DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd en twaalfde faargang.
1910.
WOENSDAG
31 AUGUSTUS.
GROOTE PAARDENMARKT
te ALKMAAR,
op Maandag 5 September 1910.
FEUILLETON.
Het nest van den sperwer.
STADSNIEUWS.
No. 204
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alk maar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,
Afzondei lijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat, öroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
h*" »er,0°nl«k« "S"
sanna elft LrAVerStandig gCdaan' waarde Su-
ALKMAARSCHE COURANT.
K:imer van Koophandel en Fabrieken.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat ter secreta
rie dezer gemeente VAK 1 SEPTEMBER a. s. af ge
durende acht dagen voor een ieder ter lezing zal zijn
nedergelegd, die op 25 Augustus j.l. definitief opge
maakte LIJST VAK KIESGERECHTIGDEK
VOOR LEDEN VAK DE KAMER VAK KOOP-
1TAKDEL EK F ABRIEKEK alhier.
Bezwaren tegen die lijst, hetzij die den klager, hetzij
die andere personen betreffen, kunnen binnen acht da
gen na heden bij den Gemeenteraad worden inge
bracht.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPIKG, Voorzitter.
DOKATH, Secretaris.
Alkmaar, 29 Augustus 1910.
ALKMAAR, 31 Augustus.
De Duitsche bladen geraken niet uitgepraat over
de befaamde rede van den Duitschen keizer hij
houdt er tegenwoordig zoovele, dat een bijvoegelijk
naamwoord wel mag aangegeven, welke men bedoelt.
Toen bleek, dat deze rede zooveel ontstemming had
verwekt, heeft hij dadelijk een nadere toelichting ge
geven van dezen inhoud:
„Gelijk mijn grootvader zaliger en ik ons hebben
voorgesteld, onder de hoede van den Allerhoogste en
de hoogste opdracht van onzen Heer en God werkzaam
te zijn, zoo neem ik dat van ieder eerlijk Christen aan,
wie het ook zij. Wie met dit besef werkt, dien wordt
het echter ook duidelijk, dat het kruis ook verplich
tingen oplegt! Wij moeten in broederlijke, liefde saam
verbonden blijven, de gezindten en de stammen. Wij
moeten eiken stam zijn volkseigen en zijn eigen aard
laten. De stammen en de beroepsvereenigingen moe
ten de handen ineenslaan tot gemeenschappelijken ar
beid, tot vervulling van de staatsplichten. De landbou
wer vatte de hand van den koopnlan, deze de hand van
den fabrikant. Het lid1 van de eene partij grijpe de
hand van den andersdenkende, wanneer het erom te
doen is, iets groots voor ons vaderland te verrichten
en de eene gezindte verdrage de, andere met liefde.
Dan zullen wij het voorbeeld van de groote Duitsche
mannen, die hier eens gestaan en gewerkt hebben, na
levendan zullen wij de moeielijkheden, die zich tegen
over ons opstapelen -en waar zullen die niet te vin
den zijn overwinnen. Leven beteekent werken, wer
ken beteekent strijden, strijden beteekent moeilijkhe
don overwinnen; en die zullen wij met wederkeerige
achting en met wederkeerige hulp overwinnen, wan
neer men ze als proefsteenen, die ons van boven af in
den weg gelegd zijn, beschouwt."
Ook kwam men onmiddellijk met een officieus ar
tikeltje, dat de gemoederen in bedaring moest bren
gen. Het officieuze orgaan, de Kord. Allg. Zeitung
meldde n.l.„In zake de protesten van een deel der
EEK ROMAKTISCH VERHAAL UIT
DEK TIJD VAK DE PIJRITETKEK DER
17de EEUW.
door
BARONES OROZY,
Schrijfster van: De Roode Pimpernel, Ik zal ver
gelden, Een zoon van het Yolk, etc.
