DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
-"rw
Honderd en twaal de Jaargang.
DONDERDAG
22 SEPTEMBER.
STADSNIEUWS.
De Laudbouwfeesten.
No 223
1910
n
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
i
FEUILLE T O iN.
Hef nest van den sperwer.
ALRMAARSCHE COURANT.
Zij «lie zicli met 1 October op
«lit blad abonneerenontvangen
«le tot «lien «latum verschijnciMle nummers
franco en gratis.
De Uitgevers.
ALKMAAR, 22 September 1910.
Wij hebben gisteren aan de hand van de „Biogra
phic" medegedeeld dat de heer Roo-sevelt na als poli
ticus naam verworven te hebben, zich in 1884, dus op
24-jari'gen leeftijd, uit de politieke partij terugtrok.
He aanleiding' hiervan was, dat hij binnen1 een week
tijds zijn moeder, en zijn gade door den dood verloor
de laatste liet hem een dochtertje na, Alice, die la
ter in het huwelijk is getreden met den heer Long-
worth. In de prairies van het verre. Westen zocht hij
herstel van zijn geschokte gezondheid en afleiding
van zijn verdriet. Het boekje verhaalt uitvoerig hoe
hij eenige jaren onder de cowboys heeft doorgebracht
en de vele avonturen, welke hij er beleefde.
Hij woonde zeer primitief aan de Missouri, in een
woning van opgestapelde boomstammen, droeg een
grooten hoed met breedeni rand, flanellen hemd met
sterken broek, hooge laarzen en een rood zijden zak
doek, los om den hals geknoopt. Tweemaal werd hij
door Indianen bemoeilijkt, den eenen keer ontkwam
hij door een revolver af te schieten, den anderen dooi
de snelheid van zijn paard Eens werd hij aangeval
len door een roover, die hem een pistool voor het ge
laat hield. ITij sloeg zijn aanvaller het wapen uit de
hand, zoodat deze ontwapend voor hem stond en om
genade smeekte. Als jager had hij aanvankelijk niet
veel succes, hij was slecht van gezicht, waardoor het
hem moeielijk viel het wild op verren afstand te vol
gen. Later oogstte hij echter op de jacht veel roem
en dit wordt toegeschreven aart zijn gezond verstand,
goed oordeel, onverschrokken dapperheid en vasten
wil. Wij zullen bij het verblijf in het Westen nu maar
niet langer stilstaan. De jaren, daar doorgebracht,
hebben zijn zwak gestel gehard en zijn populariteit
vergroot. Hoe zeer hij de genegenheid der cowboy's
heeft verworven is dezer dagen gebleken op zijn zege
tochten in deze streken en men kan op het oogenblik
haast geen buitenlandsch tijdschrift in handen krij
gen, of men vindt er den heer Roosevelt te midden
van cowboy's afgebeeld.
Wij zullen thans zijn politieke loopbaan nader vol
gen. Op 28-jarigen leeftijd werd hij candidaat gesteld
voor 't gewichtige ambt van burgemeester van Nieuw-
York nimmer te voren was iemand op zoo jeugdi
gen leeftijd hiervoor in aanmerking gekomen. De
democratische tegencandidaat behaalde evenwel de
meerderheid. De benoeming tot hoofd der politie
bracht den heer Roosevelt vrij spoedig met de stad in
nauwer aanraking. Onverschrokken trad hij op en
door niets liet hij zich afschrikken. Zeventienhonderd
nieuwe agenten werden door hem aangesteld en ieder
politiedienaar, die zijn plicht niet nakwam, werd on
verbiddelijk ontslagen. Achtduizend kroeghouders
werden in één jaar gearresteerd, huizen van ontuscht
werden uitgeroeid kortom zijn invloed! deed zich
EEN ROMANTISCH VERHAAT. UIT
DEN TIJD VAN DE PURITEINEN DER
17de EEUW.
door
BARONES ORCZY,
Schrijfster van: De Roode Pimpernel, Ik zal ver
gelden, Een zoon van het Volk, etc.
