DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
I
No 222
Honderd en twaa! de Jaargang,
1910
WO ENSDAG
2! SEPTEMBER.
FEUILLE T O N.
Het nest van den sperwer.
JE5
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk ft,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel fO,ÏO. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
blAMUVLAXD.
ALKMAARSCHE COURANT.
ALKMAAR. 21 September.
Dezer dagen kregen we toevallig een merkwaardig
boekje in handen. Het is te Grand Rapids, Michigan
gedrukt bij den heer H. H. D. Langereis, de,n uitgever
van het Christelijke familieblad „Het ideaal", en -
dit feit op zicli zelf verdient reeds vermelding in
het Hollandseh gesteld. Als „biographie van Theodore
Roosevelt als burger, staatsman en president der Ver-
oenigde Staten" dient het zich aan. Zeer populair ge
schreven, bevat het tal van aardige bijzonderheden,
die. vooral thans, nu het optreden van den heer Roose
velt zoo veelvuldig- besproken wordt, actualiteit bezit
ten. In het begin lezen we, dat Theodore Roosevelt
van Hollandsehen bloede is, daar hij stamt uit de di
recte linie van Klaas Maartinszoon van Rooseveldt,
die in 1(549 Nederland verliet om zich te Nieuw-York,
destijds Nieuw Amsterdam geheeten, te vestigen, en
dat Theodore's vader een der rijkste handelslieden te
Nieuw-York was, die over honderd millioen had te be
schikken en bekend stond als een man met een vast
karakter, die zich door niets en door niemand liet te
rughouden, walmeer hij eenmaal een besluit genomen
had. Als jongen was Theodore 27 October 1859 ge
boren tenger en zwak van gestel. Hij was vaak
ziek, kwam op school spoedig ten achter en spoedig
moest zijn vader hem op advies van den geneesheer
van school nemen, daar hij zooveel mogelijk van de
frissche buitenlucht genieten moest. Privaatlessen
bereidden hem voor het toelatingsexamen voor de Ha-
vard-Universiteit voor. Met de ontwikkeling zijner
geestverm®gens namen echter zijn lichaamskrachten
niet toe. Herhaalde malen moest hij de studie te Ha-
vard voor eenige weken onderbreken om op de buiten
plaats van zijn vader te Oyster Bay rust te zoeken
men zou dit den robusten heer Roosevelt, voor wien
geen ontbering te veel en geen vermoeienis te groot
is, niet aanzien! Deze physieke verandering heeft hij
zelf tot stand weten te brengen. Na zijn studiën vol
tooid te hebben, besloot hij n.l. door ontspanning in de
vrije natuur zijn gestel te harden en zijn gezondheid
te verbeteren. Hij bezat zegt de schrijver de
energie en het vermogen om zich geestelijk te ontwik
kelen en den maatschappelijken ladder te beklimmen;
zijn zwak gestel belette hem echter de vereischte vor
deringen te maken en het ideaal te bereiken, dat hij
zich had voorgesteld. Zijn vader had de aangeboreïi
liefde voor de. vrije natuur bij zijn jongen aangekweekt
en het is niet te verwonderen dat „Teddy," zooals hij
algemeen genoemd werd, na het Havard College door-
loopen te hebben, het besluit nam in het Verre Westen
onder de „Rough Riders" het leven in de vrije natuur
ten volle te genieten. Bovendien wilde hij met het
volksleven in het algemeen bekend worden, omdat hij
reeds vroeg had besloten zijn krachten ten bate van
zijn vaderland te gebruiken. Duidelijk kwam dit uit
in de toespraak, welke hij hield voor de Republikein-
sche Club te Nieuw-York over het onderwerp „College
en het openbare leven." Juist in deze dagen nu de
republikeinsche partij bijeengehouden moet worden en
EEN ROMANTISCH VERHAAL UIT
DEN TIJD VAN DE PURITEINEN DER
17de EEUW.
door
BARONES ORCZY,
Schrijfster van: De Roode Pimpernel, Ik zal ver
gelden, Een zoon van het Volk, etc.
72)
Hij riep zijn knechts en beval, dat ze yooruit naar
huis moesten gaan, maar met zijn paard' op hem moes
ten wachten bij de kromming achter de kleine kerk.
Een instinctmatig gevoel, waarvan hij zich geen re
kenschap kon geven, wekte in hem het verlangen om
zijn terugkomen in de woning voor Sir Marmaduke
geheim te houden. Te zamen met Pyot ging hij ach
ter zijn knechts den weg op, en was spoedig oin den
hoek van de woning uit het gezicht.
