DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
1910.
DONDERD
13 OCTOBER.
BINNENLAND.
No. 241
Jaarlijksche Schouw, over
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzondei lijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COST ER ZOON, Voordam C 9.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat in liet Ge
meenteblad van Alkmaar, Ho. 341, is' opgenomen het
besluit van den Raad dier gemeente van 24 Augustus
j.l., waarbij is vastgesteld:
EENE VERORDENING TOT REGELING
DER BELOONINGEN VAN IIET ONDER
WIJZEND EN BEDIENEND PERSONEEL
AAN DE BURGERAVONDSCHOOL EN AAN
DE AVONDSCHOOL VOOR HANDWERKS
LIEDEN.
Welke verordening, heden afgekondigd, gedurende
drie maanden ter gemeente-secretarie voor ee.n ieder
ter lezing is nedergelegd, en aldaar tegen betaling van
0.10 in afdruk verkrijgbaar is gesteld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATJT, Secretaris.
Alkmaar, 12 Oct. 1910.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
ALKMAAR brengen bij deze ter kennis van be
langhebbenden, dat op Woeusdag 36 October
dezes jaars, door den opzichter over den Hout en de
Plantsoenen zal worden gehouden de
De oude Zandersloot, beginnende bij het bruggetje
in den Kennemersingel, vervolgens de slooten loo
pende van den Kennemersingel af tot de Verlaatjes-
bruggen
De sloot langs Egelenburgerlaan en Ropjeskuil tot
den weg naar de begraafplaats.
De ringsloot om de Cadettenschool.
De Bleekersloot loopende van den Nieuwlandersingel
af en de nieuwe Zandersloot, beide tot aan de ban-
scheiding van Heiloo
De sloot loopende van het Baanpad af achter langs
de baanhuizen, tot het pad van Overdie.
De sloot langs en van het Baanpad af ten Zuiden
van de huizen aan de Overdiestraat tot het Kanaal.
De sloot loopende ten Zuiden van het weiland van
Mevr. van Wensen en verder tot het Kanaal.
De slooten loopende langs de Zuidzijde van den
Schermerweg en langs de Noordzijde van het jaag
pad aldaar.
Wordende alle eigenaars of gebruikers van percee-
len, san en iRDgs die slooten liggende, aangemaand
om van de gezegde slooten, en wel ieder voor zooverre
zijn eigendom zich daar langs uitstrekt, de kanten af
te maaien, het kroos en afgemaaide op te halen, als
mede die slooten uit te diepen en het zand benevens
den modder, te hunnen koste, ter weerszijden daaruit
op te halen, a'l93 op zoodanige diepte en on
der die bo:ti en strafbepalingen, als bij de
bestaande ver rdeningen zijn vastgesteld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, den 12en October 1910.
meerderheid der nationale vergadering blijkt te bezit
ten, zelf wel minister-president. Dan zou hij er in de
eerste plaats naar moeten streven, dat de rust en
orde in het land hersteld werden en dat de noodig ge
achte wijzigingen in de grondwet werden aangebracht.
Zijn kabinet zou een overgangsministerie moeten zijn,
dat slechts die maatregelen tot stand bracht, welke
voor de naaste toekomst heslist noodig zijn.
De heer Hösslin heeft zich dezer dagen over de mo
gelijkheid uitgelaten, dat hij geroepen zou worden een
kabinet samen te stellen en laten doorschemeren, dat
hij in dat geval de portefeuille voor oorlog zelf zou
behouden en een eind zou maken aan de alom heer-
schende corruptie. Ook wilde hij trachten de cijfers
der landverhuizing te verlagen, omdat de krachtigste
elementen op deze wijze aan den staat worden onttrok
ken. Een sterk koningsschap, dat van zijn doel bewust
is. noemde hij het beste voor de geheele natie.
