DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Damrubriek.
1* i
No. !93
Honderd en twaalfde Jaargang.
1910.
19 AUGUSTUS.
Waarschuwing.
De atmospheer overwonnen
ÏNNENLAND.
Nationale Militie*
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
7. 33—29 7. 24 33
S. 28 37 8. 17 28
9. 32 5en wint.
m Ww, Wm. mm.
wm,
AL&MAARSC
COURANT
^RIAVI
HERHALINGSOEFENINGEN.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
gelast, krachtens bekomen aanschrijving, den onder-
staanden hier wonenden verlofganger, om zich, ter bij
woning der herhalingsoefeningen, bij zijn korps te
vervoegen als volgt
9e Regiment Infanterie, lichting 1903, garnizoen
Leeuwarden, 12 September 1910, JAN KOOPMANS.
Den verlofganger wordt hierbij gewezen op de na
volgende bepalingen:
io. dat de miliciens-verlofgangers woonachtig in de
plaats van opkomst, zich op den dag voor de op
komst bepaald, uiterlijk te 8 uur voormiddags bij
het korps moeten aanmelden}
2o. dat de miliciens-verlofgangers woonachtig bin
nen 20 K.M. van de plaats van opkomst, op dea
dag voor de opkomst bepaald, uiterlijk te 10 uur
voormiddags bij het korps aanwezig moeten zijn;
8o. dat de overige miliciens-verlofgangers voor zoo
veel zij binnen het Rijk gevestigd zijn, zich op
den dag voor de opkomst bepaald, met het eerst
vertrekkende openbaar middel van versneld ver
voer van hunne woonplaats of naaste station
naar de plaats van opkomst moeten begeven, en
voor zooveel zij buiten het Rijk gevestigd zijn,
zich op dien dag vóór 4 uur namiddags bij hun
korps moeten aanmelden.
Voor zooveel de milicien door ziekte of om eene an
dere reden niet tot den werkelijken dienst kan over
gaan, wordt hij verzocht daarvan vóór het tijdstip
voor de opkomst bepaald, ter gemeente-secretarie me
dedeeling te doen.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
Alkmaar, 17 Augustus 1910.
De ingezetenen der gemeente ALKMAAR worden
herinnerd aan art. 14 der Verordening houdende be
palingen omtrent het verdeelen der gemeente in wijken
en het opmaken van volledige staten der bevolking en
harer huizing (Gemeenteblad No. 90 van 1898)
luidende
VAN ELKE VERHUIZING BINNEN DE GE
MEENTE WORDT BINNEN ACHT DAGEN KENNIS
GEGEVEN TER SECRETAR1E VAN DE GEMEENTE
BIJ VERHUIZING VAN EEN GEZIN, DOOR
HET HOOFD VAN HET GEZIN
BIJ VERHUIZING VAN AFZONDERLIJK LE
VENDE PERSONEN, DOOR IIENZELVEN
BIJ VERHUIZING VAN INWONENDE DIENST
EN WERKBODEN, DOOR HENZELVEN
BIJ VERHUIZING VAN PERSONEN NAAR IN
STELLINGEN, GESTICHTEN, INRICHTINGEN
VAN WELKEN AARD OOK, IN WELKE PER
SONEN ONDER EENIG BESTUUR SAMENWONEN
DOOR DE BESTUURDERS DIER INSTELLINGEN
GESTICHTEN OF INRICHTINGEN.
Verzuim van de bovenstaande kennisgeving wordt
gestraft.
In de „Temps" schrijft Paul Rousseau, dat de at
mospheer overwonnen is.
Is dat zoo Gaan wij nu werkelijk binnen twee
kinnen drie jaar de lucht in. Zullen wij over tien jaar
allen een aeroplaan hebben als nu een fiets, na het
offiedrinken even uit Alkmaar naar Amsterdam vlie
gen en tegen den eten terugkomen, ook wanneer wij
een tweehonderd kilometer van Amsterdam afwonen?
