DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No 243 Honderd en twaalfde Jaargang. 1910 ZATERDAG 15 OCTOBER. BINNENLAND. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. Nederland en de Vredesacademie. ALKMAARSCHE COURANT. Toen op de tweede vredesconferentie de onlangs overleden voorzitter, de heer Nelidof, het voorstel van den Roemeenschen afgevaardigde Sturdza om een academie voor intemationaalrecht in Den ITaag in te richten een eerste klasse begrafenis verschafte, voeg de hij aan zijn rede toe, dat hier een mooi werk was voor een nieuwen Carnegie. Sedert die eerste klasse begrafenis is de belangstel ling voor deze TIaagsche Academie voortdurend ge groeid. Onlangs is de zaak zelfs weer ter sprake ge bracht in de vergadering van de „International Law Association" en daar met veel sympathie begroet, zij het ook dat men zich daarover niet beslist heeft uit gesproken. Hu lezen wij weer een artikel van den Kielschen hoogleeraar Niemeijer, dat eveneens een warme en juist omdat zij van Duitsche zijde komt zeer welkome aanbeveling van) het mooie idee bevat. Doch ook dat artikel eindigt met de vaste vraag: „Is er dan geen Carnegie voor die Academie?" In Nederland hoort men over die kwestie heel wei nig. Zij is er onbekend en dUs onbemind. En toch schijnt zij een zaak die Nederland om drie redenen in de eerste plaats moest interesseeren. lo. Omdat de Nederlander uit zijn aard, zijn aan leg en zijn positie internationalist is. Immers wij zijn als klein volk, dat buitengewoon veel en met meer we tenschap dan elders veelal gebeurt, kennis neemt van wat in het buitenland op velerlei gebiedt voorvalt, in ternationaal geschoold. Verder zijn wij weinig oor logszuchtig of militaristisch. En eindelijk begrijpen wij goed, dat de kleine staten slechts dan niet in het gedrang zullen komen, indien het internationale recht er in slaagt zich te stellen boven nationale machten. 2o. Omdat het internationale recht in zijn oor sprong Nederlandsch recht is. Het zijn groote Neder- landsche juristen, die dit recht het eerst beoefend heb ben, en nog altijd nemen de Nederlanders onder de be- oeifenaara van dit recht een eereplaats in. 3o. Omdat er meer en meer sprake van is om die academie in Nederland, in Den Haag, op te richten, wat in hooge mate zou kunnen dienen tot versterking van onze neutrale positie als onafhankelijk land dat de hoofdstad der wereld herbergt. De opinies over den vorm, welke aan zulk een Aca demie voor internationaal recht in Den Haag gegeven zou moeten worden, loopen nog zeer uiteen. Maar daarover zijn alle deskundigen het eens, dat de bewe ging voor vrede door recht, de geheele beweging voor verbetering van de verhouding der staten onderling, voor beperking van de krijgstoerusting, voor interna tionalisme in den goeden zin een belangrijke stap voor uit zou doen als zulk een Academie tot stand kwam. Ook de leek kan dit in veel opzichten begrijpen. Immers op zich zelf zou de oprichting al een daad van propaganda zijn. Dan zou de samenbrenging van de uitstekendste denkers op dit gebied in Den Haag heel wat beweging, heel wat vooruitgang geven. Ver volgens zouden de leerlingen regeerders en diplo maten der toekomst daar een gelegenheid vinden om in den tijd dat het oordeel nog bezig is zich té vormen zich los te maken van ultranationale vooroor- deelen, elkaar te leeren kennen en van elkaar te lee- ren. Van hoe groot belang dit alles zou zijn, hoe groot en goed de invloed1 van deze Academie op de vredesconferenties zou zijn, dit alles ontgaat zeer ze ker aan niemands aandacht. Doch er is meer. Er zijn speciaal twee of liever drie momenten, die juist uit het oogpunt van interna tionaal recht deze zaak zoo belangrijk maken. In de eerste en voornaamste plaats omdat interna tionaal recht iets anders, in zekeren zin soortelijk iets hoogers is dan het nationale recht. Mogen wij ons po pulair uitdrukken, dan