DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 190 Honderd en twaalfde Jaargang. 1910 MAANDAG 15 AUGUSTUS. Gemeente-Rekening. Orankwef. Uit Hof- en Hoofdstad Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. COURANT. De BURGEMEESTER dei' gemeente ALKMAAR herinnert den verlofgangers der militie van de lichting 1902, die bestemd zijn op 1 Augustus 1910 naar de Landweer over te gaan, aan hunne verplichting om zich na 1 Augustus 1910, doch vóór' of op 30 Augus tus d.a.v. ter gemeente-secretarie aan te melden, onder overlegging van hun militair zakboekje. De Burgemeester vooi noemd G. RIPPING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat de ge meente-rekening, dienst 1909, op- de gemeente secretarie van heden af voor een ieder ter lezing is nedergelegd, en in afschrift tegen betaling der kosten verkrijgbaar is. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat de kermis dit jaar zal gehouden worden van 27 Augustus tot en met 4 September a.s. dat de regeling van staanplaatsen en van hetgeen verder met de kermis in verband staat, opgedragen blijft aan de gemeente-politie; dat de lotiug van de niet verpachte staanplaatsen zal plaats hebben aan het politie-bureau op Woens dag 24 Augustus a.s., des voormiddags te 10 uur dat de straatmuziek beperkt wordt en behalve de verleende voortdurende, niet meer dan vijf ver gunningen voor draaiorgels zullen worden uitgereikt; dat op Maandag 5 September a.s., des mor gens een aanvang moet worden gemaakt met het af breken en het opruimen der kramen, tenten en uit stallingen, welke uiterlijk op Woensdag 7 Septem ber d.a.v. moeten zijn opgeruimd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 11 Aug. 1910. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat bij Gede puteerde Staten dezer provincie is ingekomen een verzoekschrift van J. K. AARDEMA, alhier, om ver gunning tot den verkoop van sterken drank in het klein, alleen aan logeergasten, in het perceel Stations weg E 104. Binnen twee weken na deze bekendmaking kunnen tegen het verleenen der vergunning schriftelijk be zwaren bij hun college «worden ingediend. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 13 Augustus 1910. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter kennis van belanghebbenden dat de lessen aan de MEISJESSCHOOL na de zomerva- cantie, op 23 Augustus a. s„ weder zullen worden her vat in het schoolgebouw aan de Oudegracht. Burgemeester en Wethoudes voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 13 Augustus 1910. ALKMAAR, 15 Augustus Het is niet gemakkelijk ditmaal een weekoverzicht te maken. Er is zoo weinig gebeurd en het weer is zoo mooi! Hoe veel meer zou er thans te zeggen zijn over deze heerlijke Augustus-dagen, over het eigen ervaren in één etmaal, dan over de buitenlandsche po litiek van een week! Hoeveel vlotter liet zich dat schrijven, hoeveel aangenamer vermoedelijk ook lezen! Maar enfin, het is Maandagmorgen en dus zullen we ons allereerst maar eens in gedachten verplaatsen naar het zonnige Zuiden. Italië had een politieke herdenking: het was Woensdag honderd jaar geleden dat Cavour, de groote staatsman was geboren. In verschillende steden hadden plechtigheden plaats, waarbij hetgeen Cavour heeft gedaan werd geschetst en aan zij» nagedachtenis hulde werd bereid. Zijn ge boortestad, Turijn, genoot de eer van een officjëele herdenking, waaraan de koning met zijn ministers, vele parlementsleden en .andere politici deelnamen. I e Rome had een andere herdenking plaats: Dins dag was het zeven jaar geleden, dat kardinaal Sarto tot Paus-gekroond werd. In den Sixtijnschen Kapel werd liet feit op plechtige wijze gevierd. Te Eorae zoowel als te Madrid sphijnt een eenigs- zms mildere stemming te zijn "ingetreden en het Vati- kaan is blijkbaar'evenzeer tot meerdere voorzichtig heid geneigd als de Spaansche regeering. Tegenover de vele verklaringen van den minister-president Ca- nalejas hoéft de minister van buitenlandsche zaken aan den nunt ■us, die hem