DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De Heidemolen.
No. 259
Honderd en twaalfde Jaargang.
DONDERDA
3 NOVEMBER.
FEUILLETON
BINNENBAN 1».
1910.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk ft,
Afzondei lijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
82',
Ill
"I
AARSCHE COURANT
POSTKANTOOR TE ALKMAAR.
Lijst van de aan dit kantoor ter post bezorgde brie
ven en briefkaarten, welke wegens onbekendheid van
de geadresseerden niet zijn kunnen worden uitgereikt.
2e Helft der maand October 1910.
Brieven.
Mej. J. Henning, Amsterdam.
D. B. Smit,
Dir. N.-Z.-Holl. Tram. Mij., Hage.
A. N. Clemens, Haarlemmermeer.
L. Obdam, Ursem.
Jidoreis, Amsterdam.
C. Bakker Cz.. Burg, Tessel,
(ambtshalve aangeteekend).
Briefkaarten.
Mevr. Waardenburg van Rijn, Hage.
Buitenland.
Sammels, Altenessen-Reinland.
ALKMAAR, 3 November.
De heer Briand is gegaan de heer Briand is te
ruggekomen. De minister-president heeft het ont
slag van het kabinet ingediend, den minister-presi
dent is de vorming van een kabinet opgedragen. Het
oude kabinet-Briand verdWijnt, een nieuw kabinet-
Briand verschijnt. De politieke carrière van den heer
Briand is niet plotseling afgebroken, maar wordt
voortgezet, om wie weet waar te eindigen.
De nadere berichten hebben de ontslagaanvrage in
helderder licht geplaatst dan gisteren het geval was.
Wij. kunnen nu tenminste over de motieven van de
ontslagaanvrage oordeelen.
Gisteren heeft de ministerraad1 vergaderd. De mi
nister-president bracht aan zijn medewerkers dank
voor de bewijzen van sympathie hem gegeven tijdens
de jongste discussie in de Kamer. Hij voegde hieraan
toe, dat de ernstige gebeurtenissen die hebben plaats
gehad, de regeering plaatsten tegenover nieuwe
vraagstukken, over welker oplossing het kabinet nog
niet had kunnen beraadslagen. Heftige aanvallen wa
ren in de Kamer tegen de regeering gericht, maar de
Kamer had recht gedaan en do republikeinsche meer
derheid betuigde haar vertrouwen in de regeering.
Daar echter de omstandigheden van thans anders
zijn, dan toen president Eallières' hem de opdracht
gaf een ministerie te vormen, scheen het hem het
meest in overeenstemming met de republikeinsche
grondwet, om nu het woord te laten aan den president
der republiek. De andere ministers sloten zich bij deze
zienswijze aan en teekenden met den heer Briand een
verzoek om ontslag.
Wat de veranderde omstandigheden betreft, toen
hij de regeering aanvaardde, verklaard© hij, dat hij
zou regeeren met een meerderheid uit de linkerzijde.
Met ruim 450 tegen 80 stemmen had de Kamer hem
haar vertrouwen toegezegd en radicalen en socialisti
sche radicalen hadden de regeering hun steun be
loofd. Maar langzamerhand is de steun zwakker ge
worden. Op een congres te Rouen wist de oud-minis
ter van marine Pelletan een uitspraak tegen de re
geering te verkrijgen. Dientengevolge kreeg de heer
Briand niet die groote meerderheid, die hem indertijd
was gegeven. Acht en tachtig leden, die hem destijds
steun hadden toegezegd, waren hem afvallig gewor-
Roman naar bet Duitsch van
OSWALD BERGENER.
TWEEDE DEEL.
AAN DEN KRUISWEG.
Hagenloh reisde over Berlijn naar zijn geboorte
land1 in de Beneden-Harz.
Ondertusschen was het in het heidedal, waar het
nog steeds sneeuwde, eenzamer en stiller dan ooit.
Hagenloh was in zijn geboorteplaats Grundborn
zonder vaderhuis. De kruitmolen, die vroeger het
eigendom van zijn vader geweest was en idie nog al
tijd dicht bij het dorp in het dal stond, was sinds ja
ren in andere handen overgegaan. Hij logeerde
daarom in de pastorie. De geestelijke Geist behoor
de tot een whistkrans, waarvan Hagenloh's vader ook
id was geweest. Zoo waren zij lange jaren vrienden
geweest.
