DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 235 Honderd en tw&al de Jaargang. DONDERDAG 6 OCTOBER. Gemeenteraad van Alkmaar, BINNENLAND. 1910 De nieuwe republiek. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alk. naar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzondei lijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Mr. van Styrum concludeerde namens- den eischer der effecten. ALKMAARSCHE COURANT. „De monarchie Portugal heeft opgehouden te be staan." Zoo luidt in treffende soberheid het slot van het officieuze telegram dat ons uit den Haag bereikt. Het eenigszins vage telegram, dat we gisteren ontvingen en ondanks de vaagheid onmiddellijk bulletineerden waarom we er vertrouwen in stelden hebben we gis teren in de courant medegedeeld is dus thans vol komen bevestigd. De revolutie is wel plotseling geko men, maar geènszins onverwacht. De leden van de republikeinsche partijen hadden reeds lang de omwen teling voorspeld. „Wij hadden, zeide gisternacht een der voornaamste leiders van de republikeinsche partij, de heer Lima die in Parijs vertoeft, de omwenteling voorzien en reeds lang voorspeld. Wij hadden steeds gehoopt dat de wisseling van regeeringsvorm in kalmte zou kunnen geschieden, ordelijk, als gevolg van den tot vrije uit drukking gekomen volkswil. Maar de koppigheid dei- bewindsmannen en de verblindheid van het hof hebben dat niet toegelaten." Om tegen het land in te' kunnen regeeren had de regeering den steun van leger en vloot noodig gehad. Maar zoowel leger als vloot, die uit verlichte burgers bestaan, zagen in de republiek den eenigen regeerings vorm, die het land op kon heffen. Er was slechts een vonk noodig om de revolutie te doen ontbranden. Dat is de moord op den afgevaar digde Bombarda geweest, die om het leven gebracht is door een luitenant. Beweerd1 werd dat de moorde naar niet toerekenbaar was, maar het volk zag in hem een instrument voor een clericale wraakneming. Dit geval is de vonk geweest, welke de te lang opgehoopte brandstof in lichte laaie heeft gezet. De revolutie brak- uit. Twee regimenten sloten zich onmiddellijk bij de opstandelingen aan, het grootste deel van het eskader eveneens. Er waren nog koningsgezinde troe pen. Zwaar werd er gevochten, maar de republikeinen wonnen. De veldartillerie heesch de nieuwe roodgroe ne nationale vlag op het stadhuis- en spoedig wapper den de nieuwe kleuren op openbare en particuliere ge bouwen. Langs de straten klonk weldra bet nieuwe volkslied, de Marseillaise in het Pörtugeesch of alles ook goed voorbereid was Terwijl de nieuwe lei ders rustig een nieuw bewind instelden de namen der nieuwe bewindsmannen waren natuurlijk reeds be leend klonken de schoten echter nog voort en hield de beschieting van het marine-arsenaal nog aan. Toen nam een der nieuwe mannen, de heer Eusebio Leao, thans civiel-gouv.erneur van Lissabon, de gelegenheid te baat, om het opstandige volk tot rust te manen. Van het balkon van het stadhuis hield- hij een rede voering. Hij zeide, dat hij de orde in de stad- aan de zorg der burgers en van de politie toevertrouwde. Eerbie digt, zeide hij, de openbare en particuliere gebouwen en het leven van alle personen, wi-e dan ook, want de Republiek is edelmoedig en groot van ziel. Waar was inmiddels de Koning gebleven? Met zijn moeder en grootmoeder had hij het paleis verlaten, slechts enkele menschen meenemend. De republikeinen wisten ervan, stemden stilzwijgend in de vlucht toe- Do koningin-moeder begaf zich naar Cintra, een lie felijk gelegen stad nabij Lissabon, waar het prachtige palacio da Pena staat. De Koning en zijn moeder hadden zich inmiddels aan boord van den Engelschen kruiser „New Castle," begeven, welke onmiddellijk te Lissabon was aangekomen wij moeten hierbij even opmerkèn dat we den naam van dezen kruiser niet in de lijst, van Engelsche oorlogsschepen vermeld vinden. Het oorlogsschip zal den jongen oud-koifing naar Londen brengen. En verder zullen de mogendheden wel niet gaan. Engeland heeft altijd met Portugal op uitstekenden voet gestaan en de dynastieën