een bezoek bracht, gezegd, dat in sommige interviews de gevoelens der journalis ten was neergelegd, waarop de nuntius verklaarde, dat wel is waar eenige der verklaringen van den heer Ca- nalejas wel radikaal waren, maar anderen zeer ver standig' en redelijk waren. Dit wijst op een ontspan ning eu er is thans alle reden om «an te nemen, dat de Spaansche regeering met haar maatregelen, tegen het clericalisme op verstandige en gematigde wijze te werk zal gaan en dat het Vatikaun tot toegeven zoo- voel mogelijk bereid zal wezen. Intusschen is de minister-puesident Canalejas geens zins te benijden. Vroeger zei men, dat hooge boomen veel wind vangen, thans zou men echter een ander spreekwoord moeten uitvinden om aante geven in welke hachelijke positie een hooggeplaatst persoon, die zich veel vijanden maakt, zich bevindt. Er zou iets van kogel-vangers in zulk een spreekwoord kun nen komen, of een beeld ontleend, aan het werpen met bommen, het steken met dolken en messen. Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat wij in een artikel over den Nieuw-Yorkschen burgemeester, een uitla ting van dezen aanhaalden, waarin hij zeide, dat een slecht bestuursman in den regel slechts een kort re- geerperk was beschoren en een goed bestuursman soms ook. Deze woorden klinken profetisch, nu er dezen week op dezen man, den heer Gaynor, een aanslag is gepleegd, zonder dat hij gelukkig doodelijk werd getroffen. De heer Gaynor stond' bekend wegens zijn eerlijkheid en zijn strijd tegen de vele misbruiken en knoeierijen, welke er in zijn groote stad bestaan. Een ontslagen gemeente-ambtenaar, in maatschappelijke ellende geraakt, kon zijn haat tegen dezen Hercules niet meer meester worden, en trachtte hem met drie re volverschoten het leven te benemen. De groote betee- kenis van den niet doodelijk getroffene komt thans eerst recht aan den dag: in alle landen werden er agtn hem zeer sympathieke artikelen gewijd. Een groote staking en uitsluiting vroeg in Duitscb land de aandacht. Op een scheepswerf te Hamburg vroegen d« arbeiders een loonsverhooging, welke ge weigerd werd. De arbeiders gingen in staking, waar op een uitsluiting' volgde, terwijl de vereeniging van Duitsehe- werven besloot tweederde deel van het per soneel te ontslaan. En zoo werden, behalve Hamburg, reeds Bremen, Lübeck, Kiel, Flensburg, Rostock, Stet tin en andere zeesteden in liet geschil betrokken. De Duitsche scheepsbouiw-industrie en de reederij, welke na een reeks slechte jaren, er thans weer wat beter voor stond, krijgt natuurlijk een geduchten knak, terwijl bovendien Engeland nu een goeden voorsprong- krijgt'. Een veertigduizend arbeiders zijn bij deze uit sluiting en staking betrokken. Het ligt voor de hand, dat de rijksregeering in dezen bemiddelend zal optre den. In het jaar van congressen te Brussel alleen worden er een zestigtal gehoudens! vielen er deze week een. tweetal, waarbij de vrijheid op den voor grond gesteld werd. In Berlijn werd gehouden een wereldcongres voor het vrije Christendom. De voor zitter, de bekende afgevaardigde Schrader sloot de bij- .eenkomst op den Wartburg met deze woorden„D© be- teekenis van dit congres was, dat aanzienlijke verte genwoordigers van alle landen samen kwamen met de gedacht© aan eenheid, broederlijkheid en vrijheid in den godsdienst." En het tweede congres, waarop we hierboven doel den was het vrijhandelaars-congres, dat te Antwerpen plaats had en waarbij men in alle talen den lof van den vrijhandel hoorde verkondigen. Een der sprekers deed vooral uitkomen, dat de geestelijke, politieke en de economische vrijheid hij elkaar hooren, dat er slechts één vrijheid is, welke, als bet licht in een pris ma, zich in verscheiden stralen splitst. Heel gunstig is het oogenblik thans voor den vrijhandel echter niet. Sinds Duit-schland na den grooten oorlog met bescher mende rechten is gekomen, heeft de protectie zich baan gemaakt. Overal heeft men niet alleen, gelijk een buitenlandsch blad dezer dagen schreef, hooge