DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd en twaalfde Jaargang,
Donderdag 25 Augustus 1910.
Gemeenteraad van Alkmaar,
No. 200
VERGADERING van den
ALKMAARSCHE COURANT.
op Woensdag 34 Aug. 1910, "s ii.m. 1 nar.
Voorzitter de Burgemeester G. lilPPING.
Secretaris de heer C. D. DONATH.
Tegenwoordig 14 leden. Afwezig met kennisgeving
de hoeren Dorbeck, Wanna en Van Buijsen.
De notulen der vorige vergadering worden goedge
keurd.
Mededeelingen
Aan de vergadering* wordt medegedeeld dat is inge
komen
a. een schrijven, d.d. 18 Juli 1.1. van Mevr. A. L. Roc-
quette Muntinghe, dat zij de benoeming tot lid dei-
damescommissie van bijstand voor het toezicht op
het handwerkonderwijs aanneemt
Voor kennisgeving aangenomen.
b. een schrijven d.d. 10 Augustus 1.1. Ivo. 20 van de
Gedeputeerde Staten, ten geleide van eene beschik
king op een bezwaarschrift in beroep tegen den
aanslag in den hoofdelijken omslag, dienst 1909;
Alvoren.
c. een schrijven d.d. 6 Augustus 1.1. van den heer A. J.
T. Conijn, in zake ruiling van grond;
Gesteld in handen van B. en W. om bericht en raad.
d. een adres d.d. 18 Juli 1.1. van de Wed. H. Slenters
c.s. houdende het verzoek om de Lindengracht tus-
schen Heul en Ritsevoort van gasleiding te doen
voorzien
Alsvoren ter afdoening.
e. een adres d.d. 10 Augustus 1.1. van het bestuur van
den Ned. Oudheidkundigen bond, om niet over t#
gaan tot demping van den Kooltuin;
Te behandelen bij het desbetreffende punt der agenda.
f. een schrijven d.d. Augustus 11. van de Commis
sie van toezicht op het M. O. inzake het stichten
van een nieuw gebouw voor Ambachtsschool, Bur
geravondschool en Avondschool voor handwerkslie
den;
Te behandelen bij liet desbetreffendo punt der agenda.
g. een adres, d.d. 5 Augustus 1.1. van het bestuur der
Vereeniging van Ned. Loodwitfabrikanten, ten ge
leide van eene brochure over het loodiwitvraagstuk
Voor kennisgeving' aangenomen.
h. een adres, d.d. 12 Augustus 1.1. van F. Eggers c. s.
om den Nieuwlandersingel (Wijk F.) te doen be
straten
De heer Pot noodig-t de leden van den raad uit
om zich eens te overtuigen van den toestand van den
weg.
Gesteld' in handen van B. en W. om bericht en raad.
i. een adres, d.d. 12 Augustus 1.1. van P. J. Veel c. 3.,
houdende het verzoek om den termijn van het hun
toegekende wachtgeld als oud-nachtwacht te ver
lengden
De voorzitter stelt voor afwijzend te beschik
ken; de raad heeft destijds besloten nog eenmaal het
wachtgeld toe te staan.
Conform besloten,
j. een schrijven, d.d. 16 Augustus 1.1., van het bestuur
der vereeniging „de Ambachtsschool voor Alkmaar
e. O.," houdende bericht, dat het terrein tusschen de
Hoornscbe vaarten voor het oprichten van een
nieuw gebouw voor Ambachtsschool enz. voor hem
onaannemelijk is;
Te behandelen bij het desbetreffende punt der agenda.
De Voorzitter wil niet zeggen dat thans de zaak
behandeld zal wordeö, daar er nog een geheime zitting
aan zal moeten voorafgaan.
k. een adres van J. H. Smorenberg, houdende bet ver
zoek om maatregelen te nemen tegen belemmering
van het verkeer door tramwagens op den Nieuwlan
dersingel;
Gesteld in handen van B. en W. ter afdoening.
1. een adres d.d. 22 Augustus 1.1. van de Wed. J. B.
Oortmeijer c.s., houdende verzoek om niet over te
g-aan tot demping van den Kooltuin.
