DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 197 Honderd en twaalfde Jaargang. 1910. DINSDAG 23 AUGUSTUS. BINNENLAND. Waar>sichuwing. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f 1, Afzondei lijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. ALRMAARSCHE COURANT tl AVtj De ingezetenen der gemeente ALKMAAR worden herinnerd aan art. 14 der Verordening houdende be palingen omtrent het verdeelen der gemeente in wijken en het opmaken van volledige staten der bevolking en harer huizing (Gemeenteblad No. 90 van 1898) luidende VAN ELKE VERHUIZING BINNEN DE GE MEENTE WORDT BINNEN ACHT DAGEN KENNIS GEGEVEN TER SECRETARIE VAN DE GEMEENTE BIJ VERHUIZING VAN EEN GEZIN, DOOR HET HOOFD VAN HET GEZIN BIJ VERHUIZING VAN AFZONDERLIJK LE VENDE PERSONEN, DOOR HENZELVEN BIJ VERHUIZING VAN INWONENDE DIENST EN WERKBODEN, DOOR HENZELVEN BIJ VERHUIZING VAN PERSONEN NAAR IN STELLINGEN, GESTICHTEN, INRICHTINGEN VAN WELKEN AARD OOK, IN WELKE PER SONEN ONDER EENIG BESTUUR SAMENWONEN, DOOR DE BESTUURDERS DIER INSTELLINGEN, GESTICHTEN OP INRICHTINGEN. Verzuim van de bovenstaande kennisgeving wordt gestraft. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR herinnert den verlofgangers der militie van de lichting 1902, die bestemd zijn op 1 Augustus 1910 naar de Landweer over te gaan, aan hunne verplichting om zich nü 1 Augustus 1910, doch vóór of op 30 Augus tus d.a.v. ter gemeente-secretarie aan te melden, onder overlegging van hun militair zakboekje. De Burgemeester vooi noemd G. RIPPING. KENNISGEVING. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der ingezete nen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter in vordering zijn overgegeven: TWEE KOHIEREN DER BEDRIJFSBELAS TING Nos. 4 en 5, voor het dienstjaar 1910/1911, exe cutoir verklaard' door den Directeur der directe belas tingen in Noordholland te Amsterdam den 18en Au gustus 1910; dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat de termijn van zes weken binnen welken daartegen be zwaarschriften kunnen worden ingediend. Alkmaar, den 20 Augustus 1910. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, G. RIPPING. ALKMAAR, 21 Augustus. De ochtendbladen brengen een telegram uit Berlijn, dat. weer toont, dat men in Duitschland niet schroom vallig is den. bezem te hanteeren, waar het geldt vuil en verkeerdheden weg te nemen. Het telegram luidt aldus ..Nadat onlangs bij de behandeling van een ci viel proces is geconstateerd, dat generaal-majoor Ereiherr von Gageru zes jaar geleden tot de vrouw van een ondergeschikte jarenlang in een ongeoorloofde betrekking heeft gestaan, is thans, gelijk de Berl. Lokalanzeiger verneemt, door de militaire overheid een onderzoek begonnen. Zon der aanzien des persoons zal een grondig onder zoek plaats hebben en zich ook uitstrekken tot Gagerns superieuren uit dien tijd." Het proces, waarvan hier boven sprake is heeft ge leerd, welke eigenaardige begrippen er in het Duitsche leger bestaan omtrent eer en huwelijkstrouw. Een klein kijkje achter de schermen gaf eenigen tijd gele den het Allensteiner proces, waarbij bleek dat de echtgenoote van een officier met ettelijke kameraden van liaar man overspel bedreef, dat de man dit kalm toezag en dat niemand iets deed, om ter wille van de eer van den militairen stand, daaraan een einde te maken. Het Berlijnsche proces leerde nog meer. Het was een civiel proces, waarbij een dame schadeloosstel ling' vroeg van den rijken generaal v. Gagern voor de kosten, welke zij voor de opvoeding' hare door hem er kende kinderen moest besteden. Dei generaal had de vrouw, een dochter van een Zwitsersch kolonel, van kind af aan reeds gekend, daar hij een tijd lang te Zii- rich had gewoond. Later ging hij naar Berlijn, huwde daar, en beleefde na den dood' van zijn echtgenoote al lerlei liefdesavontuurtjes, hetgeen evenwel niet ver hinderde, dat hij een snelle promotie maakte. Hij werd zelfs vleugel-adjudant van den groothetog van Baden. Daar werd hij spoedig in schandaaltjes gewikkeld, waarbij