DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
BLOOKER's
CACAO;
De Heidemolen.
DAALDERS
Honderd en twaalfde Jaargang.
1910.
V R IJ D A O
4 NOVEMBER.
FEUILLETON
BINNEN LAND.
No. 260
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,
Afzondei lijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
ALKMAARSCHE COURANT
VRAAG,
in plaats van losse cacao
of poederchocolade,
BUSSEN
gij betaalt minder
en krijgt betere kwaliteit.
vierkante bussen van 1/i ons 10 ets.
li ii ii 1 ons 18
]/s Pond 4278
•I I, 1 pond 80
ii I, 2 pond 150
ALKMAAR, 4 November.
Het nieuwe ministerie Briand is reeds gereed.
Over het geheel is het uitgekomen zooals verwacht
werd, wat de ministers betreft, die hun portefeuille
kwijtgeraakt zijn. Alleen is het een tegenvaller, dat
ook de heer Millerandi tot de heengaande mannen be
hoort de hoop scheen gewettigd, dat hij zou blij
ven. Wat de nieuwe mannen aangaat, de namen klop
pen over het geheel vrijwel met de voorspellingen. Al
leen kregen enkelen andere portefeuilles, dan hun wa
ren toegedacht. Vermoedelijk zullen we weldra bijzon
derheden van de nieuwe ministers vernemen en gele
genheid hebben ons te verbazen over de eigenaardige
loopbaan, welke in Frankrijk tot een ministerzetel
leidt. Dat het toeval soms een groote rol speelt is
thans reeds hekend om zeven uur hadden twee heeren
voor de eer bedankt, de heer Briandi deedl gauw een
beroep voor twee anderen, die een zelfde antwoord
gaven, eenige personen werden onmiddellijk ontboden
en om negen uur was het kabinet in elkaar getim
merd, had men het ontbrekende timmerhout of het
wel echt wagenschot was? gevonden.
Voor wie er belang in stelt zij medegedeeld, dat het
nieuwe ministerie aldus samengesteld is:
Briand voorzitter van den ministerraad en binnen-
landsche zaken, Theodore Girard justitie, Pichon hui
tenlandsche zaken, Generaal Brun oorlog, Admiraal
Boué de Lapevyrère marine, Maurice Faure onderwijs,
Klot.z, financiën, Jean Dupuy handel, Raynaud land
bouw, Morel koloniën, Laffere arbeid, Puech openba
re werken, Gusthau ondersecretaris van marine, An
dre Lefèbvre ondersecretaris van financiën, Noullens
ondersecretaris van oorlog en Dujardin-Beaumetz on
dersecretaris van schoone kunsten.
Dinsdag zal het ministerie zich aan de Kamer voor
stellen.
Van den minister-president geeft dé Parijsche cor-
Roman naar het Duitsch van
OSWALD BERGENER.
33,
Het was stil in huis en zwijgend stonden zij eenige
oogenhlikken rondom den Kerstboom, ieder met zijn
eigen ernstige gedachten.
„Maar komaan, nu genoeg met den ernst," zei ein
delijk dominee. Geist. „Laat ons nu eens zien wat de
Kerstman ons ditmaal gebracht heeft."
Het werd nu gedurende het volgende uur rech vroo-
lijk in de pastorie en het vroolijkst was wel Lore, die
zich innig gelukkig gevoelde. Lachend en schitterend
waren haar oogen ze was een mooi meisje met
haar zwartbruine vlechten en haar gezond uiterlijk.
Toen de vrouw vau den dominee haar naar zich toe
trok en haar kuste en Lore haar bedankte voor haar
Kerstgeschenken schoof Hagenloh haar een pakje
tusschen het schort en haar blouse.
