DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No 243
Honderd en twaalfde Jaargang.
1910
ZATERDAG 15 OCTOBER.
BINNENLAND.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
Nederland en de Vredesacademie.
ALKMAARSCHE COURANT.
Toen op de tweede vredesconferentie de onlangs
overleden voorzitter, de heer Nelidof, het voorstel van
den Roemeenschen afgevaardigde Sturdza om een
academie voor intemationaalrecht in Den ITaag in te
richten een eerste klasse begrafenis verschafte, voeg
de hij aan zijn rede toe, dat hier een mooi werk was
voor een nieuwen Carnegie.
Sedert die eerste klasse begrafenis is de belangstel
ling voor deze TIaagsche Academie voortdurend ge
groeid. Onlangs is de zaak zelfs weer ter sprake ge
bracht in de vergadering van de „International Law
Association" en daar met veel sympathie begroet, zij
het ook dat men zich daarover niet beslist heeft uit
gesproken. Hu lezen wij weer een artikel van den
Kielschen hoogleeraar Niemeijer, dat eveneens een
warme en juist omdat zij van Duitsche zijde komt
zeer welkome aanbeveling van) het mooie idee bevat.
Doch ook dat artikel eindigt met de vaste vraag: „Is
er dan geen Carnegie voor die Academie?"
In Nederland hoort men over die kwestie heel wei
nig. Zij is er onbekend en dUs onbemind. En toch
schijnt zij een zaak die Nederland om drie redenen in
de eerste plaats moest interesseeren.
lo. Omdat de Nederlander uit zijn aard, zijn aan
leg en zijn positie internationalist is. Immers wij zijn
als klein volk, dat buitengewoon veel en met meer we
tenschap dan elders veelal gebeurt, kennis neemt van
wat in het buitenland op velerlei gebiedt voorvalt, in
ternationaal geschoold. Verder zijn wij weinig oor
logszuchtig of militaristisch. En eindelijk begrijpen
wij goed, dat de kleine staten slechts dan niet in het
gedrang zullen komen, indien het internationale recht
er in slaagt zich te stellen boven nationale machten.
2o. Omdat het internationale recht in zijn oor
sprong Nederlandsch recht is. Het zijn groote Neder-
landsche juristen, die dit recht het eerst beoefend heb
ben, en nog altijd nemen de Nederlanders onder de be-
oeifenaara van dit recht een eereplaats in.
3o. Omdat er meer en meer sprake van is om die
academie in Nederland, in Den Haag, op te richten,
wat in hooge mate zou kunnen dienen tot versterking
van onze neutrale positie als onafhankelijk land dat
de hoofdstad der wereld herbergt.
De opinies over den vorm, welke aan zulk een Aca
demie voor internationaal recht in Den Haag gegeven
zou moeten worden, loopen nog zeer uiteen. Maar
daarover zijn alle deskundigen het eens, dat de bewe
ging voor vrede door recht, de geheele beweging voor
verbetering van de verhouding der staten onderling,
voor beperking van de krijgstoerusting, voor interna
tionalisme in den goeden zin een belangrijke stap voor
uit zou doen als zulk een Academie tot stand kwam.
Ook de leek kan dit in veel opzichten begrijpen.
Immers op zich zelf zou de oprichting al een daad
van propaganda zijn. Dan zou de samenbrenging van
de uitstekendste denkers op dit gebied in Den Haag
heel wat beweging, heel wat vooruitgang geven. Ver
volgens zouden de leerlingen regeerders en diplo
maten der toekomst daar een gelegenheid vinden
om in den tijd dat het oordeel nog bezig is zich té
vormen zich los te maken van ultranationale vooroor-
deelen, elkaar te leeren kennen en van elkaar te lee-
ren. Van hoe groot belang dit alles zou zijn, hoe
groot en goed de invloed1 van deze Academie op de
vredesconferenties zou zijn, dit alles ontgaat zeer ze
ker aan niemands aandacht.