54)
De korte opgewondenheid was voorbij. Toevallig had
hij de tasch opgemerkt, en alle gedachten aan haar
schoonheid en zijne macht waren vervlogen.
„Ja!"' zeide zij. op vriendelijken toon. „Alles is hier
in mijn tasch."
Zij legde het op de tafel, noch angst noch spijt voe-
ende. Hij was immers haar man en kon zijn recht
laten gelden op haar persoon, haar fortuin, hare ge
dachten, naar hij wilde. Om het geld gaf zij niet. De
waard© van geld kende zij niet.
Haar weelde was tot nog toe de meening geweest,
dat zij betrokken was in de nobele plannen van den
rnns. Ru echter hoopte zij, toen ze het taschje naar
Dat zijn verlangen, van haar zoo plots naar het geld
S3T1XT had> *V^ gemerkt. Het spot
J as Op zijn lippen bestorven en vervan-
gen door een zucht van intense voldoening.
e ellenzSi,™ j T ,verm?.fn mijne handen
bnrJ V J' de belaBgrijke papieren in den
borstzak van zijn kamizool stekende. „Natuurlijk is
het heelemaal van u, en ik, uw man, ben maar de be
waarder en beheerder van uw fortuin. En nu geloof
Sir' M voorzichtig zou zijn, als ge naar huis gingt
B'r Marmadnke zal uwe afwezigheid bemerken.
scheen haar met vreemd toe, dat hij haar zoo
P edig wegzond, en zich de moeite niet gaf, zijne nu
pers tegen de door den Keizer te Koningsbergen ge
houden rede, diene, dat deze rede geen regeerings-
daad, maar een persoonlijke bekentenis des Keizers
was. Als zoodanig ademt zij den geest van het op
godsdienstig gevoel berustende plichtsbesef, waarover
de Keizer zich zoo dikwerf heeft uitgelaten en waar
van hij steeds blijken gaf bij de volvoering van zijn
taak als regeerder.
De aanvallen en protesten zijn voornamelijk gericht
tegen de verklaring, dat de Keizer zijn gang zal gaan,
zonder zich te storen aan de meeningen van den dag.
Maar de koning, die de meeningen van den dag tot
richtsnoer zou nemen, zou immers zeker een slecht
koning zijn
En evenmin sluit de vermelding van het historische
feit, dat de koningen van Pruisen de kroon niet uit
de handen van parlementen ontvingen, minachting van
volksrechten en volksbesluiten in zich.
Met die minachting zou immers niet overeen te
brengen zijn, dat in genoemde rede iedereen in het
land wordt aangespoord, om mede te werken aan de
bevordering der welvaart en der vreedzame ontwikke
ling des vaderlands.
Wanneer men het bovenstaande in aanmerking
neemt, valt de vraag, wat de Rijkskanselier zal doen,
gemakkelijk te beantwoorden.
De Rijkskanselier zal den Keizer verdedigen tegen
boosaardige uitleggingen en verdraaiingen en zal de
regeeringszaken, evenals tot dusverre, in volle overeen
stemming met de Kroon en onder handhaving van alle
grondwettelijke rechten, blijven leiden."
Heel handig is het artikeltje niet. Het geeft de
critici feitelijk geen ongelijk. En de critici zijn dan
ook zoo vrij, hun gelijk te betuigen. Daarbij wordt de
toon steeds .scherper. Het Tageblatt bijv., dat eerst
gematigd was, laat zich thans veel féller uil
Met algemeene verklaringen -meent het blad
over de bescherming van de grondwettige verantwoor
delijkheid kan men thans niet meer genoegen nemen,
maar de Rijksdag moet waarborgen eischen, welke de
noodige eerbiediging van zijn wil verzekeren.