onderhiel den zeer hartelijke betrekkingen. Meer schijnt Enge land echter niet te kunnen doen, dan den afgezetten koning een veilige schuilplaats en een goeden over tocht aanbieden. Vermoedelijk zullen dë republi keinen gaarne goede betrekkingen met Engeland blij ven behouden, vooral nu Engeland niet zijn vloot ge bruikt om het Portugeesche vorstenhuis staande te houden. Een enkel woord nog over den loop der revolutie. Van de hoofdstad waren de republikeinen zeker. Het kwam er slechts op aan om van daar uit de pro vinciën te winnen. Dit is blijkbaar maar al te zeer gelukt en de te verwachten tegenstand- is uitgebleven. De monarchie Portugal heeft opgehouden te bestaan het jaar 1910 heeft bij de vele omwentelingen van deze eeuw nog een gevoegd, er is een kleine republiek bijgekomen zal er weldra een grootere volgen? Vervolg van het twee le blad. HET OPRICHTEN VAN EEN NIEUW GEBOUW VOOR AMBACHTSSCHOOL, BURGERAVOND SCHOOL, AVONDSCHOOL VOOR HAND WERKSLIEDEN EN HANDELSAVOND CURSUS. De voorzitter stelt thans aan de orde de bij lagen 20, 44 en 74, waarin deze zaak door B. en W. is behandeld en wijst met een enkel woord op de houding van het Bestuur der Ambachtsschool. De heer Van B u ij s e n het woord] verkrijgen de zegt, dat het Bestuur der Ambachtsschool voorstelt om het terrein aan de Egmonderstraat te bestemmen voor de Ambachtsschool en bij voorkeur niet het ter rein over de Friesche brug. Spr. nu gelooft, dat het terrein aan de Egmonderstraat niet geschikt is, en dat bij de Eriesche brug bijzonder geschikt moet wor den geacht. Men ziet in alle steden, dat men voor dergelijke inrichtingen bij voorkeur een terrein neemt buiten de stad gelegen. In Hoorn is dat zoo met de Hoogere Burgerschool en in andere plaatsen is het evenzoo. De afstand is ten opzichte van dit terrein geens zins een bezwaar, integendeel, het is een voordeel, dat een complex gebouwen bestemd voor een groot aantal leerlingen buiten de kom der gemeente wordt gehouden. Het terrein bij de Egmonderstraat moge dicht bij het station van den spoorweg liggen, het terrein bij de Friesche brug ligt dicht bij de tram. Wat het bezwaar van de Eriesche brug betreft, dat is geen bezwaar. De mogelijkheid' van te laat komen door force majeure, doordat spoor of tram te laat is, is veel grooter dan de mogelijkheid van te laat komen, doordat de brug tijdelijk open is. Daarom ziet spreker niet in, wat er tegen dit terrein is. Het terrein aan de Egmonderstraat acht hij bepaald ongunstig, waar om hij dat zou willen uitsluiten. Spr. zou daarom willen meegaan met het voorstel van B. en W. om bij voorkeur het terrein aan de Hoornsche vaarten aan te wijzen, doch met uitsluiting van het terrein aan de Egmonderstraat. Mocht het terrein aan de Hoornsche vaarten zooveel bezwaren hebben, dat de zaak er op afstuit, dan is misschien een ander terrein aan te wijzen. De heer Van den Bosch geeft als zijn per soonlijke meening, dat hij het terrein aan de Egrnon derstraat ook ongeschikt acht. Niet alleen in verhand met eventueele uitbreiding, maar ook omdat de prijs buitengewoon hoog is. Wat het terrein bij de Friesche brug betreft, staat hij geheel tegenover de heer Van Buijsen, maar hij meent, dat wat deze ten slotte heeft gezegd, de beste oplossing is, en men kan het- dan aan B. en W. overlaten om door vriendschappelijk overleg met het bestuur de zaak, laten wij hopen tot genoegen van alle partijen, ten einde te brengen. De heer Meienbrink releveert het bezwaar dat de Ambachtsschool zoo dicht bij het Rechtsgebouw zal komen als men die bouwt aan de Egmonderstraat. De heer F ortuin zou eerst willen vragen, of de raad bereid is de verhoogde subsidie toe te staan. Voorts wijst hij er op, dat hem gefrappeerd heeft de groote lankmoedigheid, waarmede B. en W. geant woord hebben op het schrijven van het Bestuur dei- Ambachtsschool. Hij meent daarin bij het dagelijksch bestuur, dat de zaak zoo goed had aangevat, een ach teruitgang in fut te bemerken. Het komt hem voor, dat de raad thans eerst moet uitmaken, of men bereid is de verhoogde subsidie toe te staan. De voorzitter