78)
Bij het zien van mevrouw de Ohavasse stond Boat-
field op. Er kwam een verdrietige trek op zijn ge
laat, bij de gedachte dat Editha's komst zijn welsla
gen misschien verhinderen zou. Inkt en papier waren
op tafel, dicht bij hem, en het was duidelijk, dat, hij de
oude vrouw ondervraagd) had over een onderwerp,
waarover zij zich niet wilde uitlaten.
Ook was in de houding van de oude Martha bij het
zien van Editha verandering* gekomen. Hare hals
starrigheid was verkeerd in toorn. Verlegen bleef
Edit.ha bij den ingang staan.
„Kom binnen, fijne Dame, kom binnen! Moet gij
ook al meedoen met dat uithooren?. Zijt gij be
nauwd voor de geheimen, die da oude vrouw zoo zorg
vuldig verborgen) heeft gehouden?"
„Neem liet mij niet kwalijk, Vrouw Lambert, dat
h,^r binn.en gelateu te worden!" zeide
Lditha, die zeil de haar vreemde bedeesdheid tegen
over de oude vrouw niet begreep. - „Ik kwam alleen
om uwe hulp m te rd%en in. in. Heusch, ik
kwam nergens anders voorl"
„Zeker, zeker! Kom binnen, fijne Dame!" zei
Vrouw Martha spotachtig; „Vreemd, dat ik nu
goed' hoor, wat gij zegt. Uwe woorden klinken als
eene echo van uit vroegere dagen. Er doemt een lan^
begraven herinnering aan u in mij op. Kom bin
nen en ga zitten! Jongen, geef de Dame een stoel,
mi sluit de deur. De Squire heeft allerlei vragen
■te doen!. Misschien zal ik hem antwoorden, nu zij
krachtig gelden. Slechts kort behield hij dit ambt,
omdat hij door president Me Kinley tot secretaris aan
het departement van marine werd' benoemd. Hij
moet vóór den oorlog met Spanje gezorgd hebben, dat
de vloot zich in goeden staat bevond. Dat hij met
het rough riders regiment een actief aandeel in dien
oorlog heeft genomen, mogen we bekend veronderstel
len. Na zijn terugkeer in 1898 werd hij in den tot
dusverre democratischen staat Nieuw-York tot gou
verneur gekozen. Menigmaal werd hem door de tegen
partij een eervolle betrekking aangeboden, maar hij
weigerde beslist van partij te veranderen en bleef ge
trouw aan de gedachte bij het begin zijner politieke
loopbaan uitgesproken: „het is beter een partij te
hervormen, dan haar te verlaten." Ook iq zijn aller
laatste redevoeringen was dit zijn de- en advies. De
betrekking van gouverneur heeft hij evenmin lang
vervuld - de conventie van 1900 candideerde hem als
vice-president der Yereenigde Staten. Die onderschei
ding had hij te danken aan de schitterende wijze
waarop hij tijdens de conventie optrad voor de candi-
datuur van William Mc Kinley als president. Hij
scheen er op gerekend te hebben en had reeds een toe
spraak klaar gemaakt, hield deze ook in de hand,
doch maakte er geen gebruik van. Voor 'de vuist weg
sprak hij met vuur en) overtuiging en zijn laatste rede
trof doel Mc. Kinley werd genomineerd als candi
daat. Maar de conventie was «zoozeer onder den in
druk van zijn bekwaamheid en talent geraakt, dat zij
hem met eenparigheid van stemmen koos tot candi
daat voor het vioei-presidentsöhap. De campagne,
toen door den heer Roosevelt op touw gezet, overtrof
die van al zijn voorgangers. Hij heeft alle staten van
het land doorkruist, toonde grondige kennis van de
geschiedenis van zijn vaderland en van het politieke
leven, wist met alle klassen der bevolking om te gaan
als geen ander. Over die 500 redevoeringen heeft hij
bij deze gelegenheid voor president Mc Kinley en voor
zich zelf gehouden. De campagne had! volkomen suc
ces, de president werd her- en de heer Roosevelt ge
kozen, Den 4den Maart 1901 legde hij den eed) af, die
hem bond als vice-president der Vereenigde Staten.
