DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 181.
Honderd en twaalfde laargang.
1910.
DONDERDAG
4 AUGUSTUS.
Herhalingsonder wijs
vbor Jongtns en Meisjes.
FEUILLETON.
Het nest van den sperwer.
BIN NE Kb AND.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door ket geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
- A
Telefoonnummer 3.
-O
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
ALG. SYNODE DER NED. HERV. KERK.
ALKMAARSC
RANT
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter kennis van ouders of
verzgrger.s van kinderen, die dezen het herhalingson-
derwijs voor jongens of voor meisjes wenschen te doen
volgen, dat de gelegenheid tot aangifte daartoe
zal bestaan, ook voor hen, die reeds in het vorig jaar
aan dit onderwijs hebben deelgenomen, van 9 tot en
met 11 Augustus a.s.. des avonds van 6—8 uur,
ten stadhuize.
Het herhalingsonderwijs zal omvatten
a. de Nederlandsche taal
b. het rekenen
c. het boekhouden, het handelsrekenen, het inrich
ten van eenvoudige administratie
d. indien daaraan behoefte blijkt te bestaan, de be
ginselen (Ier Fransche, Duitsche en Engelsche taal
e. de huttige handwerken voor meisjes.
Het schoolgeld bedraagt per kwartaal Voor één
kind f 1.50voor twee kinderen uit een gezin, gelijk
tijdig de school bezoekende, per kind f 1.voor elk
kind meer', per kind f 0.50.
Voor minvermogenden is slechts de helft en voor
onvermogenden geen schoolgeld verschuldigd.
Belanghebbenden worden uitgenoodigd bij de aan
gifte het vaccinatiebewijs der leerlingen over te leggen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 4 Augustus 1910.
ALKMAAR, 4 Augustus.
President Fallières heeft op het oogenblik bezoek
van den jeugdigen Spaanschen monarch de repu
bliek staat nog steeds bijzonder in de gunst bij de
Staatshoofden en omgekeerd, houdt de republiek zich
goed jegens een koning, welke men kort geleden nog
het ergste toewenschte. Natuurlijk ontleent het be
zoek zijn bijzondere beteekenis aan de tegenwoordige
verhouding van Spanje en het Vatikaan. Eni wan
neer men leest, dat de koning een lang onderhoud ge
had heeft met den minister-president Briand) dan ligt
het vermoeden voor de hand1, dat er over de bekende
kwestie gesproken is. De heer Briand toch heeft over
de wet op de scheiding van kerk en staat gerappor
teerd, hij heeft haar verdedigd en haar tenslotte uit
gevoerd en daardoor naam gemaakt. Het bezoek wijst
pr op, dat koning Alfonso de anti-clericale politiek
van zijn kabinet goedkeurt en zich nader op de hoogte
wil stellen. Een Eransch blad, de Matin gaf in ver
band hiermede het volgende bericht:
„De koning en koningin zijn gistermorgen op hun
reis naar Engeland] te Parijs aangekomen, waar zij de
gasten waren van den president der republiek en me
vrouw Fallières.
In zekere kringen werd den laatsten tijd! té kennen
gegeven, dat de Spaansche regeering in haar strijd
tegen het Vatikaan niet de algeheels instemming zou
hebben Van den koning.
Zelfs werd beweerd, toen de minister-president Vrij
dag naar St. Sebastiaan vertrok, ten einde den vorst
EEN ROMANTISCH VERHAAL UIT
DEN TIJD VAN DE PURITEINEN DER
17de EEUW.
door
BARONES ORCZY,
Schrijfster van: De Roode Pimpernel, Ik zal ver
gelden, Een zoon van het Volk, etc.
