DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 238. Honderd en twaalfde Jaargang, 1910 MAANDA 10 OCTOBER ZEEMILITIE. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden vóór Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,— Afzondei lijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. COURANT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR, Gezien de betrekkelijke bepalingen der Militiewet 1901, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 December 1908 (Staatsblad No. 347); Brengen ter openbare kennis dat lotelingen der lichting 1910 en 1911, die een der hierna te noemen beroepen uitoefenen of behooren tot een der daarbij bedoelde categorieën en in geval van inlijving ter volledige oefening verlangen te dienen bij de zeemilitie, wo.rden uitgenoodigd zich vóór 1 November a.s. ter gemeente-secretarie aan te melden of te doen opgeven. pIJST ya,q dqqr dem Minister yan Marine aan gewpzen beroepen pn categorieën van leerlingen pf studentpn"aan epne inrichting yan onderwijs sis bedoeld in art. 13f der Militiewet 1901, Zeevarenden. A. Stuurlieden, stuurmansleerlingen, matrozen, licht matrozen en jongens op koopvaardijschepen van de groote- en kleine vaart en op zeesleepbooten. Stuurlieden, schippers en yerdpre opvarenden loodsyaartuigen, fonnenleggprg en jachten. piepzeeyis"sehers en NoQrdzeekust-visscher?. Leerlingen yan zeevaartscholen. Binnenschippers. B. Stuurlieden, schippers en schippersknechts van Rijn schepen, aken, tjalken en andere vaartuigen. Stuurlieden, matrozen, schippers en schippers knechts van passagiers- en sleepbooten op binnenwate ren. Zuiderzeevisschers. Visschers op Zeeuwsehe wateren en op de g-roote ri- yiereq. ^fosisel- en oestervisschers. Schuitenvoerders, vletferlieden pn veerlieden. Smeden, stokers, machinisten en bankwerkers. C. Machinisten en machinistleerlingen op schepen en vaartuigen, bij spoor- of tramwegen en op fabrieken en andere inrichtingen, Stokers als hoven. Machinedrijvers (hieronder begrepen drijvers van motorbooten en automobielen.), Smeden en smid-bankwerkers. Machine-bankwerkers en gewone bankwerkers (hieronder ook te verstaan rijwielherstellers). W erlvtuigmakers, Kolentremmers. Metaalbewerkers (hieronder te verstaan kopersla gers, ketelmakers, vijlenkappers en voorslagers). Electriciens. Studenten in de werktuigkunde of in dé electro techniek. Leerlingen van de kweekschool voor machinisten te Amsterdam of van een cursus voor machinisten. Overige beroepen. D. Telegrafisten (hieronder ook te verstaan radiotele grafisten). Seheepsbescbi eters. Scheepstimmerlieden (scheepmakers) E. Koek-, brood- en banketbakkers of -knechts. Koks en koksmaats, hetzij aan boord' van schepen of vaartuigen, hetzij aan den wal, F. Koffiehuis- en hotelbedienden. Hofmeesters en kellners op schepen of booten. G. Ziekenverplegers. Barbiers. Apothekers-bedienden. Studenten in de geneeskunde of in de artsenijbereid- kunde. H. Personeel van 's Rijks werven. N.B. De personen genoemd onder A, B en D. ko men allereerst in aanmerking voor inlijving als zeemi licien-matroos. De personen genoemd onder O komen allereerst in aanmerking voor inlijving als zeemilicien-stoker. De personen genoemd onder E komen in aanmer king voor inlijving als zeemilicien-kok. De personen genoemd opder F komen in aanmerking voor inlijving als zeemilicien-hofmeester, De personen genoemd onder G. komen in aanmer- king voor inlijving als ze'emilicien-ziekenverpleger. De personen genoemd onder H. komen in aanmer- Kmg voor inlijving als zeemilicien-matroos of -stoker, al naarmate van het beroep dat zij uitoefenen. erder herinneren burgemeester en wethouders, dat ten aanzipn der zepmihciens bij de wet is