Het is onmogelijk nu al hierop een antwoord te ge
ven. Wanneer men de vliegproeven op een vliegveld
heeft bijgewoond, komt men, blijkens de verslagen,
daarvandaan met een trotsch gevoel over deze nieuwe
overwinning van den mensch over de materie maai
tevens met de gedachte, dat cr toch nog heel wat wa
ter door den Rijn moet loopen alvorens men hier kan
spreken van een overwinning van de atmospheer. Want
niet waar -men moet uren wachten voor de vlie
ger vliegt. Is de vlieger een stoutmoedige, dan waagt
hij het vrij gauw om uit te vliegen. Doch is hij 'dat
niet, dan vliegt hij ook na. al dat gewacht nog weinig
of niets. En als hij vliegt, dan doet dit meer denken
aan dadèn van een moedigen café-chanjant-springer
dan aan een pionier op een nieuw verkeersgebied. Bij
het minste of geringste wat er gebeurt, bij den. eersten
krachtige» windstoot den besten, hij een onbeduidend
mankement aan den motor, is de kans groot, dat de
waaghals, daarboven er het leven bij inboet.
Doch is dit gevoel juist?
Het is zoo bizonder moeielijk zich bij de beoordee
ling van deze kwestie, die in het dagelijksch leven te
genwoordig bijna voortdurend aanj de orde is, op een
juist standpunt te stellen. Want niet. waar de
lucht, dat is in elk opzicht het onbekende. De avia-
teurs weten zelf nog niet. wat zij kunnen. Zij zouden te
vergelijken zijn met iemand die voor het eerst een
fiets in handen krijgt op een gladdeh weg zonder dat
hij ooit een ander heeft zien fietsen. Zoo iemand zou
al heel gauw bereid zijn te verklaren, dat evenwidht
houden op zoo iets wankelbaars als een fietsband vrij
wel een onmogelijkheid is. En het publiek, dat even
min ooit. een fiets gezien had, zou dat gaarne geloo
n.
En nu vergete men niet, dat de luchtmotorschipper
toch altijd die vastheid1 mist, die de fietser heeft. Hij
is heelemaal in een onbekend element, hij is de aller
eerste daar waar nagenoeg niemand hem is vooraf ge
gaan.
Iloratius bezingt ergens zoo terecht den moed, de
onverschrokkenheid van den man die het eerst op een
breekbaar stuit hout zich gewaagd heeft op de Oceaan.
Zeer terecht. En toch is in zeker opzicht de moed
van wie op een vliegmachine het eerst het luchtruim
invloog grooter nog. Want de drijver ap den Oceaan
had ten minste nog drijfproeven op smal water kun
nen nemen en zich daar kunnen ontwikkelen als schip
per. Terwijl de vlieger zich direct moet wagen aan
het allerergste en daar alle ervaring ineens moet op
doen die de schipper geleidelijk heeft kunnen verkrij
gen. Geen wonder dan ook, dat men, zonder dat do
vliegtuigen in de laatste dagen ineens zulke verbazen
de verbeteringen hebben ondergaan, plotseling ziet
dat men heel w.at- meer daarmee kan bereiken dan wij
drie weken geleden nog- verwachtten.
Op dat punt zijn de verslagen van den todht door
Oost-Frankrijk hoogst leerzaam. Toen die tocht werd
uitgeschreven, geloofde welhaast niemand aan de mo
gelijkheid. En zie -de moeielijkheden zijn overwon
nen. Men heeft gevlogen in het schrikkelijkste weer
en men is er gekomen. Er wordit gesproken van wind
snelheden van 7 a 15 secondemeter, van regenbuien,
verdwenen kaarten, van stooten, die de stoutmoedige
vliegers van hun zitbankje deden opvliegen zij zijn
er gekomen.
En nauwelijks wat dat wonderbaarlijke feit vol
bracht of daar kwam de telegraaf ons al berichten,
dat iemand1 van Parijs naar Londen is gevlogen.