31)
Het baantje bij Mevrouw de Chavasse, die ex-actri
ce zijnde, enkele jaren geleden in haar buis een speel
bank had geopend, voldeed1 genoegzaam aan de behoef
ten der Endieott's, die bovendien genoten van allerlei
emolumenten. M aar de Hoepelrok begeerde extra be-
lconing voor het niet-ongevaarlijk werk dat dien
avond moest gedaan worden, en bet speet haar dat zij
Editha niet had kunnen bang maken met de gevaar
lijke politie-agenten en het schavot.
Mevrouw de Chavasse wist zeer goed, dat de Endi
eott's geenszins met haar wilden twisten tot dienst-
verlaten toe. Daarom' had zij hen voor de keuze ge
steld gehoorzamen óf scheidenongenegen om
langer er over te handelen.
Daarbij kwam dat zij op dat oogenblik het geluid
hoorde van een welbekend en veelzeggend geklop op
0tUn1?1' het prateDL met Madame Hoepelrok
had Editha aldoor op dat geklop zitten wachten en
het gehoord, ofschoon er door de kamer een geluid
van vele stemmen gonsde. Met een nauwelijks zicht
bare handbeweging had zij haar helpster verzocht haar
te volgen, welk verzoek zij met een scherpen blik be
vestigde.
Naar het zich liet aanzien, had Madame gekozen:
niet weggaan, maar gehoorzamen! Want zij trok dé
Schouders op en volgde tot midden in de kamer.
..Denk er om, dat gij nu voor gastvrouw speelt!"
Duisterde Editha tegen haar, terwijl zij zelf naar de
deur ging en die opende.
de laatst.genomen besluiten van de regeering voor te
leggen, dat deze wellicht zijn vertrouwen aan den pre
mier zou onthouden.
Niets bewijst beter de onjuistheid van dergelijke be
weringen dan deze reis van den monarch naar Frank
rijk en Engeland, waaruit blijken kan, dat koning Al-
fons zulk een onbepaald vertrouwen in zijn regeering
stelt, dat hij zijn aanwezigheid' in Spanje onnoodig
acht.
Wij zijn gemachtigd hieraan toe te voegen, dat de
koning niet alleen volkomen de zienswijze van zijn
eersten minister deelt, maar hem ook persoonlijk een
groote genegenheid toedraagt."
Vermoedelijk geldt het bezoek meer den minister
president dan den1 president der republiek. De heer
Fallières zal daartegen wel geen bezwaar hebben: het
is nog al warm, hij is nog al dik en de officieele maal
tijden, recepties en feesten zijn nogal vermoeiend. De
president is geen vriend van formaliteiten, hij neemt
het leven liefst zoo kalm en gewoon mogelijk op en
verlangt wellicht naar het einde van de hooge waar
digheid, waarvoor hij tot 1913 is gekozen. Binnenkort
zal de heer Fallières er echter weer aan] moeten] geloo-
ven1: hij zal Zwitserland officiëeel bezoeken. Het is
het bezoek van een bekend veel genoemd man aan
iemand, wiens naqm men nimmer leest. Men kan een
fatsoenlijk, ontwikkeld en beschaafd mensch zijn, zon
der te weten, dat de president van de republiek Zwit
serland Comtesse heet. Den 15den Augustus dan zal
de heer Fallières door den heer Comfesse en eenige
andere heeren van den Bondsraad aan bet station te
Bern worden ontvangen, terwijl hij in het oude bonds-
gebouw officieel zal worden begroet. Na een rijtoer
moet hij in het gebouw van het Fransche gezantschap
het diplomatieke korps en afgevaardigden van Fran
sche vereenigingen in Zwitserland ontvangen, terwijl
de dag eindigt met een maaltijd aangeboden door den
Bondsraad. Den volgenden dag Wordt! Interlaken be
zocht en 's avonds is de Bondsraad! de gast van den
heer Fallières. Het bezoek belooft een gebeurtenis
van belang te worden. Tal van Fransche bladen zullen
er hun verslaggevers heen zenden en er zal dus heel'
wat meer over dit bezoek geschreven, geseind! en ge»
drukt worden, dan thans geschiedt over het bezoek
van den Spaanschen koning. Trouwens het is ook,
als wij ons niet vergissen, het eerste officieele bezoek,
dat de groote republiek aan dei kleine brengt, zoodat
het wel eenig.szins voor de hand! ligt, dat er een buiten
gewone drukte voor gemaakt wordt.