Te behandelen bij het desbetreffende punt der agenda,
m. Adres van de bouwmaatschappij Westering inzake
aanbieding van grond ten behoeve van de Nieuwe
Ambachtsschool.
Te behandelen bij het desbetreffende punt der agenda.
Te behandelen bij punt 11.
BENOEMING LEERAREN GYMNASIUM.
B. en IV. bevelen den Raad aan te benoemen in het
Hoogduitsch aan het Gymnasium alhier den heer L.
Leydesdorff en tot leeraar in de Oude Talen en de
Oude Geschiedenis den heer C. W. Krings, beiden tot
dusver tijdelijk leeraar aan die inrichting.
Voorts doen B. en W. ter vervulling van de vacante
betrekking van leeraar in het Hebreeuwsch aan het
Gymnasium den Raad toekomen de navolgende niet-
alphabetische lijst van aanbeveling: 1. Dr. A. W.
Groenman, Ned. Herv. Predikant te Obdam. 2. Mej.
A. Zernicke, Theol. Docta. te Amsterdam, eerstge
noemde voor een vaste benoeming, laatstgenoemde
voor den cursus 1910/1911, daar deze sollicitante nog
geen bewijzen van bekwaamheid als leerares heeft ge
geven.
Benoemd de heeren Leijdesdorff en Krings met al-
gemeene stemmen en mej. Groenman met 12 stemmen,
op mejuffrouw Zernicke was 1 stem uitgebracht.
BENOEMING VAN TIJDELIJKE LEERAREN
AAN DE BURGERAVONDSCHOOL EN AVOND
SCHOOL VOOR HANDWERKSLIEDEN.
B. en W. stellen den Raadi voor te benoemen tot
tijdelijk leeraar aan de Burgeravondschool en Avond
school voor handwerkslieden voor den cursus 1910/11
voor het geven van onderwijs in:
Wiskunde en Nederlandsche taal, den heer F. J.
Aukes. Wiskunde en Nederlandsche taal, den heer K.
Boot. Nederlandsche taal, den heer J. Ott. Vaktee
kenen, de heeren C. Petrus Cz., P. H. Brunsmann, II.
Bokhorst, H van den Hoff, M. Vasbinder en M. Koop
man Ilandteckenen, den heer A. A. de Groot. Werk-
tuigk. teekenen en stoomwerktuigkunde, den heer K
liohnert.
De voorgedragenen worden allen herbenoemd.
BENOEMING ONDERWIJZEND PERSONEE1
AAN DE HANDELSDAGSCHOOL.
Bij raadsbesluit van 27 October 1909, No. 8, werd
het onderwijzend personeel aan de Handelsdagschool
in deze gemeente, met uitzondering van den Directeur
aan wien een vaste aanstelling werd uitgereikt, slechts
tijdelijk benoemd' voor den cursus 1909/1910.
B. en W. stellen thans voor t» benoemen voor den
cursus 1910/1911 aan de Ilandelsdagschool in deze ge
meente, voor het geven van onderwijs in:
Nederlandsch en geschiedenis, den heer A. A. van
Rijnbaeh. Aardrijkskunde, den heer G. Trouw. Na
tuurwetenschappen en warenkennis, den heer Dr. L.
M. van den Berg. Wiskunde, den heer Dr. L. M. Klin
kenberg. Duitsch en correspondentie, den heer L.
Leijdesdorff. Fransch en correspondentie, dep heer LI.
de Noo. Engelsch en con-espondentie, Mejuffr. S. C.
Land. Schrijven, den heer G. A. A. Eeltink. Teeke
nt n. Mejuffr. J. G. Th. van Eijbergen.
Het ligt in de bedoeling om aan Mej. S. G. Land
eene tegemoetkoming in de reiskosten toe te kennen
van j 75 per cursus, zoolang het aantal lesuren voor
haar niet meer dan 9 bedraagt.
Mejuffr. Land heeft inmiddels medegedeeld, dat zij,
tengevolge van hare benoeming tot leerares aan het
Gymnasium en de Handelsdagschool te Haarlem, eene
eventueele herbenoeming aan de Handelsdagschool in
deze gemeente voor den cursus 1910/1911 niet zal kun
nen aannemen.