Doch er is meer. Er zijn speciaal twee of liever
drie momenten, die juist uit het oogpunt van interna
tionaal recht deze zaak zoo belangrijk maken.
In de eerste en voornaamste plaats omdat interna
tionaal recht iets anders, in zekeren zin soortelijk iets
hoogers is dan het nationale recht. Mogen wij ons po
pulair uitdrukken, dan zouden wij zeggen, dat in het
volkenrecht meer wet is dan in eenig ander recht, dat
de internationale rechter meer te maken heeft met het
recht dan met de yet (d. z. de verdragen), terwijl de
nationale rechter meer heeft te maken met de wet dan
met het recht. Het verschil is natuurlijk vooral een
gevolg daarvan, dat er zoo weinig internationale
rechtsverdragen (internationale wetten) zijn. Doch
juist omdat de internationale rechter zoo op dat theo
retische, internationale recht (vooral volkenrecht) is
aangewezen, moet wie ontwikkeling van de internatio
nale rechtspraak wil ook en vooral ontwikkeling van
het internationale recht wenschen.
En die ontwikkeling zal dat recht in hooge mate
krijgen wanneer de rechtsleeraars losser zullen komen
te staan van nationale invloeden. Men versta ons wel.
.Zonder een goed gewaarborgd en sterk ontzien natio
nalisme is internationalisme ondenkbaar. Doch er is
ook een te groote invloed van de omgeving.
Sommige regeeringen erkennen in bepaalde geval
len slechts volkenrechtleeraars als autoriteit, die opi
nies hebben welke overeenkomen met nationale belan
gen der regeering. Tegen dezen veel voorkomenden
misstand zou door de oprichting van zulk een interna
tionale Academie sterk gereageerd worden. En ook zal
uien waarschijnlijk wel niet bij docenten aan die Aca
demie zien gebeuren, wat men b.v. bij groote Duit
sche volkenrecht-leeraars voor en na den Fransch
Duitschen oorlog heeft zien gebeuren. Die schrijvers
hébben op enkele punten hun wetenschappelijke opinie
en den druk van hun werk, die na den oorlog ver
scheen, gewijzigd voor den door de Duitsche militaire
■autoriteiten toegepaste praktijk.
De oprichting van zulk een Academie zou dus aan
een wetenschap, die daaraan in hooge mate behoefte
heeft, een hoogere wijding geven. Zij zou een gewel
dige stap vooruit beteekenen op een weg, dien wij al
len gaarne op willen.
En waarom gaan wij dien dan niet op?
Omdat er nog geen Amerikaansche rijkaard gevon
den is1, die er wat voor over heeft.
Maar moeten wij dan daarop wachten? Ja, is het
onzer wel waardig een zoo belangrijke zaak afhanke
iijk te maken van de wenschen van een milliardair?
Het antwoord kan daarop alleen ontkennend luiden
A een, of er een maatregel van zoo groot gwicht voor
de beschaving der menschheid, voor de handhaving on
zer nationaliteit en tenslotte voor onze onmiddellijke
stoffelijke welvaart genomen wordt, mag niet afhan-
L' lijk gesteld worden van de beslissing van een Ameri-
kaanschen rijkaard. Als er voor zoo iets belangrijks
geld moet zijn, dan behoort het Nederlandsche volk
in de eerste plaats dat geld te geven. Kan het dat
niet, kunnen wij met ons allen niet een daad verrich
ten, die één Carnegie kan verrichten, welnu dat het
Nederlandsche volk zich tot andere volkeren richtte.
Dat ware èn voor Nederland èn voor de waardigheid
der instelling toch altijd beter nog dan dat wij blijven
wachten totdat het een Dollar-majesteiten behaagt
een royaal gebaar te maken.
Maar de Nederlandsche Staat dan? zal men vragen.