De Chavasse had intusschen zijn eigen mannen be
volen de dames naar huis te begeleiden. Busy en
Courage staken hun lantaarns aan, terwijl Sue en
Editha zich stevig met mantel en hoed dekten en zich
verder gereedmaakten om hen te volgen.
Spoedig g-ing de kleine stoet den kronkelenden weg,
die naar Acol Court leidde.
Sir Marmaduke reed een poos langzaam achter ze
- met opzet. Hij had geen lust om
naast Editha of Lady Sue te gaan; daarom talmde
h.., met opstijgen by zijn hit, die achter de woning
vastgebonden was. Hij wilde de lantaarns in het oog
houden, want hoewel er geen gevaarlijke paden in
i hanet waren, was Sir Marmaduke niet in een stem
ming om alleen op een eenzamen] donkeren weg te rij
den. Toen hij dus het flauwe licht der lantaarns zag
verdwijnen aan het einde van den weg, die daar nog
al scherp daalde, om weer steil te rijzen naar den rand
van het bosch, zette Sir Marmaduke den voet in den
stijgbeugel en maakte zich op om te volgen.
de oud-president daartoe geroepen is, moge hier even
aangehaald worden wat de jeugdige Roosevelt destijds
beweerde
„Kwaad is het alles in de politiek goed te keuren
maar even: zondig is het over het geheel een zwartgal
lige critiek uit te oefenen. Menig eerlijk politicus is
het slachtoffer geworden van allerlei halve waarheden,
ja van lage leugens. Zij zijn groote struikelblokken
geweest voor hen, die het goede; voor land en volk
zochten en zich hebben terug getrokken. Wij hebben
behoefte aan mannen die nevens de noodige bekwaam
heden de praktische zijde van het leven kennen. Wij
moeten ons onder het volk mengen, schouder aan
schouder de wederwaardigheden vani land en volk lee-
ren dragen, en zij, die minder beweldadigd zijn en op
de onderste trede van den maat-schappelijken ladder
zich bevinden, opwekken naar hoogere idealen te
streven. Niemand kan met de behoefte zijner mede
mensehen bekend worden door eenige jaren de colleges
te bezoeken, vele boeken te lezen of door berichten van
anderen ons eigen te maken. De behoeften des levens
moeten ondervonden worden, zullen wij er met gevoel
en bezieling van kunnen gewagen. Laten wij ons ver-
ec-nigen als partij en gezamenlijk het goede voor het
vaderland zoeken. Eén enkel persoon kan niet veel
tot stand bre'ngen, maar is het dat wij met een partij
moeten breken, laten wij dan bedenken, dat het bete
is, voor het goede alleen te staan dan gezamenlijk het
verkeerde na te jagen. Wij moeten echter nauwkeurig
nagaan of onze inzichten juist zijn, als wij ons van
eene partij wenschen af te scheiden. Hervormen is
beter dan scheiden."
Op 24-jarigen leeftijd schreef hij een boek over de
„zee-oorlog van 1812." Op zekeren dag ontmoette hij
een beroemd geschiedschrijver, wiens oordeel hij over
dit werk, dat grooten opgang maakte, vroeg. „Ik hels
er slechts één fout in gevonden," was het antwoord.
„Ik heb er veel meer fouten in ontdekt," zeide de on
bekende vrager. De oude heer, die het oordeel van den
jongeling zeer voorbarig vond, staarde hem bestraf
fend aan en verzekerde hem, dat hij te jong en oner
varen was om over een dergelijk werk te oordeelen.
Men kan zich de verbazing van den hi-storicus voorstel
len, toen de jongeling hem verzekerde zelf de schrijver
van het. werk te zijn!
De tegenstanders ontdekten spoedig, dat Roosevelt
in het politieke leven „a good fighter" was. Hij maak
te naam, verwierf invloed. Tegenstand ten spijt wist
hij in het stedelijk bestuur groote verbeteringen aan
te brengen. Hij stak zijn meening niet onder stoelen
en banken. In een toespraak voor de Citizer.s-club te
Nieuw-York verklaarde hij o.m.
Het grootste deel van het politieke kwaad wordt
gevonden in de groote steden. Daar worden mannen
aangetroffen, die het volk willen dienen niet tot wel
zijn van hunne omgeving maar in hun eigen voordeel.
