DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. s No. 252 Honderd en twaalfde Jaargang. 1910 WOENSDAG 26 OCTOBER BINNENLAND. 1 Waarschuwing. Nationale Militie» Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. 1 I 1 tf Ei RANT. UA.VI De ingezetenen der gemeente ALKMAAK worden herinnerd aan art. 14 der Verordening houdende be palingen omtrent liet verdeelen der gemeente in wijken en het opmaken van volledige staten der bevolking en barer huizing (Gemeenteblad No. 90 van 1898) luidende VAN ELKE VERHUIZING BINNEN DE GE MEENTE WORDT BINNEN ACHT DAGEN KENNIS GEGEVEN TER SECRET AR] E V A N DE GEMEENTE BIJ VERHUIZING VAN EEN GEZIN, DOOR HET HOOFD VAN HET GEZIN BIJ VERHUIZING VAN AFZONDERLIJK LE VENDE PERSONEN, DOOR HENZELVEN BIJ VERHUIZING VAN INWONENDE DIENST EN WERKBODEN, DOOR HENZELVEN BIJ VERHUIZING-VAN PERSONEN NAAR IN STELLINGEN, GESTICHTEN, INRICHTINGEN VAN WELKEN AARD OOK, IN WELKE PER SONEN ONDER EENIG BESTUUR SAMENWONEN, DOOR DE BESTUURDERS DIER INSTELLINGEN, GESTICHTEN OF INRICHTINGEN. Verzuim van de bovenstaande kennisgeving wordt gestraft. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR gelast, krachtens bekomen aanschrijving, de onder staande miliciens-verlofgangers om zich, ingevolge het bepaalde bij artikel 131 der MTilitiewet 1901, wegens het niet naleven van het bepaalde bij art. 120 dier wet, 's namiddags vóór 4 ure bij hun korps te vervoegen, ten einde, voor den tijd van 14 dagen, in werkelijke» dienst over te gaan Korps Pantserfort-artillerie, lichting 1907, garnizoen Helder 14 November 1910: HENDRIK ADRIANUS VAN HEERDEN en HENDRIK JAN HUGO WILLEM SCHUT. De opgeroepenen moeten voorzien zijn van hun zakboekje en van de kleeding- en uitrustingstukken, voor zooverre die nog bij hen voorhanden zijn. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd, 25 Oct. 1910. G. RIPPING. ALKMAAR, 26 October. Gisteren heeft de Fransehe Kamer haar werkzaam heden begonnen. Voorzoover we uit de telegrammen kunnen nagaan heeft dit begin bestaan uit drie rede voeringen en voor de rest gejouw, gescheld, gehuil, la waai, rumoer, tumult. Zelden was een zitting zoo be wogen als die van gisteren. Onverwacht is dit ver schijnsel niet en het kan morgen en overmorgen nog wel erger worden. Immers het geldt het naspel van de spoorwegstaking, waaraan de leiders als parle- mensieden een pakkend slot hopen te gevendoor zoo forsch en ruw mogelijk op te treden hopen ze in de Kamer sympathie te vinden en men kan nooit we ten een stemming uit te lokken, welke de regeering en vooral den heer Briand, ten val brengt. De geheele zitting bewijst, hoe zeer de heer Briand zich door zijn krachtig optreden bij de leiders der staking gehaat heeft gemaakt. Trouwens de Parijsche politiepre- fect Lépine, die wel wat uitdagend in de Kamer was gaan zitten, moest ook ondervinden, dat hij niet pre cies persona grata bij dë oppositie is; toen men hem ontdekte ontstond er een gebrul van: „weg met deu stillen verklikker, de deur uit, bespuw hem," wat den president, den heer Brisson ten slotte noopte zijn hoed op te zetten het toeken, dat de zitting werd geschorst. Nadat zij heropend was, vroeg de heer Bri and onmiddellijk behandeling der interpellaties over de regeeringsmaatregelen in verbandi met de spoor wegstaking. Daartoe werd besloten en nadat de radi cale afgevaardigde Cuny de regeering- een compliment had gemaakt over de energie, welke zij bij de staking had betoond en den wensch had' geuit, dat de gerecht vaardigde eischen der spoorwegarbeiders zouden wor den ingewilligd,was het woord) aan den geünifieerden socialist Colly, gewezen spoorwegarbeider, die begon met een reeksje oude artikelen van de ministers Mille- rand en Viviani voor te lezen, waarin werd bepleit het goed recht van de spoorwegstaking, welke volkomen wettig werd genoemd. Vervolgens speelde hij Briand den Eersten tegen Briand den Tweeden uit, de-eerste had heftige