En reeds den 7den September, den dag, waarop Mc
Kinley na den op hem geplee'gden aanslag overleed,
antwoordde de heer Roosevelt, op een desbetreffende
vraag van het kabinet: „Ik ben bereid) den eed af te
leggen, en wensch te verzekeren, dat het beslist mijn
streven zal zijn, den regeermgsvorm van president Mc
Kinley onveranderd voort te zetten, voor den vrede,
de welvaart en de eer van ons geliefd vaderland." Wij
gaan de wijze, waarop hij het presidentschap waarnam
en die, waarop hij in 1904 werd herkozen stilzwijgend
voorbij. Slechts stippen wij aan, dat de president
jaarlijks 25000 personen voor verschillende betrekkin
gen mo-et benoemen, dat de secretarissen van de ver
schillende departementen hem dagelijks komen bezoe
ken, om zijn raadgevingen in te winnen en orders te
ontvangen, en dat twee snelschrijvers steeds druk be
zig zijn met het gereedmaken der stukken, die door
hier is
Gehoorzaam aan het duidelijke bevel, had Richard
de deur afgesloten en een stoel aanschuivende, Me
vrouw de Ohavasse verzocht te gaan zitten. Squire
Boatfield was blijkbaar verlegen door wat er voorviel,
en blijven staan. Nu mompelde hij eenige veront
schuldigingen over zijn tegenwoordigheid en zei, dat
hij verdere vragen tot later zou uitstellen.
„Ik kom wel op een anderen tijd, Martha!" zeide
hij. Mevrouw de Chavasse wenscht u te spreken,.,
ik kom straks wel terug', als ge alleen zijt.
„Neen, neen! Squire! wil weer g-aan zitten, het is
nog vroeg genoeg, en wat ik te zeggen heb, betreft
toch ook de zaak, waarvoor gij gekomen zijt. Zeg' me
nu nog eens, wat gij wilt weten. Misschien antwogrd
ik nu wel, nu de fijne Dame er bij is."
Zij stond voor de tafel, met haar rimpelige hand er
op steunende. De talken kaarsen belichtten haar ge-
Rat met een vreemde fantastische tint, die te sterker
uitkwam door haar loshangende haren en de schaduw
die de eene zijde van haar gelaat verdonkerde. Editha,
leerbiedig* en onderworpen, staarde haar aan met een
mengeling van vreeze en angst.
In den donkeren hoek der kamer stond de lijkkist,
die door haar scherpe belijning nog even was te on
derscheiden. Richard! Lambert, nog onder den in
druk der folterende vreeze vau dien dag, en aan de
oude vrouw ziende, dat de aandoening van den dag'
zou overtroffen worden door de openbaringen van den
avond, stond bedrukt en zwijgend' hij het lijk van zijn
broer.
,,I\ elnu, man, vraag j^ie op nieuw uwe dragen
zei de oude Quakerse, zich tot den Squire wendende.
„De Heere God heeft gewild, dat ik goed zou kun
nen hooren. Vraag me! Ik zal antwoorden."
„Wel, Martha, zeide hij, naar het papier en den
inkt wijzende, „Mij dunkt, dat gij den moordenaar
van uw. uw neef.gaarne tot de galeien veroor
deeld zoudt zien. en ik wilde dit hevelschrift, om
hem gevangen te nemen, teekenen.... maar daarvoor
moet ik stellig weten, wie de vermoorde was. Zijn wa-
len naam moet ik invullen. Ge weet dieri, en. schijnt
deu president gedicteerd worden. In het drukke sei
zoen komen er dagelijks circa 500 brieven in het Witte
ITuis aan, waarvan echter slechts ongeveer een tiende
gedeelte de persoonlijke attentie van den president
vereischt. Het slot van de biographie, waarin o. a.