Op den eersten Kerstmorgen ging Hagenloh met
den geestelijke naar de kerk. Het was nog donker en
hoog lag overal de sneeuw. Door de vensters van het
dorpskerkje scheen het licht naar buiten. De klok-
ken dreunden door het stille gebergtedorpje. Op de
straten liepen vrouwen en kinderen, warm ingepakt
en met brandende kaarsen in de hand en verdwenen
met die rood© lichtjes in het kerkportaal. Ook Ha
genloh trad hier binnen in ernstige stemming. Hij
keek naar al de kaarslichten op al de stoelen in het
den. Bovendien waren enkele ander© ministers bet
niet geheel en al met hem eens over de te nemen
maatregelen. Daarom heeft de heer Briand zijn ont
slag genomen, wel vermoedend, dat hij opnieuw zou
worden uitgenoodigd een ministerie samen te stellen.
Hij kan thans een kabinet vormen, waarin de voor
hem goede leden van het ministerie zijn overgenomen,
er. zich van de leden, met wie hij minder goed kon op
schieten kon ontdoen. Bovendien kon hij bij de samen
stelling rekening houden met de meerderheid, welke
hij in de Kamer hoopt te krijgen.
Deze voorstelling vindt men in d© Fransche avond
bladen van gisteren terug. De Temps bijv. is van
meening, dat het besluit van den heer Briandl de eenig
mogelijke oplossing was. Het blad betoogt, dat er
eenstemmigheid behoort te zijn onder de leden van
het kabinet omtrent de gedragslijn van het syndica
lisme.
Het „Journal des Débats" verklaarde, dat het ka
binet met de samenstelling der Kamer niet in over
eenstemming was en het juicht daarom het optreden
van den heer Briand) toe.
Van het grootste belang echter zeg het blad, is het,
wie hij tot medewerkers kiest, want uit die keuze zal
blijken, welke politiek hij wil volgen.
De „Intransigeant" acht den toestand evenwel ver
ward; het komende ministerie zal, meent het, alle
elementen van de uiterste linkerzijde, waarmede vroe
gere ministers zoo ingenomen waren, moeten bestrij
den.
De N. R. St., om ook een oordeel van eigen bodem
aan te halen, zegt o.m., dat een wijziging in de groe-
peering der partijen in Frankrijk onvermijdelijk is. De
heer Pelletan heeft reeds, voor ieder verstaanbaar,
laten vernemen, dat hij plannen heeft een nieuwe par
tij van socialistische radicalen te vormen. De jong
ste gebeurtenissen hebben hem en de zijnen naar de
socialisten toe gedreven. Maar van dezen scheidt hem,
het is hier ter plaatse reeds eerder betoogd, de kies-
rechthervonning in proportionalistischen zin, het be
langrijkste punt van Briand'» programma, en waar
van ook de socialisten hooge verwachtingen hebben.
De scheuring in de linkerzijd© heeft den politieken
toestand in hooge mate verward. De groote radicale
partij, die het land 12 jaar heeft bestuurd, is uiteen
gevallen. Het wachten is op den man, die nieuwe we
gen zal aanwijzen. Het zou ons niet verbazen, dat de
ze man in den tegenwoordigen eersten minister-presi
dent gevonden was.
Men verwacht, dat het nieuwe kabinet behoudener
zal zijn dan het vorige en noemt o. a. de namen van
Raynaud, Puech en Laferre, dezelfde, die we gisteren
reeds vermeldden. Met zekerheid valt er intusschen
nog niets te zeggen. Heden zou de heer Briand zelf
inededeeliugen over zijn kabinet geven.
EERSTE KAMER.
Gisteravond vergaderde de Eerste Kamer.
De heer Van der Does de Willebois, het in Juli
herkozen lid, tot wiens toelating reeds was besloten,
wordt door den voorzitter beëedigd en neemt zitting.
schip van de kerk, waar de kinderen en de vrouwen
zaten. En hij keek ook -naar boven waar de mannen
zaten en naar de oude lichtkronen. Het orgel bruis
te en schalde machtiger dan ooit. De gemeente zong
zacht, hoestte en zong weer. De prediker betrad nu
den kansel en sprak daarop van het oude en altijd
weer nieuwe evangelie, van de blijde boodschap en
van de geboorte van den Heiland] van de wereld. Aan
dachtig volgde men hem, slechts klonk af en toe hier
en daar gehoest, vertellend van het ruwe winterweer
hier in het gebergte.