bepaald: Art. 140. Ingelijfden bij de zeemilitie kunnen in gewone tijden a leen dan voor den dienst buiten Europa worden be stemd indien s lands belangen vorderen dat het schip waarop zij voor eerste oefening dienen, onverwijld naar de koloniën of bezittingen des Rijks in andere vcielddeclen of eldres buiten Europa wordt gezonden, ingeval van oorlog of andere buitengewone omstandig- kan de zeemilitie in het algemeen voor diensten buiten Europa worden bestemd volgens door Ons te geven voorschriften. Ingelijfden bij de zeemilitie, die in de koloniën en bezittingen des Rijks in andere werelddeelen en tus- schen de keerkringen dienen, genieten de voordeelen aan vrijwillig dienenden bij de zeemacht wegens vei' blijf aldaar toegekend. Art. 141. De manschappen der zeemilitie worden tot eerste oefening acht en een halve maand in werkêlijken dienst gehouden, tenzij Wij zulks niet noodig achten. Voor hen, die na eene acht en een halve maandsche eerste oefening blijken niet te voldoen aan de eischen van practische en theorethisehe bekwaamheid, door Ons te bepalen, kan de eerste oefeningstijd tot ten hoogste tiyaalf piaanden worden verlengd. Zij, die dienen op een schip buiten 's1 lands, welk schip hetzij door plotseling opgekomen politieke ver wikkeling-en, hetzij door averij of wel wegens andere onvoorziene omstandigheden langer moeten uitblijven dan oorspronkelijk was gerekend, kunnen tot ten hoogste twaalf maanden in werkelijken dienst worden gehouden. In geval van oorlog: of andere buitengewone omstan digheden, kan de zeemilitie, hetzij geheel, hetzij ten deele door Ons' buitengewoon worden bijeengeroepen, Ter zelf der tijd wordt eep yoqrstél yan wet aan de Staten-Generaaj gedaan, om het samenblijven der zeemilitie, zooveel noodig, te bepalen Art. 141bis. Wanneer het ter handhaving of tot herstel van de openbare rust of orde, tot uitvoering van wettelijke voorschriften of om andere overwegende redenen noo dig is, kan door Ons worden bevolen, dat de ingelijfden bi; de zeemilitie,- die in werkelijken dienst of met ver lof zijn, voor zooveel noodig, tegelijk of voor een deel in werkelijken dienst worden gehouden of geroepen, met dien verstande, dat bij gedeeltelijke oproeping, de oproeping van hen, die tot eene jongere lichting be- hooren, steeds aan die der daaropvolgende lichting voorafga. Binnen zes weken nadat bovenbedoelde ingelijfden ingevolge de bepaling van de vorige zinsnede in wer kelijken dienst zijn gehouden of zijn geroepen, wordt door Ons een voorstel van wet aan de Staten-Gene raaj gedaan, om het in werkelijken dienst blijven van die ingelijfden zooveel noodig te bepalen Art, 142. De manschappen der zeemilitie, die hunne eerste oefening hebben volbracht en niet in werkelijken dienst zijn, komen in het derde dienstjaar eenmaal,te zamen om g-edurende niet langer dan zes weken te worden geoefend, tenzij Wij het raadzaam mochten oordeelen; dat samenkomsten geheel of gedeeltelijk achterwege te laten. Aan de manschappen der zeemilitie die verlangen, na volbrachten oefeningstijd, in werkelijken dienst te blijven of te komen, zonder zich als vrijwilliger te ver binden, kan zulks door of vanwege Onzen Minister van Marine worden vergund. Art. 145. De manschappen der zeemilitie, die zich met verlof bevinden, mogen zich zonder toestemming van Onzen Minister van Marine niet langer dan' gedurende drie achtereenvolgende maanden buiten 's land's ophouden. Hun wordt in gewone tijden vergunning tot uitoe fening- van de buitenlandsche zeevaart en visscherij verleend. Zonder die vergunning worden zij niet tot eene ver bintenis tot uitoefening van de buitenlandsche zee vaart toegelaten. Aan de manschappen der zeemilitie, die zicb met