Een anti-monarchale bedoeling' zal men aan zulk
een streven zeker niet toekennen. Het ligt aan den
verantwoordelijken Rijkskanselier, een dergelijke zeer
ong-ewenschte neven-werking te doen eindigen, indien
hij de verantwoordelijkheid voor de woorden van den
keizer op zich neemt en zich zelf voor schietschijf der
aanvallen maakt. Dan heeft de Rijksdag slechts met
den heer v. Bethmann Hollweg- te doen. Van hem moet
men verwachten, dat hij zich zal onderwerpen aan den
wil van den Rijksdag of dat hij zijn ontslag neemt.
Een derde weg is thans niet meer mogelijk."
Daarmee kan de regeering, en speciaal de rijkskan
selier, het doen!
volgende plannen uit te leggen, en welk deel daarvan
nu aan haar zou opgedragen worden.
Haar verschrikkelijke ontnuchtering, de pijn van
verlatenheid en hulploosheid had al haar opgewonden
gedachten en zinnen vervroren: en voor het oogenblik
gevoelde zij misschien alleen een kalme vergenoegd
heid met hare wegzending.
Eeven als haar trouwen in de ongelukkige kerk, zoo
had ook haar verjaadrdag, haar meerderjarigheid, het
overhandigen van haar fortuin aan haar man, tot
volvoering zijner nobele plannen, bitter en bitter wei
nig beantwoord aan wat zij zich had voorgesteld in
hare kinderlijke en romantische droomen.
De armzaligheid, die tot hiertoe alles had geken
merkt^ was haar hoe langer hoe meer opgevallen, en
had zij tot hiertoe berust als in een noodzakelijkheid,
dezen avond begon zij voor het eerst te twijfelen aan
de waarheid van wat hij haar voorgepraat had. On
der het overgeven van haar vermogen verloor zij ook
de laatste sprankjes van haar geloof in zijne onbaat
zuchtigheid.
Dat kon niet veroorzaakt zijn door de uitdrukking-
zijner oogen, toen hij de tasch aannam en bij zich stak.
want die kon zij niet zien, omdat hij altijd in de scha
duw stond. Het was haar instinct, dat èn de blijkbare
onoprechtheid van zijn pogen haar zijn vrouw te doen
zijn Had hij haar ooit werkelijk lief gehad, dan had
hij daarmee niet kunnen spotten, nu hij wist dat zij
hulpeloos was en geheel aan zijne genade overgeleverd.
V\ are liefde is heilig- voor hem die liefheeft. Spot,
is zelfs op de_ puinhoopen dier liefde, een onuitvoer
bare ontheiliging-, iets waartoe geen man in staat is.
En, als hij haar niet lief had gehad, waarom had hij
het dan zoo dringend beweerd? Waarom haar bedro
gen met een schijnbeeld?
En de ijskoude logika fluisterde haar in het oor
„Geld."
ITij deed de deur open en zonder iets te zeggen ging
zij den donkeren weg op. Eerst toen zij bij het hekje
waren, aan het eind van het steenen pad, bemerkte
zij, dat hij haar volgde.
Ijk kan den weg door het bosch wel alleen vinden",
De Kermis
OIRCUS-CORTY ALTHOFF.