zouden wij zeggen, dat in het volkenrecht meer wet is dan in eenig ander recht, dat de internationale rechter meer te maken heeft met het recht dan met de yet (d. z. de verdragen), terwijl de nationale rechter meer heeft te maken met de wet dan met het recht. Het verschil is natuurlijk vooral een gevolg daarvan, dat er zoo weinig internationale rechtsverdragen (internationale wetten) zijn. Doch juist omdat de internationale rechter zoo op dat theo retische, internationale recht (vooral volkenrecht) is aangewezen, moet wie ontwikkeling van de internatio nale rechtspraak wil ook en vooral ontwikkeling van het internationale recht wenschen. En die ontwikkeling zal dat recht in hooge mate krijgen wanneer de rechtsleeraars losser zullen komen te staan van nationale invloeden. Men versta ons wel. .Zonder een goed gewaarborgd en sterk ontzien natio nalisme is internationalisme ondenkbaar. Doch er is ook een te groote invloed van de omgeving. Sommige regeeringen erkennen in bepaalde geval len slechts volkenrechtleeraars als autoriteit, die opi nies hebben welke overeenkomen met nationale belan gen der regeering. Tegen dezen veel voorkomenden misstand zou door de oprichting van zulk een interna tionale Academie sterk gereageerd worden. En ook zal uien waarschijnlijk wel niet bij docenten aan die Aca demie zien gebeuren, wat men b.v. bij groote Duit sche volkenrecht-leeraars voor en na den Fransch Duitschen oorlog heeft zien gebeuren. Die schrijvers hébben op enkele punten hun wetenschappelijke opinie en den druk van hun werk, die na den oorlog ver scheen, gewijzigd voor den door de Duitsche militaire ■autoriteiten toegepaste praktijk. De oprichting van zulk een Academie zou dus aan een wetenschap, die daaraan in hooge mate behoefte heeft, een hoogere wijding geven. Zij zou een gewel dige stap vooruit beteekenen op een weg, dien wij al len gaarne op willen. En waarom gaan wij dien dan niet op? Omdat er nog geen Amerikaansche rijkaard gevon den is1, die er wat voor over heeft. Maar moeten wij dan daarop wachten? Ja, is het onzer wel waardig een zoo belangrijke zaak afhanke iijk te maken van de wenschen van een milliardair? Het antwoord kan daarop alleen ontkennend luiden A een, of er een maatregel van zoo groot gwicht voor de beschaving der menschheid, voor de handhaving on zer nationaliteit en tenslotte voor onze onmiddellijke stoffelijke welvaart genomen wordt, mag niet afhan- L' lijk gesteld worden van de beslissing van een Ameri- kaanschen rijkaard. Als er voor zoo iets belangrijks geld moet zijn, dan behoort het Nederlandsche volk in de eerste plaats dat geld te geven. Kan het dat niet, kunnen wij met ons allen niet een daad verrich ten, die één Carnegie kan verrichten, welnu dat het Nederlandsche volk zich tot andere volkeren richtte. Dat ware èn voor Nederland èn voor de waardigheid der instelling toch altijd beter nog dan dat wij blijven wachten totdat het een Dollar-majesteiten behaagt een royaal gebaar te maken. Maar de Nederlandsche Staat dan? zal men vragen. En als men ietwat politiek is gestemd zal men daar aan toevoegenITeeft de staat dan wel geld om 40 millioen voor oorlogsdoeleinden uit te geven en niet om 5 a 6 millioen voor deze vredesacademie te beste den? Het antwoord hierop is tweeërlei. Primo zijn die twee uitgaven niet met elkaar te vergelijken, om dat zij van geheel verschillende overwegingen uitgaan. Afgezien van de vraag of deze 40 millioen noodig zijn kan men zeer zeker bet.oogen, dat er niet de minste tegenspraak is in het geven van geld' voor oorlogst doeleinden en voor het stichten van een dergelijke academie. Maar bovendien kan de staat als zoodanig niet dan heel voorzichtig in een dergelijk optreden. Ja dat Nederland de kosten der academie voor zijn rekening zou nemen, schijnt zelfs voor den huiten- staander haast ondenkbaar, gezien de moeielijke inter nationale kwesties, die zich