mu ren om de eigen productie getrokken, maar men is bo vendien steeds bezig op deze muren nog verhoogingea te maken. Kort geleden verhoogde Amerika zijn ta rieven, Frankrijk volgde, ja, zelfs in Engeland, liet klassieke land van den vrijen handel, scheen het zelfs, dat de protectionnisten het bij jle verkiezingen zouden winnen en _wat ons land betreft -enfin, daar weet men alles van. Op het congres werd bijzonder gewezen op Duitschl-and, waar de agrariërs en de groot-indu- striëelen de drijvers van de beschermende rechten zijn en waar do graanrechten zelfs voor den landbouw na- deelig zijn, terwijl dooY het duurder worden der nood zakelijke levensmiddelen en het stijgen der grondrente, de toestand van liet grootste deel der bevolking' steeds slechter wordt en daardoor de ontevredenheid voort durend toeneemt. Het zou ook niet te verwonderen zijn, indien de kwestie voor- of tegen_ protectie bij de komende verkiezingen in Duit-schland een fol gaat spelen. Tenslotte willen we nog even herinneren aan liet vijfde internationale congres voor openbare armen zorg en particuliere liefdadigheid, dat onder voorzit terschap van den oud-president van Frankrijk, Emile Loubet werd gehouden. De Haagsche correspondent van de Prov. Geld. en Nijm. Ct. schrijft over een poging, om in dezen tijd een minister te spreken te krijgen: „Dat treft u niet," is 't eerst© 'bescheid, nadat onze portier in buitengewonen dienst met honderderlei be sognes elders is geroepen en mogelijk aan eenige staatsgevaarlijke sujetiten kans heeft gegeven 't ge bouw binnen te komen. Tusschen ons gezegd' en ge zwegen, was er zoo'n aardig Japanneesje langs 't loket heengegaan. En uit z'n guitigen overmoed dacht 'k zoo dat hij daar heter thuis w'as dan ik. Met Ja panneesche vrijmoedigheid! zag 'k hem dan ook al heel spoedig in de donkerte van gangen en portalen ver dwijnên. Nof>' vreesde 'k 't Japansche gevaar of onze portier, zooveel geduldl wellicht niet gewoon, was al weer verschenen om mij dan maar verder te helpen „Wanneer u nu hier verder door loopt krijgt u een deur die u open moet doen om in een gang te komen Daar slaat u links om en gaat dan 'n portaal op. Hebt u dan nog geen bode ontmoet, zoekt u dan maar naar bodekamer no. 8. Dan zullen ze u wel verder helpen." Ge zult 't mij inderdaad niet ten kwade mogen dui den, wanneer ik u de heilige verzekering geef, dat de ze verklaring wel 't een1 en ander aan duidelijkheid te wensehen overliet. En 'k dacht aan 'n zekeren Dante. door wien wij ook weten wat er boven den ingang van de bel geschreven staat. Diezelfde woorden zou men ju deze vaeantie-tijden gevoegelijk boven den ingang v in onze ministerieele departementen kunnen plaat sen. Want wie daar thans ter behandeling of bespre king van ecnigszins belangrijke besognes binnengaat, late ook maar alle hoop varen, dat hij de bureaux be vredigd zou kunnen verlaten. Want toen ik na veel omzwervingen en wachten eindelijk aanlandde waar ik wezen moest, moest ik ook daar vernemen dat de chef van de afdeeling „met verlof" was. Er ging een gang verder, waar zijn plaatsvervanger mij wel te woord zou kunnen staan. Doch ook deze had z'n bureaujas aan -den kapstok gehangen om ergens elders van 's lands vrijen tijd te gaan pro-fiteeren. En 't klerkje, 'wiens schouders nu toch al reeds zoovele staatsbelan gén te dragen hadden, wild© ik niet met meer bezwa ren. „Als Ir nog 'ns over 'n dag of Wat terugkwam, zou 't wel Jukken. Want d© meneer, die al die zaken behandelde, was juist met verlof gegaan, de eenige die er ook wat van wist was evenmin te vinden en die anderen waren in de dossiers niet thuis. Dus als me neer!" Toen heb ik^geprobeerd1 om uit dit gebouw weer terug te komen, daar buiten, waar de gouden zo- mer-zon me hartelijk uitlachte! Maar zoo heel gauw sta: je dan ook nog niet op de straat. Want „de hee ren boden" nemen ook hun „Sommefrisehe," die voor deze menschen, die van hun bodenkamer met pijpjes smoken een ware palingroo'kerij maken, uiterst ge- wenscht