ook voorkomt een hoofdstuk uit het werk van de doch
ter van dr. Kuyper, mej. H. S. S. Kuyper, „een half
jaar in Amerika," luidt aldus:
„Zoo is onder zevenjarige regeerrng van Theodore
„Roosevelt, onder de gunst des Allërhoogsten land en
„volk gezegend geworden. Nieuwe sterren prijken
„aan de schoone Amerikaansche vlag, en de rijkdom
„des lands steeg ten top. In zijn optreden heeft hij
„getoond, waar te zijn als Cromwell, ernstig als de Pu
riteinen. Als Roosevelt een afstammeling van een
„hunner ware geweest, zouden wij kunnen zeggen, hij
„deed zijn voorgeslacht eere aan, Roosevelts voorge
slacht komt echter van het land der vele dijken en
„veelvuldige rivieren, van het land der Nassauwen,
„der standvastige martelaren, der dappere helden, van
„N ederlau d."
Ons verslag' van gisteren liep tot aan het festival.
Toen dit geëindigd was besteeg de heer Jb. Lutterot
de feesttent en hield ongeveer de volgende toespraak:
De gebeurtenissen in ons leven wisselen elkaar snel
al'. Het kunnen niet altijd zonnige dagen zijn er
komen ook droeve dagen; dikwijls pakken zich donke
re wolken samen en verduisteren het azuur des he
mels. Maar bij blijde zoowel als droeve dagen doet de
muziek haar heer lijkei uitwerking gelden. Wij kun
nen ons- eenvoudig geen feest denken zonder de op
wekkende tonen der muziek. Bij blijde dageu verhoogt
zij onze feestvreugde, bij droeve dagen geeft zij rust
in ons gemoed.
Enkele jaren geleden had geen dorp in Noord-Hol
land een eigen muziekkorps en ziet, lieden kunnen al
len daarop bogen.
Toen onze ijverige seceretaris en enkele* anderen
het initiatief namen een festival samen te stellen,
ontbrak daaraan het cachet van ontvang, maar zoo als
altijd, verklaarde ons gemeentebestuur zich daartoe
bereid.
Het welkom U hedenmorgen ten stadhuize toegeroe
pen, klonk ons dan ook aangenaam in de ooren. Een
festival saam te stellen is een heel werk, maar dank
zij de ijverige pogingen van enkelen is dit muziek
feest uitstekend geslaagd.
Wat hebt ge onze schoone stad1 vandaag vervuld
met uwe jubeltoonen! Zoo ziet ge mijne heeren wat
ijver vermag. We hebbend gemeend een festival saam
te stellen en geen concours, want die wedstrijden ge
ven dikwijls heete hoofden en koude harten en het is
ons vooral te doen om harmonie te verwekken.
Harmonie is een hoofdfactor bij de muziek, want
waar zij ontbreekt, daar is het schoone verbroken.
Mijne heeren, uit naam van het bestuur der Mij.
van Landbouw, afd. Alkmaar en feestcommissie zeg ik
U dank voor uwe trouwe opkomst en verleende hulp
om dit festival zoo heerlijk te doen slagen. Wij willen
u echter niet van ons laten gaan zander een blijk van
waardeering en bieden u ieder een zilveren herinne
ringsmedaille aan.
Behalve een herinneringsmedaille werd een aardige
hem niet te willen noemen, ten minste gij hebt geaar-
ield.
„Ik aarzel niet langer!" viel zij vastberaden in.
„Laat den jongen daar, mij vragen, hoe de naam
was van zijn broer, en ik zal het zeggen. ik zal het
zeggen. als hij het vraagt.
„Gerechtigheid moet geoefend worden ten opzichte
van Adam's vermoording!" was het vastberaden
antwoord van den jongen1 man; want de oude vrouw
had niets meer gezegd, maar op zijn antwoord ge
wacht, wat zij te kennen had) gegeven, door naar hem
te wijzen. „Het weten van den echten naam van mijn
broeder kan leiden tot ontdekking van de redenen,
waarom hij vermoord is, én van ,den moordenaar. Een
onschuldige mag niet worden verdacht. Daarom, Tan
te, vraag ik u ons mijns broeders naam te noemen, die
ook de mijne is."