acht het wenschelijk eerst te vragen, of de raad] van oordeel is, dat de school uit breiding behoeft en 2e of de raad genegen is mede te werken tot de verhooging van het subsidie. Dit wordt zonder hoofdelijke stemming- aangenc men. De voorzitter vraagt daarop, of de raad mei kan gaan met de conclusie van B. en W. dat het ge bouw worde gesticht op het terrein aan de Hoornsche vaarten, of een ander in overleg met het Bestuur der Ambachtsschool te kiezen terrein. De heer Meienbrink wijst er nogmaals op, dat hij vooral met het oog op de stoommachine in de Ambachtsschool het terrein aan de Egmonderstraat ongeschikt acht in verband met de nabijheid van het Rechtsgebouw. De v o o r z i 11 e r herinnert er aan, dat B. en W. dat in de bijlage ook gezegd hebben. De heer an Buijsen zou de conclusie van Ti. en W. willen aanvullen met de woorden: met uit sluiting van het terrein aan de Egmonderstraat. De voorzitter brengt daarop in stemming de vraag: Acht de Raad het terrein aan de Egmonder straat geschikt, ja of neen. B. en W1 weten dan. waaraan zij zich te houden hebben. Met algemeene stemmen wordt deze vraag met „neen" beantwoord. De voorzitter constateert dtis, dat dit ter rein is uitgesloten. Daarna wordt in stemming gebracht de vraag o- men het terrein aan de Hoornsche vaarten geschild acht. Deze vraag wordt met 10 tegen 3 stemmen en 2 onthoudingen bevestigend beantwoord. Voor stemden de heeren de Wit, Zaadnoordijk, di Groot, Van Buijsen, Dorbeck, Govers, Pot, Boelman- ter Spill en Luiting. Tegen: de heeren de Lange Uitenbosch en Van den Bosch. Buiten stemming ble ven de heeren Fortuin en Meienbrink. De voorzitter geeft er zijn, verwondering ove te kennen, dat twee leden buiten stemming zijn geble ven. De heer f ortuin zegt daarop, dat er veel over het terrein aan de Hoornsche vaarten is gesproken. Ook de meeningen van bevoegde autoriteiten loopen daaromtrent uiteen. Hij had niet gedacht dat deze vraag zoo a bout portant zou worden gesteld en achtte zich niet bevoegd op dit oogenblik een oordeel uit te spreken, of dit het aangewezen terrein zon zijn. De voorzitter zc-gt dat het niet de vraag is, of dat terrein het aangewezen terrein zou zijn, maar alleen of men het geschikt achtte. De heer Fortuin verklaart dan de zaak niet juist te hebben begrepen, anders zou hij zijn stem er vóór hebben uitgebracht. Hij verzocht dit in de no tulen op te nemen. De heer elenbrink is buiten stemming- ge bleven omdat hij niet weet, of bij bestemming van het terrein aan de Hoornsche vaarten nog niet meerdere kosten zullen -odig zijn bij. voor het leggen van een nieuwen zinker voor den gastoewer. De voorzitter heeft gemeend deze definitieve vragen- te moeten doen, opdat B. e-n W. weten wat de Raad wil: welke terreinen men wil uitsluiten. Nu de raad zich heeft uitgesproken, dat het laatste terrein wel in aanmerking komt en het eerste niet, nu weten zij, dat indien men met het voorstel komt om (le school aan de Hoornsche vaarten te stichten, de meerder heid van den raad er voor is. De heer Uitenbosch is zoo vrij met den voor zitter van meening te verschillen. Ook het terrein aan de Hoornsche vaarten is, meent hij, uitgesloten door het ultimatum van het Bestuur der Ambachts school. Dat spreker tegen dit terrein heeft gestemd is echter niet geschied onder pressie van dat Bestuur, doch omdat hij het zelf niet geschikt acht. De voorzitter wijst er op, dat als de raad de meening deelt van den heer Uitenbosch, dat dan de raad ten slotte niets zou hebben te zeggen, doch zich eenvoudig aan het Bestuur had te onderwerpen. De heer Uitenbosch: Dat is het juist wat ik reeds vroeger heb gezegd, en waarom ik van oordeel ben, dat het vakonderwijs in handen moet komen van de gemeente. Spr. vindt het verkeerd, dat waar het Bestuur slechts 400 aan contributie inbrengt, de gemeente geen medezeggingschap heeft in de zaak. De voorzitter zegt, dat nu de vraag rijst, of mer het derde terrein, dat aan den West.erweg,meer bekend als het terrein van de Vries ook moet worden uitgesloten. De heer Fortuin vraagt of het wel noodig is, daarover