In de Grieksche natie is, zeide hij, een goede gezon
de kern, als men zich maar bewust is van den ernst
der tijden en de leiders hun invloed op de groote mas
sa maar in goeden zin willen aanwenden.
Tn den zelfden geest heeft hij gesproken in de rede
voering, waarmede hij den voorzitterszetel in bezit
nam. I oen heeft hij n.l. gezegd, dat hij zich tot geen
enkele politieke partij rekende en van meening was,
dat een hervorming van het staatswezen in de eerste
plaats een grondige verandering in het regeeringssy-
steem beteekende. De debatten over de grondwetsarti
kelen, die herziening behoeven, moeten buiten den
strijd der partijen staan. Aangezien de atmosfeer
steeds duisterder wordt, besloot hij zijn rede, moet
men de hartstochten en de wederzijdsche aanklachten
laten varen, om als eén man den dreigenden stormen
het hoofd, te kunnen bieden.
Op het oogenblik is de atmosfeer in Griekenland
nog al g-unstig of zij zoo zal blijven is echter een
andere vraag. Nog altijd is de mogelijkheid niet uit
gesloten, dat de revideerende nationale vergadering
een constituante wordt!
DE KRITPP-COMMISSIE.
Naar de Avp. meldt, hield gisterenmiddag de Krupp-
commissie, onder voorzitterschap van den heer Van
Kamebeek, eene vergadering.
Men verwacht, volgens genoemd' blad, dat in de aan
staande geheime vergadering der Tweede Kamer be
sloten zal worden om tot publicatie van het Krupp-
rapport en de betreffende beschouwingen der regee
ring over te gaan.
ALKMAAR, 13 October 1910.
Een telegram in de ochtendbladen maakt melding
van het feit, dat het Grieksche ministerie is afgetre
den. Dit bericht doet de vraag stellen: hoe staat het
tegenwoordig in Griekenland?
De vraag is niet van belang ontbloot, omdat, gelijk
bekend! is, in dit koninkrijk sinds geruimen tijd zeer
slechte, verwarde toestanden heerschen en omdat,
naar menschelijke berekening, koning George ook nog
wel eens van den troon gezet zou kunnen worden. Er
is een tijd geweest, dat de koning zeer slechte kansen
had, maar het schijnt, dat het koningsschap voor het
oogenblik er iets gunstiger voorstaat. De benoeming
van een president der nationale vergadering, deze eigen
aardige volksvertegenwoordiging, welke de grondwet
moet herzien, heeft eeuig licht in de Grieksche duis
terms gebracht. Wij weten nu tenminste, dat de
meerderheid van deze nationale vergadering haar stem
uitgebracht heeft op iemand, die geen fel partijman
en geen revolutionnair is. Het ging bij de verkiezing-
in hoofdzaak om dezen verkozen heer Ilösslin en den
veelgenoemden heer Venizelos, de vertrouweling dei-
Kretenzers, die op het woelige eiland de macht in
handen heeft en deze in Griekenland hoopte te ver
werven. Toen de heer Venizelos zich naar Athene be
gaf, ging hem de tijding vooraf, dat hij dictator van
Griekenland zou worden. Hij heeft het echter niet
klaar kunnen spelen een nieuwe partij-formatie tot
standi te brengen en zich zelf aan het hoofd daarvan
te stellen. Daardoor is voorloopig de kans op een re
volutie verminderd - in den heer Venizelos wordt n 1
gezien de voorstander en doorzetter eener revolutie.
De heer Hösslin wordt een gematigd man genoemd
wien de toekomst van de monarchie Griekenland zeer
ter harte gaat.. Van hem wordt verwacht, dat hij het
koninkrijk nu eens in kalmer vaarwater zal weten te
koersen. Vermoedelijk zal, nu- 't kabinet—Dragoumis
i» afgetreden, de heer Hösslin thans geraad
pleegd worden bij de vorming van een nieuw ministe-
D». Misschien wordt hij, waar hij de gunst van de
TWEEDE KAMER.