Het aannemen van geld om voor of tegen een zaak te
stemmen „bribe takjng," noemen wij het grootste
schandaal dat iemand kon aankleven. Dat kwaad moet
De hit was nog niet ver opgeschoten, toen hij een
vrouwenfiguur zich zag scheiden van het troepje voor
hem uit, en omkeerende in allerijl naar het dorp te
rugging. Hij kon zoo dadelijk niet zien, wie der beide
dames het was, want de figuur was volkomen verbor
gen in den wijden mantel; maar toen de persoon bij
hem kwam, zag hij dat het Editha was.
Hij had haar tegen willen houden, door den weg te
versperren, hij dacht er zelfs over om af te stijgen,
denkende dat zij iets vergeten had, en de twee gelei
ders verwenschende omdat zij haar hadden toegestaan
om alleen terug te keeren, maar als een pijl uit een
boog- vloog zij hem voorbij, den hoed dieper over het
hoofd getrokken hebbende.
Hij aarzelde enkele oogenblikken, verwonTterd wat
dit te beduiden had. Hij wendde zelfs den hit om, ten
einde te zien waar Editha heenging. Maar zij had het
hekje voor de woning der Lamberts reeds bereikt, en
onmiddellijk de klink opgelicht; en Sir Marmaduke
kon ondanks den mist, haar gedaante zien, vlug over
de vlakke steenen tusschen hek en woning gaande.
Ook hoorde hij, dat ze driftig op de deur klopte, als
iemand die onmiddellijk wilde toegelaten worden.
Hij wachtte een oogenblik nadenkende, en in den
teugel grijpende, omdat de hit aanstalten maakte om
naar huis te gaan. Hij twijfelde niet, of Editha zou
terstond weer terugkomen, want hij meende ook ge
zien te hebben, dat de deur open was gedaan, en er
een flauw licht op haar mantel was gevallen. Toen
was zij in de woning- van de oude Martha verdwenen.
Vóór hem waren de lichten hoe langer hoe verder
gegaan. Blijkbaar had men het weggaan van Editha
niet opgemerkt. De mannen liepen voorop, en Sue
was ongetwijfeld te diep in gedachten verzonken, om
op hare naaste omgeving acht te geven.
Sir Marmaduke weifelde nog, wat te doen. Editha
kwam niet terug- en de deur was achter haar weer ge
sloten. De beleefdheid vorderde, dat hij wachtte, om
haar huiswaarts te geleiden.
Maar het feit, dat zij naar de woning der Lamberts
teug was gegaan, met do kans van alleen terug te
moeten loopen langs een donkeren slechten weg, was
tot Jen wortel toe vernietigd worden en zij, die zich
hieraan schuldig maakten, moesten verbannen worden.
Hét aannemen van „bribes" is echter niet het eenige
kwaad, dat er in de stadsregeering gevonden wordt
Ik wensch er op te wijzen, dat mannen, die niet be
kwaam zijn voor het ambt, waarvoor zij zich hebben
laten stem mem, door bekwame lieden moeten vervangen
worden, en meer nog, zij die door oneerlijke motieven
zich hebben laten verleiden en het volk dienen uit
eigen belang, zij moeten zonder gratie ontslagen wor
den. Niet gemakkelijk is het dit in alle deelen na te
gaan, maar het zou mij niet moeilijk zijn, personen en
feiten te noemen."
Geen wonder, dat de heer Roosevelt het mikpunt
van tele politici werd. Maar hij had zich eenmaal
voorgenomen als hervormer op te treden, zijn rijkdom
stelde hem in staat' onafhankelijk naar zijn doel te
streven en hij werd door het Volk erkend als een eer
lijk strijder. En hij liet niet na steeds te betoogen,
dat een hervorming door het volk zelf bewerkt moet
worden, dat het volk zelf in een republiek aansprake
lijk is voor het bedrog, dat zich in de regeering- voor
doet. Hoewel hij het jongste lid van het stadsbestuur
was, luisterde men graag naar hem. Zijn optreden
was beslist, hij sprak snel maat- duidelijk en bevatte
lijk. Vriend en vijand zag in hem een man met bui
tengewone bekwaamheden, die niet zicltzelf, maar liet
belang van land en volk zocht.
In 1884 onttrok hij zich tijdelijk uit het politieke le
ven. Waarom hij dit deed, zullen we morgen zien.
EERSTE KAMER.
Gisteren vergaderde de Eerste Kamer.
Voorzitter was J. E. N. baron Schimmelpenninck
van der Oye.
De griffier deed voorlezing- van het Koninklijk Be
sluit van benoeming van J. E. N. baron Schimmelpen-
ninck van der Oye tot voorzitter dezer Kamer voor het
loop-ende zittingjaar.
