DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Groote Veemarkt
Groote Paardenmarkt
No. 251.
Honderd en twaalfde )aargang.
Aanmelding van lotelingen voor
inlijving bij een bereden korps.
25 OCTOBER,
BINNENLAND.
1910.
DINSDAG
te Alkmaar»
op Maandag 7 November as.
te Alkmaar»
op Woensdag 9 November a.s.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
VERORDENING, REGELENDE HET BE
HEER VAN HET GEMEENTE-SLACHTHUIS
EN DEN RANG, HET GETAL, DE BEZOLDI
GING EN DE WIJZE VAN BENOEMING
VAN HET DAARAAN VERBONDEN PERSO
NEEL.
ALKMAARSC
RANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat in bet ge
meenteblad van Alkmaar No. 342 is opgenomen bet
besluit van den Raad dier gemeente van 5 OCTOBER
3.1., waarbij is vastgesteld eene
Welke verordening, beden afgekondigd, gedurende
drie maanden voor een ieder ter gemeente-secretarie
ter lezing is nedergelegd' en aldaar tegen betaling van
O.I2V2 in afdruk is verkrijgbaar gesteld.
Alkmaar, 24 October 1910.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de in deze
gemeente voor de militie ingeschreven lotelingen, die,
ingeval van inlijving ter volledige oefening, voor in
lijving bij een bereden korps in aanmerking wenschen
te komen, worden uitgenoodigdl zich vóór 30 NOVEM
BER a.s. bij hem aan te melden of te doen opgeven
Het navolgende wordt daarbij verder te hunner ken
nis gebracht:
dat voor indeeling bij een der bereden korpsen in de
eerste plaats in aanmerking komen de lotelingen, die
zich daartoe hébben aangemeld of doen opgeven en
bij een daartoe vóór de indeeling in te stellen genees
kundig onderzoek voor inlijving bij die korpsen ge
schikt zijn bevonden;
dat bet doen aanmelden of het doen opgeven kan
geschieden zoowel door de lotelingen van de lichting
van bet loopend jaar, die nog moeten worden ingelijfd,
als door de lotelingen van de lichting van het volgend
jaar;
dat wordt vereischt: voor de bereden-artillerie een
lichaamslengte van tenminste 1.62 M.voor de cava
lerie van ten minste 1.65 M., met een lichaamsgewicht
van ten hoogste 75 K.G.
dat de lotelingen, bestemd] voor indeeling bij het be
reden korps, met uitzondering van de weinigen hun
ner, voor wie de eerste-oefening in Maart aanvangt,
eerst in het laatst van September voor eerste-oefening
in werkelijken dienst worden gesteld en dat in ver
band daarmede de lotelingen der lichting van het
loopend jaar, die allen in Maart a.s. moeten worden
ingelijfd, als regel met verlof zullen worden gezonden
tot omstreeks einde September d. a. v.;
dat, in vergelijking met de miliciens der onbereden
korpsen, de ingelijfden bij de bereden korpsen de na
vermelde voordeelen genieten:
lo. eene hoogere soldij van 5 cents per dag;
2o. bij verleende vergunning om na den 'eersten
dienst krachtens art. 112 der Militiewet 1901 onder
de wapenen te blijven of te komen, zonder zich als
vrijwilliger te verbinden, een premie van vijftien gul
den 15,voor elke drie maanden aldus onder de
wapenen doorgebracht, gedurende welk verblijf onder
de wapenen de soldij bovendien met 7 cents per dag
wordt verhoogd;
3o. minder herhalingsoefeningen;
4o. geen landweerdienst
dat het aanmelden of doen opgeven kan geschieden
mondeling of schriftelijk bij verzoekschrift dat niet op
gezegeld papier behoeft te zijn gesteld, waarbij door
den loteling opgave behoort te worden gedaan van:
-a. naam en voornamen;
b. lotingsnummer;
c. beroep
d. de gemeente waar hij woont, met aanduiding
van onderdeel der gemeente, wijk, straat of gracht en
huisnummer
e. wapen, korps of korpsen, waarbij hij bij voorkeur
wenscht te worden ingedeeld en c. q. gewensehte gar