verlof bevinden en' niet in verzuim zijn, wordt de in de eerste zinsnede bedoelde toestemming-, wanneer zij ge vraagd' wordt en blijkt noodig te zijn ter zake van uit oefening van of opleiding tot landbouw, handel of nij verheid, in gewone tijden niet' geweigerd. Bij de toestemming kunnen die manschappen worden bijgesteld van de verplichting tot deelneming aan de oefeningen, vermeld in art. 142 en tot het komen in werkelijken dienst in geval van oorlog, oorlogsgevaar ot andere buitengewone omstandigheden. Aan de toestemming kunnen overigens zoodanige voorwaarden worden verbonden als in het belang- van den dienst noodig worden geoordeeld. Art. 146. Elk bij de zeemilitie ingelijfde, die daarbij den bij de wet bepaalden diensttijd heeft volbracht, ontvangt op den dag- van diensteindiging, tenzij hij uit anderen hootde nog tot den krijgsdienst verplicht is, een bewijs van ontslag uit den dienst bij de militie. Voorts wordt aan de belanghebbende lotelingen be kend gemaakt: lo. dat als tijdruimte, binnen welke het onderzoek naar de geschiktheid voor inlijving bij de zeemilitie van de lotelingen. die zich daarvoor hebben opgege ven, zal plaats hebben, is bepaald het tijdvak van 1 tot 25 JANUARI 1911 j 2o. dat het tijdstip van in dienst stelling voor hen, die dadelijk na inlijving in het genot van verlof zullen worden gesteld, zal vallen in de eerste helft van Au gustus d. a. v.; 3°. dat de lotelingen hij hunne aangifte voor de zeemilitie ter gemeente-secretarie zullen kunnen op- gc-yen wat zij in geval van aanwijzing voor de zeemi litie het liefst wenschen öf dadelijken aanvang van hunnen werkelijken dienst in Maart öf na inlijving verlof tot Augustus; 4o. dat zooveel mogelijk met hunne wenschen reke ning zal worden gehouden, doch dat zij, die zich voor de zeemilitie hebben opgegeven £n na gescliiktbevin ding daarvoor zijn aangewezen, zich niet zullen kun nen terugtrekken indien zij mochten worden 'bestemd voor indienststelling op een ander tijdstip dan waar voor zij zich hebben opgegeven; 5o. dat de oefeningstijd' van hen, die in Augustus zullen moeten opkomen, van gelijken dluur zal zijn als de oefeningstijd van hen, wier werkelijke dienst in Maart aanvangt. Indien militieplichtigen, die zich voor de inlijving bij de zeemilitie hebben opgegeven, na die opgave van adres mochten veranderen, behooren zij daarvan ten spoedigste mededeeling te doen aan het Bureau der Zeemilitie te Willemsoord en indien zij vooy de ver huizing naar eene andere gemeente reecU een of meer vervoerbewijzen, strekkende vooy de reis van uit de vorige gemeente van het genoemde Bureau mochten hebben ontvangen, behooren zij deze vervoerbewijzen bij de opgaye van iiun nieuw adres aan dat Bureau te rug- te zenden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 8 October 1910. ALKMAAR, 10 October. Het groote feit van de week is natuurlijk de poli tieke omwenteling in Portugal geweest, In driemaal vierentwintig uur had het koninkrijk Portugal opge houden to bestaat], gelijk een telegram lakoniek mede deelde. Sinds jaren heeft men dezen loop der dingen kunnen zien aankomen. De bloedige Februaridag van 1908, waarbij koning Eduard en zijn oudste zoou het leven verloren, was het hoogtepunt van het dTama. De jongeling, die den tyoon besteeg, was niet de geschikte persoon, om de monarchistische gedachte bij het volk opnieuw ingang te doen vinden onder het Portugee- sche volk. Zijn jeugd, het slechte voorbeeld' van het hof mogen als verzachtende omstandigheden worden aangemerkt, maar koning Manuel was zicli van ziju moeielijke taak ook weinig bewust, Iiem ontbrak alles om het schip van staat in een veel bewogen tijd op de juiste wijze te koersen. Hij maakte