Do voorzitter stelde zijne geloofsbrieven als herko
zen lid der Kamer in handen eener commissie, be
staande uit de hearen Van Waterschoot van dei-
Gracht, Van W assenaer van Rosande en Van der
1 eltz. De vergadering werd inmiddels geschorst.
Na heropening bracht de commissie bij monde van
den heer Van Waterschoot van der Gracht rapport
uit en concludeerde tot toelating. (De heer Schim-
melpenninck had reeds in handen van II. M. de Ko
ningin den eed afgelegd). •Conform de conclusie der
commissie werd besloten.
Voorts stelde de voorzitter de geloofsbrieven der le
den gekozen door de Provinciale Staten van Noord-
Brabant, Gelderland, Noord-Holland en Zeeland in
handen eener commissie, bestaande uit de heeren Van
aterschoot van der Gracht, Van Wassenaer van Ro
sande en a,n de,r Feltz, eai die van de leden g-ekozen
door de Provinciale Staten van Zuid-Holland, Utrecht,
Friesland, Overijsel, Groningen, Drente en Limburg,
in handen eener commissie, bestaande uit de heeren
't Hooft, Van' Lamsweerde en Laan.
De voorzitter verzocht deze commissiën zich met het
onderzoek der geloofsbrieven onledig te houden en
morgenochtend rapport uit te brengen in openbare
vergadering.
te vreemd, dan dat het bij den onrustigen man geen
begin van achterdocht zou wekken. Wat zij daar kon
zijn gaan doen, vatte hij niet. Ten leste trok hij er de
schouders over op. Van Editha toch had hij niets te
vreezen. Hunne belangen liepen te veel saam.
In alle gevalle had hij geen zin om met haar achter
zich, langzaam en voetstaps naar huis te rijden, te
minder omdat zij de wel eenige, maar toch de vrouw
was, die alles van hem wist.
Die laatste gedachte, èn het intense verlangen om
zich eindelijk uit de voeten te kunïien maken, en dat
eeuwige uitstellen op te geven, te vluchten met
den gouden schat, dien hij met zooveel gevaar bemach
tigd had. dit deed hem besluiten om den hit zijn
zin te geven en naar huis te gaan. Hij zou een knecht
zenden en met dezen moest Editha maar zien, hoe zij
.zich redde.
De hit was willig om te gaan. Hij zette er de* spo
ren in, tot een gestrekten draf. Weldra had hij de
kleine groep ingehaald. Hij zond Courage Toogood
met een lantaarn terug, met het bevel aan de woning
der Lamberts naar mevrouw de Chavasse te vragen
en verder te doen, wat zij verkoos.
Hij vroeg Lady Sue of zij achter hem wilde opstij
gen, maar deze weigerde het. Hij liet zijn hit nu weer
stappen, en zoo ging het verminderde troepje terug
naar Acol Court.
HOOFDSTUK XLI.
HUN NAAM.
Wat Editha eigenlijk naar de woning der Quakeres
had gedreven, zou zij zelf niet met zekerheid hebben
kunnen zeggen.
Het moest een opgewonden, onwederstaanbare be
geerte geweest zijn, om zekerheid te verkrijgen in die
mengeling van schrikkelijke vermoedens. Dat Adam
Lambert dood en wat voor de hand lei vermoord
was, èn gekleed werd gevonden in het kostuum van
de Chavasse als Prins van Orleans, -die twee gege
vens leidden zeker tot slechts ééne conclusie. Maar
De vergadering werd verdaagd tot hedenochtend 11
uur, als wanneer zal worden overgegaan tot toelating
en beëediging der toegelaten leden.
TWEEDE KAMER.
Voorzitter was gisteren de heer Lieftinck (als oud
ste in jaren).
Hij hield ongeveer de volgende rede
Mijne Heeren,
Wederom is- mij het voorrecht te beurt gevallen om
voor korten tijd uw.e vergadering te presideeren, een
voorrecht dat ik natuurlijk op hooge prijs stel, en wel
omdat, het van korten duur is.
Ik heet u welkom op deze plaats, mijneheeren, want
ik kan mij voorstellen dat gij van verlangen brandt
om de parlementaire werkzaamheden te hervatten.
Er is werk genoeg voor ons. Het geëerbiedigde
Hoofd van den Staat heeft zooeven gewezen op tal
van maatregelen welke tot wet zullen worden voorge
dragen. Hare Majesteit heeft een beroep gedaan op
onze welwillendheid' en arbeidslust en het tevens uit
gesproken, dat veel van onze arbeidskracht zal worden
gevergd.