En als men ietwat politiek is gestemd zal men daar
aan toevoegenITeeft de staat dan wel geld om 40
millioen voor oorlogsdoeleinden uit te geven en niet
om 5 a 6 millioen voor deze vredesacademie te beste
den? Het antwoord hierop is tweeërlei. Primo zijn
die twee uitgaven niet met elkaar te vergelijken, om
dat zij van geheel verschillende overwegingen uitgaan.
Afgezien van de vraag of deze 40 millioen noodig zijn
kan men zeer zeker bet.oogen, dat er niet de minste
tegenspraak is in het geven van geld' voor oorlogst
doeleinden en voor het stichten van een dergelijke
academie. Maar bovendien kan de staat als zoodanig
niet dan heel voorzichtig in een dergelijk optreden.
Ja dat Nederland de kosten der academie voor zijn
rekening zou nemen, schijnt zelfs voor den huiten-
staander haast ondenkbaar, gezien de moeielijke inter
nationale kwesties, die zich hij de inrichting der aca
demie zullen voordoen. Bovendien is men het over den
vorm zelf nog niet eens. De een wil efen vaste acade
mie, met vasten hoogleeraren, de andere wil niet dan
cursussen, in den zomer door de grootste autoriteiten
op het gebied van het internationale recht in den
Ilaag te houden.
Maar waren dan de heeren Nelidof, Niemeijer en
zooveel anderen, die geroepen hebben om een Carne
gie, voorbarig? Neen. Hun redeneering is: Als men
maar eenmaal de fondsen heeft voor den bouw van
een behoorlijk Academiegebouw, dat natuurlijk een
monumentaal karakter zou moeten drag«n, dan komt
de rest van zelf en veel spoediger dan in geval men die
fondsen niet heeft.
Het zou dus volstrekt niet voorbarig zijn geld1 voor
■zulk een academiegebouw "te geven.
Kan nu de Nederlandsche staat dat doen?
Wij durven de vraag niet beantwoorden. Maar wel
lijkt het ons heel mogelijk, dat op die vraag ontken
nend moet worden geantwoord. Want er zijn natuur
lijk verscheiden kleine staten, die gaarne zulke groote
internationale stichtingen binnen hun grenzen willen
hebben. Met name van Belgische en Zwitsersche zijde
wordt telkens weer getracht dergelijke internationale
instellingen in het eigen land te krijgen. En met leede
oogen zien velen uit die landen het aan, dat ons bind
op dit gebied in den laat-sten tijd zoo'n grooten voor
sprong heeft gekregen.
Kwam nu de Nederlandsche staat plotseling te voor
schijn met liet voorstel om het gebouw voor zulk een
academie cadeau te doen, dan zou men zeer wel in
zulk een daad de ijver kunnen zien, die vooral op liet
gebied) der internationale relaties volgens het bekende
Fransche gezegde kan schaden.
Dat bezwaar bestaat echter niet tegen een initiatief
van het Nederlandsche volk, hetzij dit volk zelf het
geld bijeenbrengt, hetzij het zelf het voorbeeld1 geeft
en een inzameling met dit doel in heel de beschaafde
wereld organiseert. Zulk een daad zou een prachtige
demonstratie zijn en dus op zich zelf reeds een krach
tige bevordering van de vredesidee. Maar bovendien
zou het te stichten monument een waardig karakter
hebben gelijk het in de verste verte niet zou krijgen
wanneer één rijk man het geld ervoor beschikbaar stel
de. Want bet zou de voortdurende uiting zijn van één
wil van' de beschaafde bewoners der aarde, van een
volk van hooger orde dan er tot nu toe bestaat. Het
zou het zinnebeeldl zijn van den wensch van heel de
aarde naar wereldvrede.
Inderdaad een jhooia gedachte.
Maar zal zij verwezenlijkt worden?