Aan de orde was de behandeling van het voorstel-
Eland om het afdeelingsonderzoek omtrent het wets
ontwerp betreffende het fonds voor de kustverdediging
uit te stellen.
De voorzitter deelde mede naar aanleiding van het
-verzoek va;n den heer Eland om de Regeering* publica
tie te vragen van het rapport van de Staatscommissie
betreffende de samenwerking van land- en zeemacht
"van den minister-president een schrijven te hebben
ontvangen, waarin deze namens zijn ambtgenooten me
dedeelt dat men bij openbaarmaking van het rapport
juist al datgene openbaart wart in het belang des lands
geheim moet blijven. De Regeering stemt ten deze ge
heel in met hetgeen door minister Cohen Stuart is
verklaard) bij de behandeling der begrooting van 1907.
Publicatie van gedeelten uit het rapport zou leiden
tot een onsamenhangend geheel, waarin de bijzonder
heden zouden- ontbreken waarop het juist aankomt.
Een dergelijk verminkt stuk zou slechts tot verkeerde
gevolgtrekkingen kunnen leiden. De Regeering meent
dus niet de toezegging te mogen doen een voor open
baarmaking geschikt uittreksel uit het rapport te zul
len maken.
De heer Van Dedem (c. h. Zwolle) zal na dit ant
woord der regeering niet aandringen op onmiddellijke
ai doening van het wetsontwerp. Hij zal dus stemmen
voor het voorstel-Eland, doch rekent er op dat nog
voor het Kerstreces het afdeelingsonderzoek zal plaats
hebben.
De heer Eland (u. 1. Arnhem) zei dat, het buitenge
woon moeilijk,zal zijn het wetsontwerp na deze mede
dealing* der regeering in openbare vergadering te be
andelen. V e zullen dus een geheim voorloopig ver-
s ag krijgen, gevolgd door een- geheime vergadering.
Dal is een novum, dat geen aanbeveling verdient.
De voorzitter antwoordde dat het uitbrengen van
liet voorloopig verslag de taak is der rapporteurs. Hij
gelooft echter wel dat de behandeling* van het wetsont
werp in geheime vergadering zal moeten plaats vin
den.
De heer Van Vlijmen (K. Veghel) verklaarde mede
namens zpn politieke vrienden te zullen stemmen vooi
uitstel. Eenig uitstel acht hij wel gewenscht, maar
met zoo onbepaald als hij uit de woorden van den
heer Van Dedem begrepen heeft. De centrale sectie
moet natuurlijk beslissen, maar spr. verwacht in elk
geval dat voor het begin van November het afdeelings
onderzoek zal plaats hebben.
Het voorstel van den heer Eland, het afdeelingson
derzoek uit te stellen, wordt vervolgens zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
De voorzitter verklaarde na deze beslissing in over
leg- te zullen treden met de centrale sectie. Hij heeft
echter één verzoek aan de heeren te doendat zij die
met kennis hebben genomen van het rapport der
staatscommissie, zich nu zullen beijveren dit te doen
(Gelach, geroep: natuurlijk!) Het wetsontwerp is van
te groote beteekenis om het. zoo maar van de baan te
schuiven.
De vergadering- werd gesloten.
Rechtzaken.
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK
TE ALKMAAR.
Zitting van Dinsdag 11 October 1910.
MISHANDELING.
Adrianus Br., landbouwer te Castricum, was ten
laste gelegd, dat hij zich aldaar in den avond van 21
Augustus aan mishandeling had schuldig gemaakt.
Als getuigen waren 3 verplegers uit het provinci
aal krankzinnigengesticht Duin-en-Bosch gedagvaard.
De eerste, Gabriel van Bodegom, verklaart op den
bfewusten avond in een herberg te Castricum te zijn
geweest, waar beklaagde ook was.' Toen het sluitings
uur was aangebroken en allen weg moesten gaan, gaf
beklaagde hem een slag op het hoofd en een in het
aangezicht.
