DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
No. 186
Honderd en twaalfde |aargang.
1910.
DONDERDA
-o-
11 AUGUSTUS
STEDELIJK MUSÉUM.
BINNEN LAND.
FEUILLETON.
Het nest van den sperwer.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Qroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
BOND VAN GEMEENTE-VELDWACHTERS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat de kermis
dit jaar zal gehouden worden van 27 Augustus tot
eu met 4 September a.s.
dat de regeling van staanplaatsen en van hetgeen
verder met de kermis in verband staat, opgedragen
blijft aan de gemeente-politie;
dat de loting van de niet verpachte staanplaatsen
zal plaats hebben aan het poli tie-bureau op Woens
dag 24 Augustus a.s., des voormiddags te 10 uur
dat de straatmuziek beperkt wordt en behalve
de verleende voortdurende, niet meer dan vijf ver
gunningen voor draaiorgels zullen worden uitgereikt
dat op Maandag 5 September a.s.. des mor
gens een aanvang moet worden gemaakt met het af
breken en het opruime^i der kramen, tenten en uit
stallingen, welke uiterlijk op Woensdag 7 Septem
ber d.a.v. moeten zijn opgeruimd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 11 Aug. 1910.
Kostelooze bezichtiging op XONDAtl, 14
AUGUSTUS a.s. van 1 tot 3 uur. Ingang
llreedstr.aat.
Kinderen beneden de 12 jaren worden niet toege
laten, van 12 tot 16 jaren slechts onder geleide.
Rooken is in de lokalen verboden.
Indien er 50 bezoekers toegelaten zijn, kunnen er
niet meer binnentreden dan er vertrekken.
ALKMAAR, 11 Augustus.
Het was gisteren 100 jaar geleden, dat Cavour te
Turijn werd geboren. Camillo Benso di! Cavour wordt,
wel Italië's Bismarck genoemd. Hij was een groot
staatsman, die verbazend veel heeft gedaan voor de
tot standkoming van Italië's eenheid, zoodat zijn
standbeeld waarop slechts staat „Cavour," zonder
meer, daar zijn naam alles zegt een zinnebeeld! is
van vaderlandsliefde en heldenmoed.
Wij noemden hem den Italiaanschen Bismarck.
Toch is er tusschen hem en den ander een zeer groot
verschil, gelijk aardig wordt geschetst in een Tage-
blatt-artikel. De schrijver stelt voorop, dat «er in
Duitsehland geen gelegenheid' zou zijn geweest voor
den grootsten Italiaanschen staatsman om zijn krach
ten te ontplooien. Immers wie in Duitsehland de
hoogste staatsbetrekking wil hebben, moet öf een mi
litaire loopbaan inslaan öf een klassieke opleiding-
hebben genoten en van adel zijn hoeveel hij van het
„heden" weet komt er mindter op aan. Cavour echter
was een man van het heden, die niet hield) van doode
wetenschap, doode staatsvormen, maar werd' aange
trokken door wiskunde, techniek, economie etc. Beter
dan een gedicht kon hij Italië's eenheid! maken, zeide
hij. En bij maakte ze. Hij had grooten eerbied voor
feiten. Gerekend! heeft hij zijn levenlang, koel, juist,
onbewogen, als een geboren wiskundige, maar geheel
vervuld van het geloof aan de zegevierende logica der
feiten. Hij was tot heerschen geboren, omdat hem de
moeielijke kunst was gegeven zichzelf te beheerschen.
Tien jaar heeft hij noodig gehad, om Italië tot een
rroote mogendheid te maken. Pruisen zou, meende
hij, eerst in vijftig jaren de Duitsche eenheid1 tot
stand' kunnen brengen. Vijf jaar was hij ouder dan
de reus, die binnen tien jaar het werk tot stand
bracht, maar hij heeft dezen niet aan den arbeid ge
zien. Beider werk was zeer verschillend: Italië kwam
vanzelf tot Cavour, Bismarck moest Duitsehland tot
eenheid dwingen. Cavour had den oorlog noodig, om
zijn volk vrij te maken van de vreemde heerschappij,
Bismarcl^ had! den oorlog ook noodig, om de verlan
gens naar eenheid! van zijn volk, voorzoover zij een an
dere richting uitgingen als hij wilde, in het wapenge
kletter te verstommen.