is. Maar de gaande-en-komende-man, die in de doolgangen van zoo'n ministerieel departement rondzwerft als een kat in- een vreemd! pakhuis, moet t in deze tijden maar ondervinden dat de zomerperio de onze staatsmachine volkomen op het doode punt doet komen." In den HaagsChen brief van de Arnh. Ct. komen eenige staaltjes van afpersing voor, welke tot voor zichtigheid manen. Een vriend1 van mij vond onlangs in een der bladen een advertentie, waarin: een papagaai te koop werd aangeboden. Hij vervoegde zich aan het opgegeven adres om den vogel te zien, en werd te woord' gestaan door een nog' jonge vrouw, die zich als de vrouw des huizes aan hem voorstelde, hem eerst eenigen tijd zeer onderhoudend aan de praat hield, en vervolgens naar eene. kamer geleidde, waar de papagaai in zijn kooi zat. .Lorre beviel hem wel, maar over één© eigenaar digheid verwonderde hij zich: de vogel sloeg allerlei ongepaste taal uit, en vooral scheldwoorden. Toen hij hierover zijne verwondering te kennen gaf, werd me vrouw stil, en er kwam een droevige uitdrukking op haar gelaat. Intusschen had' men Lorre alleen gela ten, en was in een serre aangeland. Hier werd het gesprek voortgezet, maar vooral van de zijde van mijn vriend; mevrouw was zenuwachtig, er stonden tranen in haar oogen, en toen de kooper opnieuw het gesprek op de fout van de papegaai bracht, barstte zij opeens in hevig gesnik uit. De positie van een man tegen over een knappe vrouw is in zulke gevallen altijd eenig'szins moeilijk. Mijn vriend informeerde natuur lijk wat er aan scheelde, waarna zij 'hem schreiende bij stukjes en beetjes vertelde, dat de papegaai al die leelijke woorden van haar man had, dat zij geen leven bij hem had enz. Dit werd' verteld onder hevige emo tie en zelfs kreeg de beklagenswaardige vrouw het zóó op haar zenuwen, dat zij dreigde neer te vallen en mijn vriend haar nog juist in zijn armen kon opvangen en naar een stoel geleiden. Zoodra zij een weinig bijge komen was, verontschuldigde zij zich en mijn vriend vertrok, na de papegaai gekocht te hebben. De vogel niet kooi werd hem den volgenden dag thuis gebracht, hij betaalde en dacht spoedig niet meer aan het ge val. Eenige dagen later ontving 'hij over de post een en veloppe met zijn portret, genomen op het oogenblik dat hij de schoone verkoopster van de papegaai in zijn armen opving. Nog nauwelijks van zijn verbazing bekomen, werd een heer bij hem aangediend, die zich ontpopte als de echtgenoot der dame, en hem de heftigste verwijten toevoegde. Hij bleek geheel op de hoogte te zijn van de omstandigheden van mijn vriend, ook van zijn aan staand huwelijk met een meisje, dat hij aanbad, maar dat erg jaloersch was,,en- dat hij dreigde in kennis te stellen met het „feit," dat mijn vriend zijrfe vrouw on eerbare voorstellen had gedaan, en haar in zijn eigen huis had omhelsd. Het portret (door wien het geno men was, kwam er niet op aan), was het stomme be wijs van het flagrant délit. Volgde het aanibod om tegen een aanzienlijk bedrag de zaak in den doofpot, te doen. Mijn vriend begreep ten volle, het slachtof fer te zijn van een keurig in scène gezet komplo't, waarbij de papegaai de aanleiding, mevrouws yerdriet het voorwendsel, mevrouw de openlijke uitvoerster, en mijnheer de auctor intellectualis, tevens de verdekt opgestelde fotograaf was. Maar breng dit alles een jaloersche vrouw aan het verstand. Maak haar deze. verklaring aannemelijk te genover een getuige van de welsprekendheid' van het fotografisch prtret, dat haar over een uur kan berei ken! Hij zag zijn levensgeluk ineen storten door de intrige van het gemeene boevenpak waarmede de ad vertentie hem in aanraking had gebracht. Wie zal het misduiden, dat iemand onder dergelijke omstandighe den zwak is? Hij was het, maar heeft het zich later beklaagd. Want na de eerste betaling volgde, nieuwe pressie. Iedere afgedwongen geldsom lokte een nieu we afdreiging uit. Totdat hij eindelijk, door dat ge boefte op de ergerlijkste wijze in het nauw