Lore had het echter spoedig gemerkt. Zij nam het
pakje en begon er het papier af te doen. Maar daar
mee was zij zoo dadelijk nog niet klaar. Hagenloh
had er heel wat dikke papieren om gedaan en die met
tal van touwtjes goed vastgebonden. Maar eindelijk
was zij dan toch tot de kern doorgedrongen en vond
daar nu drie aardig gebonden boekjes, n.l. „Immer
ses' van Theodor Storm en „lm Sonnenschein" van
denzelfden en Scheffels onvermoeid blazenden „Trom
peter."
Lore sprong op hem toe en strekte de handen naar
zijn groene jagerpak uit en greep hem bij de schou
ders. Zij stak haar mond op om hem een broederlijke
kus te geven.
M"aar hij zette een ernstig gezicht en deed of hij
respondent van het Tagehlatt, de heer Paul Bock een
aardige schets, waaraan het volgende is ontleend.
Aristide Briand is niet meer socialist of reaction-
nair, radicaal of gematigd, hij is eenvoudig Briand.
Hij laat zich niet dwingen in partijformules. De men-
schen, die zich verbeelden uit enkele zijner uitlatin
gen, zijn gedachten of zelfs zijn plannen te kunnen
opmaken of met lachende ironie zijn toekomst trach
ten te schetsen, doen vergeefsche moeite. Deze man,
in wien wij met reden een vriend van den vrede mee
nen te zien, kan morgen geheel onverwacht onder an
dere omstandigheden een leider worden, die het volk
meesleept in een geheel andere richting.
ik wil liever niet verkeerd begrepen worden. Het is
mijn innige, op degelijke gronden berustende overtui
ging, dat in Frankrijk de behoefte aan vrede even
hechte wortels heeft als in Duitschland. Niemand kan
echter in de toekomst zien, en wanneer op een der
talrijke wrijvingspunten, die bij den „vreedzameu
wedijver der mogendheden al dan niet1 opzettelijk
voorbereid worden, een politieke lucifer op een gege
ven oogenblik vlam vat, dan is het in hooge mate
van belang of hij snel en beslist wordt uitgedoofd of
in ander, bedenkelijker brandbaar materiaal gewor
pen wordt. Blijft Aristide Briand op den weg, dien
zijn ontwikkeling genomen heeft, dan zal het in vele
opzichten in de eerste plaats van zijn wil afhangen
of de vlammen zich zullen uitbreiden of gebluscht
worden. Hij is erin geslaagd de burgerlijke maat
schappij in gesloten massa om zich heen te groepee-
ren. Het zoo bespotte woord „apaisement" is den
Franschen meer dan een jaar bijgebleven, en dat zegt
duidelijk genoeg, dat dit woord meer dan een oratori
sche phrase is. Het is ingeslagen in breede volksla
gen, die door de onrust van voortdurend getwist le
den en hun welstand ieder oogenblik bedreigd zagen
door onverwachte aanvallen. En niettegenstaande dit
resultaat hebben partijhaat en onverschilligheid den
man niet zijn juiste waarde gegeven.
De eenigen, die Briand's macht op de volksziel bij
tijds hebben begrepen, zijn zijn vrienden van vroeger,
zijn vijanden van thans, de socialisten. Hieruit kan
men den haat verklaren, die hen vervult, hun koorts
achtig streven dezen man, die alle kunstgrepen der
agitatie kent en van deze kennis gebruik weet te ma
ken, weer terug te stooten in het duister. Het is
eigenlijk zonderling, dat Jaurès en zijn partijg'enooten
pas na vijf jaar met al de herinneringen voor den dag
komen, die ze toch al veel langer ter hunner beschik
king hadden; maar hun strijd is begrijpelijk., wordt
de renegaat niet op het laatste oogenblik terzijde' ge
schoven, dan is het te laat. De socialisten weten zeer
goed, dat de fictie, als zou Briand niets dan een han
dig redenaar zijn, niet meer gehandhaafd kan wor
den. Onder hem is niets tot stand gekomen? Laten
we de scheiding van kerk en staat buiten bespreking.