Dientengevolge moet haar naam van bovengenoemde
aanbeveling worden afgevoerd.
De voorgedragenen worden herbenoemd, in de va
cature mej. Land zal later worden voorzien.
HERBENOEMING VAN EEN PRES1DENT-
WAAGMEESTER EN VAN EEN WAAG-
MEESTER,
B. en W. stellen den raad voor opnieuw te benoemen
voor den tijd van zes jaren, met ingang van 14 Sep
tember a.s.
tot president-waagmeester, op eene jaarwedde van
500, den heer H. de Rover;
Tot waagmeester, op eene jaarwedde van 400, den
heer F. H. Ringers.
De heeren de Rover en Ringers worden met alg.
stemmen herbenoemd.
HERHALINGSON DERWIJS.
Tot benoeming van personeel, 't welk gedurende
den cursus 1910/1911 zal worden belast met het geven
van herhalings-onderwijs aan jongens en meisjes, zijn
de navolgende voordrachten opgemaakt:
1. J. Fits. 2. D. van den Berg voor Nederl. taal.
1. J. R. van Arnhem. 2. G. O. van Gulik voor rekenen.
1. H. Sellemans. 2. I. Prins voor boekhouden. 1. S. J.
S. Schipper. 2. J. van Woerkum voor Fransch, bene
vens K. Hart voor Duitsch en Mej. M. J. Poelman
voor Engelsch.
Voor het herhalings-onderwijs aan meisjes.
1. Mej. J. Kijlstra. 2. Mej. M. Bakker voor Nederl.
taal. 1. Mej. R. F. Boijenga. 2. Mej. J. de Vries voor
nuttige handwerken. 1. Mej. G. Bakker. 2. Mej. M. J.
Poelman voor Fransch. 1. Mej. Tr. Bakker. 2. Mej.
G. Bakker voor rekenen. 1. I. Prins. 2. H. Sellemans
voor boekhouden, benevens K. Hart voor Duitsch en
Mej. M. J. Poelman voor Engelsch.
De voorzitter deelt mede, dat volgens inge
komen schrijven van den onderwijzer belast met de
leiding van het herhaling-sonderwijs voor jongens zich
sléchts één jongen voor het tweede leerjaar heeft aan
gemeld. De vorderingen van dien leerling waren ech
ter van dien aard, dat het wenschelijk is hem nog
maals de le klasse te doen volgen. Dientengevolge be
hoeft voor het herhalingsonderwijs aan jongens slechts
één groep onderwijzers vöör het le leerjaar te worden
benoemd.
Voorts is van de heeren Sellemans en Prins bericht
ingekomen, dat zij voor een herbenoeming niet in aan
merking wenschen te komen, zoodafc voor boekhouden
een nadere benoeming zal plaats hebben.
De onder no. 1 voorg-edragenen worden daarna be
noemd.
BENOEMING VAN HET ONDERWIJZEND
PERSONEEL AAN DEN II ANDELS AVOND
CURSUS VOOR HANDELS- EN KANTOOR
BEDIENDEN.
Bij schrijven van 18 Augustus No. 416 zijn door de
commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs
de volgende aanbevelingen ingezonden voor de tijde
lijke benoeming en herbenoeming voor den cursus
1910/1911 van het onderwijzend personeel aan den
Handelsavondcursus voor handels- en1 kantoorbedien
den in deze gemeente, welke aanbevelingen zijn opge
maakt in overleg met den Directeur:
Voor boekhouden, handelsrecht en handelsrekenen
I. Prins, te Alkmaar.
Voor Nederlandsche taal en correspondentie: K.
Tinholt, onderwijzer aan de Burgerschool te Alkmaar.
Voor schrijven, rekenen en handelsaardrijkskunde
K. Zwiep, hoofd der school te Stompetoren.
Voor Hoogduitsche taal en correspondentie: J. N.
Kroone, onderwijzer aan de Burgerschool te Alkmaar.
Voor Engelsche taal en correspondentie: J. N. van
Beek, leeraar aan de Cadettenschool.