de vrouw van een schilder betrokken was. Hij moest den dienst bij den groothertog verlaten en werd den generalen staf te Berlijn geplaatst. Hier ont moette hij het Zwitsersche meisje, getrouwd met een ziekelijken officier, wien zij door haar geld do carrière vergemakkelijkt had. Hij kreeg de vrouw lief en als chef van den officier dreigde hij dezen te zullen ont slaan als zijn neiging niet beantwoord werd. De vrouw bezweek. Spoedig daarop werd v. Gagern overge plaatst naar Kehl aan den Rijn, als majoor en com mandant van het 14e bataljon pioniers. Niet lang duurde het of de officier Mersmann werd ook overgeplaatst naar hetzelfde bataljon te Kehl. De om gang tusschen den commandant en de officiersvrouw blijft gelijk hij te Berlijn was - er komt een kindje, later nog oen. De officier ziet lijdzaam toe, hoopt op .promotie, in 't ergste geval op een goed baantje. Hij wordt naar Breslau geplaatst, v. Gagern naar Metz, maar weldra weer naar Königsberg. Minstens eens per week gaat hij naar Breslau. Hij weet het zoover te brengen, dat er sprake is van een echtscheiding, doch Mersmann neemt de voorwaarden niet aan. Op een goeden nacht vlucht hij, bijna al het geld meenemend, zijn vrouw zonder middel van bestaan achterlatend. Yon Gagern huwt daarop weldra met zijn huishoudster, en is in verband1 hiermede genoodzaakt zijn ontslag uit den dienst te nemen de militaire stand, welke blijkbaar zooveel kon slikken, gedoogt dit niet! De verlaten of ficiersvrouw, die nog 15000 mark heeft, gaat met haar kinderen in Baden-Baden wonen, leeft daar eenvoudig, totdat de middelen op zijn. Dan besluit zij den on- wettigen vader van haar kindteren om hulp te vragen. Zij zoekt hem in zijn prachtig kasteel aan den Rijn op In zijn plaats, verschijnt zijn echtgenoote, die haar met scheldwoorden ontvangt. Eindelijk komt ook de man en verklaart, met een blik op zijn vrouw, niet te kun nen en te mogen helpen, daardoor een gedane belofte brekend. Nog eens tracht zij hem tot steun te bewe gen. Zij roept de hulp van een advocaat in, die ver zoekt de opvoedingskosten te willen betalen. Als ant woord krijgt zij een brief: „Ik wil op het schrijven van den advocaat niet ingaan. Met achting" enz. Hier op jjesluit de vrouw een verzoek om schadeloosstelling bij de rechtbank in te stellen. Met gesloten deuren heeft bet proces plaats, maar de pers mag- blijven en zij maakt feiten wereldkundig, die evenzeer verbazing' als verontwaardiging wekken. De generaal erkent dat hij de vader is en dat hij beloofd heeft voor de kinde ren te zorgen. De rechtbank ziet zich op juridische gronden desondanks genoodzaakt het verzoek af te wijzen. Natuurlijk gaat men thans „hooger op" zoe ken, in de hoop, dat het juristen-recht met het men- schen-recht in overeenstemming kan worden gebracht. Dit is het „geval." Het verwekte terecht opspraak. Was het niet alsof na de periode, door Harden aan het licht gebracht meer behoeven wij niet te zeg gen een ander tijdperk met droevige leger-feiten zou intreden? Een tijdperk, waarbij door de werkelijkheid werd ge ïllustreerd wat schrijvers als Beyerlein en Bilse in hun militaire romans „Jena of Sedan" en „Uit een klein garnizoen" hebben geschreven de laatste lou ter om het schandaal, de eerste uit liefde voor het Duitsche leger? Het onderzoek, dat blijkens het bovenstaand tele gram wordt ingesteld, zal misschien nog meer ople veren, dan men op het oogenblik weet. De militaire overheid deinst daarvoor niet terug en ook dit be wijst, dat er in de laatste jaren in Duitschland toch wel een andere, een betere, een naar waarheid-zoeken de geest wakker wordt. BEZOEK BELGISCH KONINGSPAAR. Naar verluidt, staat het thans vast, dat het bezoek van het Belgische Koningspaar aan ons land gebracht zal worden van 15 tot II September. Omstreeks het middaguur van den 15den September ziin de Koning der Belgen en zijn Gemalin te Am sterdam te verwachten, waar de ontvangst door H. M. de Koningin in het Paleis aan den Dam zal plaats vinden. De Koning' en de