Vervolgens gaat de schrijver, Paul Harms, aldus
voort
„Als een constitutioneel monarchist uit. ecu overtui
ging, welke hij niet meer behoefde te veranderen, is
Cavour in de politiek getreden. Bismarck kwam daai
in als een Pruisisch jonker, die de liberale denkbeel
den van zijn tijd haatte en die de diplomatieke over
winning van Oostenrijk op Pruisen, in Olmütz, als
een overwinning vanAiet wettig absolutisme op de re
volutionaire democratie met oneindige vreugde be
groette. V anneer Cavour met de „westenwinden der
openbare meening" kon zeilen voekle hij zich in zijn
element. Bismarck was nooit gelukkiger dan wanneer
zijn verstand hem toestond! den wensch van zijn hart
te volgen en bij Rusland steun te zoeken. Bismarck
was constitutioneel alleen uit opportuniteit en slechts
zoover als hem dat onvoorwaardelijk noodig scheen en
als hij meende het constitutionele verzet niet te kun
nen breken, zonder liet rijk in gevaar te brengen. Ca
vour echter verborg zijn verachting niet voor staats
lieden, die „slechts met de krijgswet kunnen regee-
ron."
Met de krijgswet heeft Bismarck echter het liefste
gelegeerd, reeds omdat hij deze onmisbaar maakte.
Want hij klampte zich vast aan de macht, hij schreef
slechts verzoeken om ontslag, om zeker te kunnen re.
geeren; terwijl Cavour niet schroomde de macht uit
handen te geven. Deze wist immers, dat de Koning
hem moest terugroepen, omdat het volk hem ver
trouwde! Zoo schiep Cavour Italics eenheid, terwijl
hij zich gedragen voelde door liet vertrouwen van het
geheele volk en Bismarck grondvestte de eenheid
van Duitsehland terwijl hij de bevrediging van de
wenschen van het volk belemmerde uit eerbied voor
de dynastie. De wenschen van het volk en de wen
schen van liet Huis Ilohenzollern. Wilhelm 1 wilde
niet Duitsch keizer worden maar wanneer het moest
dan keizer van Duitsehland.
Eu de erfgenaam van de keizerlijke kroon wilde dit
eerst recht. De volkomen eenheid' van het Duitsche
rijk zou te bereiken zijn geweest alleen had men
dan zijn toevlucht moeten nemen tot de krachten, wel
ke in liet volk sluimerden. Op breedeu, constitutionee
len grondslag had! 'men het gebouw moeten optrekken,
van het vertrouwen van het volk had de Hohenizollern
zijn keizerskroon moeten eischen, inplaats met de an
dere vorsten over zijn rechten te manchandeeren. Wij
willen de verdiensten van den man, die de Duitsche
eenheid' schitterend uit het land der droomen in de
harde werkelijkheid' overbracht niet te kort doen. Maar
ook het gevoel van diepe dankbaarheid behoeft ons
niet blind te maken voor het feit, dat bij de wijze,
waarop deze eenheid werd' geschapen, er twee zijn te
leurgesteld in hun hoogste wenschen: het Huis Ho-
henzollorn en het Duitsche volk.
Anders ging- het in Italië. Het Huis van Savoie en
het Ttaliaansche volk kunnen met dezelfde dankbaar
heid en vereering terugdenken aan den scheppenden
staatsman, die met beleid en verstand, volharding en
vasten wil, uit den donkeren schoot van den tijd heeft
doen verrijzen, wat daarin verborgen lag. Dat hij het
slottooneel, de verovering van Rome van het door hem
geschapen koninkrijk Italië niet meer beleefd' heeft,
moet men hem daarom beklagen? Hij verliet zijn
loopbaan terwijl de weg omhoog ging, in de volle ze
kerheid, dat het den top zou hereiken. Was er een
schooner oogenblik denkbaar om de oogen te sluiten?"
HOFBERICHTEN.
Hv M. de Koningin heeft het voornemen 17 dezer
van Soestdijk naar het Loo terug te keeren.
Namens H. M. de Koningin is aan de Engelsche
buitengewone ambassade, die mededeeling komt doen
van de troonsbestijging van koning George Y van
Engeland, toegevoegd H. M.'s adjudant luitenant-ko
lonel Van Hoogstraten.
DE NIEUWE CHEF YAN DEN GENERALEN
STAF IN INDIË.
Uit Batavia wordt gemeld, dat de kolonel der in
fanterie J. P. Michielsen is benoemd tot chef van
den generalen staf van het leger in Nederlandsch-
Indië, en dat de luitenant-kolonel van dat wapen J.
N. C. baron van Heerdt is bevorderd tot kolonel.
EEN ROMANTISCH VERHAAL UIT
DEN TIJD VAN DE PURITEINEN DER
17de EEUW.
door
BARONES ORCZY,
Schrijfster van: De Roode Pimpernel, Ik zal ver
gelden, Een zoon van het Volk, etc.