nizoensplaats (bet verdient aanbeveling meer dan één
korps op te geven)
f. of bij zich ook voor den dienst bij de zeemilitie
heeft aangemeld of doen opgeven;
dat hij tevens zal kunnen opgeven of hij zou wen
schen de eerste-oefening aan te vangen in Maart
hetgeen slechts bij uitzondering' zal kunnen worden
toegestaan dan wel in September van het volgend
jaar, met welken wensch zooveel mogelijk rekening zal
worden gehouden; doch dat hij, die zich voor een be
reden korps heeft opgegeven en na geschikt-bevinding
daarvoor is aangewezen, zich niet zal kunnen terug
trekken indien hij mocht worden bestemd voor in-
dienststelling op een ander tijdstip dan waarvoor hij
zich heeft opgegeven;
dat vóór 25 Januari van het volgend jaar een ge
neeskundig onderzoek zal worden ingesteld naar de
geschiktheid voor inlijving bij een bereden korps;
dat aan den loteling die voor het ondergaan van
zoodanig onderzoek in aanmerking komt, dag, uur en
plaats van het onderzoek door den Provinciale-Adju
dant nader zullen worden bekend! gemaakt;
dat het onderzoek in eene garnizoensplaats zal wor
den gehouden, en dat de loteling, die binnen het Rijk
buiten eene» garnizoensplaats woont, tot het onder
gaan van het onderzoek en voor de terugreis naar de
woonplaats kosteloos zal worden vervoerd voor zoover
er reisgelegenheid per spoor, tram of stoomboot be
staat en de afstand tusschen de gemeente van inwo
ning en de gemeente waar het onderzoek zal worden
gehouden meer dan 5 K.M. (een klein uur gaans) be
draagt;
dat de loteling, die voor het onderzoek de gemeente
van inwoning moet verlaten onmiddellijk na afloop
van het onderzoek een gulden ontvangt nis vergoeding
voor verblijfkosten;
dat in den loop van Februari van het volgend jaar
aan den loteling, die zich voor den dienst bij een be
reden korps heeft opgegeven, door den Minister van
Oorlog zal worden bekend gemaakt of hij al dan niet
daarbij zal worden ingelijfd en, in het bevestigend ge
val, bij welk korps en tegen wanneer zijne inlijving zal
plaats vinden.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
ALKMAAR, 25 October.
De overleden Koning van Siam, wiens dood wij
gisteren vermeldden, was merkwaardig man genoeg,
om wat meer bijzonderheden van te vertellen, dan wij
gisteren uitteraard konden geven. Hij was teen der
rijkste vorsten en een, die het langst aan de regeering
zijn geweest 42 jaar. Ook had hij vermoedelijk den
grootsten harem en het talrijkste kroost 500 kinde
ren hield hij er op na. Het is een oud' gebruik der Sia
meesche aristokratie om haar mooiste dochters den
Koning te schenken. Worden ze aangenomen, dan ver
dwijnen de bekoorlijke wezentjes voor altijd in het pa
leis. Alleen de Koning mag haar vertrekken betreden,
anders geen man, zelfs de bediening geschiedt door
vrouwen, dus niet, als in vele andere harems, door
eunuchen, 's Konings eerste vrouw was, naar 's lands
gebruik, zijn eigen zuster; zij vond een noodlottigen
dood.
Tsjoelalongkorn moet een klein, gracieus manneke
geweest zijn, lichtolijfkleurig van tint, pikzwart haar,
kleine, smalle, sierlijk gevormde handjes en voetjes.
Llij was een man met Oostersch temperament en wis
selende stemming, onberekenbaar in zijn plotselinge
invallen, naïef in zijn blijdschap over alles wat nieuw
en vreemd was. Wantrouwend en argwanend, als de
meeste Oostersche despoten, was hij des ondanks sym
pathiek in den omgang, wekte vertrouwen, kreeg door
zijn zin voor humor de menschen spoedig op zijn hand.
Zijn aanwezigheid in de groote steden van Europa
werd steeds als een gebeurtenis van belang beschouwt.