wat pret, ver teerde veel geld, hield er een dure vriendin op na. „Wee het land, welks koning een akind is," heette het reeds m de oudheid. En thans wordt er heel wat meer van een koning geëischt dan destijds! Het ver loop van de republikeinsche beweging is moeielijk in een kort overzicht te schetsen. Als de gevaarbrengende vonk wordt beschouwd de mooid op een dokter Bombard®, Een der corre,sponden ten vertelt aldus; Het republikeinsche blad O Sec-ulo verspreidde op groote schaal een ophitsend' plakkaat, hetwelk van een politieken moord sprak, en het volk opwekte een eind te maken aan het monarchale regime, „dat zulke ge- meene misdaden duldde". Groepen opgewonden werk lieden lazen dien on.zin gretig en riep dan „Weg- met de monarchieeen kreet, die vlug rondging. Een priester wekte de woede der menigte, door bij het lezen van liet plakkaat hatelijke opmerkingen te maken over de republikeinen en den vermoorde. De menigte liep te hoop en toen de priesters poogden te ontkomen, werden zij gesteenigd. Door dë menigte achtervolgd, vluchtten zij in de bureelen van het nationalistische dagblad Portugal. Dit was1 het begin van het oproer. Toen de politie de orde trachtte te herstellen, werd zij aangevallen door de republikeinen,die met revolvers gewapena waren. Vele schoten werden gelost en eeni- ge politiemannen werden g-ewond. De oproerlingen werden ten slotte uiteengedreven, maar begaven zich naar de kazerne van de eerste batterij artillerie, die als vurige aanhangers van de republikeinsche partij bekend stonden. De batterij muitte, nam de eenige twee officieren in de kazerne gevangen en vertrapte de komngsvlag, die vervolgens door de menigte aan stuk ken werd gescheurd. De mannen marcheerden nu uit de kazerne met een republikeinsche vlag en vier veld kanonnen. Zij braken in het arsenaal, wapenden zich en verdeelden wapenen onder de burgers. De beweging- verrastte de regeering volkomen. Men verwachtte een revolutionnaire uitbarsting vroeg of Iaat, maar stellig niet Maandagnacht. Dertig uren lang vochten de koningsgezinde troepen, vooral de burgerwacht, dapper en met beslistheid. Zij waren trouwens veel talrijker dan de republikeinen, maar zij werden ontmoedigd] door gebrek aan geestdrift of zelfs steun van hun officieren, vele van wie in het geheim met de omwentelaren instemden, ofschoon zij den loop der gebeurtenissen wilden afwachten, alvorens open lijk partij te kiezen. „Na de wanhopigste straatgevech ten, die ik ooit heb moeten aanzien die te Konstan- tinopel van verleden jaar waren niet langer of hard nekkiger heescli een groot deel der troepen, dat tot dusver trouw was gebleven, de vredesvlag en liep in menigte naar de republikeinen over" zegt de man van de Daily Chronicle. Et- schijnt nog iets van een tegen-revolutie te zijn geweest, het heette bijv. dat een regiment infanterie, versterkt door artillerie in opstand was gekomen en slaags raakte met de republikeinsche soldaten. Maar spoedig werd, volgens de berichten, de orde hersteld. De mogendheden hebben zich blijkbaar "ook bij den nieuwen staat van zaken neergelegd en koning Ma nuel mag tenslotte blij zijn dat hij door de vlucht zijn leven gered heeft. Wel wordt met zekerheid gemeld, dat de koning reizende op een Amerikaanschen krui ser Zaterdagavond uit Gibraltar naar Portugal ver trokken is, naar verluidt door een interventie tusschen Engeland, Duitschlandi en Amerika, maar wij kunnen er geen geloof aan hechten voordat dit feit bevestigd is. Gesteld dat de mogendheden het inderdaad wilden, hoe zouden ze den koning kunnen handhaven? In de plaats van dezen jongenman is- gekomen aan het hoofd van den staat, althans voorloopig, Teofilo Praga, een bejaard man, van' wien