In het heidedal kwam de Kerstmorgen geheel an
ders, zonder klokgelui en orgelklank, zonder honderd-
stemmig gezang: „Yam Himmel hoch, da komm' ich
her."
In de kerk zongen nu kinderen, een vierstemmig
kinderkoor: „Ehre sei Gott in der Höhe."
In den molen daar ginds bewoog zich echter nog
mets en lag alles nog in diepen slaap. Geen lichtje
scheen er achter de vensters, de raderen in den mo
len stonden stil, slechts zacht en melancholisch ge-
biuis klonk bij het groote molenrad. Geen oog scheen
hier het ontwaken van den Kerstmorgen gade te
slaan. De mooie Kerstboom die Hagenloh ten ge
schenke had gegeven en die door Gisela's handen
mooi versierd' was, stond in de duisternis eenzaam te
droomen in de huiskamer hij droomde en peinsde
waarom het zoo stil ©n somber was op dezen Kerst
morgen in den molen.
Hagenloh moest bij het hooren van zang en orgel
spel denken aan alles wat er in den laatsten tijd ge
beurd was en daar voor. Hij dacht ook aan den
avond, dat zij met z'n drieën in den maneschijn ge
wandeld! hadden. Gisela had aan het eindl van de
wandeling toen naar zijn moeder gevraagd en later
had zij daar nogmaals naar gevraagd. Hij had toen
opeens een eind aan het gesprek gemaakt en had! haar
geen beslist antwoord gegeven.
Hij dacht nu weer aan die vreeselijke gebeurtenis
Ingekomen zijn de geloofsbrieven van het in Juli
gekozen lid den heer mr. J. C. de Marez Oyens.
De Voorzitter benoemt de heeren Van Nierop,
Yan der Maesen de Sombreff en d'Humale van Har-
denbroek in de commissie, die de geloofsbrieven zal
onderzoeken.
De vergadering wordt even geschorst.
Na de heropening deelt de heer Van Nierop
mede, dat de stukken in orde zijn bevonden en con
cludeert hij namens de commissie tot toelating.
Aldus wordt besloten.
De heer De Marez Oyens wordt vervolgens beëedigd
en neemt zitting.
Ingekomen is een brief van den heer Godin de
Beaufort, afgevaardigde voor Zeeland, mededeeleride,
dat hij wegens voortdurende ongesteldheid ziclf genood
zaakt ziet ontslag te nemen als lid der Kamer.
De voorzitter zegt, dat deze mededeeling met leed
wezen zal worden ontvangen.
Mededeeling wordt gedaan van verschillende inge
komen stukken.
De voorzitter deelt mede, dat de centrale sectie be
sloten heeft, morgenochtend in de afdeelingen te ver
gaderen. De Kamer zal morgenmiddag 2 uur een
openbare vergadering houden ter behandeling van ver
schillende ontwerpen, o.a. de Octrooiwet, de banken
van leening en de wijziging der burgerlijke pensioen
wet.
De vergadering wordt verdaagd tot hedenmiddag 2
TWEEDE KAMER.
De leden der Tweede Kamer zijn ter vergadering
bijeen geroepen tegen Dinsdag 8 November a.s., des
namiddags te 4 uur.
PORTUGAL.
Naar de „N. R. Ct." verneemt, zal onze regeering
niet overgaan tot erkenning van de republiek Portugal,
voordat een blijvende regeering aan het bewind is ge
komen, hetgeen zeer wel mogelijk niet voor Juni of
Juli 1911 zal plaats hebben.
Gemeugd nieuws
„HET LEVEN."
Tegen de colporteurs van „Het Leven" is in den
Haag procesi-verbaal opgemaakt wegens overtreding
der politieverordening die luidkeels venten verbiedt.
NOG MEER OUDE MUNTEN.
Te Noordliorn heeft men bij de verbouwing van een
huis een pot met oude munten gevonden uit de ze
ventiende eeuw. Er is o. a. een daalder 'bij van Bel-
gië-Seeland 1619 met het randschrift Concordia res
parvae cresount, een van de stad Emden van 1600,
een daalder van Zwolle en een Silbergulden der kei
zerlijke stadt Zwol Mathias I. D. C.
EEN BELANGRIJK WERK TE GRONINGEN.
Er hebben tusschen het gewestelijk en gemeentelijk
bestuur van Groningen onderhandelingen plaats ge
had over een belangrijk werk in de stad Groningen.