te stemmen. Nu komt men weer voor een dubium. Laat de Raad thans eenvoudig B. en W. machtigen, om verder naar hun goedvinden te onder handelen. De heer Dorbeck acht het wel wenschelijk, 'dat waar dit terrein in het debat is gebracht, dat de raad er zich over uitspreekt, doch daarmede zou hij dan alle stemmingen willen zien afgedaan. Spreker sluit zich verder aan bij de woorden dooi den heer Fortuin in den aanvang van het debatgespro ken, toen hij, zij het dan ook in 'andere woorden, ge waagde van het pittige in de behandeling dezer zaak. Hij zou liet aangenaam vinden indien ook van andere zijden hulde werd gebracht aan den zeer bijzonderen tact en handigheid waarmede het dagelijksch bestuur de zaak in goede banen tracht te leiden, en het doet hem leed, dat de goede manier, waarop de zaak door hem is behandeld door de tegenpartij niet geobserveerd is geworden. Spreker keurt af de wijze, waarop het Bestuur der Ambachtsschool de zaak verder heeft be handeld en vindt het een behoefte zijn volle instem ming te betuigen met de wijze, waarop door B. en W. is opgetreden. Llij vertrouwt dan ook, dat bij geen der raadsleden bezwaar zal bestaan, om met gerustheid de verdere afwikkeling aan B. en W. over te laten, en dat de raad in dezen met B. en W. homogoon zal zijn. (Applaus). De voorzitter wenscht thans te vragen, o-f ook het terrein aan den Westerweg zal zijn uitgeslo ten. De heer Van den Bosch wil beginnen met de opmerking, dat hij zich geheel aansluit bij de woorden van den heer Dorbeck en brengt B. en W. ook hulde voor de wijze, waarop de zaak door hen is toegelicht. Hij wenscht verder op te merken, dat de nabijheid van den Hout ook voor hem een bezwaar is geweest tegen het terrein aan de Egmonderstraat. Vaar dagelijks „de hoop des vaderlands" daar zou samenkomen, bestond! er wel eenige aanleiding voor de vrees, dat onze Hout daarvan te lijden zou hebben. Dat zou echter geen overwegend bezwaar mogen zijn en nu meent spreker, dat het terrein" aan den Wester weg veel geschikter is dan dat aan de Egmonder straat, en zou hij daarom, indien het leiden kan tot een vriendschappelijke wijze van oplossing der zaak zonder ultimatums of ernstige gevechten, waarbij mis schien dooden zouden vallen, het terrein aan den Westerweg niet willen uitsluiten en niet bij voorkeur een ander terrein willen aanwijzen. Spreker wijst er nog op. dat ook de prijs van den grond een belangrijke factor is. Al i,s deze raad niet schriel, toch scheelt het te veel of men 1.50 of 3 a 4 gld. per Meter moet betalen. Ook met het oog daarop is hij tegen uitslui ting van dit terrein. De heer Van B u ij s e u zou de door den voor zitter voorgestelde stemming niet willen houden. W aar zooeven gestemd is over de terreinen bij de Friesche brug, zou men nu weer een stemming kunnen krijgen, die het tegenovergestelde wil. Dat geeft weer moeilijkheden. Spreker zou liever zoo lang mogelijk willen vasthouden aan de terreinen bij de Friesche brug. De voorzitter is van meening, dat B. en W. weten, waaraan zij zich hebben te houden en meent, dat de bedoelde stemming nu evengoed gehouden kan worden, al heeft men de voorkeur gegeven aan het terrein bij de Hoornsche vaarten. De heer Van Buijsen is er hierom tegen, om dat indien de terreinen bij de Friesche brug totaal worden verworpen, er dan toch nog een aantal andere terreinen zullen zijn, waarover de Raad zich niet heeft uitgesproken. Er" waren twee terreinen, waaromtrent de meeningen zeer scherp tegenover elkaar stonden. Om trent die twee heeft de raad zich uitgesproken en dat is voldoende. De voorzitter wijst er nog op dat het terrein aan de Hoornsche vaarten gemeente-eigendom is en dat aan den-Westerweg dicht bij den Hout niet; dat maakt verschil. De heer de Groot begrijpt- niet, dat er over het terrein aan den Westei-weg nog moet worden ge stemd/dat perceel ligt een honderd meter van 't ande re. Het bezwaar ten opzichte van de nabijheid van de Hout bestaat hier dus evengoed. Hij kan er niet in meegaan, dat dit terrein zou worden aangewezen. De voorzitter brengt thans in stemming da