En de ouderdomsverzekering, die 30 jaar lang als een
spook in de parlementen rondwaarde en eerst door
Briand en Yiviani een feit is geworden? Deze wet,
waarop wel een en ander valt aan te merken, is er
thans en zal eerlang toegepast worden. De toelating
daar niets van wilde hooren. Hij lachte en klopte
haar op de wangen.
„Zulke groote meisjes kust men alleen nog als er
heelemaal niet aan te ontkomen is," zei hij vroolijk;
daarbij liet hij zich echter meetrekken door haar naar
een zijtafeltje.
Hier lag een groote voetenzak, die Hagenloh op zijn
tochten in de slede best kon gebruiken. Lore had hem
met veel zorg gemaakt en de laatste avonden was1 zij
er lang voor opgebleven.
„Zoo'n meisje!' zei Hagenloh en nam haar gloei
end hoofdje tusschen zijn handen. Hij keek haar in de
lachende oogen en naar haar rooden vroolijken mond.
„O, jou meisje! Nu zou ik je toch wèl willen kus
sen
„Doe het gerust maar!"
„Zij bijt Diet, je kunt het wagen," lachte de domi
nee, goedig.
„Zoo'n kind," zei zijn vrouw.
„O neen! Wat denk je wel?" zei Hagenloh en hij
schudde daarbij het hoofd, zonder het meisjesgezicht
los te laten. „Als men zoo oud ik als ik, dan is men
bang voor kussen. Ik kan door een heks betooverd
zijn en als ik je aanraak kun jij misschien ook betoo
verd worden. Slechts als jij ook betooverd bent door
een sterkere heks dan ik, kan het geen schade doen.
Maar zoo'n klein, vroolijk woudvogeltje, als jij heeft
met boos heksenwerk toch niet te maken, wat?''
Hij zag hoe zij onder zijn woorden haar lachen op
hield. Hij gaf haar nog schertsend een zachten slag
op den wang en liet haar daarop los.
Er volgde een oogenblik van stilte in de Kerstdruk
te. Lore had zich half van1 haar geschenken afge
keerd. De vrouw van den dominee trad nu op Hagen
loh toe en sprak met hem over een en ander dat zijn
tegenwoordige woonplaats betrof.
De dominee ging nu echter naar de pianino, deed
die open en beg-on „Stille nacht, heilige nacht" te
spelen, dat zij vierstemmig te zamen zongen.
Maar een zekere droefheid klonk er door hnn zang
van arbeiders tot de jury, de invoering' van de bur
gerlijke echtscheiding komen uitsluitend op rekening
van Briand. Dat de bestuurshervormingen en de
ambtenaarsstatuten nog niet in de Kamer besproken
zijn, is de schuld van den socialist Jaurès en van de
radicalen, die getracht hebben Briand' ten val te bren
gen. Zij hebben de Kamer wekenlang opgehouden
met debatten over de zaak-Rochette, waaraan thans
niemandi meer denkt.
Een van Briand's plannen is tenminste duidelijk.
Hij wil zijn land krachtig maken en zal zonder vorm
van proces alle hinnenlandsche twisten onderdrukken,
die hem bij dit voornemen in den weg staan. Mis
schien loopt zelfs zijn wilskracht tegen deze onderne
ming', die met het oog op de onrast in Frankrijk ge
weldig genoemd kan worden, te pletter. Maar slaagt
hij, dan heeft deze man door zijn arbeid nieuwe
kracht gewonnen en niemand1 kan weten, waartoe
hem dan het noodlot of zijn eerzucht drijft.
De weinige vrienden, die Briand goed! kennen, ver
zekeren, dat niemand meer dan hij de vreedzame ont
wikkeling tusschen de volkeren voor een noodzakelijk
heid der voortschrijdende beschaving houdt. Waar
schijnlijk hebben zij gelijk en de geheele wereld heeft
reden zich daarover te verheugen. Intusschen verdient
het aanbeveling, om zonder zich van de wijs te laten
brengen door haat of liefde, vooroordeel of onverschil
ligheid, Briand te erkennen als wat hij is: een krach
tige figuur als staatsman, waarmede men rekening
moet houden.