Waarlijk het gaat met haar beangstigende snel
held vooruit. Wat drie jaar geleden) voorspéld werd
voor over honderd jaar, is nu zelfs al herhaaldelijk
binnen onze landpalen gebeurd: dat men drie kwartier
in de lucht rondvliegt, als Olieslagers te Helpman ge
daan heeft. En wat 4 weken geleden nog verwezen
werd naar de verre toekomst (groote reizen over land
bij ongunstig weer, een tocht zelfs van Parijs tot vlak
bij Londen) is nu alweer geschiedenis. Het lijkt haast
kinderachtig dat men eenige maanden geleden zoo
verbaasd was over de ka.naalvluclit. Sedert dien is ai
heel wat anders gedaan.
Het komt ons voor, dat men bij dé beoordeeling van
deze resultaten wel wat veel uit het oog verliest, dat
dit alles met zoo groote snelheid is gebeurd, dat hij
met maanden te tellen is, de tijd1 die er ligt tusschen
de eerste proeven van Santon Dumont en de glorieuse
l'elten der laatste 14 dagen.
Waarlijk meer en meer moet men tot de overtui
ging komen, dat er zelfs uit de bestaande vliegmachi
nes nog niet alles gehaald is wat er in zit. En dan be
hoort men te overdenken, welk egn geweldige stuw
kracht. er zit achter de pogingen van alle technici om
het instrument thans te volmaken.
Is het dan niet juist, dat er zooveel ongelukken
voorkomen, dat wij telkens nog weer worden opge
schrikt door het' verlies van menschenlevens Hang
het leven van den vlieger dan niet haast aan een zij
den draadje?
Natuurlijk is dit niet te. ontkennen. Natuurlijk
heeft men in het nieuwe element nog niet1 voldoende
ervaring. Natuurlijk ziet het nieuwe ex nog gevaar
lijk uit.
Doeli eiken dag haast krijgt men nieuwe ervaring-
Eiken dag ontdekt men meer de geheimen der lueht-
navigatie. En wat het gevaarlijk uitzien aangaat, be
denkt men wel eens hoe .gevaarlijk er een trein moet
hebben uitgezien voor wie daaraan niet gewend was,
hoe ook die het gevoel moet hebben gehad van dolle
roekeloosheid, wanneer hij wist, dat één moertje dat
aan één rail los zit een trein kan doen derailleeren
met al de noodlottige gevolgen, daaraan verbonden.
En toch denkt nauwelijks iemand meer aan die toch
zefier niet denkbeeldige gevaren.
Wij g.elooven dan ook, dat men over het geheel nog
wel wat te- pessimistisch is wat de beoordeeling der
aviatiek betreft en dat, zoo de Fransche schrijver in
de „Temps," dien wij hierboven aanhaalden, in zijn
bewering toch nog wel wat overdrijft, hij toch dichter
bij de waarheid is dan de pessimisten, die nog een
honderd jaar denken te moeten wachten voordat do
„lucht veroverd is."
AAN DE DAMMERS.
Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro
bleem 91.
Dit probleem bevatte een slagwending, die reeds in
vele fraaie problemen is toegepast. De manier waar
op II. J. van den Broek die slag toepast is lieel aar
dig.
Stand' van probleem 91.
Zw. 2, 4. 7/11, 13/17, 31.
W. 18, 22, 24, 25, 27, 28, 32, 33, 35, 36, 41, 43.
Oplossing.
1. 18—12 1. 7 18
2. 41—37 2. 31 42
3. 25—20 3. 14 :25
4. 35—30 4. 25 34
5. 43—39 5. 34 43
6. 24—20 6. 15 24
Wij ontvingen van dit probleem goede oplossingen
van de heeren G. Cloeck, D. Gerling, J. Houtkooper,
J. M. Houtkooper, J. J. Hubekneyer, H. Zaadnoordijk
allen te Alkmaar, S. Homan te Wijde-Wormer_, H. E.
Lantinga te Haarlem en TI. E. Lantinga Jr. te Haar
lem.
Van probleem 90 ontvingen wij 'nog een goede op
lossing van II. J. Toepoel den Haag.
DE HAAS IN PARIJS (vervolg).
Behalve tegen Weiss en Fabre heeft de Haas ook
nog gespeeld tegen Woldouby een 21-jarige Afrikaan,
die zich op 't oogenblik daar ophoudt in een z.g. Moo-
renkamp. Hij speelt zeer sterk en eenige, beste, Fran
sche spelers- hebben van hem gevoelig ldop gehad.
