan mijnheer Busy te noemen."
Hij ging naar het Huis. Deemoedig- volgde Charity,
want Heer Busy was meer dan haar verloofde, jazoo
veel als haar man, en ze had geen zin om haar mooie
vooruitzichten prijs te geven, voor een avondje met
dien schelmschen Courage.
„Ge zoudt willen weten, wat ik daar boven op dien
tak deed vroeg hij na een poos, toen de heggen van
den Slottuin in 't gezicht kwamen. „Ik was bezig- met
het bouwen van onze woning, volgens de ordonnantiën
die mij heilig zijn."
„Een woning. Tooh niet in dien olm, Meester
Busy?"
(Word* vervolgd.)