DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd en twaalfde jaargang. DINSDA 26 JULI voor de Nationale Militie, Dinsdag 9 Augustus a.s. Kwado praktijken bij de keuring van lotelingen. BINNENLAND, No. 173 1910 LOTINO Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Cf Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. AARSCHE RANT a De BURGEMEESTEE der gemeente ALKMAAR herinnert den verlofgangers der militie van de lichting 1902, die bestemd zijn op 1 Augustus 1910 naar de Landweer over te gaan, aan hunne verplichting om zich nk 1 Augustus 1910, doch vóór of op 30 Augus tus d.a.v. ter gemeente-secretarie aan te melden, onder overlegging van hun militair zakboekje. De Burgemeester vooi noemd G. RIPPING. Alkmaar, Juli 1910. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge meente ALKMAAR brengen ter kennis van belang hebbenden, |dat de loting der in 1910 alhier voor de liehting van 1911 voor de Militie ingeschrevenen zal geschieden op ten Stadhuize. Zij worden mitsdien opgeroepen, om zich op dien dag, des voormiddags te 9 ure, aldaar te bevinden om te loten en opgaven te doen van de redenen van vrij stelling, die zij ter zake van de Militie vermeenen te moeten inbrengen. Om vrijstelling wegens eigen militairen dienst of dien van broeders te verkrijgen, moet men overleggen een paspoort of ander bewijs van ontslag, of een uit treksel uit het stamboek of een bewijs van werkelij- ken dienst. Ter bekoming van vrijstelling wegens broederdienst moet men bovendien overleggen een getuigschrift van den burgemeester, waaruit het getal zonen, tot het gezin behoorende, blijkt. Eerstgenoemd bewijsstuk kan, zoo het niet reeds ingevolge art. 39, derde lid van het K. B. van 2 December 1901 (Staatsblad No. 230) onder den bur gemeester berust, ten minste tien dagen voor den dag, waarop de zitting van den Militieraad wordt geopend, worden ingeleverd bij den burgemeester der gemeente in welke de loteling, die vrijstelling verlangd wegens eigen militairen dienst of wegens broederdienst, voor de militie is ingeschreven. De opgave van een reden van vrijstelling bij de loting ontslaat hem die vrijgesteld wenscht te worden niet van de verplichting om bij den Militieraad de reden van vrijstelling in te brengen, hetgeen in elk geval bij dit college moet worden gedaan op het daar voor bestemde tijdstip. Zij, die vermeenen vrijstelling te kunnen erlangen wegens BROEDERDIENST moeten op DINSDAG 13 SEPTEMBER a.s., voormiddags te 10 uur, ten stad huize verschijnen, vergezeld van twee bij den burge meester te goeder naam en faam bekend staande meer derjarige ingezetenen, die het vereischte getuigenis kunnen afleggen en het aldaar op te maken getuig schrift onderteekenen, terwijl zij verplicht zijn de noo- dige opgaven voor het opmaken der stukken vóór 1 SEPTEMBER a.s. ter secretarie te verstrekken. De lotelingen worden uitgenoodigd den oproepings brief bij de loting mede te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. L. VAN DER VEGT, R Secretaris Alkmaar, 25 Juli 1910. De BURGEMEESTER VAN ALKMAAR, Overwegende, dat gebleken is, dat er nog steeds personen zijn, die er hunne praktijk van maken, om aan lotelingen, tegen betaling van eene som gelds, hunne hulp aan te bieden, ten einde hunne onge- schiktverklaring voor den militiedienst te verkrijgen. WAARSCHUWT voor bovenbedoelde praktijken en wijst belanghebbenden met nadruk op het bepaalde in art. 206 van het Wetboek van Strafrecht, luidende als volgt „Met gevangenisstraf van ten hoogste twee .jaar wordt gestraft 10. hij, die zich opzettelijk voor den dienst bij de militie ongeschikt maakt of laat maken 20. hij, die een ander op diens verzoek opzetteiijk voor den dienst ongeschikt maakt. Indien in het laatste geval het feit den dood tengevolge heeft wordt gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren opgelegd. Brengt verder