DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd en twaalfde Jaargang.
1910
ZATERDAG
L A N W E E It.
3 SEPTEMBER.
(Ut(KITE PAARDENMARKT
te ALKMAAR
op Maandag 5 September 1910.
Landweeroefeningen
Uit school en huis.
FEUILLETON.
Het nest van den sperwer.
No 207
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
—O
Prijs der gewone advertentiën
Pei regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Oproeping in werkelijken diens?.
I^**' "1 te SÖoiIn
moet gij het versLndlgerVanlegiem"06 ZWijgen'
t
w. w.
ALKMAARSCHE COURANT.
—HM——»
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
gelast, krachtens bekomen aanschrijving, de onder
staande verlofgangers van de Landweer, om zich op
na te noemen dagen en uren aan te melden aan de
Artillerie-kazerne te Helder bij den Commandant van
het 4e Regiment Vesting-artillerie, ten einde voor
den tijd van zes dagen in werkelijken dienst te wor
den gesteld tot het houden van oefeningen.
Zij moeten voorzien zijn van de wapenen, het leder
goed, de kleeding- en uitrustingstukken, zoomede van
de reglementen oi dienstvoorschriften, aan hen bij
het vertrek met groot verlof medegegeven of aan hen
later uitgereikt.
De verlofgangers der landweer, die door ziekte ver
hinderd zijn in werkelijken dienst op te komen, moeten
twee dagen vóór den dag voor hunne opkomst bepaald
een ongezegelde en gewaarmerkte geneeskundige va*
klaring ter gemeente-secretarie inleveren.
Zijn er onder de opgeroepen verlofgangers ter uit
oefening van hun beroep van zeevarende buitenslands,
dan wordt betrekkelijk hen een uittreksel uit de mon
sterrol tegemoet gezien. Dat stuk zal de verklaring-
dienen in te, houden, dat het schip, waarmede de reis
is ondernomen, niet is teruggekomen.
3 October 1910, des voorm. 9.30 uur: Landweer-Ves
ting-Artillerie, 26e compagnie.
TTn™n,f-T^05: KLAAS PESSER. JOHANNES
HENDEJIvUS DE VRIES, ANDREAS JOHAN
NES DEKKER, LODE WIJK CORNELLS VEEL
JACOB BROUWER, LOURENS KOK, ALEXAN
DER REINOUD ANNIE GERRITSEN PLAG-
GERT, FREDERIK BIJTJES.
Lichting 1900: KLAAS VAN DER HAAGEN NI-
COLAAS PUNT, JAN HENDRIK SCHÈNKE
BERNARDUS JOHANNES SMIT, GERRIT VEN-
NEKER, HENDRIK KEMPS, THEODORUS WIL
HELMUS BROERE.
Lichting 1908: THEODORUS JOHANNES
HOUT, JOHANNES GERARD-US FRANSEN JO
HANNES UENDRIKUS WAGENAAR.
Lichting 1909: ADRIANUS VAN DER POL
HENDRIK PEEREBOOM, CORNELIS PLOMPEXL
L( October r910voor ?s middags 12 uur. Landweer-
Y esting-Artillerie, 41e compagnie.
Lichting 1905: BERNARDUS ANDREAS PE
TRUS SANDERS, ANTONIUS JOHANNES DE
MUNK.
Lichting 1908: ANDRIES POVER, JACOB FRE
HERIK KAMMERER, JOHANNES DE BOER.
De opgeroepenen hebben recht gp een daggeld van
0.25 en op vrij transport naar de plaats hunner be
stemming, dat ter gemeente-secretarie der woonplaats
kan worden aangevraagd.