Wij twijfelen. Tiet juiste inzicht in het belang van
een dergelijke zaak ontbreekt bij ons veelal. En waar
het nie^t ontbreekt, is er toch veelal te veel laksheid en
schuwheid. Is er maar één, man of vrouw die het ern
stig wil en den tijd heeft om deze beweging op touw te
zetten, dan zal een dergelijke beweging"na de noodige
voorbereiding en na voorzichtige raadpleging der des
kundigen zeer zeker slagen. Want het is bijna niet
mogelijk een zaak te bedenken die meer de universee-
le sympathie verdient afgezien van elke godsdien
stige, moreele of politieke overtuiging dan deze.
Doch die eene te vinden!
Wij zeggen die eene, wij spreken ook van de vrouw,
omdat hier ons weer juist voor vrouwen een zoo groot
werk te doen schijnt. Indertijd hebben vrouwen in
Denemarken een beweging op touw gezet voor verhoo-
ging der weerkracht. Dat was mooi. Doch mooier en
nuttiger nog zou deze beweging zijn, waar zij zeker in
niet mindere mate aan de handhaving van onze eigen
nationaliteit zou ten goede komen maar in veel hoo-
.ger mate ten goed zou komen aan den algemeenen
vooruitgang der menschheid.
Tndien deze academie eens behalve verwezenlijking
van den volkswil der geheele aarde tevens zou kun
nen worden, een monument voor wat vrouwenarbeid
vennag in het^begin der 20ste eeuw! Waarlijk de ge
dachte is mooi. Doch zal de hand gevonden worden,
de vaste hand, die haar van) droom tot werkelijkheid
maakt?
DE RIJKSMIDDELEN.
De maand1 September 1910 is voor 's Rijks schatkist
een betrekkelijk gunstige maand) geweest. Er werd
n.l. 720.244.88" meer ontvangen dan in de gelijkna
mige maand van 1909, toen de opbrengst ook reeds
677.000 meer bedroeg dan in de correspondeerende
maand van 1908. Toch noemen wij de uitkomst van
de afgeloopen maand slechts betrekkelijk gunstig, om
dat liet meerdere niet voornamelijk voortkwam uit het
middel waarvan men het zou verwachten, den accijns
op het gedistilleerd, maar uit liet wisselvallige succes
sierecht. Ook de opbrengst van de bedrijfsbelasting
heeft ditmaal veel tot het surplus boven verleden jaar
bijgedragen. De opbrengst was 14.212.486.375, tegen
13.492.241.49 in September 1909.
Een vergelijking der beide maanden toont aan, dat
dit jaar meer werd ontvangen uit de bedrijfsbe
lasting 282.000, het recht op de mijnen 2000, de
invoerrechten) 52.000, den wijnaccijns 7000, dien op
het gedistilleerd 259.000, dien op bier en azijn
16000, den accijns op het geslacht 35.000, de be
lasting op gouden en zilveren werken 7000, de suc
cessierechten 305.000, de posterijen 69.000, de
Rijkstelegraaf 22.000, en de loodsgelden 32.000.
Minder leverden op de grondbelasting 10.000,
het personeel 63.000, de vermogensbelasting 26.000
de suikeraccijns 95.000, de zoutaccijns 15.000, de
zegelrechten 116.000, dé registratierechten 40.000,
de hypotheekrechten 2000, de domeinen 1000 en de
jacht- en vischakten 2000.
Stelt men de uitkomsten van) de eerste negen maan
den van dit jaar naast die van hetzelfde tijdvak van
1909, dam blijkt, dat dit jaar meer hebben opge
bracht de grondbelasting 189.000, de personeele be
lasting 268.000, de bedrijfsbelasting 627.000, de
vermogensbelasting 480.000, het recht op de mijnen
2000, de invoerrechten 575.000, de suikeraccijns
376.000, de wijnaccijns 8000, die op het gedistil
leerd 2.287.000, op het zout 64.000, op bier en-azijn
37.000 en die op liet geslacht 397.000, de gouden en
zilveren werken 28.000, de registratierechten 81.000
de hypotheekrechten 18.000, de successierechten
4-64.000, de posterijen 658.000, de Rijkstelegraaf
219.000, de jacht- en vischakten 1000, en de loods
gelden 162.000. Slechts drie middelen leverden min
der op, n.l. de zegelrechten 120.000, de domeinen
220.000 en de Staatsloterij 2000.