te hunner kennis, dat de bemoeiing- van bovenbedoelde personen in geen enkel opzicht tot afkeuring van den betrokkene kan leiden, terwijl de raadpleging dier personen den loteling slechts financieel nadeel kan berokkenen. Alkmaar, De Burgemeester van Alkmaar, 26 Juli 1910. G. RIPPING. ALKMAAR, 26 Juli. O Connor, een van de leiders der Iersche nationalis ten, heeft in het Zaterdagavond' verschenen nummer van Reijnolds „News paper" dte vooruitzichten van de conferentie tusschen liberalen en- conservatieven voor de Ieren besproken. Hij schrijft: „Wanneer het tot een resultaat komt, moet in de re geling de Tersche kwestie zijn opgenomen. Ik heb nooit optimistische verwachtingen gekoesterd, maar van onverwachte zijde is met betrekking tot de Ier sche kwestie een krachtige pressie geoefend op de lei ders van beide partijen, opdat de Iersche kwestie in het belang- van het Rijk worde opgelost. Ik weet, dat de heer Roosevelt in het persoonlijk vriendschappelijk en maatschappelijk verkeer de opmerkzaamheid van de leidende mannen in Eng-eland uit alle klassen richt op de dringende noodzakelijkheid van de regeling der betrekkingen tusschen Engeland en Ierland, be schouwd van Amerikaansch standpunt. Niemand kan aan de vriendschappelijke bedoelingen van dein heer Roosevelt voor het Engelsche volk twijfelen. Hij heeft veel gewaagd, toen hij ze in Amerika openlijk uit sprak. En tijdens zijn Presidentschap gaf hij moeie- lijke open vragen tusschen Engeland en Amerika aan een scheidsgerecht ter beslissing over, hetgeen hij wellicht, indien het een andere mogendheid had be troffen, niet zou hebben gedaan. De heer Roosevelt is met ieder verstandig Amerikaan overtuigd dat, zoo lang de Iersche kwestie niet geregeld is, steeds een zeker gevoel van geprikkeldheid bij de groote massa van liet Amerikaansche volk zal blijven bestaan, wel ke betere en inniger betrekkingen tusschen de beide Êngelsch-sprekende natiën in den weg staat. Dat is met het oog op de vele gemeenschappelijke belangen en natuurlijke aanrakingspunten van beide volken zeer te betreuren. Ik heb verder vernomen, dat een der hoogste amb tenaren in het rijk, een geestdriftig imperialist, bij zijn aanwezigheid in Engeland onlang-s de overheid beproefde te overtuigen, dat Homerule voor Ierland het begin zou zijn van een inniger verhouding met het rijk. Ieder die een oogenblik de kwestie over weegt, zal moeten erkennen, dat een vereeniging van het rijk met een ontevreden Ierland feitelijk onmoge lijk is." Tot dusverre was nog niet vernomen, dat de heer Roosevelt over Ierland gesproken had wèl over Egypte en daarover is heel wat te doem geweest. In hoeverre de mededeeling van den heer O'Connor juist is, is natuurlijk evenmin na te gaan als de beantwoor ding van de vraag, of de inmenging van den heer Roosevelt iets zal batera. Dat de Iersche kwestie te genwoordig van'bijzondere beteekenis is, nu de Ier sche Parlementsleden, als de conservatieven en libera len het niet eens zijn, de weegschaal kunnen doen overslaan, laat zich denken. Men weet, dat de Ieren sinds lang weer een eigen Parlement en een zelfstandig bestuur wenschen. Par- nell heeft er indertijd hard voor gewerkt in het Lager huis en uit dien tijd dateert de obstructie op uitge breide, schaal. De obstructie in het Parlement ging destijds, de eerste jaren na 1880, gepaard met een passieven tegenstand der hoeren op het platte land, het boycotten, het weigeren van bijstand! en hulp aan de landheeren, werd uitgevonden. Dwangwetten moesten hiertegen ingaan en Gladstone verscherpte de wetten, welke dienst konden doen om het verzet der Ieren te breken. Eenige jaren daarna besloot de groote staatsman toe te geven. Hij wilde Ierland een Parlement en een afzonderlijk uitvoerend1 bewind ver schaffen, maar hij stiet daarbij op verbazenden tegen stand, zelfS in zijn eigen partij. De nieuwe verkie