Het daggeld wordt slechts dan door den Burgemees
ter uitbetaald, wanneer de verlofgangers uitbetaling
daarvan door hem verlangen.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
Alkmaar, 1 Sept. 1910.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat door den
Minister van Oorlog' is bepaald hetgeen volgt:
Gedurende de aanstaande oefeningen, kan aan de
landweermannen, die gehuwd zijn of als hoofd van een
gezin zijn aan te merken, door den Landweerdistricts
commandant worden vergund om thuis te slapen, mits
hun gezin in of nabij de plaats van oefening gevestigd
is en de vergunning niet aanleiding geeft tot het af
leggen van zoodanige afstanden, dat daardoor invloed
wordt uitgeoefend op den goeden gang der oefeningen
ten gevolge van, buiten deze, opgedane vermoeienis.
Dc landweer mannen, aan wie zoodanige vergunning-
wordt verleend, zullen hebben zorg te dragen, dat zij
ten minste een half uur vóór den aanvang der mor
genoefening- in de kazerne terug zijn, terwijl zij des
avonds eerst naar huis kunnen gaan, nadat alle oefe
ningen en diensten voor hen zijn afgeloopen.
Aan de vorenbedoelde landweerplichtigen kan te
vens door den Landweerdistricts-commandant worden
vergund, om in eigen voeding te voorzien; zij ontvan
gen dan alleen een ration brood, terwijl aan hen
J 0.25 per dag als vergoeding voor levensmiddelen
wordt uitgekeerd.
De landweermannen, die deze laatste vergunning
i angen, ftiogcn zicli echter niet tusschen de morgen
en middagoef èning naar huis begeven; eenmaal in de
kazerne blijven zij daar, tot zij zich des avonds, na
afloop der diensten, naar huis begeven; op dezen regel
mag alleen eene uitzondering worden gemaakt, indien
eene avondoefening plaats heeft, -waarvan de betrok
kenen dan tijdig verwittigd moeten worden.
De hiervoorbedoelde vergunningen worden verleend
voor (.en geheelen duur der opkomst en niet voor en-
kele willekeurig te kiezen dagen.
Indien van de vergunningen misbruik wordt ge
maakt, moeten deze, onverminderd de eventueel op te
leg-g-en straf voor den overtreder, onmiddellijk worden
ingetrokken.
Belanghebbenden, die de bovenbedoelde vergunning
oi vergunningen wenschen te erlangen, behooren zich
daartoe ten spoedigste tot den Landweerdistricts-com
mandant (Kemiemerpark No. 23 te Alkmaar) te wen
den (uiterlijk vier weken voor den dag voor opkomst
bepaald.)
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
daar het mooist uit de Schrift had voorgelezen, den
opgegeven psalm uit het hoofd) had' gereciteerd en het
mooist voorgezongen, wie zich het meest pienter had
betoond bij begin en einde van den dienst, wie met
één oogopslag had gezien, wat er rondom en in de
kerk viel op te merken, te- „loven, laken ende her-
herstellen en daarna de meeste bedrevenheid had ge
toond in het „addeeren, abstraheeren, multipliceeren
en deviseeren bij het oplossen van meet- en rekenkun
dige voorstellen", werd waardig gekeurd, over school
en kerk den scepter te zwaaien.
Maar dan ook moest hij zich strikt houden aan de
voorschriften en zich kwijten van de door Mr. Dirck
voorgeschreven veelomvattende taak.
Hier sal hem de schoolmeester in toonen seer
i [vlytigh,
L/iiae in al desen te doeneu niet syn verdrietigh.
Want dat is syn ampt, dat hem is opgeleyt,
Die loon ontfanght, 't is recht dat hy doe arbeyt."
De laatste regel sluit de deur.
Als een pleister op de wonde geeft Yalckoog nog
een toegift, bevattende:
1. 't geheym, hoe men een uurwerk sal stellen, re-
go'-ren, smeeren ende schoonmaecken.
2. een compas ofte sonnewyser om de kloek te stel
len op haer ueren, als d'e sonne schynt.
een corte introductie ende onderwysinghe der
'b ml amen ten van Musica.
4. een recept om inckten van diversen couleurs te
fabriceeren.