hij de inrichting der aca demie zullen voordoen. Bovendien is men het over den vorm zelf nog niet eens. De een wil efen vaste acade mie, met vasten hoogleeraren, de andere wil niet dan cursussen, in den zomer door de grootste autoriteiten op het gebied van het internationale recht in den Ilaag te houden. Maar waren dan de heeren Nelidof, Niemeijer en zooveel anderen, die geroepen hebben om een Carne gie, voorbarig? Neen. Hun redeneering is: Als men maar eenmaal de fondsen heeft voor den bouw van een behoorlijk Academiegebouw, dat natuurlijk een monumentaal karakter zou moeten drag«n, dan komt de rest van zelf en veel spoediger dan in geval men die fondsen niet heeft. Het zou dus volstrekt niet voorbarig zijn geld1 voor ■zulk een academiegebouw "te geven. Kan nu de Nederlandsche staat dat doen? Wij durven de vraag niet beantwoorden. Maar wel lijkt het ons heel mogelijk, dat op die vraag ontken nend moet worden geantwoord. Want er zijn natuur lijk verscheiden kleine staten, die gaarne zulke groote internationale stichtingen binnen hun grenzen willen hebben. Met name van Belgische en Zwitsersche zijde wordt telkens weer getracht dergelijke internationale instellingen in het eigen land te krijgen. En met leede oogen zien velen uit die landen het aan, dat ons bind op dit gebied in den laat-sten tijd zoo'n grooten voor sprong heeft gekregen. Kwam nu de Nederlandsche staat plotseling te voor schijn met liet voorstel om het gebouw voor zulk een academie cadeau te doen, dan zou men zeer wel in zulk een daad de ijver kunnen zien, die vooral op liet gebied) der internationale relaties volgens het bekende Fransche gezegde kan schaden. Dat bezwaar bestaat echter niet tegen een initiatief van het Nederlandsche volk, hetzij dit volk zelf het geld bijeenbrengt, hetzij het zelf het voorbeeld1 geeft en een inzameling met dit doel in heel de beschaafde wereld organiseert. Zulk een daad zou een prachtige demonstratie zijn en dus op zich zelf reeds een krach tige bevordering van de vredesidee. Maar bovendien zou het te stichten monument een waardig karakter hebben gelijk het in de verste verte niet zou krijgen wanneer één rijk man het geld ervoor beschikbaar stel de. Want bet zou de voortdurende uiting zijn van één wil van' de beschaafde bewoners der aarde, van een volk van hooger orde dan er tot nu toe bestaat. Het zou het zinnebeeldl zijn van den wensch van heel de aarde naar wereldvrede. Inderdaad een jhooia gedachte. Maar zal zij verwezenlijkt worden? Wij twijfelen. Tiet juiste inzicht in het belang van een dergelijke zaak ontbreekt bij ons veelal. En waar het nie^t ontbreekt, is er toch veelal te veel laksheid en schuwheid. Is er maar één, man of vrouw die het ern stig wil en den tijd heeft om deze beweging op touw te zetten, dan zal een dergelijke beweging"na de noodige voorbereiding en na voorzichtige raadpleging der des kundigen zeer zeker slagen. Want het is bijna niet mogelijk een zaak te bedenken die meer de universee- le sympathie verdient afgezien van elke godsdien stige, moreele of politieke overtuiging dan deze. Doch die eene te vinden! Wij zeggen die eene, wij spreken ook van de vrouw, omdat hier ons weer juist voor vrouwen een zoo groot werk te doen schijnt. Indertijd hebben vrouwen in Denemarken een beweging op touw gezet voor verhoo- ging der weerkracht. Dat was mooi. Doch mooier en nuttiger nog zou deze beweging zijn, waar zij zeker in niet mindere mate aan de handhaving van onze eigen nationaliteit zou ten goede komen maar in veel hoo- .ger mate ten goed zou komen aan den algemeenen vooruitgang der menschheid. Tndien deze academie eens behalve verwezenlijking van den volkswil der geheele aarde tevens zou kun nen worden, een monument voor wat vrouwenarbeid vennag in het^begin der 20ste eeuw! Waarlijk de ge dachte is mooi. Doch zal de hand gevonden worden, de vaste hand, die haar van) droom tot werkelijkheid