redevoeringen gehouden over de algemee- ne werkstaking op het socialistencongres in 1899, de tweede had onwettige mobilisatie en willekeurige ar restaties doen plaats hebben van spoorwegmannen, die den raad van den eersten hadden opgevolgd, de tweede was een agent-provocateur, een onderkruiper, een sta kingsbreker, een renegaat.... De geuuifieerde socialisten juichten en tierden, de andere afgevaardigden hielden zich kalm, de beer Bri and bleef bedaard. Onmiddellijk vroeg hij het woord. Nauwelijks stond hij op het spreekgestoelte, of de jui- ehers van zoo even hieven een oorverdoovend gehuil aan. Toen dit eenigszins bedaard was, zeide de heer Briand, dat hij op persoonlijke aanvallen niet zou in gaan, dus niet zou spreken over zijn vroegere uitlatin gen en meeningen. Nieuw lawaai ontstond hierop, dat zich in de twee uren, welke de minister-president sprak, herhaalde en steeds luider werd: de Tel. man seint zelfs: „Gedurende zijn geheele rede werd Bri and toegehuild door schuimbekkende en razende soci alisten, tegenover wie de voorzitter van de Kamer vol komen machteloos stond." Als de heer Briand gelegenheid had, betoogde hij, dat de spoorwegstaking afgekondigd midden in de onderhandelingen, terwijl in October lotsverbete ring kon worden verkregen, geen beweging was, die vakbelangen tot oorzaak had, maar een beweging was, die den dood en 'den ondergang van het land beoogde, een beweging, waarvan de arbeiders de ware bedoeling niet kende, en waarvan zij de werktuigen waren. Daar dc regeering de bewijzen in hauden had, dat de bewe ging dit karakter droeg, moest zij maatregelen nemen om de veiligheid te verzekeren. Men stond tegenover een organisatie van stelselmatige sabotage (vernieling van materiaal), waarvan de regeering hoopt de dra den in handen te hebben. De minister-president las een omzendbrief voor, die bij de poststaking door zekere agenten is verzonden en die zeer preciese aanduidingen bevat voor de sabo tage van telegraafdraden. De leiders van de tegen woordige staking hebben een dergelijken omzendbrief onderteekend en als de socialisten vragen: welke lei ders*? dan zullen zij dat spoedig weten, misschien al te spoedig naar hun zin. De bedrogen arbeiders hebben hun woede reeds ge uit. De regeering heeft, -niettegenstaande de angsten, die het land, met het oog op het gevaar, heeft door gestaan, geen andere middelen gebruikt dan de wet te barer beschikking stelt. 5 De vrijheid, die de socialisten verdedigen, is niets dan bet afzichtwekkende beeld van de tweedracht en het grijnzende beeld van den burgeroorlog. De vrijheid der vakvereenigingen bestaat niet in gewelddadigheden tegen de arbeiders (de zgn. vossen jacht, het treiteren, mishandelen, zelfs dooden van arbèidswilligen), evenmin bestaat de politieke vrijheid in de tegenwoordige houding der uiterste linkerzijde. Na den socialisten te hebben verweten, dat zij mis bruik van de persvrijheid) maken, eindigde liij aldus-: „Er zijn oogenblikken waarin, een staatsman zijn plicht vervult, al-len bedreigingen ten spijt en met ge vaar voor zijn leven. Ik vertrouw, dat ik mij tegen over de jongste gebeurtenissen aan de zijde der vrij heid heb gehouden. In de ernstige omstandigheden, waarin het land naar den burgeroorlog werd gedreven, zou iedere re geering die dien naam waard is, gedaan hebben, wat wij hebben gedaan. De regeering neemt in haar ge heel de verantwoordelijkheid op zich. De vrijheden, waarin de spoorwegarbeiders zich verheugen, zijn dooi de staking niet bedreigd. De regeering bestudeert de wijze, waarop het land in de toekomst tegen dergelijke gevaren behoed- kan worden, zonder dat de wezenlijke vrijheid der vakver eenigingen zal verminderd worden. Het is aan u om te zeggen of gij de regeering toevertrouwt dezen ar beid tot een goed einde te brengen." Hierop volgde een toejuiching van de rechterzijde, het centrum en de radicalen, hoewel men ook daar na tuurlijk