5. eenige gebeden ende voorschriften.
Of het boek van Mr. Dirck ook goud waard was!
DE SCHOOLMEESTER VAN WELEER
(Slot.)
En wie zich het best door het kerkelijk en het
school-examen had heengewerkt, wie het meest had
voldaan in de bijzondere bijeenkomst van predikant,
kerkeraad, notabelen en aanzienlijke burgers, wie
EEN ROMANTISCH VERHAAL UIT
DEN TIJD VAN DE PURITEINEN DER
17de EEUW.
door
BARONES ORCZY,
Schrijfster van: De Roode Pimpernel, Ik zal ver
gelden, Een zoon van het Volk, etc
57)
„Wie gij beiden eigenlijk zijt", antwoordde Sir Mar
maduke, zonder ostentatie maar dtood! bedaard' zich ne
derzettende in een der leuningstoelen bij den haard,
„en waarom de eerbare vrouw Lambert) nooit over uw
afkomst spreekt."
„Wie wij zijn?" klonk het bitter. ..Twee verstoo
tenen die, als de oude vrouw er niet was geweest, van
ellende waren omgekomen, en die onzen dank voorhare
baimhartigheid hebben trachten te betoonen, door een
eerlijk stuk^ brood ook voor haar te verdienen. Dat. is
het, wat wij zijn, Sir Marmaduke de Chavasse; en
zeg nu, voor den dtiivel, wie gij zijt!"
„Gij schijnt veel van vloeken te houden, mijn goe
den man begon Sir Marmaduke, dte schouders opha
enae. „Het is zonde, zoo heeft men mij verteld
voor iemand! van uw geloof. Maar dat gaat mij niet
aan. Gij zijt, geloof me, een vrij wat belangrijker per
soon dan gij vermoedt, ofschoon ik niet weet of een
Guaker een adelijken titel en een landgoed soms ver
achtelijk acht
Ongeloovig trok de smid] de schouders op, en zeide
met een spotachtig lachje:
H/r' Jiai(1'el^ke titel met landgoederen? Neen Sir
.hofding1 wü koopertvrieiK^ ^smkk "^Ik^hel^ volkomen
zekere bewijzen van uw afkomst. Aan een vriend zou
die met alle liefde present doen, maar aan een vij-
7 vin0! fj ''I Zljn Vijand' liefst llie( I'" het be
waar?" tachtl« duizeild gulden 's jaars, niet
in^le ,Marmaduke spheen voor het oogenblik verdiept
LambertWveu!erinf Vfln, zij" SC.h(K?nen' tc-rwijl Adam
eibaa.id en droom eng, mompelde:
tachtig. duizend gulden
„Ik.... Honderd...
per jaar!"
"Ja!" Gij, en niemand anders, mijn waarde."
Dit werd' met zooveel eenvoud1 en zoo stellig gezegd,
dat zijns ondanks, zijn bittere stemming voor een ze
kere blijde verrukking week.
Hij kwam wat dichter bij Sir Marmaduke, keek een
paar seconden naar hem en fluisterde:
„En gij hebt de bewijzen?"
dienst, mijn driftige vriend", zeide
hij vleiend glimlachende „in ruil met uw zwijgen."
Adam Lambert schoof een stoel dicht bijzijn vijand
ïan een oogenblik tevoren, ging tegenover hem zitten,
de ellebogen steunende op de knie, de vuisten onder
kln' en Z1in °°£en, tintelend van stillen angst en
begeerte, nogthans vastberaden op de Chavasse ge-
richt.
„Ik zal zwijgen, wees gerust!" zeide hij kortaf.
„Laat mij die bewijzen zien."
Sir Marmaduke knikte met een vriendelijk lachje.
„JNiet zoo haastig, vriendlief! Ik loop met zulke
belangrijke papieren niet in mijn zak!"