(37
„Twee ruitenheeren. wel vervloekt!" riep
Lord Walterton uit, die het eerst was komen toeloo
pen.
„Maar, in 's hemels naam, wat moet dit beteeke-
nen - vroeg Lambert, die naar de twee kaarten
keek en de verwarde onbegrepene uitroepen hoorde.
Segrave sprong op.
„Dat. bewijst, jong mensch," schreeuwde hij,
„dat gi,j een vervloekte dief zijt, een valsche speler!"
- En met een krankzinnige overijling schraapte hij
de kaarten bijeen en slingerde ze Lambert in 't ce-
zicht.
Er weerklonk een eigenaardig geluid, als van bange
benieuwdheid, door de kamer, toen daar die twee jon
ge mannen tegenover elkaar stonden, in een verhou
ding die met doodslag of met eerloos-verklaring van
een hunner moest eindigen.
Mevrouw hndicott was de eerste die zich deed hoo-
ren.
„Stilte! Stilte!" riep zij luide. „Mijnheer Se
grave, ik verzoek u, bedaard te zijn.... Ik wil niet
dat gij een gast van mij beleedigt."
Reeds had Lambert den voet vooruit gezet, om Se
grave aan te vallen. De ons ingeschepen zucht tot
zelfverdediging en tot wraakneming over een o-rove
beleediging, door betooning van physieke kracht, was
plotseling in hem ontwaakt met influistering van zelf
bewuste kracht en vrijheid van handelen tegenover een
jeder die aanvallen mocht.
Hij was zich bewust dat, in een handgemeen met
BECHTSÜAKEH.
ARRONDTSSEMENTS-RECHTBANK TE ALKMAAR
Zitting van 9 Aug. (Vervolg.)
DIEFSTAL.
Philip Gr., stoker in den Helder, was den 5en Juli
in dienst gekomen van een kermisreiziger, met name
Horstenbosch. Deze zou hem kost- eu inwoning' g-even
plus 1 loon in de week. Den volgenden dag ging
Horstenbosch, volgens diens verklaringen, er op uit
met zijn vrouw. Toen hij tlfliiskwam was z'n nieuwe
bediende verdwenen. Zijn kinderen vertelden hem,
dat hij van het meisje, dat in de kermiswagen was,
uit naam van haar vader de marmot had' gevraagd, die
zij hem gegeven had. Hiermede was hij op pad' ge
gaan en toen hij in Den Helder haar broertje tegen
kwam, had liij deze uit naam van zijn moeder om het
geld gevraagd dat hij bij zich had, waarop deze hem
J 0.42J ter hand stelde. Beklaagde ging- daarmede
verder en kwam niet weer in z'n dienst terug. Ook uit
de verklaringen van den agent de Glopper'bleek, dat
de zaak zich zoo had toegedragen.
De officier van justitie, in herinnering brengende,
dat beid. reeds meermalen veroordeeld is wegens op-
den koortsigen, uitgemergelden stedeling, hij de
op het land opgevoede, de vertrouwde met bosschen en
klippen, de vroegere medebewoner der smederij, waar
hij den voorhamer had' leeren zwaaien, een tegen-
stander als Segrave met den eersten slag neervellen
kon. Maar op het oogenblik dat hij zich inkromp
voor den sprong-, hielden een twaalftal stevige handen
hem terug, en deden de schrille tonen van Mevrouw
Endicott hem iets van zijn neteligen toestand besef-
ien.
Mevrouw Endicott!' -zeide hij in-waardige hou
ding op verzoekenden toon. -„Ik beroep mij op uwe
welwillendheid. Wil naar mij hooren.Een ver
schrikkelijke beleediging, waarvan gij getuige zijt ge
weest een krenkende beschuldiging, waartoe ik
met kan gelooven aanleiding te hebben gegeven, is
tegen mij ingebrachtIk verzoek u mij te veroor
loven deze twee, Heeren uit te dagen tot toelichting
van wat zij zeiden."
Dit zeggende wees hij op Segrave en Endicott.
De eerstgenoemde was, na zijn woedenden uitval,
eenigermate bedaard. Hij stond met de armen ineen
geslagen over zijn borst en de lippen verachtelijk op
getrokken, tegenover Lambert.
Endicott scheen de oogen niet van Lambert's borst
te kunnen afwenden.
I oen hij gehoord werd, dat ook hij opgeroepen werd
tot bewijs, sprong- hij vooruit eu scheen met zijn hand,
die nagenoeg verdween onder dte lubben in den
borstzak van Lambert's kamizool te zoeken.