Koningin der Belgen zullen ook een bezoek brengen aan H. M. de Koningin-Moe der in haar paleis te Soestdijk. De terugreis naar België "Wordt 17 September aan vaard. Dit zijn de hoofdpunten, welke vaststaan. Tn détails is het programma nog niet opgemaakt. DE ZAAK—VAN HEECKEREN. De Ilaagsche correspondent van de Leeuw. Ct. schrijft, Naar men weet, werd voor eenigen tijd als vrij ze ker in uitzicht gesteld, dat baron van Heeckeren, wiens mandaat als Eerste Kamerlid voor Zuid-Hol land door de Provinciale Staten van dat gewest niet werd vernieuwd, zich in een brochure zou rechtvaardi gen. Naar ik hoor is 't zoo g'oedl als zeker, dat aan dat voornemen, zoo het gelijk men heeft doen voorko men - reeds heslist bestaan heeft, geen uitvoering zal worden gegeven. Ook in die parlementaire kringen, welke zich met zijn handelwijze niet geheel konden vereenigen, zou men na het verschijnen van het wetsvoorstel, betref fende de kustverdediging, tot een andere meening zijn gekomen. Een bekend Kamerlid der linkerzijde zou er in ge slaagd zijn voldoende gegevens te verzamelen, waaruit, zou blijken, dat, met kleinere Europeesche Staten door ecu groote Europeesche mogendheid ook op Nederland die aandrang is uitgeoefend, waarvan men meent het bovenbedoelde wetsontwerp als de vrucht te mogen bo schouwen. In parlementaire kringen zouden de meeningen je gens het ingediende wetsvoQrstel zeer verdeeld en over h.-i algemeen zeer ongunstig gestemd zijn. Gemengd nieuws. RIJKS TUINBOUWPROEFVELDEN. Aan het verslag van de Rijks tuinbouwproefvelden in Noord-Holland' over 1909, uitgebracht door den Rijks tuinbouwleeraar, den heer J. G. Hazeloop, te Alkmaar, is het volgende ontleend. Evenals in vorige jaren, werden ook in 1909 bij on derscheidene gewassen besmettingsproeven genomen. In hoofdzaak hadden dezen ten doel, om te onderzoe ken, of cle gebruikelijke natuurlijke mestsoorten met voordeel door kunstmest kunnen worden vervangen.. Bij de snelle uitbreiding, die de tuinbouw in Noord- Holland ondergaat, wordt de behoefte aan meststof fen steeds grooter, ten gevolge waarvan jaarlijks be langrijke hoeveelheden koemest, paardenmest en com post uit andere streken worden aangevoerd en waar voor hooge transportkosten moeten worden betaald. Meer en meer wordt het dus een behoefte, om dezen natuurlijken mest te vervangen door andere mest soorten, bij welke de transportkosten een minder groo te rol zullen spelen. Niet alleen werden dan ook bemestinigsproeeven ge nomen bij groenten, doch ook bij vruchten, bloembol len en tuinzaden. In verscheidene opzichten waren de omstandigheden voor de proeven bij groenten in 1909 niet gunstig. Bij die, welke met vroege aardappêlen, een hoofdartikel in „de Streek" tusschen Hoorn en Enkhuizen, werden genomen, deed de vorst belangrijke schade. Daardoor toch vroor het gewas op sommige plaatsen van onder scheidene proefveldjes af, zoodat de stand door andere oorzaken dan de 'bemesting ongelijk werd en dus het resultaat onzuiver was gewordeu. Andere artikelen, zooals sla'boonen en augurken, le den veel van dte buitengewone vochtigheid en konden daardoor niet tot normale ontwikkeling komen, terwijl aan den Langedijk sommige proefveldjes geheel of ge deeltelijk mislukten ten gevolge van' draaiharterig- heid in de kool. Bij 20 personen werden proefveldjes voor groenten aangelegd. Bij vruchten werd in 1909 slechts één bemestings- proef genomen. Was het weder in 1909 voor de teelt van vele groen tensoorten, bijv. van augurken en slaboonen, ten ge volge van de aanhoudende regens zeer ongunstig, in niet mindere mate was het dit voor de teelt van tuin zaden. Eerstens leden sommige gewassen, die in het voor jaar werden gezaaid en wel voornamelijk de Oost-In dische kers, veel van de nachtvorsten. In de tweede plaats kon het zaad zich door de groote vochtigheid slechts onvolkomen vormen, terwijl, het ten derde niet tot rijpheid kon komen en ten slotte het- gerijpte zaad slechts met g'roote moeite kon worden geoogst. In verband hiermede was