Weiss alleen heeft een partij van hem gewonnen en
het is ook aan onzen kampioen gelukt een partij van
dezen Afrikaan te winnen. Een tweede partij werd
remise.
Wij laten hier iets uit de eerste partij volgen,
de Haas.
DE KATHOLIEKE SOCIALE WEEK.
De spreker begon met te constateeren, dat ook in
het Roomsche sociale kamp de geringste belangstelling
in liet vrouwenvraagstuk niet is aan den kant dei-
mannen.
In zijn_ meest algemeenen vorm is het vrouwen
vraagstuk het volgende: Hoe kan de vrouw gehand
liaafd worden en gesteld worden in de positie die haar
naar recht en billijkheid toekomt. Vrouwenbeweging-
is de collectieve benaming voor de pogingen om de
vrouw in die positie te stellen en te handhaven.
Ieder mensch heeft van nature d. i. krachtens Gods
wil, een maatschappelijk wezen. Menige vrouw uit
den lageren stand, die zich tusschen kerk en keuken
beweegt als tusschen twee polen, zal zich afvragen wat
dan toch het belang is, dat het maatschappelijk leven
bij haar werken heeft. Daarop kan geantwoord' worden
dat niet alleen stemgerechtigden den politieken .soci-
De derde partij met Weiss was weder een zeer fraaie
remisepartij.
In) deze partij ontstond na den 31en zet van zwart
de volgende positie:
Weiss.
W oldouly.
In dezen stand was zwart (dé H.) aan zet en speel
de 2228Daarna kon wit niet. anders spelen dan
2924 (op 3025 was gevolgd 2833.
Na 2924 van wit speelde zwart- 812 en nu moest
wit om niet onmiddellijk een schijf te verliezen spelen
38-33 (zw. 28 39) wit; 34 43, waarna zwart een
schijf won door 23-28 en 18 20.
De tweede partij, die de Haas met Weiss speelde
was zeer bijzonder. Weis-s speelde een zeer vreemde
opening, die de Haas echter steeds correct beant-
1 woordde. Weiss offerde tweemalen een schijf en twee-
malen moest de Haas die schijf direct weer terug ge
ven om niet in 't nadeel te komen. Het positie-voor
deel bleef echter aan de zijde van wit. Op 't laatst
maakte de Haas nog een groote foutzet, die hem de
partij kostte.
alen koers bepalen. Wie in de diepte werken, wei-ken
doorgaans niet het minst. Daarom heeft de vrouw
tegenover het openbare leven behalve haar plichten
ook haar rechten.
Er is een beweging, die men feminisme noemt. De
feministen zoude men kunnen noemen de anltrpoden
van de Kollewijners, die immers1 den man vrouwelijk
willen maken. Feministen willen de vrouw mannelijk
maken, niet alleen in den vierden, maar in alle naam-
vallen, en dan zelf liefst in den noininativus staan.
Het mannelijk en vrouwelijk wezen zijn van nature,
doo psyeho-physiologisc'jjeii aanleg, in zeer vele op
zichten verschillend. In die Verschillen ligt de oor
zaak, dat de plichten en rechten der vrouw geheel ver
schillend zijn van die der mannen. De sociale arbeid
voor en door de vrouw is dan ook geen andere dan de
arbeid voor en door eene „hulpe, den man gelijk."
Dus ligt de eerste en voornaamste sociale plicht
der gehuwde vrouw binnen de grenzen van haar huis
gezin als bestuurster van haar huishouden, als levens
gezellin van den man, als moeder van de kinderen.
De sociale taak der echtgenoote binnenshuis is den
man door liaar liefde te maken wat hij alleen door zijn
kracht niet kan zijn. Negatief door hem in de uitoe
fening zijner sociale plichten niet te belemmeren; po
sitief door belangstelling te toonen' in .het sociale werk
waarmede haar man zich bezighoudt of waarvoor hij
zich interesseert.