wordt verteld dat zijn leven en zijn werk getuigen, dat hij is een man niet een oprecht karakter en een konsekwent denker. In haar gepubliceerd' program heeft de nieuwe regee ring getoond, dat zij heel wat hervormingen wil aan brengen. De voornaamste punten van het program zijn: de ontwikkeling van het openbaar onderwijs, de verdedi ging te land en ter zee, decentralisatiestelsel in het koloniaal bestuur, de verwezenlijking van de autono mie van het justitieele gezag; waarborging der vrij heid van geloof, vrijheid van drukpers, vrijheid van vergadering, vrije meeningsuiting, uitdrijving der con- g-egraties, verplichte inschrijving in de burgerlijke re gisters, leeken-onderwijs, scheiding tusschen kerk en staat, versterking van het crediet en de financiën.- Dat de niéuwe verkiezingen voor de Portugeesche Kamer, welke eerlang zullen worden gehouden, aan den nieuwen staatsvorm een meerderheid zullen geven, is niet aan twijfel onderhevig ook al wordt niet de methode gevolgd, dat de regeeringspartij altijd bij de stembus de winnende partij is. Immers de vroegere minister-president Teixeira de Souza heeft reeds vre de met de republikeinen gesloten en een g-root deel van de voorstanders der monarchie hebben snel zijn voorbeeld gevolgd. Toch zullen er zich veel moeielijkheden voordoen. Het leger heeft, door zijn overgang, de republikeinsche zaak beslist. Het zal er thans, evenals twee jaar ge leden op aan komen, den invloedl van het leger binnen de perken te houden, als een militaire dictatuur ten slotte niet het einde moet zijn. De koning, die zooveel gelukkiger het bewind heeft aanvaard, dan Manuel, Albert van België, heeft met zijn gemalin aan Weenen een bezoek gebracht. Het heeft hem aan toejuichingen niet ontbroken. België maakte niet Nederland een onderwerp van bespreking uit in het invloedrijke Franscheb lad lo Temps. Het blad beweerde, dat men in Brussel op nieuw gelooft aan -een geheim Hollandsch-Duitsch ei bond en betoogt, dat Holland in geval van een Engelsch-Duitsch conflict een g-ewillig wefktuig in de hand van het Duitsche militairisme zou zijn. Als de Duitsche vloot zich eenmaal meester heeft ge maakt van Den Helder, is zij slechts op een kanon schot afstand' van Sheerness, en als zij de stelling lissingen nam, slechts op den afstand van een- pistoolschot van harne tegenstander. Welnu! Het langzaam maar zeker en koel berekend naderen van een voorgenomen doel, is te bekend als een specifiek Duitsche eigenschap, dan dat men niet in de voor Ylissingen aangevraagde credieten, het tweede artikel van het programma moet zien, waaraan het eerste de versterking van Den Helder was. Het is de Belgen, alsof een stille bedreig-ing van Duitsche zijde, van uit Vlissingen, tot hen komt. Zij vreezen voor het gevaar van Engelsche hulp te worden afge sneden, en ingelijfd te worden bij een continentaal stelsel, dat zij niet verfoeien, en dat de gevolgen van een eventueelen oorlog tusschen twee groote mogend heden een groote ramp over hun land zouden brengen.. Men begrijpt besloot de „Temps" volgens de Cour. dat dit alles weinig bevorderlijk is voor de toenade ring tusschen Hollanders en Belgen, die reeds door zooveel tegenstrijdige belangen, op economisch gebied, verdeeld zijn. Daar is weer stof om over te schrijven/Wij hebben daarvoor heden echter geen gelegenheid, maar moeten eindigen, na nog even aangeteekend te hebben, dat de uitsluiting van i50.000 arbeiders in de Engelsche katoenindustrie van korten duur is geweest, dat een uitsluiting- in Hamburg in de metaal-industrie is voorkomen dat zijn, na het sombere begin van dit artikel', ten minste een paar betere berichten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1