zingen, die na de verwerping van zijn wetsvoorstel in het Lagerhuis, werden uitgeschreven, stonden in het teeken van Unionist, d. w. z. voorstander van het be houd der eenheid in het rijk, of home-ruler, voorstan der van zelfbestuur aan Ierland. De Unionisten won nen, Gladstone trad af. Toen hij in 1892 weer aan het bewind en weer met zijn voorstel voor den dag kwam-, vond hij daarvoor in het Lagerhuis wel een meerderheid, doch nu verwierp het Hoogerhuis het ontwerp, Gladstone verliet het staatstoóneel voorgoed en ging' houtjeshakken. Sinds dien hebben de Ieren steeds voor hun zelfregeering gestreden. Wel heeft de regeering blijk gegeven van goeden wil te zijn, maar tot een praetisch resultaat heeft dit tot dusverre nog niet geleid. Er lijkt ons dan ook geen bijzondere aan leiding tot het optimisme van den heer O'Connor. Het moge in theorie heel mooi. klinken, dat de Iersche kwestie tot een internationale wordt gemaakt en daar door spoediger tot oplossing zal geraken, de praktijk heeft voldoende geleerd, dat er in Engeland reusach tige hinderpalen moeten wordein overwonnen, voordat de Unionisten en conservatieven bereid1 zijn hun prin cipe op te offeren. En zij hebben het in het Hooger huis te zeggen en zullen alleen toegeven, indien zij door zelfbehoud er beslist toe gedrongen worden en geen anderen uitweg meer zien. KERK EN POLITIEK. Bij synodaal besluit werd aan de Synodale com missie der Christelijk Gereformeerde Kerk opgedragen namens de Synode een adres aan de Regeering te richten om op weder-invoering van de doodstraf aan te dringèn. Bij synodaal besluit werd goedgevonden aan de Re geering een bezwaarschrift te zenden inzake het ont werp Armenwet, aangezien men het beginsel van dat ontwerp in strijd acht met Gods Woord. De Synode der Chr. Geref. Kerk zet aldus, blijkbaar door de staatkundige constellatie van deze dagen aan gemoedigd, twee besliste stappen op het politiek gebied. Zij breidt haar bemoeiingen uit tot ver buiten den kring van de belangen van het kerkgenootschap, welker behartiging haar is opgedragen. Zij neemt plaats onder de agiteeren en proganda-vereeniging voor onderwerpen Van algemeen wetgevend en regeerings- beleid. Dit is vanouds in onze geschiedenis bekend, maar wij waren er e'en weinig aan ontwend geraakt. Men had het als uit den tijd leeren beschouwen. Nu het weer begint, is er reden om aan de regeering een principiis obsta toe te roepen. Mogen de regenten op de politieke macht beluste predikanten weerstaan (N.-H.) CANDIDATUUR PROV. STATEN. De afdeeling Zaandam der Liberale Unie stelde voorloopig candidaat voor het lidmaatschap der Prov. Staten van Noord-Holland (vacature-De Boer) den heer mr. H. J. C. van Tienen, Unieliberaal, die de candi- datuur aanvaardde. HERSTEMMING PROVINCIALE STATEN. De gisteren te Amsterdam plaats gehad hebbende herstemming in district IV voor een lid der Provinciale Staten had tot uitslag, dat gekozen is de heer H. Barnstein (vrijz.-dem.) met 1493 stemmen, terwijl op den heer mr. W. baron Roel (liberaal) werden uit gebracht 1344 stemmen. Bij de stemming op 28 Juni 1.1. verkreeg laatst genoemde 1112 stemmen en eerstgenoemde 630 stem men. De heer Z. D. W. J. Gulden (soc.-dem.) ver- eenigde toen 540 st. op zich. Naar men weet geldt het hier het bezetten van den zetel, opengekomen door het bedanken van den heer mr. J. C. de Vries (liberaal). Gemengd nieuws. HET VAC ANTIEKINDERFEEST. 