maakt? DE RIJKSMIDDELEN. De maand1 September 1910 is voor 's Rijks schatkist een betrekkelijk gunstige maand) geweest. Er werd n.l. 720.244.88" meer ontvangen dan in de gelijkna mige maand van 1909, toen de opbrengst ook reeds 677.000 meer bedroeg dan in de correspondeerende maand van 1908. Toch noemen wij de uitkomst van de afgeloopen maand slechts betrekkelijk gunstig, om dat liet meerdere niet voornamelijk voortkwam uit het middel waarvan men het zou verwachten, den accijns op het gedistilleerd, maar uit liet wisselvallige succes sierecht. Ook de opbrengst van de bedrijfsbelasting heeft ditmaal veel tot het surplus boven verleden jaar bijgedragen. De opbrengst was 14.212.486.375, tegen 13.492.241.49 in September 1909. Een vergelijking der beide maanden toont aan, dat dit jaar meer werd ontvangen uit de bedrijfsbe lasting 282.000, het recht op de mijnen 2000, de invoerrechten) 52.000, den wijnaccijns 7000, dien op het gedistilleerd 259.000, dien op bier en azijn 16000, den accijns op het geslacht 35.000, de be lasting op gouden en zilveren werken 7000, de suc cessierechten 305.000, de posterijen 69.000, de Rijkstelegraaf 22.000, en de loodsgelden 32.000. Minder leverden op de grondbelasting 10.000, het personeel 63.000, de vermogensbelasting 26.000 de suikeraccijns 95.000, de zoutaccijns 15.000, de zegelrechten 116.000, dé registratierechten 40.000, de hypotheekrechten 2000, de domeinen 1000 en de jacht- en vischakten 2000. Stelt men de uitkomsten van) de eerste negen maan den van dit jaar naast die van hetzelfde tijdvak van 1909, dam blijkt, dat dit jaar meer hebben opge bracht de grondbelasting 189.000, de personeele be lasting 268.000, de bedrijfsbelasting 627.000, de vermogensbelasting 480.000, het recht op de mijnen 2000, de invoerrechten 575.000, de suikeraccijns 376.000, de wijnaccijns 8000, die op het gedistil leerd 2.287.000, op het zout 64.000, op bier en-azijn 37.000 en die op liet geslacht 397.000, de gouden en zilveren werken 28.000, de registratierechten 81.000 de hypotheekrechten 18.000, de successierechten 4-64.000, de posterijen 658.000, de Rijkstelegraaf 219.000, de jacht- en vischakten 1000, en de loods gelden 162.000. Slechts drie middelen leverden min der op, n.l. de zegelrechten 120.000, de domeinen 220.000 en de Staatsloterij 2000. Het totaal over de eerste negen maanden van 1910 bedraagt 124.833.891.83, terwijl in dat tijdperk over 1909 werd ontvangen 118.234.772.765. De vermeerdet- ring bedraagt dus tot nu toe 6.599.119.06". BRIEYEN VAN ROUWBEKLAG. Namens de Koninginnen en Prins Hendrik zijn er brieven van rouwbeklag geschreven aan d'e weduwe van Willem Maris. NAAMLOOZE VENNOOTSCHAPPEN.^ Door d'e Oommissie ad! hoc uit de Kamer van Koop handel en Fabrieken te Amsterdam is opgesteld en aan de leden dier Kamer toegezonden een concept adres aan de Tweede Kamer in zake het wetsontwerp op de Naamlooze Vennootschappen, welk concept in de openbare vergadering der Kamer van Koophandel op 21 dezer te houden, zal worden behandeld. DROGISTENBEDRIJF. De besturen der Vereeniging van Apothekers-assis tenten, die aan het hoofd staan van: zaken in drogerij- er. en chemicaliën, en van de Ned. Drogistenbondl heb ben tot den minister van binnenlandsche zaken een adres gericht, waarin wordt aangedrongen op een be hoorlijke wettelijke regeling van het drogistbedrijf. Zij verzoeken le. Invoering van een staatsexamen: voor drogist, met. toekenning van een diploma. 2e. Vrijstelling van dat examen te verleenen aan hoofden van drogistzaken, die in het bezit zijn van een diploma apothekers-assistent (N. W.) en toekenning van het drogist-diploma aan genoemde personen. 