Als moeder vindt de vrouw haar sociale taak in de
zorgen voor het behoud van de nieuwe leden, welke zij
aan de maatschappij heeft geschonken. Spr. wijst op
den plicht der moeders om haar jonge kinderen, zoo
mogelijk, zelve te voeden^ voorts op haar boven alle
andere invloeden grooten invloed op de vorming van
zedelijkheid en karakter harer kinderen.
Ook buitenshuis kan de gehuwde vrouw, en dan
meer direct, sociaal werkzaam zijn, door niet alleen
met geld en goede woorden, doch ook met haar per
soon te steunen allen arbeid! die de zedelijke, verstan
delijke en maatschappelijke verheffing dér vrouw ten
doel heeft.
De ongehuwde vrouw heeft hier nog meer ruimte
van beweging, in zoover zij niet- door huiselijken plicht
gebonden is.
Al is de sociale arbeid! voor vrouwen altijd noodig
geweest, in zoover de vrouw ook haar deel moest dra
gen voor het maatschappelijk wel en wee, in onzen
tijd' is die noodzakelijkheid! zeer dringend geworden,
wijl de" vrouw, tengevolge van velerlei samenwerkende
oorzaken, in vele opzichten de sociale gelijke van' den
man; is geworden, met gelijke rechten, diis ook met ge
lijke plichten.
Om die rechten te waarborgen zal' men het vrucht
baarst arbeiden volgens e-en vastgesteld; plan.
In dit plan moet worden gerekend' met sociale euve
len, die voorkomen kunnen worden. Het moet alle
middelen omvatten, die tot leniging en voorkoming
van sociale nooden dienstig kunnen zijn, dus in de
eerste plaats de opvoeding. Practiseh zal het 't ge
makkelijkst uitvoerbaar zijn, wanneer alle katholieke
vrouwenvereenigingen, die op so'ciaal-liefdadig ge
bied werkzaam zijn, zich diocesaan aaneensluiten.
Het onderwerp „Tuberculose-bestrijding" is gister
avond1 door dr. A. K. M. Noyons besproken. De inhoud
zijner lezing laat zich samenvatten in de volgende
stelling-en: De tuberculose wordt veroorzaakt door den
tuberkel bacil, die het mensohelijk lichaam binnen
dringt en besmet.
Het uitbreken en voortwoekeren der ziekte hangt af
van den aard en de hevigheid der besmetting, van -den
natuurlijken aanleg en het verworven weerstandsver
mogen van den besmette, van diens omgeving en. leef
wijs in hygiënisch opzicht.
voorzitter der P. damclub heeft deze match georgani
seerd. Hij beschouwt de Haas na Weiss als de sterk
ste speler, maar gelooft tevens dat deze match met
Molim.ard een zeer interessante zal worden.
De eerste twee partijen zijn gespeeld.
De Haas won de eerste en1 maakte de tweede remise.
Zoo gaat 't goed.
Na de 7e partij is de stand: De Haas 8 punten, Mo-
limard 6 punten.
Wordt vervolgd.
Als probleem geven wij iets van den heer Weiss,
wat niet zoozeer uitmunt door fraaien stand, maar
wel door mooie ontleding. Onze oplossers zullen er
met plezier naar zoeken.
Probleem 92 van I. Weiss. Parijs.
de Haas.
Speelde wit in dezen stand' 5044 dan kon zwart
j danihalen als volgt:
1. 50—44 1. 13—18
2. 22 2 2. 34—30
3. 35 13 3. 25—30
4. 28 19 4. 12—18
5. 13 22 5. 1—7
6. 2 11 6. 6 50
Zwart zou die dam echter dadelijk verliezen door
3731 en 4339, waarna wit een schijf 'heeft gewon
nen met goeden stand.
Zaterdag is te Parijs een match van 8 partijen be
gonnen tusschen de Haas en Molimard den jeugdigen
kampioen van Lyon, d!ie in den laatste» wedstrijd te
Parijs de tweede prijs verwierf. De heer Dam'brun,
WW//.
Zw. 2, 3, 4, 7, 8, 9, 12, 15, 19, 24, 29, 36, 37.
W. 17, 20, 21, 22, 26, 27, 28, 39, 40, 46. 47, 48.
Opl. voor of op. 26 Augustus bureau v. d. blad.