In de zitting van gisteren werd behandeld een rap
port van den heer Menthen over een voorstel van de
cl. vergadering van Alkmaar, om eene model-attesta
tie en het z. g. kaartsysteem in te voeren.
Wat de model-attestatie betreft, ziet de rapportee-
rende commissie geen aanleiding, om af te wijken van
het besluit d.d. 12 Juli 1841 daaromtrent genomen.
De Synode vereenigt zich hiermede, zoodat zij blijft
op het standpunt der Synoden van 1869 en '85. Aan
gaande het kaarten-systeem oordeelt de commissie,
dat een verplichte invoering daarvan] vooralsnog niet
kan worden aanbevolen. Een uitvoerige gedachten-
wisseling volgt over de voordeelen van dit systeem,
dat op kerkelijk terrein door bezwaren wordt gedrukt,
die zich elders, bij financieele en philanthropische in
stellingen niet voordoen. Op voorstel van den vice-pre
sident worden de heeren Eilerts de Haan, Huber en
Sehrieke uitgenoodigd naar het kaartensysteem een
onderzoek in te stellen.
ONDERWIJS VOOR ZWAKZINNIGEN.
Den 17en Mei 1.1. besloot de Raad! der Gemeente
Dordrecht op voorstel van B. en W. over te gaan tot
Let inrichten eener klasse voor zwakzinnigen, verbon
den aan een onzer gewone lagere scholen. De districts
schoolopziener maakte echter bezwaar om zijn mede
werking te verleenen, omdat hij van oordeel was dat de
wet zulke klassen niet meer toelaat, nadat de wet van
3 Juni 1905 de scholen voor zwakzinnigen heeft ge
bracht onder art. 15 sub e. der wet tot regeling van
liet lager onderwijs.
B. en W. verklaren dat zij niet de mogelijkheid heb
ben voorzien, dat de schoolopziener zich op dit stand
punt zou stellen, anders hadden zij zeker zijn gevoelen
gevraagd alvorens met'hun voorstellen bij den raad te
komen. Ook de commissie van toezicht op het 1. o.
heeft niet aan die mogelijkheid! gedacht.
B. en W. achten het niet mogelijk, althans niet ge-
wonscht, thans nog over te gaan tot uitvoering van
het raadsbesluit van 17 Mei 1.1.; d'och overtuigd dat
het onderwijs aan zwakzinnigen dringend voorziening
behoeft, zien zij thans geen1 andere mogelijkheid dan
den raad voor te stellen] om over te gaan tot de op
richting eener buitengewone school voor lager onder
wijs (zwakzinnigen).
In tegenstelling echter met bun oorspronkelijke ge
dachte dat zulk een school dadelijk alle zwakzinnigen
zou moeteu opnemen, stellen zij voor de vorming der
school geleidelijk te doen geschieden, met dien ver
stande. dat in October 1911 de eerste klasse wordt in
gericht, na afloop van den eersten cursus de tweede en
na afloop van den tweede cursus de derde klasse, ten
.einde de gemeentekas geleidelijk met de kosten dezer
school te bezwaren.
De uitgaven voor het eerste jaar 1911 zullen dan be
dragen 1522.50, tegen een ontvangst van 1235.90;
die voor het tweede jaar (1912) 3987.50 tegen een
ontvangst van 2566.40; die voor het derde jaar
5615 tegen een ontvangst van 3074.40, terwijl voor
het vierde en de volgende jaren dé' netto kosten zullen
bedragen 3332.
De gemeente-school aan de Hellingen zal dan voor
dit doel worden ingericht, wat 2000 aan verbouw en
inrichting zal kosten.