En hij stond, van zijn stoel op, raapte pruik en snor
van den grond, en zich daarmee dekkende, was hij
weer de Prins van Orleans.
„Maar ik moet ze vanavond nog zien!" drong hii
aan. 6 J
Dat gaat niet, mijn ongeduldige vriend", zei de
havasse met opzet talmende. „Het is al zoo laat'"
„Wat doet er dat. t.oe! Ik ben zoo dikwijls op weg
b>j avond en bij nacht, en mij dunkt dat gij'het maan
Lcht ook wel zultkennen! Wanneer en waar zullen
wi, elkaar vinden? zeide hij, vastberaden niet toe te
geven, „ik kan niet gaan slapen, voor ik die papie
ren gezien heb. Ik verga van ongeduld'! Wanneer
zal het zijn?.... Te middernacht?Of voor het
opkomen van de zon?"
Ilij sprak haastig, de woorden van tusschen zijn
tanden uitstootende, de oogen in koortsgloed, de vuis
ten telkens ballende en ontsluitende onder de beving
van zijn vingers.
De Ohavassei daarentegen was wonderbaar kalm ge
worden Het zwarte verband van zijn oog gaf aan de
uitdiukking van zijn gezicht iets onduidelijks; de val-
sche snor dekte de lippen, die het meest verraden
zHn tA m ons om?fJa1i- En hoe scherper de oogen van
z:jn tegenpartij uitkeken naar die van den schoft, des
minder was daarin nu te lezen.
„Neen, mijn waarde!" zeide hij' ten laatste, „ik
Die loon ontfanght, 't is recht dat hy doe arbeyt."
Waarin bestond dat loon?
Vooreerst uit de opbrengst der leverantie aan de
scholieren. Al wat de kinderen gebruikten, werd van
meester gekocht en zoolang hij de perken der betame-
LiJfheul) met overtrad, gunde men hem het monopolie.
In de tweede plaats uit de schoolgelden, die eiken dag
o elke week werden geofferd) en varieerden naar
plaatselijke omstandigheden en vorderingen der leer
lingen. De abc-klant betaalde minder dan de schrij
ver en deze weer niet zooveel als de rekenaar. Een
prikkel voor den meester om zijn clientèle snelle vor
deringen te doen maken. Ten derde: uit het niet on
aanzienlijke winstje van den snoepwinkel zijner weder
helft, die m het vrije kwartiertje niet gedoogde, dat
de heve jeugd zich absenteerde, maar met de koek- en
oknj etro mm eltges rondging, terwijl haar man zijn
droge keel penseelde. Ten vierde: uit geschenken op
verjaardagen en daags voor Paschen. Eindelijk uit
hot salaris.
De in 1690 te Zaandijk beroepen „schoolmeester,
koster, voorzanger en gravenmaker ontving 150 gld
s jaars en vrij wonen. Bovendien genoot hij per
week van de lezers 10, van de schrijvers 12 penningen
en van de rekenaars 1% st.
Gewoonlijk werd aan een verhooging van salaris
(met eenige guldens) de voorwaarde verbonden: sich
goed te gedragen al zijn dagen."
Bij een en ander kwam een niet onbelangrijke bij
verdienste: de vergoeding (fooi) voor het voeren der
correspondentie voor de meeste burgers en de leveran
tie van papier en schrijfbehoeften aan degenen, die
het buiten meester konden stellen, als er wat te schrij
ven viel.
Uit een zeer ouden brief bleek ons, dat de meester
voor het opstellen en copieeren van een brief rekende:
voor een „vrijster" 4, voor een knecht 6, voor een bur
ger 8, voor een notabele 12 penningen. En dan de
ncoit volprezen lofgedichten op Kers-, Nieuwjaars-,
Paasch- en Pinksterfeest. Meester maakte) het. vers,
leverde den krans en calligrafeerde het geheel. Nie
mand' overtrof hem daarin en
recht, dat hij die doet arbeyt, loon ontvanght,'
Hij, die zoo bedreven was in de „schrijf- en reken-
konste", wist op een penning wat zijn cliënt lijden kon
en derhalve betalen moest.