Hij gaf het goud met volle handen uit, interesseerde
zich voor alles, wat de techniek en de industrie aan
nieuws brachten, bezocht schouwburgen en concerten,
deed inkoppen voor reusachtige bedragen. Vooral voor
juweelen had hij een groot zwak. Zijn verzameling
kostbare edelgesteenten en edele metalen moet de
fraaiste zijn welke er bestaat en steeds was hij er op
uit haar aan te vullen en uit te breiden. Zijn konings
mantel is een onovertrefbaar voortbrengsel van Oos
tersche kunst en pracht. Zijn kasteel wordt geschilderd
aan een sprookjes-slot. Het is een krachtig gebouw in
renais-sance-stijl en meer dan 30 vertrekken zijn op
Europeesche wijze ingericht, de groote salon is uitge
voord in kostbaar Spaansch mahonihout en alleen in
de audiëntie-zaal worden Siameesche versieringen
aangetroffen. Om het paleis is een gewijd touw ge-
spannen, dat de kwade geesten verre houdt van het
verblijf des heerschers. Zonnestralen flikkeren op de
ruiten van een voornamelijk uit kristal opgetrokken,
schitterend-mooi zomerhuis, dat in de warme zomer
maanden in het water kan worden neergelaten. Dik
wijls- bezocht de koning dit zeldzame verblijf, met en
kele zijner lievelingsvrouwen ging hij het drijvende
paleis binnen, waarboven dan spoedig de golven zacht-
kens speelden
In het paleis werd naast den traditioneelen witten
olifant een fraaie automobiel gevonden, in zijn werk
kamer ratelde de telefoonbei- en een Indisch stenograaf
stenografeerde de bevelen, die de Koning' in vloeiend
Engelsch dicteerde.
Hij had dus een open; oog voor alles wat modern
was. Maar daarom vond hij niet alles goed, omdat het
nieuw was. In een proclamatie aan zijn volk ver
klaarde hij eens:
„Laten wij toch niet uitsluitend bewonderen wat
buitenlandsch is en het Siameesche minachten. In
ieder land evenals in ieder mensch, is goed en kwaad
dooreengemengd en wij moeten trachten het góede,
waar wij het ook vinden, ons eigen te maken, maar te
vens het goede, dat in ons is, te ontwikkelen."
Men ziet het de koning was een filozoof. Zijn le
venswijsheid had hij slechts door bittere ervaring ge
kregen. Niet altijd is hij de goede, voortvarende be
stuurder geweest. In 1893, toen1 de Fransche schepen
zijn hoofdstad met een bombardement bedreigden is
er een keerpunt in zijn regeering' gekomen. Van toen
af aan werd de monarch, die den Oosterschen titel
droeg van „de koning, die de zon gelijkt, als zij in het
zenith staat," een bevorderaar van Westersche hervor
mingen.
Van ons Nederlanders viel er voor hem ook te lee-
ren en te profiteerenJava bezocht hij om er het re-
geeringsstelsel te leeren kennen en aan Nederlandsche
ingenieurs droeg hij de belangrijke waterwerken op.
DE KAMERVERKIEZING IN ROTTERDAM.
Bij de gisteren gehouden stemming, ter verkiezing
van een lid van de Tweede Kamer, in district- V. te
Rotterdam zijn 4733 geldige stemmen uitgebracht, d.
i. nog ruim 500 stemmen minder, dan bij de periodieke
verkiezing van 1909, toen er in het district reeds niet
druk is gestemd. Aangezien het aantal kiezers sinds
verleden jaar met een kleine 300 is vermeerderd het
is van 7577 tot 7831 gestegen had' de opkomst veel
beter kunnen zijn.
Behaald hebben: Mr. van Deventer, de vrijzinnig-de
mocratische eandidaat 439 stemmen; de heer de
Jongh, de eandidaat der vrijzinnigen 1541; de heer ter
Laan, de sociaal-democratische eandidaat 724; en de
eandidaat der verbonden rechter partijen, de heer
Vegtel 2029. Aangezien de volstrekte meerderheid
2367 bedroeg, moet er dus herstemming plaats hebben
tusschen de heeren de Jongh en Vegtel.
ALGEMEEN KIESRECHT.
Het hoofdbestuur vau den Vrijzinnig-Democrati-
schen Bond heeft, na de beslissing der S. D. A. P., dat
haar adresbeweging voor het algemeen kiesrecht een
uitsluitend sociaal-democratisch karakter zou dragen,
besloten aan de algemeene vergadering van November
a.s. voor te stellen, een zelfstandige adresbeweging ter
hand te nemen.