't Heeft gegoten gisteren den heelen dag in Bergen en Heiloo, aldus het „Handelsblad". En geplasregend heeft het in Baarn en Bussum en Hilversum. En ge drensd in Haarlem, Velsen en IJmuiden. Dat wat het algemeen rapport van de kleinen en de grooten, die omstreeks zeven uur gisteravond! aan het Centraal-Station allen terugkwamen, aan de vaders en moeders, en broertjes en zusjes die aan de uitg'an- gen stonden te wachten, en als een der treinen 5 mi nuten te laat was onbegrijpelijk rumoerig werden. Waar of ze toch bleven? Maar eindelijk, daar hoorde je buiten het station al het joelen en zingen en 't gedaver van die honderden voeten, nog even rap als in den vroegen morgen. En de gezichten! Die stonden heelemaal niet op slecht weer. Regen dat ze hadden gehad!! O, den heelen dag maar! Dikke, vette regenstralen, maar ook net zooveel plezier, net zooveel dolle pret. Alles hadden de meesters en de juffrouwen verzonnen om 't leuk te maken! Spelletjes hadden ze gedaan, raadsels opgegeven; gezongen en gesprongen; heerlijk gegeten en fijn in den trein gereden. Buiten hadden ze gesjouwd, onder hooge, dichtbebladerde boomen, langs vlakke weiden en 't kale strand; overal was 't frisch geweest, „zoo fijn, zoo écht!" Moeder keek haar kroost eens aan! Plasregens en toch plezier! Maar de boezels van de meisjes, de ka toenen bloesjes van de jongens waren al weer opge droogd 't was immers maar zomerregen geweest En ze vertelden, hoe ergens buiten een eenvoudige boerenvrouw, toen ze er langs marcheerden, met een paar manteltjes was komen aandragen; ze had ze den natsten kinderen aangetrokken en die mochten nou maar zóó die lekkere jasjes houden. Ergens anders hadden ze gescholen in een prachtige serre van een groot huis. En één van de kinderen was ziek gewor den onderweg. Maar 't was niet erg en de meesters j waren toch zoo lief voor 't patientje geweest, Regen en lekker eten; storm en leuke spelletjes; j natte voeten en moeilijke raadsels; een koude rug en een heerlijke treinrit! Ze hadden toch een prachtigen dag gehad. Bestaat deze bepaling en wordt zij gehandhaafd, dan zien de arbeidersorganisaties hierin, het scheppen van verschillend recht voor de organisaties der fabri kanten en der arbeiders, waaraan zij niet wenschen mede te werken. 2e. Verder zouden wij willen vragen: is het uwe be doeling, dat, wanneer de arbeiders (en de patroons) op de wijze, als door u aangegeven, aan de respec tieve organisaties inlichtingen hebben verstrekt, de onderhandelingen over grieven e. d., gevoerd zullen worden door uwe organisatie met de organisatis der arbeiders Aan het slot van dit schrijven wordt aangedrongen op een duidelijk en voor de arbeiders bevredigend1 ant woord. De Fabrikantenvereniging te Enschedé antwoordde aan de gecombineerde organisatie-besturen gisteren: Wij erkennen dé ontvangst vain uw letteren d.d. 13 dezer. In antwoord op uw eerst gestelde vraag deelen wfi mee, dat de leden onzer vereeniging volkomen vrij zijn, echter niet verplicht, inlichtingen te verstrekken omtrent geschillen welke 'bij hen voorkomen. Die vrij heid strekt zich uit tot ieder, ook tot uwe organisatio. In antwoord op de tweede vraag diene dat onze veree niging zich steeds op het standpunt heeft gesteld na ingewonnen en door beide partijen verstrekte inlich tingen met uw organisaties over hangende geschil punten te willen onderhandelen, zoo dit h. i. kon bij dragen tot beëindiging van het geschil en zoo inder daad de geschilpunten de moeite eener bespreking waard waren. Dit is ook thans ons standpunt. Onze vereeniging kan evenwel uwe organisaties niet erken nen als vertegenwoordigers van alle werklieden in de textielindustrie te Enschedé, waar slechts ongeveer Va van het totaal aantal bij u is aangesloten. Voor besprekingen en onderhandelingen wenscht zij te allen tijde open te blijven ook voor niet-georganiseerden, in dien deze zich daarvoor tot oraze vereeniging mochten wenden. DE UITSLUITING TE ENSCHEDE. De gecombineerde arbeiders-organisatie besturen te Enschedé hebben andermaal een uitvoerig schrijven aan het comité uit de Fabrikantenvêreeniging verzon den. In dit schrijven worden de volgende vragen gesteld: le. Mogen wij uwe bedoeling zoo opvatten, dat uwer zijds de eisch wordt gesteld, dat door de arbeiders, zonder bemiddeling, tegenwoordigheid of