Gerrit Rus, de tweede getuige, vertelt evenals de
vorige getuige, hoe de zaak zich heeft toegedragen.
Hij zag, dat Bodegom een paar klappen kreeg-. Toen
get. er bij wilde komen, kreeg* hij van beklaagde ook
een klap, waardoor hij viel, waarna beklaagde hem bo
vendien nog een schop gaf. Het gevolg' was, dat get.
uit mond en neus bloedde, een hersenschudding kreeg
en een poos ernstig ziek werd.
Augustus Petrus Gaarsthuis deelt ten slotte mede,
dat ook hij gezien heeft, dat beklaagde Bodegom
sloeg. Van de mishandeling van Rus heeft hij niets
gezien. Wel zag* hij hem na dien tijd, toen hij bloedde.
Beklaagde ontkent alles en zegt beslist niet de per
soon te zijn geweest, die geslagen heeft.
De officier van justitie wijst er op, dat niet alleen
beklaagde, maar ook zijn broer en zijn neef zich op
bovengenoemden avond' zoo beestachtig hebben gedra
gen.
Alleen van beklaagde heeft men het bewijs. De oor
zaak zal wel weer zijn een haat tegen het gesticht en
de verplegers daaraan verbonden. Alles wat aan het
g-esticht verbonden is, moet het ontgelden. Z. E. A.
acht het wettig en overtuigend bewijs geleverd en
eischt voor beklaagde wegens mishandeling 2 maal
gepleegd 6 maanden gevangenisstraf. Beklaagde be
weert nogmaals onschuldig te zijn.
had weggenomen en zich dit wederrechtelijk had toe
geëigend.
Beklaagde bekent ze meegenomen te hebben, hij
had ze tusschen de rails vandaan gehaald op de plaats
waar de steenkool altijd gelost wordt. Hij had een zak
medegenomen om ze te vervoeren.
Jan Broer, rijksveldwachter te Enkhuizen verklaart
beklaagde ontmoet te hebben met den zak gevuld met
steenkool op den rug*. Hij hield hem aan en nam den
zak m beslag. Beklaagde wees hem de plaats, waar
hij ze weggehaald had.
Jan van Wijk, stationschef te Enkhuizen deelt mede
dat niemand zonder vergunning de steenkolen van het
emplacement mag weghalen. Bekl. had geen vergun
ning en mocht ze daar dus ook niet wegnemen.
Volgens de officier verrijkte beklaagde ziek ten
koste van een ander. Spr. vermoedt daarbij nog, dat
bekl. ze niet tusschen de rails gevonden heeft, maar
uit een wagen heeft gehaald. Spr. zal geen gevange
nisstraf eischen, daar hij hoopt dat een andere afstraf
fing toch ook anderen verschrikken zal. De eisoh
luidde 10 boete subs. 10 dagen hechtenis.
MISHANDELING.
Klaas Zw., een 18-jarige visscher te Egmond aan
Zee, had den 28en Augustus Kniertje Groen aldaar
mishandeld. Kniertje deelt mede, wat er op dien be-
wusten datum gebeurd is. Zij had' verkeering met be
klaagde, die 's avonds om half elf op 't erf van
„Trompenberg kwam, waar zij in betrekking was. Zij
had gehoord, dat hij den heelen dag in de herberg had
doorgebracht, waarom zij hem toevoegde, dat hij niet
behoefde te wachten en ook niet meer terug behoefde
te komen. Bekl. gat haar toen een duw, waardoor zij
tegen den muur viel en haar handen bezeerde.
Beklaagde zegt zich niets meer van het geval te
herinneren. Marie Bakkum te Alkmaar was in het
afgeloopen zomerseizoen buffetjuffrouw in „Trompem
berg te Lgmond aan Zee. Zij zag daar op een Zon
dagavond dat bekl. het dienstmeisje Groen op de*
grond gooide, schopte en sloeg.