De vroeger verworven naam en de Amerikaansche
reuzenreclaine hadden gisteravond het circus bijna ge
heel doen vullen op enkele logeplaatsen na waren
alle rangen uitverkocht. Toen gistermiddag, terwijl
de tent nog een chaotische; massa was, reeds gelegen
heid werd gegeven kaarten te nemen, had er een ware
bestorming van de- prachtige salonwagens van den di
recteur plaats, waaraan de menschen letterlijk hin
gen. 's Avonds vulde de tent zich daarentegen orde
lijk en mooi. Grooter dan die van vroeger, liet ze ook
meer ruimte voor passage over. Yoor het overige
maakte zij een even behaaglijken indruk als hare voor
gangster men voelt er zich thuis en blijft steeds het
prachtwerk bewonderen, dat Barnum und Baily van
uit het land der onmogelijkheden liier gebracht heb
ben, dat hier gretig werd nagevolgd en dat in hoofd
zaak berust op flinke discipline, degelijke organisatie
en uitgebreide arbeidsverdeeling. Prompt half acht
tikt de kapelmeester de heer W. Kaiser voor cir
cus-bezoekers een overoude bekende! met zijn diri
geerstokje, zette de circusmuziek in. Om acht uur
precies klingelde er-een- belletje, miss Emmy huppelde
binnen en opende het programma met een heel goed
trapezium-nummer. En toen volgde het „reuzenpro-
gramma," twintig nummers, in bonte rij, zonder één
minuut pauze durende tot ruim half elf. Het is na
tuurlijk niet mogelijk al die nummers te bespreken
het verslag zou dan eentonig en vervelend worden
juist het tegendeel dus van de aan afwisseling zoo rij
ke en onderhoudende; voorstelling. Wij kunnen al die
evolutie's op, naast en aan paarden, die komische in
termezzo's, die buitengewone toeren op het tapijt en
in de lucht, op den staaldraad, aan het rek, die ge
dresseerde olifanten, ezels, varkens,, honden niet rela-
teeren, niet uitvoerig melding maken van de elegante
rijderessen, die bewondering, en de soms waarlijk grap
pige clowns, die lachlust wekken. Wij moeten wel
volstaan met een paar grepen te doen. En dan noemen
we natuurlijk in de eerste plaats den heer en mevrouw
Corty Althoff, die ook nu weer bleken hun paardjes
zonder lijntje uitstekend in de hand en in de macht
te hebben. De heer Althoff debuteerde zelf met twee
zwaargebouwde Brabanders, die vier jaar geleden me
dewerkten in het nummer „Brouwerspaarden" en
thans als vrijheidspaarden, vermoedelijk de eersten
van hun slag, zich mochten laten zien. Mevrouw Alt
hoff kwam daarna met zes Hongaarsche Juckers, de
heer Althoff vervolgens nief een pracht van een dres-
seur-nummer„het span van 16" n.l. 8 witte en 8
zwarte paarden. Een dergelijk nummer, waarbij de
paarden wel afgeëxerceerde recruten geleken en aller
lei sierlijke figuren uiterst correct uitvoerden, is,
voorzoover wij weten, inderdaad nimmer in ons land
vertoond. De clou van het directorate echtpaar de
lieer Althoff heeft altijd iets extra's wa'ren ditmaal
do 42 paarden, die tegelijk op één commando op de
achterbeenen stonden. Het is ongetwijfeld buitenge
woon kunstig' en het getuigt van een zeldzame macht
over de massa paarden, maar wat de heer Althoff vroe
ger als clou gaf bijv. de caroussel, de brug, de brou
werspaarden vonden we nog imposanter. Tot slot
gaven de heer en mevr. Althoff een reeks steigerende
paarden te zien, die op zeer fraaie wijze op de achter
beenen door den circus liepen, huppelden en sprongen.
Geen wonder dat een knetterend applaus op deze
mooie nummers volgde.
Vooral niet minder krachtig en knetterend was het
zeido zij koel bedaard. „Ik ben ook alleen gekomen."
„Maar toen'was het nog niet zoo laat", zeide hij
goedig, „en ik wil u beveiligen tot we aan het Park
zijn."
En zij liepen zij aan zij, zonder spreken. Het eenige
geluid, dat zij hoorden was het eentonig gedruppel op
blad na blad en dan op den grond'. Sue huiverde on-
der haar doornatten mantel; maar zij liep zoo ver zij
ken van hem. Hij scheen in eigen gedachten ver
diept, want hij merkte niet op, dat zij verschrikte,
wanneer zij bij ongeluk met haar elleboog hem aan
raakte.
Bij de parkdeur, die hij voor haar opende, bleef hij
staan, zeggende:
„Hier moet ik afscheid van u nemen, Susanna",
,.ei konden kwaadwilligen in den omtrek zijn, en ik
moet uwe documenten achter slot en grendel brengen.