Zijn komende daden zullen doen zien, of zijn weg
naar links of naar rechts gaat. Van den beslissenden
strijd, die in zijn ziel plaats heeft, zal ook het leven
van Europa eenige gevolgen vernemen.
EERSTE KAMER.
Gisteren vergaderde de Eerste Kamer.
Na de ontslagaanvrage van den heer Van Velzen
(A.-R.) als lid der Kamer, stelde de voorzitter de al
gemeene beraadslaging over het wetsontwerp tot re
geling van het octrooirecht voor uitvindingen aan de
orde.
Daarna opende de heer De Marez Oyens
(A.-R.) de beschouwingen met een hulde aau dezen
arbeid van de commissie voor de handelspolitiek, doch
maakt aanmerking op een inconsequentie in de arti
kelen 12, 51 en 50 van het ontwerp.
Hij acht het ook ongeraden, dat artikel 7 een inter
pretatie inhoudt van het tractaat tot internationale
bescherming van den industrieelen eigendom. De
rechter zal zich toch niet aan de interpretatie mogen
houden. Spr. verwacht weinig' van dit wetsontwerp,
niet omdat de voorgestelde wet, maar omdat het trac
taat niet deugt en daardoor slecht werkt. Deze wet
zal daarin geen verbetering brengen, meent spr. Be
hoefte aan een octrooiwet heeft ons volk niet gevoeld.
Nederlandsche uitvinders vroegen in 't buitenland
octrooien aan. Dit ontwerp is bureauwerk.
Door den heer de Marez Oyens werd voorts ge
vreesd dat de octrooiraden kostbaar zouden worden.
Hij verklaarde zich niet tegen de wet, omdat hij hoop
te, dat wij een beter internationaal tractaat zouden
krijgen.
De heer W aller (A.-R.) verdedigde het ontwerp
in het belang van de ontwikkeling van de Nederland
en die was niet gemakkelijk te verdrijven.
De Kerstmorgen verliep. Maar het luiden der kerk
klokken in het stille dorp bleef door het gebergte klin
ken. De tweede kerkdienst volgde. Toen men daarna
ernstig in de pastorie terugkeerde, was daar juist een
telegrammenjongen gekomen, met een telegram voor
Hagenloh.
Eerst toen hij boven op zijn kamer was opende hij
dat telegram.
Het was een bericht van het hoofd van de zenuwlij-
dersinrichting' te Schattenhof, dat zijn moeder dien
morgen plotseling aan hartverlamming' gestorven
was.
Hij zat eenigen tijd verpletterd neer en sprak in
gedachten met de doode zooals zij geweest was vóór
haar ziekte. Na geruimen tijd' met zijn verdriet ge
worsteld te hebben, dacht hij weer aan de predikants
familie en het Kerstfeest dat zij vierden.
Toen hij beneden kwam, vond hij Lore met roodge
huilde oogen. Toen zij zijn bleek, droevig gezicht zag,
begon zij weer te snikken.
De predikant nam de hand van zijn vriend en zei
hem slechts weinige woorden van oprechte deelname
en troost, terwijl zijn vrouw het meisje tegen zich aan
drukte en haar zachte woordjes toesprak.
„Dat is nu eenmaal de beschikking van het lot,"
zei de predikant met bevende stem, „overal komt ons
de dood tegemoet, zelfs op Kerstmis laat hij ons niet
met rust. Het is alles zoo ingericht dat wij bij iede-
ren stap er aan herinnerd worden dat ons leven on
zeker is en dat elke dag ons een schrede nader tot het
graf brengt. Dat is voor ons hart, dat naar licht en
leven verlangt, vaak een bittere gedachte. Maar daar
staat tegenover dat wij dan ook de dagen van geluk
méér op prijs stellen. Wij moeten dankbaar zijn voor
eiken zonnigen dag."