Ook Catharina Harder te Alkmaar, die van den zo
mer in „Trompenberg" was, zag de mishandeling.
Beklaagde hoorde voor zijn misdrijf 15 boet»
subs. 15 dagen hechtenis tegen zich eischen.
Cornelis Gr. te St. Pancras had te Oterleek den
21en Augustus Floris Evers mishandeld.
Beklaagde bekent het hem ten laste gelegde. Evers
gooide in een herberg zijn „gelag" om en zeide twee
maal, dat hij dit niet. gedaan had, waarop bekl. kwaad
werd en Evers een klap gaf.
Nadat de President bekl. op het onbetamelijke van
zijn gedrag had gewezen, werd Evers als getuige ge
hoord. Deze getuige, een bakker te Beemster, deelt
mede Zondag den 21en Augustus in de herberg van
Langere!» te Oterleek te zijn geweest. Beklaagde be
schuldigde hem ervan zijn glaasje te hebben omge-
gooici, waarna beklaagde hem een slag gaf.
Jan Heinis te Groot-Schermer bevestigde de verkla-
ringen van den vorigen getuige.
1 egen beklaagde, die al eens meer veroordeeld is,
o. a. wegens de vernieling in epn herberg te Oudrirp'
werd wegens mishandeling 2 maanden gevangenisstraf
geëischt.
WEDERSPANNIGHEID EN NOG WAT
Jacob B., een 55-jarige arbeider te Oudkarepel,
verd den 21 en Augustus naar het arrestantenlokaal
overgebracht, tegen welke overbrenging hij zich hevig
verzette. Daarna stichtte hij brand in het arrestan-
teniokaal en vernielde alles, wat er in was.
De veldwachters Preijs en Van der Meijden hadden
>i'den ilen Augustus in staat van dronkenschap
ontmoet. In verband met de openbare orde brachten
zij hem naar liet arrestantenlokaal. Bij de overbren
ging ging bekl. echter geweldig te keer, beet o.a. een
hunner in de hand. Eindelijk was beklaagde echter
goed en wel opgeborgen. Gekalmeerd was hij evenwel
niet. Hij zon op wraak, haalde daartoe een doosje lu
citers, dat hij bij zich had, uit. zijn zak en stak de
stroomatras, die in het lokaal aanwezig was, in brand.
Toen dit gemerkt werd, sloeg de vlam er reeds uit.
Alles wat beklaagde in handen kon krijgen, vernielde
hij, fi. a. de brits, het closet en een rooster.
Beklaagde ontkent. ITij zegt niet eens lucifers bij
zich te hebben gehad, maar er werd een brandende lu-
ciier door 't rooster naar binnen geworpen. Veel her
innert hij zich echter niet van alles, wat er gebeurd is,
daar hij volgons eigen zeggen: half krankzinnig is',
als hij dronken is.
Arie Timmerman, gemeente-opzichter te Oudkar-
spH verklaart, dat hij het opzicht heeft over het „meu
bilair" m het arrestantenlokaal en dit „keurig in or
de was. Hij had beklaagde geen vergunning gege
ven dit te vernielen.
De officier merkt o. a. op. dat beklaagde reeds zeer
vele malen terecht heeft gestaan. Een lange lijst ver
oordeelingen heeft hij achter den rug.
Thans eischte Z. E. A. wegens wederspannigheid
eenig lichamelijk letsel ten gevolge hebbende, brand
stichting met gemeen gevaar en vernieling 5 maanden
gevangenisstraf.
Jacob Schr., vleesc-hhouwer, geb. te Bergen, woon
achtig te Amsterdam had den 4on Aug. op een boot,
varende onder Alkmaar Willem Schotte mishandeld.