wel inzag, dat de redevoering zwak was, en dat de heer Briand' zijn -gewone kalmte en zelfbelieer- sching- in het tumult had verloren. Na deze rede heeft de heer Briand nog verklaard, dat er geen oneensgezuidheid onder de ministers be staat, dat de regeering weigert in te gaan op eiken maatregel, die men haar door moties zou willen op dringen, dat de ministerraad eerst na sluiting der Kamerdebatten zal bijeenkomen, en dat dan misschien deze vergadering de allerbelangwekkendste bleek te zijn. W at de heer Briand met deze laatste verklaringen bedoelde is niet recht duidelijk. Houden ze verband met het voorkomen van stakingen van het personeel der openbare takken van dienst? Doelen ze op het verleenen van amnestie aan de slachtoffers Mij zullen e<r spoedig meer van hooren. Wat gisteren is gebeurd, is nog maar de inleiding. Donderdag volgt de voortzetting en dan komen de eigenlijke kopstuk ken-eerst. aan liet woord, die Vrijdag nog wel niet uit gepraat zullen ziju en dan kan waarschijnlijk de mi nisterraad bijeenkomen. TWEEDE KAMER. De heer Elhorst (a.-r.) herinnerde in de zit ting- van gisteren er aan, dat de strijd voor afschaf fing-van den bakkersnaclitarbeid reeds meer dan twin tig' jaren is gevoerd. Patroons en gezellen hebben er naar gestreefd. Een ingrijpen door de overheid is ten volle gewettigd. 1 Afschaffing van den nachtarbeid is in de practijk uitvoerbaar; andere landen hebben dit doen zien. Al leen zij, die van de zaak zelve niets willen weten, ach ten den maatregel onmogelijk. Het wetsontwerp heeft in hoofdzaak spreker's sym pathie. Wil men afschaffing! van den nachtarbeid, dan een radicale, zooals hier wordt voorgesteld. Spreker verdedigde daarop uitvoerig deze afschaf fing, als gewenscht voor de volksgezondheid en als niet schadelijk voor het middeustandsbedrijf. Spreker twijfelde er niet aan, dat de geheele industrie, ook het groot-bedrijf, zich bij deze wet zal aanpassen, en ook het publiek zal zich er spoedig in schikken. Bovendien, het broodbakken overdag zal gunstig werken op de hoedanigheid van het brood; want dan zal het gedaan zijn met allerlei gesukkel van nacht arbeid bij kunstlicht. Afschaffing- van nachtarbeid' zal ook geen broodprijs- verhooging ten gevolge hebben. Op den duur is juist prijsverlaging te verwachten. Op het voortbrengingsvermogen der fabrikanten zal het ontwerp weinig invloed! hebben; slechts bij 54 fa brieken bestaat voortdurende nachtarbeid. In plaats van ontwrichting van het bedrijf is juist door afschaf fing van den nachtarbeid) een krachtige, natuurlijke ontwikkeling van het bedrijf te voorzien. Spreker hoopte dan ook, dat, na den bijna 25-jari- gc-ii strijd, de bakkersnachtarbeid zal worden afge schaft, tot zegen van die duizenden patroons en ge zellen, die thans, tot schade van hun gezinsleven, nachtrust missen. De heer De Klerk (u.-l.) betoogde vóór afschaf fing van bakkersnachtarbeid) te zijn, maai' verklaarde, dat hij evenwel niet onvoorwaardelijk kan instemmen met deze wetsvoordracht. Tegen sommige voorstellen heeft spreker ernstige bezwaren. Vooral is dit het ge val ten opzichte van de groote macht, welke de minis ter aan de bakkersraden wil toekennen. Ook achtte hij het verkeerd, dat in het ontwerp niet tevens de arbeidsduur is geregeld. Na de aanneming van de motie-Aalberse in 1909 had de minister daar toe best eene poging kunnen wagen. Dringend noodig is 'alsnog- eene arbeidsduur-regeling in het ontwerp op te nemen. Spreker ried daarom den minister aan het amendement der socialisten over te nemen. Voorts betoogde spreker, dat. ongewijzigde aanne ming van het ontwerp in werkelijkheid) geen einde zal maken aan den bakkersnachtarbeid; want het zal toe gestaan blijven dat reeds in het nachtelijk uur met den arbeid wordt begonnen, ten nadeel© van dte nachtrust der bakkers. Niet om het groot-bedrijf te helpen, maar in het be lang der bakkersgezellen, verdedigde spreker daarom invoering van het drieploegenstelselwant, wanneer gevolgd wordt het amendement-Borgesius met het daarin voorgestaan drieploegenstelsel, dan zal ten minste aan de bakkers 34 weken volle nachtrust gege ven worden, terwijl liet ontwerp slechte halve nacht rust biedt. Sprekers' conclusie is, dat de. minister een goed werk zal doen door een arbeidstijd in de wet vast te leggen, en tevens het drieploegenstelsel daarin op te nemen. De heer Ankerman (c.