„Ge hebt goed geantwoord, jongen, goed geant
woord! zeide zij toen Richard had gezwegen, en
alle aanwezigen stille wachtten op wat zij zouden
hooren. „Goed geantwoord!" herhaalde zij.
„Dat geheim heeft mij de laatste jaren zwaar gedrukt,
sedert gij en Adam geen kinderen meer waart
Maar ik had onder eede uw grootmoeder, die in den
Ileere ontsliep, beloofd, dat gij noch Adam zoudt hoo
ren van de ijdelheid en de schande uwer moeder
Op haar sterfbed beloofde ik het, en heb mijn eed ge
houden. maar ik ben nu oud.Ik overleef deze
verschrikkelijke dagen niet. Ik ben bereid om dit
leven te verlaten, maar ik wil uw geheim, mijn jongen,
niet mee nemen in mijn graf."
Zij snuffelde nu in een oude eiken kast, die de
muurvlakte innam. Twee paar. gloeiende oogen volg
den al haar bewegingen; die van Richard Lambert,
die voor zijn geestes-oog, het visioen zijner toekomst,
eerst flauw belijnd en wazig, maar langzamerhand
duidelijker, zich uit het warnet der raadselen zag los
maken, én die van Editha, die bij het spreken der
oude vrouw, herinneringen uit hare jongere jaren had
voelen opdoemen, waaraan zij niet dan angstig kon
denken. De blik van de oude Quakeres, en vooral ha
re woorden, hadden haar alles doen beseffen. Eu in
foto van de feesttent aan da deelnemers ten geschen
ke gegeven de heer Blokker had 's ochtends de tent
gekiekt en de kiekjes met bekwamen spoed! in gereed
heid gebracht.
Natuurlijk werd ook de dirigent, zonder wiens me
dewerking het festival niet mogelijk zou zijn geweest,
niet vergeten. Met een hartelijk woord van dank en
waardeering, overhandigde de heer Bos den heer Maas
een fraaien lauwerkrans.
De tijd welke er gisteren verliep tussohen het festi
val en de turnuitvoering, bood den stadgenooten, die
reeds van de vroegen morgen af aan in de weer waren
een mooie gelegenheid om weer wat op adem te ko
men. De bezoekers van buiten maakten zich dien tijd
te nutte door de fraaie winkeluitstallingen in oogen-
sehouw te nemen of brachten hem ten deele in café's
en lunchrooms door de jongelui vermaakten zich
hier en daar reeds met den dans
Prompt acht uur verschenen de turner» mei Se
ziek vooraan op het Doelenveld, dkt plotseling door
een zee van electrisch booglicht werd overgoten, ter
wijl op hetzelfde oogenblik aan de sierlijke feesttent
tal van gekleurde gloeilampjes tusschen het groen
fonkelden de firma Haarsma van Oucoop en de
Jong alhier, gaf blijk de kunst van terreinverlichting
uitstekend te verstaan en te zijn ingericht voor de le
vering van een goede lichtinstallatie. Was het veld
aanvankelijk nog leeg, spoedig kwamen de bezoeksters
en bezoekers in grooten getale opdagen. Stampvol was
het niet en in verband hiermede mag de vrees wor
den uitgesproken, dat de opbrengst van de program
ma's niet heeft- beantwoord aan de werkelijk hboge
kosten, die moesten worden gemaakt maar er waren
toch heel wat menschen. Nadat de heer Maas met
zijn getrouwen^ evenals hij blijkbaar onvermoeid, on
danks den zwaren dag, eenige vroolijke muzieknum
mers had gegeven, werd het programma geopend door
„Kracht en Vlugheid" en „de Halter," die onder lei
ding van den heer Middendorp een serie goedgeslaag
de staafoefeningen uitvoerde. Turnlust vergastte den
aanwezen daarna op oefeningen aan het hoogrek, een
combinatie van „Kracht en Vlugheid" en „de Halter"
op barreu-evoluties. Onder de kranige leiding van de.n
heer Pol -de directeur de heer Lambert was afwezig
gaf Turnlust zeer correct de vrije oefeningen, die
te Brussel met zooveel succes zijn opgevoerd. Gaf het
publiek door applaus herhaaldelijk van bewondering
blijk, wanneer er elegante toeren werden verricht, deze
vrije oefeningen vielen buitengewoon in den smaak.