Zijn bewegingen waren zóó vlug-, zoo weinig weife
lend en onverwacht, dat niemand en allerminst Lam
bert, de bedoeling- kon gissen.
Het volgend oogenblik, misschien twee seconden la
tei, trok hij zijn hand terug en kon iedereen zien, dat
hij enkele speelkaarten vasthield.
Onder betoon van walging en verachting liet hij
ze op tafel vallen, terwijl alle aanwezigen onwillekeu
rig- een paar passen terugweken, als huiverden zij te
gen liet in aanraking komen met iets, dat zóó gemeen,
zoo verdorven was.
Endieott's bewegingen, zijn vlugge handeling, ge
dekt door zijne overhangende machetkanten, zijn min-
ac-itende vertooning, alles te samen deed de toe-
schouwers meenen dat hij werkelijk in r den binnenzak
van Lambert's kamizool, eenige weggestopte kaarten
had gevonden.
,Wel, jong-e man, mij dunkt dat gij zelf het sterkste
bewijs hebt geleverd!" -zeide hij met een boosaardi-
gen grimlach naar de kaarten wijzende, di hij had
laten vallen. „Hier hebben wij een aardige eollee-
tie.. azen en heerendie goed dienst konden
doen bij een spelletje onder vrienden."
Lambert had een oogenblik volkomen sprakeloos ge
staan, want hij had' niets gevoeld' van de verraderlijke
handeling, door Endicott gepleegd, en hij begreep er
niets van, Van waar die beschuldigende kaarten kon-
den gekomen zijn. En zóódanig* was hij zich van zijne
onschuld bewust, dat ij niet twijfelde of hij zou, zonder
eenige moeite, de verklaring van zijn onschuld! kunnen
bevorderen.
„Hier is met schandelijk overleg- gehandeld zei
de hij kalm, maar met groote beslistheid. „Sir Mar
maduke de Chavasse, liet hij er op volgen, zijn pa
troon flmk in de oogen ziende, „bij al wat ons hei
lig' is,^ vraag ik u aan deze Heeren te willen zeggen,
dat gij mij van af mijne kindsheid! gekend hebt. Spreek
wat ik u bidden-mag!" vervolgde hij, aandringend,
zijn hart-zenuwen pijnlijk voelende trekken toen de
man, op wfen hij vertrouwde, geen het minste mede
lijden toonde, noch eenige beweging maakte om hem
tre hulp te komen. „Ik bid u, Sir, zeg hun hoe gij
m« kent als een man van eer, niet in staat om tot iets
zóó verachtelijks als nu van mij vermoed' wordt!
U weet, dat ik inderdaad niet wilde spelen.
„De door u betoonde tegenzin, Lambert, heeft veel
van eene voorbedachte vertooning, naar ik moet ge
looven, antwoordde Sir Marmaduke onmeedoogend
,want toen gij aan het spelen waart, bleek van dien
tegenzin niets. Meng me niet in uw twist, ik kan
onmogelijk voor u instaan."
Lambert werd doodsbleek. De verpletterende woor
den van Sir Marmaduke deden hem beseffen, dat er-
gei dan de dood hem dreigde. Van zóó veel verraderij
lichting, diefstal' en landlooperij, eischte voor dezen
nieuwen diefstal 6 maanden gevangenisstraf.
Mr. W. C. Bosman, verdediger, achtte de straf veel
te hoog. Vergelijkt pl. de straffen, die personen krij
gen, welke tonnen of millioenen verduisteren met
straf, die voor bekl. geëiseht wordt wegen» diefstal
van 421 2 et. en een marmot, dan is deze laatste be
spottelijk hoog. Een veel korteren tijd! zou genoeg
zijn om de daad van bekl. te straffen.
DIERENMISHANDELING.
Jacob BI. te Hoorn was ten laste gelegd, dat hij
den 26en Mei op den openbaren weg een ket had mis
handeld. Uit de getuigen-verklaringen van Abma en
Dieuwertje Wit bleek, dat beklaagde het dier meer
malen hard tegen den buik schopte, waarop het tel
kens een pijnlijk gehinnik liet hooren. Beklaagde was
dronken en kon daardoor de ket niet ingespannen
krijgen.
Wegens deze mishandeling hoord» beklaagd», di»
min cf meer onder den invloed' van sterken drank ter
terechtzitting verscheen, 15 boete subsidiair 15 da
gen hechtenis tegen zich eischen.
DRONKENSCHAP.