3e. Dat allen, niet in het bezit van diploma apothe kers-assistent en toch) staande aan het hoofd van dro gistzaken, zich zullen moeten onderwerpen aan een na der door de regeering te bepalen examen, 4e. Dat niemand! zich als drogist zal mogen vesti gen, zonder in het bezit te zijn' van het drogist-diplo ma. Centraal-Station aankwam, Donderdag geen reizigers uit Parijs mede. Wel arriveerde te kwart over zeve nen 's avonds een extra treini met reizigers, die 's mor gens uit Parijs vertrokken wa.ren. De Fransbhe trein, die te tien uur 's avonds aan het O. S. arriveert, bracht enkele reizigers uit Parijs mede, die reeds Woensdag van daar vertrokken waren. Daarentegen bevonden zich in den Franschen trein, die te half twaalf gisterenmorgen te Amsterdam aan kwam, geen reizigers uit Parijs. De treinen waren alleen uit Belgische, en niet, zoo als gewoonlijk, ook Fransche rijtuigen samengesteld. Hetzelfde constateerde men Donderdag aan het sta tion Weesperpoort, waaraan den middag- en den avondsneitrein uit Parijs het Fransche doorgaande rij tuig ontbrak. EEN H. B. S. QUAESTIE. Aan de hoogere burgerschool Willem. II te Tilburg is de volgend,e quaestie aanhangig: In, een der jongste nummers van Het Huisgezin had iemand onder het hoofd „Darwinisme aan de R. H. B. school te Tilburg" een afkeurend oordeel uitgesproken over een dictaat van den leer aar in natuurlijke histo rie aan zijn leerlingen, omdat de inhoud daarvan strij dig zou zijn met de katholieke leer. „Een katholiek leerling dier H.B. S." zeide daarop in de N. Tilb. Ot. van bedoeld) dictaat: lo. dat „geloof" en „wetenschap" niet met elkaar in tegenstelling zijn gebracht; 2o. dat daarin niet staat, d'at de mensch van den aap zou afstammen; 3o. dat het dictaat geen propagatorisch karakter draagt, maar enkel een vermelding van de afstam mingsleer (niet de selectie) van Darwin inhoudt." Naar aanleiding van een en ander zal er, naar de N. T. Ct. thans meldt, hedenavond een vergadering plaats hébhen vani de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs daar ter stede. In deze vergadering zullen gehoord worden de di recteur der H. B. S. en de betrokken leeraar. Mede zal de heer K. ten Bruggencate, inspecteur van het mid delbaar onderwijs, tegenwoordig zijn. GEVAARLIJK SPEELGOED. Het U. D. meldt, dat het hoofd der politie te Utrecht order heeft gegeven, de vliegertjes van blik, waar de jeugd) 'zich tegenwoordig op straat mee vermaakt, in beslag te nemen en het spel met deze voorwerpen to verbieden. WEER TERECHT. Den 27sten Juli 1.1. verdween met medeneming van eer. bedrag van 800, die hij voor dé voldoening' van een rekening van zijn vader in zijn bezit had, de 15- jarige P. B„ uit Vlaardingen. Men vermoedde, dat hij de wijk naar het buitenland genomen had. Thans is de jongen geheel platzak te ruggekeerd. Hij was al dien tijd) in Alkmaar geweest, had van daar uitstapjes gemaakt en op deze wijze het geld verteerd. Dr. KUYPER. De Haagsche correspondent van de Tel. meldt: Naar ik meen, is in de pers nog niet dé aandacht 'gevestigd op hét eigenaardig feit, dat dr. Kuyper, •evenals verleden jaar, weer niet is gekozen tot voor zitter der commissie van rapporteurs over het eerste hoofdstuk der staatsbegrooting. Rapporteurs over bet 'eerste en tweede hoofdstuk zijn de heeren De Savor- nin Lohman, Kuyper, Nolens, Goeman Borgesius en Drucker. Van hen is dr. Nolens tot voorzitter be noemd. Welke beteekenis hieraan te hechten valt, kan thans niet worden uitgemaakt, maar eigenaardig is het wel. DE KUSTVERDEDIGING. Van betrouwbare zijde wordt door De Tel. medege deeld, dat het zoogoed als zeker is, dat de centrale sectie der Tweede Kamer zal besluiten, om het afdee- lingsonderzoek van het 40 millioen-ontwerp in Novem ber te doen plaats hebben. Met beslistheid1 zal zij zich tegen een langer uitstel verzetten, waartegen trou wens zoowel de rechterzijde als de regeering eveneens bezwaren moeten hebben. Gemengd nieuws. MELK- EN VLEESCHPRIJZEN. Te Enschede is Donderdagavond in een vergadering van ongeveer 500 vrouwen, uitgeschreven ter bespre- ki ng van d.e verhooging van den melkprijs der Coöp. Lonneker Melkinrichting (van 7 op 8 cent per liter)1 en tevens van de verhoogde vleeschprijzen, een1 motie aangenomen, waarbij besloten is geen melk te betrek ken van genoemde inrichting of van de melkboeren, die tot denzelfden' maatregel zijn! overgegaan, en geen vloesch te koopen van de slagers, die de vleeschprijzen hebben verhoogd. Een commissie van 9 vrouwen, door de vergadering gekozen, zal samenwerken met een reeds bestaand co mité vani 10 mannen. EEN GROOTE KALEBAS. Bij den heer Numan te Bovenknijpe (Fr.) is dit jaar een kolossale kalebas gegroeid. In diameter is ze 56 centimeter, in omtrek 177 cM. Men schat' haar ge wicht op 100 kilo. HET NIEUWE DUBBELTJE. Er zijn nieuwe dubbeltjes, eenvoudig met veran dering van het' waardecijfer dé nieuwe kwartjes in het klein. Om het hier heel flauw doende borstbeeld zit het omschrift ook hier van boven te nauw; de rand is ook weer tamelijk breed. De eikenkrans omsluit aan de keerzijde vrij dicht de woorden en cijfers „10 cents 1910," maar, misschien door het weinig relief, schijnt deze zijde toch niet zoo vol als d'e keerzijde vani het kwartje. (Hbld.) DE SPOORWEGSTAKING IN FRANKRIJK. Ook te Amsterdam is de invloed van de Fransche •spoorwegstaking merkbaar. Zoo bracht de Fransche trein, die 's middags te ongeveer half zes aan het VLIEGEN. Te Haarlem is Jaap Eden) met een ander bezig een verbeterde Blériot samen te stéllen. De verbetering bestaat hierin, dat aan het vliegtuig zal worden toegepast een uitvinding waardoor de vlie ger met één handbeweging zoowel' hoogtestuur, laagte- stuur en roer zal kunnen bedienen. Wanneer het toestel bruikbaar blijkt, zal Jaap Eden er mee opstijgen.' De twee heeren bewerken alles wat voor het toestel noodig is zelf. In 't volgend jaar, misschien dit jaar nog, zoo méldt het V a d., zal Olieslagers zich ook speciaal wij den gaan aan het lés geven in vliegen. Hij heeft tien tallen aanvragen, en dénkt na zijn Hamhurgsche week waar hij van 18 tot 25 dezer vliegt een vlieg- school te Antwerpen te gaan inrichten. - De gure noord-oosten wind heeft ook gisteren Verstraeten belet te Haarlem te vliegen. Het geduld van zijn aanstaande bewonderaars wordt daar lang op proef gesteld. Ook Olieslagers heeft' gisteren in dén Haag niet gevlogen. DE BOM K. W. 69. Uit Hoek van Holland meldt men nader: De bom K. W. 69 is; nadat zij omgeslagen was, door de sleepboot Lauwerzee van hef noorderhoofd afge- sleept en naar binnen gebracht. Nadat de bemanning, door bemiddeling van de red dingbrigade, van droge kleeren was voorzien, is zij naar Katwijk vertrokken. Met L. Smit en Co. is con tract gemaakt voor berging van schip en lading. UIT SCHERMERHORN. In de Raadsvergadering van gisteren werd' de be- greoting over 1911 aangenomen. Besloten werd de lan derijen der gemeente bij afslag te verhuren. Tot hooistekers werden aangesteld de heeren P. Laan en O. Klinkhamer. Mede werd alsnog besloten) d'e subsidie, welke aan de Ambachtsschool te Alkmaar wordt verleend te handhaven, doch die welke aan de Huishoud- en In dustrieschool werd verleend! in te trekken. UIT HARENKARSPEL. Tot secretaris-penningmeester in! den polder Woud- meer is herbenoemd de heer J. Dam. UIT EENIGENBURG. Tot Hoofdingeland van het Ambacht van Westfries land genaamd Geestmer-Ambaeht is vanwege de ban- ne Eenigeniburg herkozen de heer G. Schoorl aldaar. Tot secretaris-penningmeester der ban-ne Eenigen- burg is herbenoemd' de heer J. Dam te Harenkarspel. UIT WINKEL. Tot Zetters bij 's Rijkst directe belastingen voor de ze gemeente, zijn benoemd de heeren J. Timmerman en P. Slooves Kzn. UIT HEER-HUGOWAARD. De predikant der ITerv. Gem. Ds. Broekema alhier mag zich verheugen in een door hem zelf opgeleid1 kinderkoor, dat onder den naam van Predik-Kinder- koor ,„Vivia" in zijn vorige standplaats en omliggende gemeenten meermalen ten gehoore bracht GodadienstL

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1