vraag of het terrein aan den Westerweg geschikt wordt geacht. Deze vraag wordt met 9 tegen 6 stemmen ontken nend beantwoord. Tegen stemden de heeren Van Buijsen, Glinderman, Govers, Luiting, Dorbeck, Meienbrink, Zaadnoordijk, de Groot en Uitenbosch. Voor de heeren Van den Bosch, Bot, Boelmans ter Spill, de Wit, de Lange en Fortuin. De voorzitter stelt thans voor te beslissen over de punten a tot f uit bijlage 44 houdende de voorwaarden waaronder de verhoogde subsidie groot ten hoogste 8318 zal worden toegekend. De heer Van den Bosch deelt thans eerst nog mede, dat er leden zijn, die blijkbaar hun stem verkeerd hebben uitgebracht. De voorzitter meent, dat dit de schuld! dier leden zelve is. Het gaat niet aan nu weer op de zaak terug te komen. Men zit hier niet in een kinderka mer, zegt hij, doch heeft toch te doen met menschen, die zelfstandig kunnen oordeelen en verantwoordelijk zijn voor hun stem. De punten af worden daarna goedgekeurd. (Wordt vervolgd.) GENEESKUNDIG ONDERZOEK VÓÓR HET HUWELIJK. De Centrale Commissie der Rein-Leven-Beweging waarvan ds. A. Klaver voorzitter en mevrouw A. M. van den Steen van Ommeren-Hallo secretaresse is, zond een adres aan de Koningin, waarin wordt be pleit: overlegging bij huwelijk van een- bewijs van ge neeskundig- onderzoek, „het verder aan het wijs beleid en helder inzicht der betrokkenen overlatend of die, trots een duidelijke medische waarschuwing, toch tot den gewichtigen stap van een echtvereeniging zouden wenschen over te gaan. Waar zij den nadruk op meende te moeten leggen, is het wakker roepen en het verhoogen van het verantwoordelijkheidsgevoel bij personen, wanneer zij een der meest gewichtige stap pen (zoo niet den meest gewichtigen stap) in hun le ven zullen volbrengen." GEMENGD NIEUWS. DE VOORTVLUCHTIGE DIRECTEUR. Uit het onderzoek van den accountant van de boe ken van den voortvluchtigen directeur der gemeente gasfabriek en waterleiding te Boskoop, is gebleken dat het tekort ruim 1200 bedraagt. Dit nadeelig saldo is gedekt döor zijne borgen. De eerste fraude heeft volgens de boeken plaats ge had op 28 .Tuli 1.1. De burgemeester ontdekte Vrijdag morgen j.l. dat cr een tekort, was van circa 400. De directeur werd daarover scherp onderhouden en be loofde onmiddellijk dat bedrag aan te zuiveren, doch in plaats daarvan, nam hij denzelfden dag het drie- maandelijksch salaris van den boekhouder en van den machinist der fabriek bij de bank op en verdween daarmede. Men vermoedt dat het tekort, evenals vele andere schulden, ontstaan is door het telegrafisch spelen op wedrennen met bookmakers. Ondanks de scherpe controle van den burgemeester en accountant is het den directeur gelukt op sluwe wijze deze fraude te plegen. F Al LLISSEMENT—SCHMIER. In een buitengewone zitting van de civiele kamer der rechtbank te Haarlem is gisteren een nieuwe kwestie behandeld in het faillissement-Schmier. Een persoon had bij deze effecten beleend, en wilde dit geld terugbetalen tegen afgifte der effecten, doch de curator weigert dit, omdat volgens hem de overwaarde tot- den faillieten boedel behoort. UIT IIEER HUGO WAARD. Bij de gisteren gehouden raadsvergadering was de heer van der Oord afwezig. Na opening der vergadering en vaststelling der no tulen werd medegedeeld: dat de afdeeling lieer Hugo Waard van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers verzocht voor bet. her- ha li ngson derWijs niet alleen de Hoofden der scholen te benoemen, maar dit onderwijs over het geheele perso neel te verdeelen. Voor kennisgeving aangenomen; dat verschillende betalingen door liet Rijk aan de gemeente hadden plaats gehad, eveneens voor kennis geving- aangenomen. De heer L. Holstein verzocht wegens vertrek uit de gemeente eervol ontslag uit zijne betrekking van keur meester van vleesch. Dit verzoek werd zonder bespre king ingewilligd. De heer Dethmers, nieuw benoemd! commies bij 's Rijks Directe Belastingen, verzocht benoemd te worden tot keurmeester. De heer Dethmers werd hier toe met algemeene stemmen benoemd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1