De commissie van toezicht staat de oprichting van
zoo'n school voor.
Fit het onderzoek dezer oommissie, zoomede uit dat
van de schoolartsen blijkt dat. hier, evenals' overal el
ders, de verhouding tusschen liet aantal zwakzinnige
kinderen tot de bevolking is van1 1:1000, wat voor deze
gemeente het aantal bepaalt op ongeveer 46; zoodat
een school van 48 leerlingen, met drie klassen, voor
Dordrecht aanbeveling verdient.
De jaarwedden zullen bedragen voor het hoofd
2000, maximum 2600, voor de onderwijzers 1200,
maximum 1800, voor de onderwijzeressen 1000,
maximum 1400.
Het schoolgeld zal 30 zijn en 15 voor ouders die
naar het oordeel van B. en W. niet in staat zijn dit
Met een kreet van geveinsde verwondering en blij
heid verwelkomde zij Sir Mannaduke de Chavasse, die
binnen kwam, begeleid door zijn jeugdigen secretaris,
Mijnheer Richard Lambert.
HOOFDSTUK XVII.
EEN KIND VAN HET LAND
IN STADSGEZELSCHAP.
Een of twee der aanwezigen keken op van hun spel
toen de Chavasse binnen kwam, maar niemand nam
verder notitie van zijn komst.
De meesten kenden hem van uit de laatste jaren,
als hij naar de stad kwam om het hem toegelegde geld
voor het onderhoud van zijn pupil te halen. Bij die
gelegenheden had hij, zoolang het duurde, geld genoeg
om een trouw bezoeker te zijn van aanzienlijke gehei
me clubs. Maar in die kringen was hij, evenmin als
elders; een persona grata, en menigeen herinnerde zich
zijn kwaadaardigheid en ruwe uitvallen, wanneer het
geluk hem niet diende.
Ook nu teekende zijn gelaat norschheid en aller
minst vriendelijkheid, toen hij na een blik van ver
standhouding gewisseld- te hebben met zijn aange
trouwde zuster, met een koele buiging* de aanwezigen
groette. Hij gaf Editha den gebruikelijken handkus,
en ging verder de kamer in.
Hier kwam de pseudo-gastvrouw, Madame Endicott,
hem tegemoet. Zij had! blijkbaar tlle teekenen van te
leurstelling en oproerigen zin weggevaagd, want zij
begroette den nieuw-gekomene allervriendelijkst en
met een minzaam lachje.
„Het is mij inderdaad een groot genoegen te zien
dat Sir Marmaduke de Chavasse zijn oude vrienden
niet vergeet!" zeide zij op vleienden toon.
„En ik stel het op hoogen prijs, wellieve Vrouwe",
antwoordde hij, zijn best doende om zoo oprecht en
vriendelijk te spreken, als hem mogelijk was, „dat gij I
een onbeteekend landjonker, zooals ik ben, in gedach
tenis hebt willen houden,en zooals u ziet, ik heb
gerekend op uwe mij bekende gastvrijheid, door mijn
'jeugdigen vriend, Mijnheer Richard Lambert, mee te
brengen, als begrepen in uwe welaangename invita
tie."
Hij stelde met deze woorden Lambert aan de gast
vrouw voor.
De jonge dorpeling, een weinig verschrikt door zoo
plotseling in een hem vreemden en zoo schitterenden
kring ingeleid te worden, had1 zich zoo dicht hij kon,
zij zijn patroon aangesloten. Maar zoodra! hij den
moed had verzameld, om de Dame aan te zien, aan
wien hij voorgesteld was, drong zich onwillekeurig de
gedachte aan hem op, dat zij er al te pronkerig en
weinig fatsoenlijk uitzag. Terstond echter schrikte
hij over zijne vermetelheid om een oordeel te vellen
over eene, die zoo hoog boven hem stond.