De oolijke snaak, die een vrijster schappelijker be
handelde dan een knecht, kende zijn volkje met aan
zien des persoon».
De vrije woning bestond langen tijd in de „koate-
njp Eerst, tegen het einde der 18e eeuw werden „af-
zondeilijke schoolhuizen bij de school" gebouwd'.
En mocht nu met een vrije variatie op een bekend
vers worden getuigd:
Hoe genoeglijk rolt bet leven
Des gerusten meesters heen?
Dat hing geheel van den persoon zelf af.
De uitwendige omstandigheedèn-mogen sedert ver
anderd' zijn, de mensch was ook in die dagen een
mensch, zwak of sterk, levenslustig of levensmoede,
strijdlustig of vredelievend. En. zijn gemoedsrust en
levensoppervlakte zullen wel rechtevenredig zijn ge
weest met de propere grauwen en sachte plaxkens,
met het gaen manierich en simpel of het beminnetn
dronckenschap en overvlo'edigh brassen. Maar het
met met hoovaardij zijn beclat, doet ons denken aan
net spreekwoord van de 100 schoolmeesters en de 99
gekken. Wie met zooveel macht was bekleed, liep
licht gevaar, zijin uil een valk te achten. De verma
ning van Mr. Valcoogh steekt aardig bij zijn leering
af en wij mogen veilig veronderstellen, dat de meester
aan beide even groote behoefte had.
moet u eerlijk bekennen, dat de gedachte aan eene
nachtwandeling met u, niet overeenstemt met mijn
begrip van veiligheid. Ik
Maar met een scherpen vloek was Adam opgespron
gen en had zijn stoel met zooveel kracht achteruit ge-
schopt, dat deze door de kamer vloog, en met een lui-
en °P ''-en grond viel.
„Gij moet van nacht komen!" zeide hij heescli en
gebiedend. „Gij zult mij vinden op den weg bij de
klippen van de Eppel-baai, een half uur voor midder
nacht, en als gij me hebt belogen, smijt ik u van de
steilte 111 zee, en is Thanet van u verlostEn komt
gij niet, dan ben ik bij mijn broeder Richard, voor de
(tcrpsklok twaalf heeft geslagen
i ^e Chavasse keek hem enkele tellen zwijgend aan,
beseffende dat hij volkomen in de macht was van dien
man, alsook dat het den smid ernst was met zijn be
dreiging. Dat Richard Lambert binnen enkele uren
hekend zou^ zijn met het schandelijke bedrog, was iets
waaraan hij niet zonder angst kon denken. Moest hij
van tweeen één kiezen, dan liever afstaan, aan den ge
vaarlijken werkman, de bewijzen van diens erfrecht
opeen Graafschap, dat bij een mooien titel, een
paar ton s jaars' opleverde.
Sir Marmaduke hadi dit alles overwogen, vóór hij de
quaes tie van Lambert's afkomst aanroerde. Maar nu
had hij een plan uitgedacht dat hij, zoo rioodig, tot het
bitterste einde zou doorzetten. Zijn kinderlooze oom,
de tegenwoordige Graaf van Northallerton, kon nog
wel twintig jaren leven, terwij] hij veroordeeld we
gens trauduleuse handelingen ten opzichte zijner pu
pil, al die jaren in de gevangenis zou moeten door-
brengen.
Goed overdacht, was de eenvoudigste weg deze- den
smid te doen zwijgen.... hoe dan ook! Sir Marma
duke s overdenkingen zouden op dat oogenblik de boo-
ze geesten opgevroolijkt hebben, van wie men zegt dat
zn festijnen wanneer er een misdaad beraamd wordt.