Het beroep van Hare Majesteit zal niet tevergeefs-
zijn. Met, ernst en den noodigen spoed' kunnen wij
veel tot stand brengen. Het vaderland wacht op onze
daden. Laten wij de natie niet teleurstellen en zor
gen, dat een groot deel van het werk, dat voor ons
ligt, worde afgedaan, en hopen wij, ook worden inge
voerd. Dat zal een zegen zijn voor ons land en ons
een gevoel van bevrediging geven na den arbeid, wel
ken wij ons hebben getroost. En daarmede open ik
deze vergadering.
De minister van financiën (mr. Kolkman) die nek
de begrooting voor 1911 in.
Na eedsaflegging nam het nieuwbenoemde lid voor
Helmond, de heer Klefkens, zitting.
Hierna werd door de Kamer de nominatie voor het
voorzitterschap opgemaakt.
Graaf Van Bylandt was eerste candidaat voor het
voorzitterschap van de Tweede Kamer.
Tweede candidaat was jhr. mr. O. van Nispen (Nij
megen).
Derde candidaat mr. Drucker.
De nominatie zal H. M. de Koningin schriftelijk
worden aangeboden.
De vergadering werd verdaagd tot hedenmiddag drie
OPENING DER STATEN-GENERAAL.
II. M. de Koningin en Prins' Hendrik zijn gisteren
om 11 uur van het station Baarn per Centraalspoor
naar Den Haag vertrokken ter opening van de Staten-
Generaal. De. Koningin-Moeder deed het Echtpaar
tot het station uitgeleide, alwaar de burgemeester van
Baarn ter begroeting aanwezig was.
Kapitein Mos, van de Kon. Marechaussee, vergezel
de als geleider den Koninklijken salontrein.
Om half een kwamen II. M. de Koningin en Z. K.
IT. de Prins met gevolg- aan het Staatsspoorstation te
's-Gravenhage aan.
De Koningin in lichtgroene zijde droeg een toque
met witte veer en een tot op de voeten neerhangende
reismantel van dezelfde kleur. De Prins droeg de vi-
ce-admiraalsuniform groot tenue.
Op het perron, maar vooral op het stationsplein,
was een groote menigte, die het Koninklijk Echtpaar
hartelijk toejuichte.
Per auto vertrokken de Koningin en de Prins naar
het Paleis.
Precies om 1 uur reed de Koninklijke stoet voor en
zette zich lang-zaam in beweging. De Koningin droeg
ofschoon Editha de hand had gehad in het ontwerpen
en begunstigen van Marmaduk's plannen met Sue,
toch vond zij deze ontknooping van den even geheim-
zinnigen als gruwzamen moord zóó afschuwelijk, dat
zij die onmogelijk kon aannemen,' en moest zoeken
naar aanwijzingen, die weerspraken wat haar weinig-
je gezond verstand had gezegd.
Maar hoewel zij met alle macht en kracht hare
eigene conclusie bestreed, zij ken die niet los laten en
moest er aldoor aan denken. En daaronder door leed
zij door den twijfel, die wel steunde op de hoop dat zij
zich vergist had, maar die immers in zekerheid' kon
overgaan door een enkel persoon, die er alles van
wist!
Iemand, die er alles van wist? Zeker, die iemand
was alleen Marmaduke, maar bij hem durfde zij met
zulke vragen niet aankomen.
Misschien wist de oude Martha, of Richard Lam-
boi t, er wel meer van, elan zij hadden willen zeggen.
Als een slaapwandelaarster liep zij, zinnende en toch
niet zelfbewust denkende, met en achter de anderen
mee. Opeens, als bij ingeving, was zij overtuigd, dat
zij nioest gaan naar de woning van de oude vrouw,
waar ook de vermoorde was, die al zooveel licht had
doen. opgaan enhoe dan ook, haar zou verlossen
van een onzekerheid, die haar nog- krankzinnig- zou
maken.
Als een gejaagde voorbij ruiter en paard loopende,
omdat zij met Marmaduke niet wilde spreken over
wat haar dreef, was zij al spoedig bij de woning. In
antwoord op haar aankloppen, opende Richard •Lam
bert de deur.
Het flauwe licht van twee talken-kaarsen glom
vreemd' in de sombere kamer. Editha keek verwonderd
in de rondte, verbaasd dat zij Squire Boatfield zag,
die blijkbaar ook terug was gekomen. De verbazing-
v/as wederkeerig. De Squire zat- in een der hooge
stoelen naast den haard. Niet ver van hem af, stond
de uude Quakeres; in haar houding toekende zich
halsstarrigheid, zelfs uitdagende eigenzinnigheid, te
gen een opdracht van den Squire.
(Wordt vervolgd.)