ITet Alg. Ned. Werkl. Verbond had tot hetzelfde
plan reeds vroeger het besluit genomen. Het ligt in de
bedoeling, ook met andere voorstanders van algemeen
kiesrecht ten deze samen' te wérken.
DE BAKKERSRADEN.
Wij vernemen, dat de minister van Landbouw, Nij
verheid en Handel de intrekking van het wetsontwerp
tot instelling der bakkersraden overweegt in verband
met een denkbeeld, om bij de voorgenomen wijziging
der arbeidswet (nieuwe arbeidsregeling) een instituut
in te voeren, waarin het beginsel, thans vastgelegd in
de voorgestelde ontwerp-wet tot invoering der bak
kersraden, meer algemeen voor alle bedrijven zal wor-
den toegepast. (Tel.)
G£M£K«U NIEUWS.
BONDSLEDEN EN CLANDESTIENE LEER-
LINGKWEEKERIJ.
In den loop van 1900 liet de firma Vischraper en
Pareira in de hun achter de perceelen Blasiusstraat 97
en 99 een diamantslijperij tg e bouwen met plaats voor
een twaalftal molens, schrijft het II bid. Het fa
briekje werd gebouwd met toestemming van den eige
naar van huis en erf, onder beding dat slechts door
perceel No. 99, hetwelk de firma in huur had, toegang
zou worden verschaft tot het fabriekje.
Eenige jaren later werd het fabriekje overgedaan
aan den heer S. de Jong, Swammerdamstraat 14, die
tot voor twee jaren aldaar zijn bedrijf heeft uitgeoe
fend. Beide eigenaren hebben in de fabriek nimmer
andere diamantbewerkers dan bondsleden laten wer
ken.
In Mei 1910 eindigde het contract met den heer De
Jóng. De eigenaar van huis en erf had echter geen
bezwaar dat de heer De Jong zou trachten de fabriek
over te doen, mits het beding werd gemaakt dat de
toegang zou worden verleend door perceel 99 en
slechts zou worden verleend aan den eigenaar en
diens personeel voorzoover dat personeel lid is van den
Alg. Ned. Diamantbewerkers Bond.
Het fabriekje werd verkocht aan de heeren Hom
mers en Van der Waal die nu twee weken geleden de
molens weder in dienst steldten. Bij de wisseling van
eigenaar was met den huurder van perceel No. 99 een
contract gemaakt, waarin werd bepaald, dat aan de
eigenaars, en diegenen van hun personeel, die lid wa
ren van den A. N. D. B. toegang werd verleend
Toen evenwel het personeel'-verscheen bleek der om
wonenden meest diamantbewerkers en leden van den
A. N. D. B., dat het personeel bestond uit niet-bonds-
leden.
De huurder van perceel no. 99 werd opmerkzaam
gemaakt op het beding in zijn contract, evenzoo werd
huiseigenaar gewaarschuwd, terwijl sinds j.l. Vrij
dag een lid van den A. N. D. B. met goedvinden van
den huiseigenaar de huur van perceel no. 99 van den
toentnaligen bewoner overnam.
De nieuwe bewoner vond in de gang van het perceel
een kast, waarin meters voor gas en electrische kracht
waren geplaatst. Hij meende de kast te moeten ge
bruiken en sloot ze af met een paar sloten van respec
tabele hechtheid. De eigenaars der fabriek waren
daardoor van licht en drijfkracht verstoken.
Tot hecfen toe is steeds den eigenaars volledig ge
legenheid gegeven zich naar de fabriek te begeven,
echter de gangkast werd' voor hen niet ontsloten.
Zaterdagmiddag begaf de heer Hommes zich met
een tweetal rechercheurs naar perceel No. 44 en nog
voor de bewoner gelegenheid had! aldus werd ons
medegedeeld de deur te openen, werd het portier
raampje stuk g-eslag'en. De huurder deed van dit voor
val aangifte bij de politie. Toen de heer Hommers en
de rechercheurs tot de ervaring kwamen, dat hun den
toegang niet werd geweigerd, vertrokken zij weder.