Jammer, dat de electrische verlichting tijdens de oefe
ningen af en toe niet meewerkte om het succes te ver-
hoogen. Het lange zitten in de koele avondlucht viel
niet mee, bovendien vonden we, hoe kranig er ook ge
werkt werd, het wel wat eentonig worden, zoodat wede
drie laatste nummers niet hebben afgewacht: de oefe
ningen aan hoogrek en barren van Kracht en Vlug
heid en de Halter, onder leiding van den heer Sluis,
de barren en groepen van Turnlust en de marmergroe-
pen onder leiding van den heer H. Bossert Hzn., van
„Kracht en Vlugheid" en „de Halter." Niet minder
dan negen mooie groepen werden er gegeven; naar wij
vernamen, vonden zij niet het applaus, dat zij verdien
den, misschien mede ten gevolge van het feit, dat het
kalklicht niet schitterend werkte.
Tijdens deze uitvoering werd op het Hofplein een
concert gegeven, dat door een talrijk publiek werd bij
gewoond -er heerschte in deze omgeving een drukte,
welke aan een drukken kermisavond deed denken.
Vanochtend scheen de zon gelukkig alweer, en of
schoon het frisch was, beloofde het na den nachtvorst
weer een mooien dag te zullen worden; al leek de kans
hare verbeelding zag zij de jaren harer jonkheid1, het
vroolijke loszinnige leven, de bedjes harer jongens, de
kinderen, die voor eene vrouw van de wereld een last
waren geweest.
Zij zag hare moeder, zooals zij haar het laatst had
gezien, de strenge Puriteinsehe, het evenbeeld der
vrouw, die onder eede had kunnen heioven, de beide
kinderen aan de moeder te zullen ontvoeren om ze
vcor haar verborgen te houden en daarin twintig ja
ren had volhard, en die nu nog 'beleediging op belee-
diging kon toevoegen aan de moeder, die de schuld
harer jeugd zoo bitter had geboet!
„Uws broeders naam was: Henri Adam de Ohavas
se, en de uwe isMichael Richard de Chavasse, zonen
van Rowland de Chavasse en van de lichtzinnige, die
zijn vrouw was."
De oudé vrouw had een pak papieren uit de kast
gekregen, geel van de jaren, en floor tranen gevlekt.
Haar stem beefde niet, zooals in de laatste jaren,
maar vast en dof, eentonig, als van1 een hardop droo-
mende. Squire Boatfield had het bijna uitge
schreeuwd van verbazing, dat hij zulke echt oude be
wijzen in handen kreeg. van dezelfde Quakeres,
die zoo hardnekkig alle inlichtingen geweigerd had.
Na eenige aarzeling, en in antwoord op den smeeken
den blik van Richard, verbrak hij het koord, dat de
papieren bijeen hield en las ze een voor een.
Maar toen de klank van de woorden der oude
vrouw in de kamer verstorven was, stond Editha
«ogenblikkelijk op. Haar zware mantel viel van hare
schouders op den grond, hare oogen, onnatuurlijk wijd
opengesperd en van angst getuigende, staarden op
hear zoon.
„De Chavasse. stamelde zij, terwijl allerlei
gedachten door haar hoofd joegen, gedachten van be
nauwing, maar bovenal van natuurlijke moedervreug
de. „Zij, mijn jongens. dan ben ik hun.
Maar met een gebiedend gebaar had1 de oude vrouw
haar doen zwijgen, en belet het woord uit te spreken,
dat haar op de lippen lag.
(Wordt vervolgd.)