voorafgaan de toestemming der arbeidersorganisaties inlichtin gen worden verstrekt, doch dat daarnevens ook uwer zijds de fabrikanten, leden uwer vereeniging, vrij wor den gelaten aan de arbeidersorganisaties op desbetref fende aanvrage inlichtingen te verstrekken? Deze vraag wordt gesteld aldus het schrijven omdat tot dusverre door leden uwer vereeniging bij herhaling' tegenover onze besturen werd beweerd, dat het reglement uwer vereeniging den leden verbood aan onze organisaties inlichtingen te geven. CHANTAGE. Zaterdagavond heeft de politie te Hilversum een goede vangst gedaan. Ruim een week geleden ver voegden zich bij eeri bewoner van Hilversum, een drie tal „lieeren". Aanvankelijk gaven zij voor, dat zij kwamen om over den verkoop van eem rijwiel te han delen, doch toen zij den heer P. onder vier oogen spraken, kwam 't eigenlijke doel van hun bezoek voor den dag. Zij beweerden, dat de heer P., die - gehuwd is, zich op meer dan vriendschappelijke wijze had be zig' gehouden met de vrouw van een hunner. Dit dreigden zij te zullen mededeelen aan P.'s echtgenoote, tenzij de heer P. een zeker bedrag er voor over had, om de zaak te sussen. De heer P. hield zich zeer bevreesd, en toonde zich schijnbaar geneigd, om het voorstel der heeren in te willigen. Volgens zijn zeggen, had hij echter op het oogenblik geen contanten; hij zou echter de heeren wel bezoeken op hun kantoor te Amsterdam. In plaats daarvan stelde hij echter de politie met het geval in kennis. Hij maakte de afspraak, om de politie te waarschuwen, als de heeren mochten terug komen. Inderdaad Vervoegden zij zich Zaterdagavond opnieuw aan zijne woning, om de onderhandeling over den verkoop van het rijwiel voort te zetten. De heer P. begaf zich naar buiten en wandelde een eind met hen. Zijne echtgenoote, die van alles op de hoogde was, waarschuwde inmiddels telefonisch de politie. Dra verschenen eenige rechercheurs en agenten aan de woning. Daar werd hun dé toedracht der zaak me degedeeld, de politie-dienaren gingen nu op pad ein vonden het slachtoffer in druk gesprek met de „koop lieden". Laatgenoemden werden uitgenoodigd, mede te gaan naar het politie-bureau. Het bleken drie be ruchte Amsterdamsche individuen te zijn, resp. ge naamd O., K. en B. Ook hier dischten zij het sprook je van het rijwiel op. Na het verhoor werden zij echter weer op vrije voe ten gesteld. UIT HEER-HUGOWAARD. Bij de gistermorgen gehouden vergadering van den Raad dezer Gemeente was de Heer Appel afwezig. Medegedeeld werd dat nog geen antwoord was ont vangen van de Gezondheidscommissie te Hoorn, in zake de gevraagde inlichtingen aangaande de begroe ting dier commissie, dat de ziekenbarak voor gebruik gereed is, dat de kasverifieatie aangaf een saldo in kas van f 424.71», dat verschillende betalingen door het rijk aan de gemeente waren gedaan. Deze mededelingen werden voor kennisgeving aan genomen. Mej. A. Algera en Mej. A. Abcouwer verzochten eervol ontslag als onderwijzeressen aan de scholen resp. no. 2 en 1 wegens benoeming eiders. Het gevraagde ontslag werd eervol verleend. De Gezondheidscommissie te Hooru berichtte dat de woning te Veenhuizen bewoond door de wed. A. Vis, verontreinigd was. De Voorzitter deelde mede, dat in dien toestand reeds was voorzien, de bewoonster was daaruit ver trokken en het huis gereinigd. De commissie gaf in overweging een armenhuis op te richten ter opname van arme menschen die zich alleen niet meer kunnen helpen. Op voorstel van den voorzitter werd dit schrijven voorloopig voor kennisgeving aangenomen. De afdeeling Noord-Holland van den Bond van ge meenteambtenaren verz.ocht in een breed gemotiveerd schrijven de jaarwedden van den burgemeester, secre taris, ontvanger te herzien. Ook dit schrijven werd op voorstel van den voor zitter voor kennisgeving aangenomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1