Gisterochtend' halfzeven vervoegde de heer Hommes
zich opnieuw bij den huurder. Thans werd de heer
Hommes vergezeld door zijn mede-eigenaar, de heer
Van' der Waal, de heeren Cosman en diens zoon en
een drietal mannen. Op grond van de huurovereen
komst weigerde de huurder aan laatstgenoemde man
nen den toegang, terwijl hij db eigenaars der fabriek
verzocht, wel te constateeren, dat hun de toegang vrije
lijk werd verleend.
Het gevolg' van dat alles is, dat de molens niet
draaien en de heeren Hommers rechtskundigen bij
stand hebben gezocht. Vooral in diamantbewerkers
kringen, wordt de ontknooping dezer verwikkelingen
met belangstelling tegemoet gekomen.
DE FANTASIE VAN WEENSOHE BLADEN.
Onze Weensche V. D. correspondent schrijft ons:
Hoe onjuist in Oostenrijk sommige persorganen om
trent H. M. onze Koningin en H. K. H. Prinses Juli
ana worden ingelicht, blijkt wel uit een gelijkluidend
bericht, hetwelk dezer dagen in het Preesburger Tag-
blatt en het Neues Wiener Journal verscheen. Om
der curiositeitswille geven wij onderstaand heLbewus-
te berichtje vertaald' weer:
Toen Koningin Wilhelmina voor eenige dagen in
Amsterdam in gezelschap van Haar Dochtertje in-
koopen deed, beijverden zich de verkoopstere de kleine
Prinses wat al te vrijpostige eerbewijzen te bewijzen.
Toen Koningin Wilhelmina zag, dat eene verkoopster
het handje van het kind, welke Zij spelend had uitge
strekt, kussen wilde, zeide de Koningin': „Als gij de
hand van het kind uit liefde wilt kussen, zij het U
toegestaan. Als gij het echter uit eerzucht doet, ver
zoek ik U het te laten. Wij willen het Kind! niet door
te vroege eerbetuigingen bederven. Het moet eerst
langzamerhand ondervinden, dat het eene Vorstin is
en het zal Hare plichten eerder leeren kennen als de
luister."
INBRAAK.
In den nacht van Zaterdag op Zondag, omstreeks
halftwee, werd de vrouw van den loopknecht P. de M.,
in de Schoutenstraat te Rotterdam, wakker door on
raad in haar woning. In de kamer, die grenst aan de
alcoof, waarin zij sliep, zag zij liöht branden en een
man, die bezig was de klok van den wand te lichten.
Op het gerucht, dat de vrouw maakte, nam de inbre
ker de vlucht, hij wierp de deur achter zich met een
slag in het slot en ontkwam. Uit een broek, die op een
stoel voor de alcoof lag, had hij een portemonnaie met
18 gestolen. Met een valschen sleutel moet hij zich
tot de woning toegang hebben verschaft.
MOORD.
In verband met den moord in Den Haag op de 86-
jarige weduwe G., zijn nog aangehouden een 21-jarige
ktllner, wonende in de Naaldwijkschestraat. in Den
Haag, en zijn bijzit, die eenmaal' per week bij de ver
moorde als werkvrouw huiselijke diensten verrichtte.
Beiden zijn echter, na eenigen tijd in bewaring te zijn
gehouden, weer op vrije voeten gesteld.
Vermoed wordt, dat niet de gearresteerde buren den
moord zouden hebben bedreven, maar dat een derde,
naar wien thans gezocht wordt, de dader is, en het
zich thans in arrest bevindende echtpaar medeplich
tigen zou zijn.
DE DIENSTWEIGERAAR KONING.
De bekende Haarlemache dienstweigeraar (Koning)
werd Zondagmorgen door een onderofficier en twee
soldaten uit Utrecht, waar hij zijn straf onderging,
naar Leiden getransporteerd, waar hij met den trein
van 10.38 aankwam. Daar werd hij door eenige vrien
den en geestverwanten aan het station opgewacht en
tot aan de artilleriekazerne gevolgd, waar hij binnen
ging. Spoedig daarop kwam hij weer buiten en ging
met zijn moeder en eenige vrienden de stad in. Hem is
gelast in het garnizoen te Leiden aan zijn militaire
verplichtingen te voldoen. Naar wij vernemen is hij
stellig voornemens weder te weigeren militairen dienst
t» doen. (H b I d.)