Hij had nog zoo weinig van de wereld gezien! Een
voorstelling van het leven in Londen en aan het Hof
had hij zich nooit kunnen maken. Het huisje van de
oude Pui'iteinsche vrouw, die hem opgevoed had, en
de bouwvallige Huizinge van' Sir Marmaduke de Cha
vasse waren de eenige woningen, die hij kende. Dé
naburige'squires uit de provincie Kent, Zuidoostelijk
van Londen aan de zee gelegen, Sir Timothy Harri
son en Squire Boatfieldl waren de eenige exemplaren
van den Engelsehen aclel, ooit door hem gezien.
Sir Marmaduke de Chavasse had hem den dag te
voren kortaf gezegd, dat hij naar Londen mee moest,
want dat er een rechtsgeleerde zou geraadpleegd wor
den. Natuurlijk had Lambert zich daar niet tegen ver
zet, hoewel hij tegen die eerste reis naar de hoofdstad
geducht opzag.
Sir Marmaduke was uiterst vriendelijk geweest, had
hem zelfs een nieuw pak van GLros de Naples een
zijden stof -gegeven, dat volgens zijn meening het
mooiste was, dat hij ooit hadl gezien. Bijzonder welge
zind was hij jegens zijn patroon, en verdroeg lijdzaam
al diens nukken en booze buiten, toen hij de kamer
zag, dom* dezen voor hem gehuurd.
Volgens Lambert's begrip, was deze mildheid van
Sir Marmaduke geheel onbaatzuchtig. Daar zijne be
trekking* als secretaris een sinecure was, schreef de
onervaren jongeman de zorg van Chavasse alleen aan
schoolgeld te betalen en 0.20 op 0.10 per week voor
minvermogenden. Bedeelden en onvermogenden beta
len geen schoolgeld.
Gemengd nieuws.
UIT WINKEL.
In de gisteren gehouden openbare raadsvergadering,
waarbij alle leden met uitzondering van den heer A.
Nobel tegenwoordig waren, kwam o. m. in een mede-
deeling van het bestuur der vrijwillige brandweer te
Winkel, betreffende een door dat bestuur met de vrij
willige brandweer te Lutje-Winkel overeengekomen
grensregeling van ieders terrein waarop moet worden
uitgerukt in geval van brand.
Omtrent deze regeling werd opgemerkt dat het be
palen daarvan niet is aan de vrijwillige brandweer,
aangezien het oppertoezicht bij brand is aan den bur
gemeester, dus ook het nemen van maatregelen die
alsdan volgens hem noodig zijn.
Hoezeer het op prijs gesteld! wordt dat de vrijwilli
ge brandweer tracht een afdoende regeling te treffen,
werd het toch goed gevonden dit ter haver kennis te
brengen.
Door de volgende personen was ontheffing ge
vraagd van hun aanslag in den Hoofdelijken Omslag
dienst 1910, wegelis vertrek uit de gemeente. S. Kla
ver voor 8 maanden toegestaan. J. Bakker voor 9
maanden, toegestaan. H. A. Avenoeceit voor 8 maan
den toegestaan. O. R. A. Meijer voor 6 maanden.
Aangehouden.
Ter voorziening in de periodieke aftreding van de
heeren J. Timmerman en P. Slooves, beiden zetter dei-
Rijks dir. belastingen werden de volgende dubbeltal
len gemaakt.
Aftreding J Timmerman, no. 1 J. Timmerman, no.
2 I. Over.
Aftreding* P. Slooves. No. 1 P. Slooves, no. 2 C.
Menrs.
Vervolgens' werd de gemeente-rekening over 1909
aangeboden, bedragende in ontvangst S4983.385, in
uitgaaf 34972.05, batig saldo 11.335.
Tot leden der commissie belast met het onderzoek
der gemeenterekening werden benoemd de heeren
Breebaart, Over, Wit em Meurs.