Onder mededeeling dat bereids aan Z. Ex. den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken is gevraagd zijne
goedkeuring aan. deze voordracht wel te willen verlee-
nen en daarvan zoo mogelijk langs telegrafischen weg
nog te doen blijken stellen B. en W. den raad voor tot
de benoeming over te gaan.
De voorgedragenen worden allen benoemd.
SUBSIDIE VOOR TEEKENONDERWIJS AAN
TYPOGRAFEN.
Het bestuur van de „Typographische Studieclub"
heeft zich gewend met het verzoek de genoemde club
in de gelegenheid te stellen tot het aanstellen van een
leeraar in het vakteekenen, die in den aanstaanden
winter aan de leden van de club teeken-onderwijs zal
kunnen verstrekken, waarvoor blijkens de overgelegde
memorie van toelichting-, een bedrag van 90 vol
doende zal zijn.
B. en W. stellen voor aan de „Typographische Stu
dieclub" alhier, als beschikking op haar adres dd. 22
Juni 1.1., voor den winter 1910/11 een subsidie toe te
zeggen van J 90 voor den door haar op te richten cur
sus in vakteekenen aan typografen, onder opmerking
evenwel, dat voor volgends winters geen subsidie uit
de gemeentekas kan worden verleend, tenzij blijke, dat
deze onderneming ook door Rijk en Provincie geldelijk
worde gesteund.
Conform besloten.
VERHUREN VAN PERCEELTJES TUINGROND.
De opzichter over den Llout en de plantsoenen heeft
de aandacht van B. en W. gevestigd op de wensche-
lijkheid, ook in deze gemeente, op het voorbeeld van
andere gemeenten, kleine stukjes tuingrond te verhu
ren, ten einde particulieren, in het bijzonder arbei
ders, in de gelegenheid te stellen daarop naar harte
lust te tuinieren en langs dezen weg bij te dragen tot
verbetering van toestanden op het gebied' der volksge
zondheid en der volkswelvaart.
Ofschoon B. en W. zich met dat denkbeeld reeds
aanstonds konden- vereenigen, verkeerden zij geheel in
het onzekere omtrent de vraag of en in hoever de ver
wezenlijking daarvan in deze gemeente mogelijk
mocht worden geacht. Vandaar, dat zij den Opzichter
opdroegen te onderzoeken of eventueel een zeker aan
tal huurders zich zou aanmelden. De uitslag van dat
onderzoek heeft hunne verwachtingen verre overtrof
fen. Het is gebleken, dat ongeveer 100 perceeltjes
tuingrond, elk 150 M2. groot, te verhuren zijn, zoodat,
naar zij gelooven, het aangegeven denkbeeld zal blij
ken in deze gemeente levensvatbaarheid te hebben.
Zij wenschen den Raad dan ook voor te stellen een
stuk gemeentegrond' ter grootte van ongeveer twee
hectaren voor gemeld doel beschikbaar te stellen. Als
daartoe aangewezen achten zij een gedeelte van het
aan de gemeente toebehoorende terrein tusschen de
Hoornsche vaarten en wel het noordelijkste gedeelte,
waarop thans baggerspecie is geborgen.
Het spreekt van zelf, dat bedoeld terrein voor het
aangegeven doel beschikbaar zal moeten worden ge
maakt, hetgeen zonder veel kosten kan geschieden. De
bagger zal gelijkelijk over het terrein moeten worden
verspreid en daarover zal pl. m. 50 cM. teelaarde moe
ten worden .gebracht. De kosten daarvan worden op
2100 g-eraamd. Bovendien moeten breede paden,
door hagen afgezet, worden gemaakt, waarvoor 400
wordt gerekend te zullen noodig zijn. Voor 2500 is
dus het terrein in- gereedheid te brengen.
De grond heeft met inbegrip van hetgeen daarop
reeds is verwerkt, aan de gemeente gekost 0.78 per
M2., d. i. voor 2 hectaren 15600.waarbij komt
2500.—, voor het gereedmaken, dus zal hij kosten
18100.Naar 4 gerekend zou voor dezen grond
in rond cijfer 700 rente moeten worden gemaakt.