Het totaal over de eerste negen maanden van 1910
bedraagt 124.833.891.83, terwijl in dat tijdperk over
1909 werd ontvangen 118.234.772.765. De vermeerdet-
ring bedraagt dus tot nu toe 6.599.119.06".
BRIEYEN VAN ROUWBEKLAG.
Namens de Koninginnen en Prins Hendrik zijn er
brieven van rouwbeklag geschreven aan d'e weduwe
van Willem Maris.
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAPPEN.^
Door d'e Oommissie ad! hoc uit de Kamer van Koop
handel en Fabrieken te Amsterdam is opgesteld en
aan de leden dier Kamer toegezonden een concept
adres aan de Tweede Kamer in zake het wetsontwerp
op de Naamlooze Vennootschappen, welk concept in de
openbare vergadering der Kamer van Koophandel op
21 dezer te houden, zal worden behandeld.
DROGISTENBEDRIJF.
De besturen der Vereeniging van Apothekers-assis
tenten, die aan het hoofd staan van: zaken in drogerij-
er. en chemicaliën, en van de Ned. Drogistenbondl heb
ben tot den minister van binnenlandsche zaken een
adres gericht, waarin wordt aangedrongen op een be
hoorlijke wettelijke regeling van het drogistbedrijf.
Zij verzoeken
le. Invoering van een staatsexamen: voor drogist,
met. toekenning van een diploma.
2e. Vrijstelling van dat examen te verleenen aan
hoofden van drogistzaken, die in het bezit zijn van een
diploma apothekers-assistent (N. W.) en toekenning
van het drogist-diploma aan genoemde personen.
3e. Dat allen, niet in het bezit van diploma apothe
kers-assistent en toch) staande aan het hoofd van dro
gistzaken, zich zullen moeten onderwerpen aan een na
der door de regeering te bepalen examen,
4e. Dat niemand! zich als drogist zal mogen vesti
gen, zonder in het bezit te zijn' van het drogist-diplo
ma.
Centraal-Station aankwam, Donderdag geen reizigers
uit Parijs mede. Wel arriveerde te kwart over zeve
nen 's avonds een extra treini met reizigers, die 's mor
gens uit Parijs vertrokken wa.ren.
De Fransbhe trein, die te tien uur 's avonds aan
het O. S. arriveert, bracht enkele reizigers uit Parijs
mede, die reeds Woensdag van daar vertrokken waren.
Daarentegen bevonden zich in den Franschen trein,
die te half twaalf gisterenmorgen te Amsterdam aan
kwam, geen reizigers uit Parijs.
De treinen waren alleen uit Belgische, en niet, zoo
als gewoonlijk, ook Fransche rijtuigen samengesteld.
Hetzelfde constateerde men Donderdag aan het sta
tion Weesperpoort, waaraan den middag- en den
avondsneitrein uit Parijs het Fransche doorgaande rij
tuig ontbrak.
EEN H. B. S. QUAESTIE.
Aan de hoogere burgerschool Willem. II te Tilburg
is de volgend,e quaestie aanhangig:
In, een der jongste nummers van Het Huisgezin had
iemand onder het hoofd „Darwinisme aan de R. H. B.
school te Tilburg" een afkeurend oordeel uitgesproken
over een dictaat van den leer aar in natuurlijke histo
rie aan zijn leerlingen, omdat de inhoud daarvan strij
dig zou zijn met de katholieke leer.
„Een katholiek leerling dier H.B. S." zeide daarop
in de N. Tilb. Ot. van bedoeld) dictaat:
lo. dat „geloof" en „wetenschap" niet met elkaar
in tegenstelling zijn gebracht;
2o. dat daarin niet staat, d'at de mensch van
den aap zou afstammen;
3o. dat het dictaat geen propagatorisch karakter
draagt, maar enkel een vermelding van de afstam
mingsleer (niet de selectie) van Darwin inhoudt."