-h.) achtte in dit geval een ingrijpen door de overheid in de bedrijfsvrijheid gewettigd, aangezien als vaststaande mag worden aangenomen dat in den ontwikkelingsgang van het leven der bakkers een ongezonde toestand) bestaat. Maar de overheid dient aan ieder het zijne te geven; dit is een eisch van recht, en dat is hier niet het ge val. Bij ongewijzigde handhaving van het ontwerp zal jegp.ns het grootbedrijf een onbillijkheid worden be gaan; want dit bedrijf zal in ongunstiger conditie te genover het middenbedrijf komen. Waar die bedrijven met elkander in botsing zullen komen, moet de over heid niet als bedrijfsleider optreden. Bij ongewijzigde handhaving zal spreker niet vóór het ontwerp kunnen stemmen. De heer Bos (V.-D.) heeft met vreugde 's minis ters poging begroet. Maar men moet de beteekenis van deze wet niet overdrijven. Lange arbeidstijden zul len blijven bestaan, ook al wordt het grootste euvel, de continu-nachtarbeid, afgeschaft. Algeheel verbod van nachtarbeid voor alle bedrijven acht ook spreker niet mogelijk. Dat zou de ontwikke ling- van het bedrijfsleven in haar geheel heiemmeren. Spreker bepleit verder, dat het beter ware geweest, het in beperking van den arbeidsduur te zoeken, en maant tot voorzichtigheid bij deze materie aan. Hij verdedigt de bevoegdheid der overheid, in het bedrijf in te grijpen. De spreker behandelt vervolgens de rede van den heer Aalberse. at de. Bakkersraden aangaat, sluit spreker zich in hoofdzaak bij de critiek van mr. Borgesius aan. Spre ker en zijne partijgenooten zullen tegen het ontwerp op de Bakkersraden stemmen. De heer T y d e m a n (Y.-L.) sluit zich aan bij het betoog van mr. De Beaufort. Ilij maakt eenige op merkingen over de rede van den heer Schaper. Flij bespreekt verder de Bakkerswet als in haar op zet verkeerd en doctrinair, en verdedigt de mogelijk heid van een regeling, waarin voor nachtarbeid plaats is. Spreker verwacht niets van opbouwende critiek en verzocht intrekking van het ontwerp. i De heer Lohman (C.-II.) bestrijdt het ontwerp, waarvan z. i. het effect zal zijn bevoordeeling van het kleinbedrijf tot nadeel van de groot-industrie. WETSONTWERP TEGEN DE VERYALSCHINGEN. Naar de Tel. verneemt, is de regeering thans bezig aan de samenstelling eener „Codex alimentarius" en „Codex commercialis", welke reeds sinds geruimen tijd in voorbereiding was. Deze beide reeksen voorschriften, de eerste van da eischen, welke aan de verschillende levensmiddelen gesteld moeten worden, de tweede van de voorwaarden, waaraan de overige handelswaren moeten voldoen, zullen tot grondslag dienen van een ontwerp-wet tegen de vervalsching van levensmiddelen en andere handels waren, welke bij de departementen in voorbereiding is. GEMEJlGD NIEUWS. DE NEDERL. PROTESTANTENBOND. In de te Zwolle gehouden vergadering van boven- staanden bond is, nadat eerst uitgemaakt was dat er tegen de Borromeus encycliek zou worden geprotes teerd de volgende motie van het hoofdbestuur aange nomen De algemeene vergadering enz. gezien de zgn. Bor- romeus-encycliek van 1910, opmerkende op hoe felle wijze in die encycliek het werk der Hervormers, het optreden der Hervormd® vorsten in de 16de eeuw en het streven van het pro testantisme worden verketterd, met verwondering kennis genomen hebbende van de zonderlinge wijze, waarop de Paus de scherpte zijner woorden h'eeft willen verzwakken, wijst de in die encycliek vervatte beschuldigingen met verontwaardiging af, en gaat over tot de orde van den dag. HIJ BLIJFT WEIGEREN. De dienstweigeraar D. Koning, die bij het garnizoen te Leiden werd ingedeeld, blijft ook nu beslist weige ren aan zijn militaire verplichtingen te vold-oen en pleegt lijdelijk verzet. Hij is nu in de Doelen-kaeern® in arrest gesteld. 