de zaadteelt voor een be langrijk deel een mislukking, wat medte op de geno men bemestingsproeven zijn invloed deedl gelden. Bij 5 verschillende proefnemers te Egtmond-Binnen werden proefveldjes voor de zaadteelt aangelegd, n.l. 4- met Oost-Indische kers en één met Borago. In 1909 werden op onderscheidene plaatsen van Noord-IIolland bemestingsproeven genomen met bloembollen. In verband' met de hooge kosten die aan het gebruik van stalmest bij de bloembollenteelt zijn verbonden, begint men zich op vele plaatsen op het gebruik van den kunstmest toe te leggen. In hoofdzaak werdten de genomen proeven zoodanig ingericht, dat uit het resultaat zou kunnen blijken, welke stoffen het gunstigst op den groei werken. Daarnevens werd ook de werking van kunstmest met die van stalmest en soms ook van andere samengestel de mestsoorten, zooals compost, vergeleken. Ook werden wederom eenige cultuurproeven geno men, die ten doel hadden, om hier en daar in de pro vincie nieuwe culturen in te voeren, of de 'beteekenis eener andere teeltwijze te leeren kennen. Zoo werd genomen een cultuurproef met tafel vruchten in struikvorm te Nibbixwoud en te Winkel; een cultturproef met frambozen te Winkel; een cul tuurproef met asperges te St. Pancraseen vergelij kende proef met het besnoeien van de wortels der vruchtboomen bij de verplanting en een variëteits- proef met aardbeien voor de teelt onder glas. 1 en slotte werden in 1909 verschillende proeven ge nomen ter bestrijding van insecten en plantenziekten, o. a. in de Boemstei', in de Bangert, te Schermerhorn en te Heiloo. 1 i 1iSBJi SLECHTE BEHANDELING VAN KAAS. Door de Nederlandsche Vereeniging van Kaashan delaren (vertegenwoordigende 170 groothandelaren in Nederlandsche kaas) is aan binnen- en 'buitenlandsche spoorwegmaatschappijen, stoombootreederijen, carga doors en expediteurs' een schrijven gezonden, waarin de aandacht wordt bevestigd' op de vele klachten der afnemers, in en buiten Europa, omtrent beschadiging hunner kaaszendingen gedurende het transport. De schade aan de goederen toegebracht is dikwijls eerst na het in ontvangst nemen door de afnemers te con- stateeren, zonder te kunnen vaststellen waar en door wien de schade is ontstaan of toegebracht. Bij partijen kaas, verpakt in papier, en verzonden per boot of spoor naar plaatsen in het binnenland of naar Engeland, Duitschland, België of Frankrijk, be staat de beschadiging meestal in het op de plaats1 van bestemming aankomen in gebarsten of gebroken toe stand. De oorzaak is steeds toe te schrijven aan het bloot stellen van de kaas aan zon of wind, waartegen de korst niet bestand is, of het te hoog op elkaar stapelen in spoorwagon of boot, waardoor de onderste kazen, ten gevolge van het gewicht der daarop geplaatste, hun oorspronkelijken vorm verliezen en opensplijten. Zij verzoekt daarom het personeel, met de inlading, overlading of ontlading der goederen belast, uitdruk kelijk order te willen geven om: le. Kaas steeds tegen wind, regen en zon te bescher men 2e. De kaas nooit meer dan uiterlijk drie hoog op elkaar te doen stapelen. 3e. Bij overlading (vooral aan de grenzen) voor spoedige doorzending te willen zorg dragen. Bij partijen kaas, verpakt in kisten en verzonden per boot of spoor naar plaatsen in en buiten Europa, bestaat de schade meestal in het op de plaats ran bfl* stemming aankomen in onoog'elijken toestand, door dien het ronde model geheel is misvormd. De oorzaak is steeds toe te schrijven aan de vooral aan boord der trans-atlantische stoomschepen gevolg de wijze van inladen, waarbij de kisten gedeeltelijk op de zijkanten worden geplaatst, waardoor de kazen ge durende het transport aan ééne zijde den vierkanten vorm van de kist aannemen, en dus het gewenseht» ronde model verliezen. Vooral wordt deze wijze van verladen dikwijls gevolgd bij de tot bftndels van vijf of zes samengepakte kisten Goudakaas. Zij verzoekt daarom in het bijzonder aan de heeren cargadoors en expediteurs en hunne agenten in bin nen- en buitenland, er