Naar aanleiding van een en ander zal er, naar de
N. T. Ct. thans meldt, hedenavond een vergadering
plaats hébhen vani de commissie van toezicht op het
middelbaar onderwijs daar ter stede.
In deze vergadering zullen gehoord worden de di
recteur der H. B. S. en de betrokken leeraar. Mede zal
de heer K. ten Bruggencate, inspecteur van het mid
delbaar onderwijs, tegenwoordig zijn.
GEVAARLIJK SPEELGOED.
Het U. D. meldt, dat het hoofd der politie te Utrecht
order heeft gegeven, de vliegertjes van blik, waar de
jeugd) 'zich tegenwoordig op straat mee vermaakt, in
beslag te nemen en het spel met deze voorwerpen to
verbieden.
WEER TERECHT.
Den 27sten Juli 1.1. verdween met medeneming van
eer. bedrag van 800, die hij voor dé voldoening' van
een rekening van zijn vader in zijn bezit had, de 15-
jarige P. B„ uit Vlaardingen.
Men vermoedde, dat hij de wijk naar het buitenland
genomen had. Thans is de jongen geheel platzak te
ruggekeerd. Hij was al dien tijd) in Alkmaar geweest,
had van daar uitstapjes gemaakt en op deze wijze het
geld verteerd.
Dr. KUYPER.
De Haagsche correspondent van de Tel. meldt:
Naar ik meen, is in de pers nog niet dé aandacht
'gevestigd op hét eigenaardig feit, dat dr. Kuyper,
•evenals verleden jaar, weer niet is gekozen tot voor
zitter der commissie van rapporteurs over het eerste
hoofdstuk der staatsbegrooting. Rapporteurs over bet
'eerste en tweede hoofdstuk zijn de heeren De Savor-
nin Lohman, Kuyper, Nolens, Goeman Borgesius en
Drucker. Van hen is dr. Nolens tot voorzitter be
noemd. Welke beteekenis hieraan te hechten valt,
kan thans niet worden uitgemaakt, maar eigenaardig
is het wel.
DE KUSTVERDEDIGING.
Van betrouwbare zijde wordt door De Tel. medege
deeld, dat het zoogoed als zeker is, dat de centrale
sectie der Tweede Kamer zal besluiten, om het afdee-
lingsonderzoek van het 40 millioen-ontwerp in Novem
ber te doen plaats hebben. Met beslistheid1 zal zij zich
tegen een langer uitstel verzetten, waartegen trou
wens zoowel de rechterzijde als de regeering eveneens
bezwaren moeten hebben.
Gemengd nieuws.
MELK- EN VLEESCHPRIJZEN.
Te Enschede is Donderdagavond in een vergadering
van ongeveer 500 vrouwen, uitgeschreven ter bespre-
ki ng van d.e verhooging van den melkprijs der Coöp.
Lonneker Melkinrichting (van 7 op 8 cent per liter)1
en tevens van de verhoogde vleeschprijzen, een1 motie
aangenomen, waarbij besloten is geen melk te betrek
ken van genoemde inrichting of van de melkboeren,
die tot denzelfden' maatregel zijn! overgegaan, en geen
vloesch te koopen van de slagers, die de vleeschprijzen
hebben verhoogd.
Een commissie van 9 vrouwen, door de vergadering
gekozen, zal samenwerken met een reeds bestaand co
mité vani 10 mannen.
EEN GROOTE KALEBAS.
Bij den heer Numan te Bovenknijpe (Fr.) is dit jaar
een kolossale kalebas gegroeid. In diameter is ze 56
centimeter, in omtrek 177 cM. Men schat' haar ge
wicht op 100 kilo.
HET NIEUWE DUBBELTJE.