'n LIEF HUISHOUDEN. Zondag is, zooals- wij reeds gemeld hebben, de land bouwer J. M., uit Rijsbergen, gearresteerd, daar hij beschuldigd' werd een moordaanslag op twee zijner zoons gepleegd te hebben. Achteraf is echter, volgens de Br. C., gebleken, dat het voorval sterk overdreven is; de man had alleen in een driftige bui twee schoten in de lucht gelost, met niet de minste bedoeling zijn zoons te treffen. De zoons, die daarop zelf him vader wegens poging tot moord hebben aangeklaagd, moe ten geweldige belhamels zijn. EEN BOOMENKWESTIE. Voor den Hoogen Raad werd gisteren behandeld d® zaak van een inwoner van Enkhuizen, door de Recht bank te Alkmaar vrijgesproken, maar door het Ge rechtshof te Amsterdam tot één maand gevangenis straf veroordeeld wegens het opzettelijk en wederrech telijk vernielen van eens anders goed. Requirant, eigenaar van een perceel tuingrond, grenzende aan een plantsoen der gemeente Enkhuizen, had nadat hij eerst had weggehakt de in zijn grond doorschietende wortel van in het g-emeenteplantsoen staande boomen, welke wortels de beste sappen uit zijn moestuin zouden trekken in een g-reppel in zijn grond bij de grensscheiding van het gemeenteplantsoen gebracht over eene lengte van pl.m. 52 M. eene hoe veelheid'ijzeraarde; en hierdoor zouden nu eenige boo men in het plantsoen der gemeente zijn gaan kwijnen en gestorven. Tegen 's Ilofs veroordeelend arrest nu (waarbij ook werd toegewezen eene vordering tot schadevergoeding aan de. Gemeente) werden namens den requirant door diens raadsman, mr. L. W. van Gigch, advocaat te Amsterdam, aangevoerd drie cassatiemiddelen, op grond: le. dat requirant alleszins gerechtigd zoude ge weest zijn te handelen gelijk hij deed; 2e. dat niet be hoorlijk zou gemotiveerd zijn dat requirant wederrech telijk vernielde; 3e. dat de bedoelde boomen nog leef den ten tijde van de terechtzitting der Rechtbank en het niet ter zake doet dat er tijdens het onderzoek de zer zaak in hooger beroep boomen dood waren. Conclusie O. M. 7 November. KINDERARBEID. Wegens het meermalen gebruiken van kinderen als trekkrachten aan de jaaglijn van schepen, heeft d® Rijkspolitie, te Halfweg volgens het N. v. d. D. proces verbaal opgemaakt tegen e.en schipper die zijn met beetwortelen geladen vaartuig liet trekken door een kind van elf jaar. INBRAAK IN EEN SPITITHULS. Een voorbijganger bemerkte gisterochtend, dat d® deur van het spui thuis van spuit 46 aan den Charioi- sehen Lagendijk te Rotterdam open stond. Weldra bleek, dat er inbrekers bezig waren geweest. Zij heb ben zich door een tuimelraam toegang tot het spuit huis verschaft en voor een waarde van ruim 200 ge stolen, als: twee straalpijpen, een opzetstuk, 24 pafent- koppelingen, enz., alles van koper. WATERLEID1NGKWESTIE TE SNEEK. In het bekende geschil tussehen mr. Tj. S. te Bo.ls- ward, en de gemeente Sneek, in zake de gemeentelijke waterleiding, welke zaak destijds door den wachtmees ter der marechaussee te Sneek werd onderzocht, heeft do rechtbank te Leeuwarden, ingevolge hare beschik king van 20 dezer, E. H. H., klerk hij genoemde water leiding, buiten vervolging gesteld, als zijnde zijn schuld aan het hem ten laste gelegde valsehheid in een waterleiding(meter)contract niet gebleken. EEN A ANBESTEDING S KWESTI E. Te Enschedé werd dezer dagen een werk aanbesteed, waarbij o.a. volgens bestek, de aannemer een partij waalklinkers zoude te verwerken hebben, door den be steder bij te leveren. Na gedaan onderzoek bleek het, dat deze steenen (pl. m. 12 a 15 mille) door den aanbe-steder ver bene- I i! -i 1 T

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1