gebracht, alles aan zijne verloofde vertelde. Een crisis volgde. Maar alles liep goed af, en met de chantage was het nu uit. Nog een ander staaltje. Onlangs ging hier het verhaal van een gunstig be kend staande jonge man, die in een der straten van de oude stad was aangesproken door een meisje van een jaar of twaalf, dat enkele bloemen te koop aanbood, maar daarbij gemaakt verlegen deed, zoo'n soort ver legenheid die er op berekend is, om tot ondeugd uit te lokken. De jonge man, die op dat punt nog weinig ervaring had, kocht een bloem, betaalde er voor, en vervolgde zijn weg. Het meisje echter bleef naast hem loopen, totdat op eens een man die zich de vader noemde, verscheen, het kind ruw wegtrok en den jon gen man met verwijten overstelpte. Deze begreep er niets van. Maar er ging hem een licht op, toen het kind op gemaakte toon begonj te huilen, en een ver haal opdischte, dat de jonge man haar tot slechtheid had willen verleiden. Hij had' haar reeds geld in de hand gestept, heette het. Papa dreigde met- de poli tie, maar verklaarde zich, zonder dat hem dit ge vraagd werd, bereid, de zaak voor zoo- en zooveel te sussen. De jonge man, woedend, liet papa de taaiheid van zijn wandelstok gevoelen. Er ontstond een op loopje.^ De politie kwam er aan te pas, en ofschoon papa' zijn best deed om weg' te sluipen, werden bei den naar het bureau gebracht, waar al dadelijk bleek dat men niet een beruehten chanteur te doen had, die zijn dochtertjes, nog kinderen, de straat opzond, om op de boven beschreven wijze vat .te krijgen op niets kwaads vermoedende voorbijgangers. Naar ik hoor zegt de Haagsche correspondent der Leeuw. Ct., werden onlangs de leden van verschillende examen-commissies, van wege het departement van Binnenlandsche Zaken bij 10-tallen uitgenoodigd om in s Rijks schatkist terug te storten, wat zij te veel hadden ontvangen aan reiskosten. Oppervlakkig zou men zoo kunnen zeggen, dat deze uitnoodiging voor de betrokkenen weinig verrassend moet zijn geweest en evenmin bijzonder aangenaam. Ik heb reden om aan te nemen, dat de een voor den ander aanschrij ving niet in zijn zak heeft gehouden als een zoet geheim, maar als 't bitter-stemmend bewijs van ont dekking aangaande iets, wat we fatsoenlijkheidshalve maar als incorrect zullen qualificeeren. Want evenals die Rijksambtenaren, die per reis declareerden terwijl zij van een abonnement gebruik maakten, waren er onder deze examen-commissieleden die -van de Electrische Spoor gebruik liaddon gemaakt en Ie klasse reisgelegenheid declareerden. En dat alles nota bene met de door hen onderteekende ver klaring, dat „niet meer in rekening was gebracht, dan door hen was uitgegeven". Wel wat kras, niet waar En wilt ge nu weten hoe ze d'er achter zijn gekomen Een van de slachtoffers van eigen oneerlijkheid heeft 't gehoord. Bij de Rekenkamer had de betrokken ambtenaar de op eenige reis-declaraties aangegeven trein-uren eens nagekeken en gezien dat op dien tijd onmogelijk anders dan per Electr, Spoor, waarbij geen le klasse reis-gelegenlieid bestaat, kon zijn gereisd. De vogels waren gevangenYan Binnenlandsche Zaken zijn toen maatregelen genomen om ook die anderen tot meer daadwerkelijk eerlijkheidsbesef te dwingen. De schatkist heeft de duiten al weêr terug Intusschen waren hier toch door beëedigde Rijks ambtenaren valsche verklaringen afgegeven. De Amsterdamscfae correspondent van het Utr. Dabl. schrijft «over het dure vleesch. Hij heeft een slager gesproken. Wat hij me vertelde was menswaar dig genoeg om hier mede te deelen. „Kijk, zei de slager, mijn winkel eens aan. Ik keek rond en aanschouwde een gewonen slagers winkel: zindelijk, glimmend en ordelijk, en waar ieder een z'n vleesch wel vandaan zou willen hebben. Het bijzondere viel mij niet op. Nu ziet u eens, zei de slager, hoe weinig verstand het publiek heeft van onze zaken. En toch worden wij bij de inrichting" daarvan geheel geleid door den publieken smaak.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1