Er zijn nieuwe dubbeltjes, eenvoudig met veran
dering van het' waardecijfer dé nieuwe kwartjes in
het klein. Om het hier heel flauw doende borstbeeld
zit het omschrift ook hier van boven te nauw; de rand
is ook weer tamelijk breed. De eikenkrans omsluit aan
de keerzijde vrij dicht de woorden en cijfers „10 cents
1910," maar, misschien door het weinig relief, schijnt
deze zijde toch niet zoo vol als d'e keerzijde vani het
kwartje. (Hbld.)
DE SPOORWEGSTAKING IN FRANKRIJK.
Ook te Amsterdam is de invloed van de Fransche
•spoorwegstaking merkbaar. Zoo bracht de Fransche
trein, die 's middags te ongeveer half zes aan het
VLIEGEN.
Te Haarlem is Jaap Eden) met een ander bezig een
verbeterde Blériot samen te stéllen.
De verbetering bestaat hierin, dat aan het vliegtuig
zal worden toegepast een uitvinding waardoor de vlie
ger met één handbeweging zoowel' hoogtestuur, laagte-
stuur en roer zal kunnen bedienen.
Wanneer het toestel bruikbaar blijkt, zal Jaap Eden
er mee opstijgen.'
De twee heeren bewerken alles wat voor het toestel
noodig is zelf.
In 't volgend jaar, misschien dit jaar nog, zoo
méldt het V a d., zal Olieslagers zich ook speciaal wij
den gaan aan het lés geven in vliegen. Hij heeft tien
tallen aanvragen, en dénkt na zijn Hamhurgsche week
waar hij van 18 tot 25 dezer vliegt een vlieg-
school te Antwerpen te gaan inrichten.
- De gure noord-oosten wind heeft ook gisteren
Verstraeten belet te Haarlem te vliegen.
Het geduld van zijn aanstaande bewonderaars wordt
daar lang op proef gesteld.
Ook Olieslagers heeft' gisteren in dén Haag niet
gevlogen.
DE BOM K. W. 69.
Uit Hoek van Holland meldt men nader:
De bom K. W. 69 is; nadat zij omgeslagen was, door
de sleepboot Lauwerzee van hef noorderhoofd afge-
sleept en naar binnen gebracht.
Nadat de bemanning, door bemiddeling van de red
dingbrigade, van droge kleeren was voorzien, is zij
naar Katwijk vertrokken. Met L. Smit en Co. is con
tract gemaakt voor berging van schip en lading.
UIT SCHERMERHORN.
In de Raadsvergadering van gisteren werd' de be-
greoting over 1911 aangenomen. Besloten werd de lan
derijen der gemeente bij afslag te verhuren.
Tot hooistekers werden aangesteld de heeren P.
Laan en O. Klinkhamer.
Mede werd alsnog besloten) d'e subsidie, welke aan
de Ambachtsschool te Alkmaar wordt verleend te
handhaven, doch die welke aan de Huishoud- en In
dustrieschool werd verleend! in te trekken.
UIT HARENKARSPEL.
Tot secretaris-penningmeester in! den polder Woud-
meer is herbenoemd de heer J. Dam.
UIT EENIGENBURG.
Tot Hoofdingeland van het Ambacht van Westfries
land genaamd Geestmer-Ambaeht is vanwege de ban-
ne Eenigeniburg herkozen de heer G. Schoorl aldaar.
Tot secretaris-penningmeester der ban-ne Eenigen-
burg is herbenoemd' de heer J. Dam te Harenkarspel.
UIT WINKEL.
Tot Zetters bij 's Rijkst directe belastingen voor de
ze gemeente, zijn benoemd de heeren J. Timmerman
en P. Slooves Kzn.
UIT HEER-HUGOWAARD.
De predikant der ITerv. Gem. Ds. Broekema alhier
mag zich verheugen in een door hem zelf opgeleid1
kinderkoor, dat onder den naam van Predik-Kinder-
koor ,„Vivia" in zijn vorige standplaats en omliggende
gemeenten meermalen ten gehoore bracht GodadienstL