Intusschen moet van de bedoelde twee hectaren wor
den afgetrokken 3000 M2. en wel, behalve voor een pad
langs de Nieuwe Hoornsche vaart (langs de schoei-
ïng) en een pad langs de Oude Hoornsche vaart, voor
het vastleggen van het hout van de firma Baan, voor
de gezamenlijke paden met daarlangs te planten ha
gen ter lengte van pl. m. 1000 M. en ter breedte van
3 M., tengevolge waarvan zal overblijven 17000 M2.,
zoodat 113 perceeltjes tuingrond, elk van 150 M2. ter
beschikking komen.
Worden deze perceeltjes in gebruik gegeven voor 5
'sjaars, dan zal de grond opbrengen 565.waaruit
dus blijkt, dat de gemeente zich slechts eene geringe
finaneiëele opoffering en wel van 145 'sjaars, zal
hebben te getroosten, om het vooropgezette doel be
vorderlijk te zijn.
Op grond van het bovenstaande stellen B. en W. den
Raad voor te besluiten:
Burgemeester en Wethouders uit te noodigen een
gedeelte van het terrein tusschen de Hoornsche vaar
ten in gereedheid te doen brengen, waarvoor aan hen
een erediet wordt verleend van 2500.ten einde te
geraken tot het uitgeven van perceeltjes tuingrond,
ter grootte elk van 150 M2., voor den prijs van 5.
's jaars, aan hen die zich daartoe reeds hebben aange
meld en die zich nog zullen aanmelden.
De voorzitter had aanvankelijk gedacht dat
de plaats een bezwaar zou zijn; het is gebleken van
niet, daarom heeft de voorzitter ook geen bezwaar te
gen het voorstel.
De heer Pot zegt, dat hij, voordat hij zich als
huurder opgaf niet wist, waar het land lag. Hij heeft
wel bezwaar tegen de plaats, daar deze grond! zooveel
moest kosten voor het opbrengen van grond. Er is an
der gemeente-eig-endom, dat er beter voor geschikt is.
Daarom is spreker tegen het voorstel.
Het voorstel wordt daarop met op een na algemeene
stemmen aangenomen. Tegen stemde de heer Pot.
DEMPING VAN DEN KOOLTUIN.
De heeren Jan Pot, G. Th. M. v. d. Bosch, A. For
tuin, D. J. Govers en H. J. F. Wanna stellen den
Raad voor:
Tot het Dagelijks Bestuur het verzoek te richten,
om een nader onderzoek te willen instellen naar de
kosten van een eenvoudige demping met riooleering
en bestrating van den Kooltuin.
Overtuigd, dat alleen de hooge kosten-raming in
een vroegere Raadsvergadering tot uitstel deden be
sluiten, niet de mindere nuttige of noodzakelijkheid
voor hygiëne ên verkeer, hebben zij en in de Stukken,
en plaatselijk een onderzoek ingesteld, waarbij geble
ken is
lo. dat de eigenaars (bewoners) v. d. Heerestraat
Westzijde, met behoud van de riool uitlozing in
het Gr. Noord'-IIoll. kanaal, genoegen nemen, zooal
niet de voorkeur geven, aan eene demping achter
langs hunne perceelen tot pl. m. A.P. met of zon
der bezoding, waardoor de kosten verminderen met
een bedrag van 2032,volgens de officieele ra-
mings-cijfers;
2o. dat de bewoners v. d. Kooltuin Oostzijde, verdeeld
over 18 perceelen tot een gemiddeld bedrag van pl.
m. 50 per perceel, te zamen voor pl. m. 1000
willen bijdragen in de kosten van een doorgaand
tegeltrotoir
3o. dat door toepassing van de methode gevolgd bij
de oude plannen voor Heiloër- en Emma-bruggen,
blijkens bijgevoegde berekening, zonder bezwaar pl
m. J 2000 bespaard kan worden, waardoor het kos-
ten-cijfer daalt tot pl. m. 5500.
Wordt de benoodigde grond gehaald uit de veron-
dieping langs de kanaalkade, en het bedrag van
2500 uitgetrokken op de begrooting van 1910, thans
nog zonder bestemming, aangewend voor de Kooltuin-
demping, dan achten zij met pl. m. 3000 de te ver
krijgen hygiënische en verkeers verbetering, door Kool
tuin-demping, niet te duur gekocht, en zouden, indien
niet anders mogelijk, het benoodig'd bedrag op de be
grooting van 1911 wenschen te zien uitgetrokken.