Ik zal daarvoor eenige dagen afwezig zijn. naar
Londen, zooals ge begrijpt", zeide hij alsnog, losweg,
loen zij daarop niet antwoordde, hervatte hij:
„Ik zal alles regelen voor onze volgende samen
komst., ofschoonwij ons huwelijk niet meer geheim
behoeven te houden; maar zoolang ik het niet zeg,
zou het beter zijn dat er door u ook niet van - gespro
ken werd."
Zij trachtte te stamelen:
„Zoo als gij wilt."
En toen hij geen beweging maakte om bij haar te
komen, zeide zij
„Goeden nacht
Hij had ook zelfs geen kus tot afscheid verlangd!
lug verdween zij uit het gezicht. Zij liep zoo
haastig als zij in de volslagen donkerheid1 maar durf-
de. Zij zou mijlen ver, uren lang hebben willen loo-
penweg, weg, van deze minheid, deze geldzucht,
deze bedriegerij en onmeedoogendeidWeg! weg van
hem
Wat dankte zij de duisternis, want nu schaamde zij
zich over wat zij had gedaan. Het instinct is bij wij
len ook wreed! Dat instinct had zich tot hiertoe niet
laten geiden, maar nu zij de bittere gevolgen harer
dwaasheid moest dragen, nu eischte het zijn recht'op
applaus, dat consul Patsy ten deel viel. Inderdaad
de heer Pearson heeft ons gisteren werkelijk niet t«
veel van zijn mensch-dier verteld. Eerlijk gezegd -
het dier doet zoo menschelijk, dat men onwillekeurig
vergeet een dier voor zich te zien. Men denkt er niet
meer aan, dat dit beest in de wildernis zou kunnen
rondloopen, inplaat-s van zich te gedragen, als een zeer
beschaafd mensch met elegante manieren. Apen in
een circus zijn niet vreemd maar tot dusver moest
hun telkens gezegd worden, wat ze hadden te doen,
en moest een nijdige ruk aan een koordje hun dikwijls
te hulp komen. Consul Patsy daarentegen treilt ge
heel zelfstandig op, beweegt zich vrij en gemakke
lijk. Hij neemt met chic zijn hoogen hoed af, ontdoet
zich van overjas, belt dén kellner, overhandigt dien de
ze kleedingstukken met den wandelstok, belt om een
diner, eet soep, eet voorts met mes en vork, schenkt
handig een glaasje wijn uit een kraf in, biedt zonden
te morsen ook zijn partner een glas aan, drinkt hei zij
ne leeg, haalt een sigarettenkoker en lucifers uit den
zak, presenteert een sigaret en een vlammetje, be
dient zichzelf. Dan gaat hij te bed, trekt zijn man
chetten en jas uit, ontdoet, zich van boord, front e*
das, maakt de knoopen van zijn wit vest los; schiet
zijn broek met bretels uit, gaat eveni op een meubel
stuk zitten, dat we gisteren onmisbaar noemden, slaat
de dekens op, blaast dte kaars uit en kruipt lekker on
der den wol. Even later krijgt hij een fietsbroek en een
trui, de heer Pearson zet hem ip een kooi, draait het
slot om, geeft consul den sleutelbos Patsy kijkt
j even, vindt onmiddellijk den juisten sleutel1 en ontsluit
zijn kooi als de beste uitbreker. Dan wandelt hij heel
opgewekt naar een fiets, die op den gTond1 ligt, zet
hem overeind en.... peddelt er lustig op los, maakt
gedurfde zwenkingen, rijdt kunstig door flesschen
heen, zonder er ook maar ééntje te raken, weet telkens
I als hij gevaar loopt te vallen zijn evenwicht te bewa-
j ren, verricht nog allerlei aardigheidjes, bijv. zijn lin-
j ker been op het stuur leggen, en neemt het air aan
alsof hij dat alles voor zijn genoegen doet, als een
I kleine jongen, die trotseh is, dat hij ook iets kin. Ja
trots schijnt d!e drijfveer te zijn, als hij na een vol
bracht kunststukje in de..handen klapt en naar all»
l kanten kijkt, om de menschen uit te noodïgen, hem
I een applausje te geven, en als hij met leuk gebaar ten
toeken van afscheid den zakdoek dien hij ook voor
het andere doel weet te gebruiken! zwaait Werkt-
lijk het leek een klein vergroeid menschen-wezentje
geen oogenblik zag' men hem op vier pooten loopen,
onafgebroken liep hij opgericht. Consul Patsy zal
men niet licht vergeten, men zal er over spreken als
over iets buitengewoons en men zal er den kinderen
van vertellen als van iets ongelooflijks gelukkig d*
j kleintjes, die den consul zelf zullen mogen zien!