uitdrukkelijk op te willen let ton, dat de kisten en colli steeds worden geplaatst met de platte kanten boven, zoodat de daarin verpakte kaas steeds op den vlakken kant rust, en bij in- en overlading on de kaden en loodsen enz. de colli steeds droog en zooveel mogelijk koel worden gehouden. AMERIKANEN IN ONS LAND. De Amsterdamsche briefschrijver van het Utr. Dag blad schrijft over de Amerikanen: „De Amerikanen zijn uit Brussel in groote vluchten naar Nederland gezwermd, de Amerikanen die rond*- j akkeren heel den dag' met stoeten rijtuigen, k a a lj as sign gidsen op den bok. De Amerikanen hadden m'n vriend uit Londten uit zij n hotel gedreven Ze overcrowden ons, de Amerikanen. We speak English everywhere. Onze hotelportiers, museumbe- waarders, tramconducteurs kennen al geen Hollandseh meer. En wanneer men een politieagent naar den weg vraagt, knikt hij minzaam: „straight on! straight on!" Wat hebben wij gedaan om dit alles te verdienen? Niets, de rijkdom valt ons zóó in dten schoot. Als een andere Bernard de Clairvaux roept Cook de geloovigen op ter bedevaart ter verovering van het heilige Waterland. Hij vertelt van Amsterdam aan den Amstel, niet met dat aan de Hudson te verwar ren, dat gebouwd is op een mastbosch van pijnboomen. Van Broek, de zindelijkste plaats ter wereld, waai' de bewoners zoo aan hun van ouder-op-ouder geërfde kaststellen en schotels gehecht zijn', dat zij die telkens bij antiquairs en namakers weer vernieuwen, om ze slechts tegen goudgeld en tranen af te staan aan den reliekbegeerigen broeder uit het Westen. Hij verhaalt van Alkmaar, bolkazen-oord met zoo veel gloed, dat daar tegenwoordig meer Amerikaan- sche kijkers ter kaasmarkt komen dan Hollandsche kaaskoopers. Van de „Mijnheers", die op Zondag door de Kalverstraat wandelen, de handen in de zakken hunner pofbroeken en de lange Gouwenaar tusschen de tanden. Dit alles verhaalt Cook de Clairvaux met zooveel gloed, dat de harde Amerikaansehe harten week wor den, en menige miss Brown, wier voorvader in de hut van Oom Tom de laarzen poetste, zich afvraagt of ook haar overgrootouders geen bruin (spreek uit: Broe-ïn) heetten. Voor 'n dollar of wat, krijg je zooiets ook in Amerika bewezen, zoodat je in het dierbare Holland, 't land waar oumama in de Hindeloopensche "wieg lag te schommelen, zóó poseerendie' voor Bernard de Hoogh in het hotelboek komt schrijven: „Mrs. Bruin from Connecticut." Voor Cook is deze suggestie bijster profitabel en voor ons ook. Maar terwijl Cook zich roert als het Nederlandsche gouvernement doet om huzaren te krij gen, zitten wij stil. Cook vertelt van het Amsterdam sche pijnbosch en de „Mijnheers" met Cocadorus' vrij moedigheid, wij echter organiseeren eens per week een orgelconcert in de Nieuwe kerk dat, vanwege de kort ademige windpijnen en knorrige registers, Vondel en De Ruyter in hun graven doet omwentelen. Overigens wachten wij rustiglijk het effect af. La ten deMiincheners reclame maken met hun concerten, hun Wagner-voorstellingen, hun Mohammedaansche kunst, hun zomerspelen1: wij, wij hebben de legende der pofbroeken, pijpen, pijnboomen en „mijnheers" als de Zwitsers hun bergen. En wij roeren ons niet, wij zeventiend' eeuwers Anders mochten ze ginder denken dat wij gemoder niseerd waren. HOE MEN DIEVEN PAKT. Hoe het mogelijk is geweest dat dë bedrijvers van den diefstal van de 18000 te Scheveningen zoo gauw geknipt waren, leert het volgende: Reeds vóórdat men tot de ontdekking was gekomen, dat de dieven naar Keulen waren gereisd, had de di recteur der hotels aan een bevriend! hoteleigenaar al daar telephonisch het signalement opgegeven en had deze den tact gehad, het signalement per circulaire aan alle hotels te Keulen rond te zenden, met het ge volg' dat reeds des avonds van het Hotel Monopole be richt kwam, dat de directie vermeende diat het drietal aldaar intrek had genomen. De politie, dadelijk hier- vari verwittigd, vond de bewuste personen, die reeds

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1