Het plan bestaat over te gaan tot demping der binh
nenhaven van het Boterdiep en tot den aanleg van
een nieuwe haven door verbreed'ing van het Verbin-
dingskajjaal Damster-Boterdiep. Bovendien hebben
curatoren der Rijksuniversiteit in 't belang van 't
academisch ziekenhuis voorstellen gedaan tot verbe
tering der verkeerswegen aldaar, omdat de wegen
langs en toegang gevende tot deze belangrijke rijks
gebouwen zoo gebrekkig zijn, dat een algeheele ver
betering volstrekt noodzakelijk moet worden geacht.
Er zal dus, wordt het plan aangenomen, een hoofdweg
met verschillende rijwegen en zijstraten worden aan
gelegd. Het Rijk zal voor deze werken ook eenige
in den kruitmolen. Na de ontploffing, in den tijd
toen hij nog ©en kleine jongen was, had er een tweede
ontploffing plaats gehad. Zijn vader werd verschrik
kelijk verminkt, zijn moeder verloor van den hevigen
schrik haar verstand.
ILij was in die dagen op de academie, juist in zijn
Sturm und-Drang-periode, vol idealen en jeugddroo-
men. Toen hij het telegrafisch 'bericht, kreeg van de
ramp en terstond naar huis reisde vol ontzetting en
wanhoop, kwam hij te laat om zijn vader nog te kun
nen spreken. Hij kwam nog vroeg genoeg om de be-
grafenis bij te wonen en zijn vader de laatste eer te
bewijzen. Daarop bracht hij zijn moeder naar een
gesticht voor zenuwlijders.
Aan al zijn idealen en geluk was met één slag door
deze ontzettende gebeurtenis een eindl gekomen. De
zorg over zijn moeder en het verdriet over 'het groote.
verlies maakten hem ernstig en hij werd! nooit weer
zoo ongedwongen vroolijk en geestdriftig als: in de
eerste jaren toen hij de academie bezocht.
Slechts één ding had hem na het ongeluk nog vaak
gelukkige oogenblikken gegeven. En dat vond hij
mooier terug dan hij het den laatsten keer gezien
had.
Bij de eerste ontploffing was een arbeider omge
komen, die een zieke vrouw en een klein meisje ach
terliet. Het kleine, donkeroogig ding werd door de
ouders van Hagenloh als kind aangenomen.
Toen Hagenloh's ouders door de tweede ontplof
fing aan het kind werden ontrukt, was zij al een flink
vroolijk meisje. Lore heette ze en ze kwam daarop in
de pastorie van Grundborn. Hier vond1 hij haar
thans als zestienjarige terug.
Zij had een karakter dat aan liefde en vriendelijk
heid' behoefte had, en zou waarschijnlijk geen gemak
kelijk leven hebben. Zij had1 hem als een zuster lief,
kende zijn zorg en verdriet, die zij gedeeltelijk met
hem gedeeld! had. Zij was wat schuchter en dank
baar voor eiken kleinen dienst en goedheid die men
terreinen moeten afstaan. De kosten van het werk
worden geraamd op 175.000, die van de verbreeding
van genoemd verbindingskanaal op 30.000.
AANGESPOELD.
Aan het Noordzeestrand' even voorbij Huisduinen
zijn ongeveer honderd ledige haringvaten aangespoeld.
EEN ISRAëLS UIT HET LAND?
Naar aan de New-York Herald1 uit Venetië bericht
wordt, kocht de Londensche kunsthandelaar Cremetti
voor 150.000 francs de aan den heer J. T. Cremer
toebehoorende schilderij van Jozef Israëls, Boerenfa
milie aan tafel.
EEN SMAKELIJK PAKJE.
In een der waggons van de Hollandsche Spoor werd
aan het station te Leiden een pakje achtergelaten dat
aldaar werd bewaard, totdat er.een luchtje aan
kwam.
Het pakje werd nu geopend) en men vond er in.
een dooden aap!
LIMBURG OP ZIJN MALST.
De heer W. Tummers, candidaat voor den Sittard-
schen gemeenteraad, heeft tot de kiezers het volgende
..manifest" gericht.
Die voor is, die voor maalt!
Onder dit motto wil ik als eerste candidaat voor
den Gemeenteraad met de H.H. Kiezers kennis ma
ken, en mijn program ontwikkelen.