De voorzitter bracht in herinnering het reeds me
degedeelde betreffende de concessie-aanvrage voor de
oprichting van een steenkolengasfabriek van den heer
A. C. Bol te Barsingerhorn.
Het door den heer Geeling, directeur der Gasfa
briek te Amsterdam door den Raad! als deskundige
aangewezen uitgebrachte advies, waaruit bleek dat
een concessie op de door den heer Bol gestelde voor
waarden niet voetstoots kon1 worden! verleend, werd
den lieer Bol ter inzage afgestaan. Deze kon aan alle
gestelde voorwaarden niet voldoen, zooals uit zijn re
pliek bleek. Ook dit werd den deskundige om nader
advies gezonden, waarop die mededeelde, dat de voor
waarden van den heer Bol nog niet aannemelijk wa
ren. De heer Bol ook hiermede in kennis gesteld, is
van meening dat door middel van den deskundige geen
afdoening te wachten is en kan op zijn1 voorwaarden
niet ingaan.
Verschillende bezwaren bestaan tegen het verleenen
der concessie bij den voorzitter o. a. deze twee: le. de
lichtsterkte, die volgens de deskundige te gering is en
2e. de aansluiting van1 Lutjewinkel, die als niet ver
plichtend wordt voorgesteld.
Burgemeester en Wethouders stelden voor het ad
vies van den deskundige te volgen en kan de heer Bol
daar niet aan voldoen, dan niet in te gaan op de door
den heer Bol voorgestelde voorwaarden.
Aldus werd besloten.
diens goedhartigheid toe.
Richard Lambert had geen enkele reden gehad, om
anders dan hoogachtend over hem te denken. Van
diens zeldzame nachtelijke uitgangen had hij nooit
iets begrepen, -allerminst vermoed dat die in betrek
king stonden met Lady Sue. Daarom had hij zijn be
schermer aldoor trouw gediend, diens belangen in
huis en op het landgoed zoo veel mogelijk voorgestaan,
en dat altijd met innigen dank. Hij was zich zoo vol
komen bewust van den onoverschrijdbaren afstand
tusschen hem en de schatrijke dochter van den Graaf
van Dover, dat het nooit in hem opkwam 'om zich ge
griefd te voelen, wanneer Sir Marmaduke soms lachte
over zijn gaandeweg toenemende liefde voor haar.
Ook vergete men niet, dat hij geenigerlei reden had
Sir Marmaduke de Chavasse te verdenken van boos
aardige plannen of lage bedoelingen te zijnen opzichte,
toen deze hem zeide, dat zij dien avond1 samen een be
zoek zouden maken bij een oude bekende, Mevrouw En
dicott, bij wie zij zich kostelijk zouden amuseeren.
Zij hadden den vorigen avond! doorgebracht in het
Hotel de Zwaan, in Fleet-street gelegen, en dien dag
besteed in bet bezichtigen van de stad' zelve, wat het
kind van het. land groote oogen hadl doen opzetten
van verwondering en opgetogenheid.
Sir Marmaduke was zelfs zoo vriendelijk geweest
hem mee te nemen naar een „Fransch koffiehuis,"
waar de vreemde drank „koffie" geheeten te krijgen
was, en een menigte uiterst nette mannen bijeen wa
ren en politieke gesprekken voerden, die den jongen
man bijzonder belangrijk vond.
En toen het eindelijk avond werd, en Lambert het
hoog tijd achtte om te gaan slapen, want het was
zonde, om nutteloos kaarsen te branden, keek hij
vreemd op, dat Sir Marmaduke hem zei, dat hij zich
moest gaan wasschen en opknappen, want dat zij nu
naar de woning zouden gaan van eene groote Dame,
Mevrouw Endicott, eene vriendin van de gewezene Ko
ningin Henriette Maria," eene hoogst, vrome en ver
standige vrouw, waarmede hij zich alleraangenaamst
zou kunnen onderhouden.
(Wordt vervolgd.)