Behalve de oorspronkelijke en de gecorrigeerde ra
ming is bij de stukken de volgende verklaring ge
voegd
Ondergeteckenden, allen eigenaren van perceelen
aan de Oostzijde der Kooltuin, kennis genomen heb
bende van het verzoek der Heeren v. d. Bosch, Govers
Fortuin, Fot en Wanna, leden Uwer Raad, verklaren
bij uitvoering van het plan demping Kooltuin, te zul
len bijdragen voor het te maken tegeltrottoir, voor ell
hunner perceel(en) de som van Vijftig gulden 50).
zijnde alzoo een totaal cijfer van Negen honderd gul
den.
Alkmaar, 26 Juli 1910.
G. Groot, K. Kaaij, Th. van der Klei, R. van Ree,
Wed. J. Boom, P. D. Roozendaal, L. Jansen, D. Groen,
S. Bakker Dz., A. Visser, J. Otter Sr., G. van Os, J.
W. Wichering, J. S. Schreuder, J. Bak, C. Pieket.
De voorzitter memoreert, dat in de vergade
ring van 30 Maart niet, zooals in het voorstel van da
heeren staat de kosten de beslissing gaven, dat dus
niet op de financiën de zaak is afgestuit.
Voorts wijst hij er op, dat het besluit van 30 Maart
werd genomen met groote meerderheid van stemmen,
en daar in den toestand niets is veranderd, vindt hij
het wel eigenaardig-, dat men weer op dat besluit wil
terugkomen.
De heer Govers zegt, van idee te zijn, dat de
kosten wel het bezwaar waren. Hij gelooft dat de
demping een groote verruiming zal geven voor dé
Friesche brug- en andere straten. Hij wil niet geheel
instaan voor de berekening der kosten, die door een
der voorstellers is gemaakt, maar, indien de gemeente
voor het bagatel, als in het voorstel wordt genoemd
de demping k-an verkrijgen, dan acht hij dit een groot
voordeel.
De voorzitter vraagt, of hij goed heeft ver
staan, dat de heer Govers niet voor de berekening in
staat, maar de heer Govers heeft toch de bijlage ge-
teekend en moet dus instemmen met den geheelen in
houd daarvan.
De heer Govers herhaalt, dat hij alleen heeft
willen zeggen, dat hij niet kan nagaan, of de cijfers
geheel juist zijn.
De heer Van den Bosch stemt toe, dat niet
de financiën den doorslag hebben gegeven, beter was
#het dan ook geweest, indien in de bijlage ha<i gestaan,
dat wellicht de hooge kostenraming tot uitstel
deden besluiten. Voor het overige bevat het voorstel
naar sprekers meening niets dan een verzoek aan B.
en W. om een nader onderzoek in te stellen aan de
hand van deze bijlage. Nu zou het, naar spr. meent,
niet goed zijn, indien de raad zich niet vooraf uitsprak
over de wenschelijkheid van de demping. Indien de
raad later zou zeggen: „Neen, wij willen den Kool
tuin behouden, dan zou men thans B. en W. en den
directeur van publieke werken een massa werk nutte
loos opdragen. Wat spr. zelf betreft, hij vraagt zicli
allereerst af, is de demping in het algemeen belang?
is zij een hyg-iënisch belang en in de derde plaats in
hoeverre het stedelijk schoon daarbij betrokken is.
Spr. meent, dat hier in de eerste plaats het algemeen
belang den doorslag moet geven. Spr. nu gelooft,
dat iedej; lid van den raadi voor zich thans wel kan
uitmaken of hij de demping in het algemeen belang
wenschelijk acht, ja of neen. Zoo ja, dan kunnen B.
en W. nader onderzoeken, of de gemaakte raming goed
is.
De voorzitter zou er bang voor zijn, dat in
dien de meerderheid voor de demping stemde, dat men
dan ook van gevoelen zou zijn, dat deze begroeting
juist is.