A" S«daehte aan het eenzame pad bij de klippen van
dt Eppel-baai prikkelde zijn sterke verbeelding zóóda-
ing, dat hy zelf er het verleidende niet van inzag
noch voelde.
Lambert mocht sterk zijn, bang was hij voor hem
met.
„Heel goed, als gij het verkiest, zal ik komen."
„Een half uur vóór middernacht, denk er om, op de
V lpPei? van Eppel-baai!" drong Lambert aan.
„Halt twaalf op de klippen van Eppel-baai", stemde
de ander toe.
VOOR DAMES.
Kijkjes in de Modewereld.
1 it 1 aril's komt het bericht, dat het bontwerk, dat
in den winter gedragen zal worden, de nieuwste speel-
Tf m0de is Wat is namelijk het
gevalDat al het bont, hoe mooi zijn natuurlijke
kleur ook moge zijn, geverfd' wordt en wel in alle kleu-
ren an den regenboog. Zooals men de veeren reeds
lang verfde,zoo verft men thans de dierenhuiden, wel
ke in kle.edingstukken voor de dames veranderd' wor
den Het eenige bont, dat voor den verfpot gespaard
wordt, is hermelijn, maar heel lang zal deze bekende
bontsoort ook geen rust meer worden gegund. In da
werkplaatsen der mode-kunstenaars is men thans ijve
rig bezig het bont de gewenschte kleuren te geven.
Ook reepen bont, welke ter garneering van costume»
moeten dienen, zullen in alle kleuren te verkrijgen
zijn en zeker veel gebruikt worden. Reeds zijn in Pa
rijs met bont-versierde costumes verschenen, bijv. een
Hij nam zijn hoed.
„Waar gaat. gij heen?" vroeg de smid achterdochtig,
i »Mij ei kleedeD antwoordde Sir Marmadhke, die
1 onwillekeurig speelde met de tondeldoos, die alleen de
oorzaak was van het in wording zijnde drama. „En
tegelijk de stukken halen, die gij wilt zien.^
„Ge bedriegt me niet?"
„Ik denk er niet aanzeide de Chavasse, teen hij
ten leste uit de kamer kon gaan.
HOOFDSTUK XXXII.
HET PAD LANGS DE KLIPPEN.
De mist was niet opgetrokken. Hij hing over d#
zee, zwaar en ondoorzienlijk als een massale bedek
king- van heimlijke onverantwoordelijke daden. He»
dikst was hij in de baai zelf, loerend© op de kreeften
m net. krijt water der groote spleten en de wonderen
van architectuur, uitgehold door de geduldige golven
ir: de massieve rotsen.
Boven op de klippen was het iets minder donker,
zoodat men vrij duidelijk de ruige, dekking van de
jj onderscheiden, zoomede het platgetreden
pad dat naar het dorp Acol' kronkelde, en den rand
van het klif, steil, overhangend, boven eene diepte van
bijna negentig voet.
En nog hooger dan de mist zich kon verheffen
welfde de diep-blauwe hemel, met sterren gesierd, en
de volle maan, bleek en omringd van goudbelichte
wolkjes. Een zachte windl was opgestoken en blies
den mist her en der, trachtende dien uiteen te drij
ven, maar dien niet overmeesterende, want ruste
loos wuifde hij schommelend, als de reusachtige losse
•■jcedij van titanische hemelbestormers, nu eens een
kijk gevende op de zee, of belichtende de colonnade
der grotten door geesten bewoond, of op een nest van
meeuwen m een rotsspleet gebouwd,vertoonende
en weer verbergende bij wijle ook gelijk aan een
slordig uitgeworpen sluier over verdoemelijke dingen.
bir Marmaduke de Ohavasse had eenige moeite om
het voetpad te volgen, dat van uit zijn bosch naar d«
klippen leidde. Ongelijk aan Adam Lambert, waren
zijn oogen met geoefend om door den mist heen iet.
U' zien dat daardoor gedekt was*
(Wordt vervolgd).