Ten slotte werden tegen Hendrik van den B. uit
Hoorn twee zaken in hooger beroep behandeld. Be
klaagde had zich den 14den Mei en den 22sten Febru
ari in staat van dronkenschap op den openbaren weg
te Hoorn bevonden en was. dewsege door den kanton
rechter veroordeeld.
De officier eischte bevestiging van de vonnissen,
ii-l. 1 dag hechtenis en 1 jaar opzending naar een
rijkswerkinrichting en 3 dagen hechtenis en 6 maan
den opzending.
GEMESTGD NIEUWS.
BESTRIJDING WERKLOOSHEID.
Door de Vereeniging p>t bevordering van de zede
lijke en stoffelijke belangen in de heidedorpen der
Friesche gemeente Smallingerland is besloten te Hou-
tigseliage een klompenmakerij te stichten met woning
voor den werkbaas. Ongeveer 50 personen zullen
daarin kunnen werken en men hoopt daardoor des
winters de werkloosheid en hare gevolgen te kunnen
bestrijden.
VOOR HUN PLEIZIER UIT.
Een echtpaar tet Winterswijk was Maandag voor
hun pleizier uit naar het naburige Duitsche Bocholt.
Hoe de echtelieden zich daar geamuseerd' hadden, kon
men den volgenden dag bemerken, toen de man te
rugkeerde, met het g-elaat geheel met doeken omwon
den, een g-evolg- van een gevecht dat hij daar geboerd
had en waarbij hij zijne portemonnaie met 25 en zij
ne vrouw haar horloge als oorlogsbuit moest achterla
ten.
Onder voorzitterschap van den heer J. II. Kruizen
uit Vechel is gistermiddag te Utrecht de derde alge
meene vergadering gehouden van den bond. van ge
meente-veldwachters in Nederland.
In zijn openingswoord! drukte de voorzitter er zijn
spijt over uit, dat nog niet alle gemeente-veldwachters
in Nederland het nut en de noodzakelijkheid! inzien,
zich bij den Bond aan te sluiten. Blijkens liet uitge
brachte jaarverslag telde de Bond 785 leden. Goedge
keurd werd de rekening van den penningmeester; er
is een batig saldo van 2.12V2. Een voorstel, om
over te gaan tot de uitgave van een eigen orgaan werd
met het oog op de financiën tot nader onderzoek aan
de afdeelingen teruggezonden.
moest,naar zijn gedachte, zelfs de aarde beven in af
schuw De man, dien hij liefhad met al de innigheid
zijner dankbare toewijding, de man, die hem bende in
zijne hartgrondige eerlijkheid, die man toonde eene
valschheid en vijandschap, die alles te boven ging!
Na de afwijzende verklaring- van Sir Marmaduke,
zijn patroon, besefte hij dat er voor hem geen kans
meer was om zich te kunnen verdedigen bij al die ver
achtend grimlachende Heeren.
„Het is wreed, en schandelijk," protesteerde hij,
in de zelfbewustheid! zijner onschuld, besloten den
wanhopigen strijd op te nemen tegen de overmacht.
„Mijne Heeren!.... Zoo waarlijk ik een man van
eer ben, zweer ik, niet te begrijpen, wat dit alles zou
bewijzen
„Het bewijst, jonge man, dat gij een vervloekte val
sche speler zijt. een dief. een leugenbeest!"
brulde Segrave, die alle zelfbeheersching had' verloren
en ten prooi was van krankzinnige woed. „Bij God,
dat zal ik je betaald zetten!"
Met de woeste kracht van een bloedgierigen waan
zinnige wierp hij zich op Lambert, die onverhoeds
aangevallen, door den schok wankelend1 week. Maat-
hier was het. een strijd tusschen landman en stedeling,
van gezond leven tegen verbraste krachten, van dp
wouden en krijtberg-en tegen de verslappende atmos
feer van de Londensche binnenstad.
Na den_ eersten stoot, had Lambert met bewonde
renswaardige behendigheid', en dank zij zijne geoefend
heid ir een handgemeen, zich onttrokken aan den
greep der bevende handen van zijn tegenpartij, en
dien bij den strot gevat.
Ofschoon ontroerd door al wat er voorgevallen was,
had Lambert zijne kalmte niet verloren, en allerminst
zijn gezond verstand; het waren alleen zijne spieren
en zijn verweer-kracht tegen een even woesten als on
verdiende, n aanval, die hij vrijelijk liet werken.
„Mensch! man!" klonk het over zijn lippen
„gij moet die woorden terugnemen, of bij God, ik knijp
u den keel dicht!"
(Wordt T»rrolg'd.)