Fr zijn evenwel naar aanleiding van dit punt 2
adressen ingekomen, die spreker heeft verzuimd' on
middellijk daarbij aan de orde te stellen. Spr. wenscht
dat verzuim te herstellen en verzoekt den secretaris
voorlezing te doen. Het eerste adres is van den oudu
heidkundigen bond, het andere van 19 bewoners van
den Achterdam. In beide adressen wordt verzocht niet
tot demping over te gaan.
De heer de Groot wijst er op dat er 19 hand-
teekeningen staan op het adres tegen 18 op het adres
vóór de demping. Jaren geleden is de kwestie ook
behandeld, toen waren er meent hij ook evenveel vóór
als tegenstanders, die zich tot den raadi hadden ge
wend. De raad wist toen niet wat hij doen zou en de
Kooltuin werd niet gedempt.
Nu is in de vergadering van Maart ook besloten om
vooralsnog niet tot demping over te gaan. Dat wil dus
zeggen, dat de raad nu den tijd nog niet gekomen
acht. Dat besluit wenscht spreker in verband met het
geen vroeger in geheime zitting of in openbare ver
gadering dat weet spreker niet precies is gezegd
en waarvan, meent hij, ook iets in de bijlage voorkomt,
te handhaven en dus kan hij niet met het voorstel der
heeren Pot c.s. meegaan.
De heer Van den Bosch wenscht een enkel
woord te zeggen over de ingekomen adressen. Het
eerste is van dén oudheidkundigen bond. Spr. gelooft
dat als iemand! s.teeds belangstelling- heeft getoond in
Alkmaars stedenschoon hij als zoodanig niet in de
laatste plaats zal worden genoemd. Wat hem1 persoon
lijk betreft, zou hij er zich over verheugen, indien de
Kooltuin behouden kon blijven. Doch als lid1 van den
raad dient men allereerst rekening te houden met de
belangen van de stad. Onlangs is in het museum ge
plaatst een aquarel die een kijkje geeft op het oude
Hof bij de Nieuwesloot. Wat men op dat schilderijtje
ziet. overtreft verre het tegenwoordige Hof. En indien
dezelfde Oudheidkundige Bond, waarvan spreker de
ei r heeft correspondeerend lid te zijn, de gemeente 10
a 12000 aanbood, om den ouden toestand te herstellen,
dan zou de gemeente dat niet mogen aanvaarden, daar
dat strijden zou met het algemeen belang, dat men al
lereerst moet dienen.
In de tweede plaats het adres van belang-hebbende
bewoners van den Achterdam. Aan dat -adres hecht
spreker weinig waarde. Destijds in 1900, heeft men
hetzelfde gehad, doch toen kwamen beide adressen,
een van vóór- en een van tegenstanders op denzelfden
dag- in. Toen was de raad van oordeel, dat waar de
zaken zoo stqnden, dat er evenveel belanghebbenden
vóór als tegen waren, men voorzichtig moest zijn.
Nu staat de zaak eenigszins anders. Ee'n vorigen
keer is het adres der voorstanders ingekomen. Van te
genstand bij belanghebbenden heeft men toen niets
vernomen, niemand is toen komen zeggen, dat de
demping nadeelig voor hem zou zijn, zooals deze adres
santen thans beweren. Spr. heeft met een der bewo
ners van den Achterdam er over gesproken en deze
heeft hem gezegd, dat het voor de bewoners van den
Achterdam lood om oud ijzer was, of de Kooltuin werd
gedempt of niet. Spr. zondert de heeren Goes en Ro-
zenhart uit, doch de anderen hebben slechts pakhui
zen aan de zijde van den Kooltuin.
Als buur, en als bewijs, dat een goede buur beter is
dan een verre vriend, hebben zij wellicht geteekend. -
1 n de vergadering van 1900 is het voorstel zonder
veel debat van de hand gedaan; van alle doktoren was
toen ook een advies ingekomen waarin betoogd' werd,
dat het op hygiënische gronden wenschelijk was de
Kooltuin te dempen. Toen is er gezegd, dat de toe
stand niet zoo erg was, als de gracht maar behoorlijk
werd uitgediept, en is op sprekers voorstel juist iq