Dat ik als Katholiek optreed, heeft men genoeg ge
durende de huidige Missie gezien. Verder zal ik den
geld-buidel met alle kracht helpen toehouden, opdat
hij niet zoo dikwijls leeggeschud! wordt. Ook moet
het ophouden met dit werpen met die honderd dui
zend! leeningen.
De spaarzaamheid! is immers een Oud-Hollandsche
deugd.
Het stedeken kraakt n-u al van alle kanten onder
de schulden. Tot nu toe kan hier geen raadsvergade
ring plaats hebben, of de een of ander ambtenaar
vraagt verhooging, ook hieraan moet een einde ko
men.
IL. Kiezers ik heb geen vijftig gulden noodig om
mijn uniform te onderhouden. Als oud' veldartillerist
wijs ik met trots naar mijn vroegere uniform, waar
mede ik voor het front van Willem UI, het Wilhel
mus van Nassouwe oude en nieuwe toonzetting ge
zongen heb.
Desnoods trek ik ze nog aan.
Ook de gerechtigheid! draag ik een warm hart tee.
Ik houd' niet er van, dat db geblinidldoekte Themis,
even het doekje, opligt, om onderscheid te maken
tusschen vriend en vijand. Tien gulden wegen immer
zwaarder dan één, dit is een physieke waarheid', en
een buldog weegt toch zwaarder dian een schoothondje.
Dan staan d© schalen der gerechtigheid niet gelijk,
en zulke geblinddoekte maagd deed heter heide-plag-
gen te gaan steken, als recht te spreken. Dit heeft
mij nog onze kolonel geleerd, deze zeide steeds: Gelij
ke monniken, gelijke kappen.
Als oud-bewoner van den Steenweg, kan ook ik
niet nalaten in' de bres te springen voor de inwoners
der voorstad, het trot.toirgeld moet terugbetaald wor
den waar iedereen van profiteert, moet ook door ieder
een betaald worden.
Welaan Kiezers, ik roep U met Julius Sesar t-oe:
„Alea jacta est.'' De teerling is geworpen, en ik trek
over de Sittardschen Rubioan, de Keutelheek op het
stadhuis los, de wind komt Immers van Lissabon!
II. Kiezers denkt., dat Helmus aan uwe spits staat,,
hij is de Vir fortis van het Evangelie, en weet d'at ik
bij het zien van het plegen van onrecht, ik steeds met
Z. Heiligheid zal uitroepen: „Non possumus"!
W. TUMMERS.
haar bewees.
Hij boog zich wat voorover en keek door de kerk
naar de plaats waar zij zat, rood van de koude, met
een bontmuts op. Zij keek ook juist naar hem, lachte
en hij knikte haar toe. Zij groette hem dankbaar
met de oogen.
Daarop schoof hij weer achteruit. En terwijl het
orgel nog steeds bruist© en de gemeente gemeen
schappelijk zong „Dies 1st der Tag, den Gott ge-
macht", gleeden zijn gedachten weg en dacht, hij weer
aan de ontmoeting die hij met zijn moeder gehad
had op zijn reis hierheen in het krankzinnigenge
sticht te Schattenhof. Zij had voor hem gestaan zon
der hem te herkennen. Later was hij heengegaan
slechts even was zijhelder geweest, had gelachen en
teeder gezegd „mijn jongen mijn lieve, lieve Ro
land" toen hij naast haar zat en als een kind zacht
haar handen had! gestreeld'.
Om zeven uur was de dienst afgeloopen en in het
gansche dorp schitterden nu overal achter de kleine
vensters de lichtjes van de Kerstboomen. Daar ston
den kinderen om heen met vroolijke oogen, snel klop
pend! hart en mondjes die zich druk roerden en de
Kerstgeschenken bespraken.
Toen Ilagenloh in de huiskamer in de pastorie trad
schitterden ook hier kaarslichtjes aan den Kerst
boom hem tegen. De geur van naalden, het licht, de
honigkoeken en appels, dat alles deed hem een oogen-
blik verbaasd en blij stilstaan.
Nu traden ook de dominee, zijn vrouw en hun zes
tienjarig pleegkind' binnen. Het klonk wat droevig
toen dominéé Geist daarop met ontroerde stem zei:
„De Heer zegene u beiden, zooals dat voor u het
beste is. Ik hoop dat de verwachtingen, die wij voor
de toekomst hebben, in vervulling mogen gaan."
(Wordt vervolgd).