Twee nummers willen we heden nog even releveeren.
j In de eerste plaats de schoolrijderes, Frl. Elisabeth v.
i Dynai% een elegante verschijning die met gratie haar
i psard' in de hoogeschool reed' en het goed g'edresse«r-
de beest uitstekend langades, pirouettes, croupades,
tempo galopsprongen en tal van andere sprongen e*
passen deed verrichten ook al heeft men weinig ver
stand van paardrijden, dan nog moet men bewonde
ring- gevoelen voor de intelligentie van het beest, de*
tact, het geduld en de vaardigheid van de rijderes.
Eindelijk de Romein te paard. Onder den blinken
den helm het klassieke gesneden gelaat, in tunica en
toga gehuld, reed de knappe jongeman fier op twe*
paarden de arena binnen, straf de teugels in zijn ste
vige hand, stevig staande op de breede paardenrug
gen, en daar, door den onderlingen afstand van d*
paarden te wijzigen, allerlei prachtstanden aannemend.
Toen hij zich van zijn Romeinsche kleederdracht had
gehoor.
En zij schaamde zich verschrikkelijk!
Zij schaamde zich over hare domheid en verblin
ding! Misschien had wel alleen hare ijdelheid haar
verleid, oin de opgewonden plannen, en daarop vol
gende betuigingen van liefde, er de schandelijkste
leugens te gelooven
Een leugenaareen oplichtereen schoftmaar on
danks dit alles, haar man! Zij moest hem liefde be-
toonen, eeren en gehoorzamen! Wat hij zou bevelen,
moest zij doen; als hij riep, moest' zij komen!
Oh, gave God, dat zij met hem hare millioenen te
geven, hare vrijheid had gekocht!
Sue gehuwd met een andere was voor kei*
komen! dat zij huichelarij voor liefde had gehou
den! dat een leugenaar hai'c lippen had besmet! -
dat zij de vrouw was van een schoft!
HOOFDSTUK XIXX.
HET VAARWEL.
„Sue!"
Die kreet, werd geuit in hare onmiddellijke nabijheid
en stremde haar haastigen gang. Zij was dicht bij
het ïustieke brugje, blindelinks en als een razend*
geloopen hebbende, gejaagd doof den instinctmatige»
diang naar het veilige dak.
I erstond had zij de stem herkend, en stond ze bij
haren vriend. Haar opgewondenheid1 week voor kalm
te en een bijna vredig gevoel. Toch kleurde de schaam
te nog haar gelaat, maar het was1 donker en hij zo-u het
niet zien.
Maar in de zekerheid zijner nabijheid, was alle
vreeze geweken. Wat, hem hier had doen komen, wist
zij niet. Stellig had hij vermoed, dat zij uit was ge
gaan om haar man te ontmoeten.
Opgewonden uitroepen en uitleggingen werden niet
gewisseld. Zij zeide alleen, kalm en eenvoudig:
„Ik ben blij, dat ge mij vaarwel komt zeggen, mija
beste vriend!"
(Wordt vervolgd.)