Beklaagde bekent inderdaad Schotte een slag in het
gezicht te hebben gegeven op een pledziertochtje, uit
gaande van de schietvereeniging „de Roos." Beklaag
de zegt door een troepje van ongeveer 5 menschen zoo
geplaagd te zijn, dat hij een van hen een. klap gaf.
an het verhoor van Schotte, kurkenfabrikant t»
Amsterdam, die den eed ïiiet wenschte af te leggen
werd afgezien.
Johannes Pieter Wassenaar, koolzuurhandelaar t»
Amsterdam, verhaalt daarom hoe de zaak zich had
toegedragen. Om half 8 vertrok de boot uit Alkmaar,
een kwartier naderhand ontstond er ruzie tusschen be
klaagde en Schotte, waarbij deze laatste een klap
kreeg van bekl.
Ten slotte^ werd Willem Visser, getuige a décharge
gehoord. Hij verklaart, dat bekl. gesard werd en
daarom wegging. Toen hij evenwel nergens anders op
de boot een plaats kon vinden, kwam hij weer terug en
begon het geplaag opnieuw, waarna bekl. een der aan-
voerders, Schotte, een klap in het gezicht gaf.
De officier voelt in dit- geval' meer sympathie voor
den beklaagde dan voor den mishandelde, die op de
terechtzitting nog een spaak in het wiel tracht te ste
ken. lot zn spijt moet spr. veroordfeeling vragen en
eischt dan ook de geringste straf voor beklaagde we
gens deze mishandeling n.l. 0.50 boete subs. 1 dag
hechtenis.
MISHANDELING EN BELEEDIGING.
Johannes de N., te Warmenhuizen, had zich te ver
antwoorden wegens mishandeling en beleediging.
Jacobus van den Ham, kermisreiziger te Warman-
huizen, stond, zoo vertelt hij, den 23sten Augustus
met zijn kraam op de kennis aldaar. Hij zag, dat be
klaagde aan het draaiorgel van zijn (getuige's) broer
begon te draaien. De broer en zijn zooritje trokken
hem er af, wat ten gevolge had, dat beklaagde het
jongetje een paar leelijke schoppen gaf.
Adrianus Cornelis van Rijswijk, koekkramer te Alk
maar, was eveneens op die kermis en zag bekl. aan het
orgel draaien.^ Een verzoek om op te houden hielp
niet, waarop Van den Ham en zijn zoontje er naar toe
gingen. Bekl. gooide het kind op den grond. Hij
weet echter niet, dat bekl. het kind schopte.
De 12-jarige Jacob van den Ham werd daarna ge
hoord en vertelde, dat bekl. hem tweemaal schopte,
toen hem verboden werd aan het draaiorgel te komen.
De rijks veldwachter Arie van der Mark verklaarde,
(lat bekl. hem, nadat hij hem na de mishandeling van
het jongetje een klacht was ingediend, een paar belee-
dige.nde woorden had toegevoegd, o. a. „vuilik".
Bekl. herinnert zich niets van 't geval','noch van de
mishandeling* noch van de beleediging. Hij voert te
zijner verdediging aan ,,'t was kermis!"
„9fficier vro<?£ vrijspraak voor de mishandeling
en J 20 boete subs. 20 dagen hechtenis voor de belee
diging.
DIEFSTAL VAN STEENKOLEN.
Jan Jacob de B., visscher te Enkhuizen, was ten
laste gelegd, dat hij aldaar den 28en Augustus van
spoorwegemplacement een hoeveelheid steenkool
ornelis BL, arbeider te Noord-Scbarvvoude, was
eveneens mishandeling ten laste gelegd. Hij had -Tan
Weijte en Simon Admiraal geducht onder handerl im-
nomen.
Jan Weyte te Oudkarspel verklaart in den naoht
van 22 op 23 Augustus in de kolfbaan van Biiekman»
te zijn geweest, waar een danspartij was. Beklaagd»
ga I hem bij die gelegenheid een schop en sloeg lie»*