Er werd een boodschap gestuurd naar de dorpsher
berg „Zum Grandbom" of de slede voor den middag
ook vrij was en gehuurd' kon worden. De slede stond
ter beschikking.
sche techniek.
Daarna verdedigde de minister van Landbouw, Nij
verheid en Handel het ontwerp. Spr. ziet in het ont-
werp wel degelijk voordeel.
De regeerings-commissaris (de heer F r u i n) be
antwoordt het bezwaar van den heer De Marez Oyens
in zake de verhouding van dit ontwerp tot het inter-
1 nationale tractaat. Spr. zet uitvoerig de verschillen
de opvattingen in zake de verhouding tusschen inter-
I nationaal tractaat en nationale wet uiteen.
Hij ziet geen strijd1 tusschen wet en tractaat. Het
ontwerp komt bijna woordelijk met het tractaat over-
een. De heer De Marez Oyens wees echter op een ver
schil tusschen tractaat en wet in art. 7 en zei, dat de
tegenwoordig geldende leer is, dat een tractaat niet
bij een landswet mag worden gewijzigd. Over dit laat
ste wordt echter door velen nog anders geoordeeld.
Een tractaat kan wel degelijk voor alle staten gelden
en toch voor een bepaald land uitzonderingsbepalin
gen doen scheppen. Het bezwaar van den heer Oyens
is trouwens niet van veel praetisch belang en art. 17
komt bijna geheel woordelijk met de bepalingen van
het tractaat overeen en voor zoover het iets verder
gaat, geldt het een zaak, waarover schier geen verschil
van gevoelen bestaat.
Na repliek van den heer De Marez Oyens
en dupliek van den minister wordt het ontwerp
zonder hoofdelijke stemming aangenomen en de ver
gadering verdaagd tot heden 11 uur.
VRIJZ. DEMOCR. BOND EN ALGEMl NEDERL.
WERKLIEDEN-VERBOND.
Gelijk reeds vroeger is aangekondigd, zal de Vrijz.-
Dem. Bond een buitengewone algemeene vergadering
houden, in samenwerking met het Algemeen Neder-
landsch Werklieden-Verbond, op Zondag 27 dezer, te
Utrecht.
De agenda voor deze vergadering luidt, zoo meldt
L. en V., als volgt:
I. Behandeling van het onderwerp:
„Het grondgebruik door landarbeiders, als middel
tot verbetering van hun economischen toestand.
InleidersA. Rauwerda, voorzitter van het Algem.
Ned. Werkl.-Verbond, te Leeuwarden, Jac. Welleman,
landbouwer, lid van het hoofdbestuur van den Vrijzin-
nig-Democratischen Bond, te Krabbendijke, mr. J.
Wolterbeek Muller, advocaat te 's-Gravenhage.
II. Voorstel van het hoofdbestuur van dén Vrijz.-
Dem. Bond, tot het in het leven roepen in samen
werking met het Algemeen Ned. Werklieden-Verbond
en andere op dit punt gelijkgezinden van een
adresbeweging aan de regeering voor algemeen kies
recht, waarbij wordt verzocht:
dat het beginsel van rechtstreeksch en enkelvoudig,
door geen zoogenaamde correctieven verzwakt, alge
meen kiesrecht voor mannen en vrouwen, in de
Grondwet wordt geschreven.
Bij dit voorstel heeft het hoofdbestuur de volgende
toelichting' gegeven:
„Het hoofdbestuur is vast overtuigd, dat op alle
voorstanders van algemeen kiesrecht de plicht rust,
des te krachtiger propaganda te voeren voor het ver
krijgen van dat recht, naarmate de invoering daarvan
langer wordt verschoven. Het meent, dat een adresbe
weging of petitionnement aan de regeering het mid
del kan zijn om, op andere wijze dan tot dusver, dui
delijk en krachtig uiting te geven aan den in het volk
levenden we.nsch, naar toepassing van het beginsel
van rechtvaardigheid inzake het eerste staatsburger
lijke recht.
Nu de S. D. A. P. heeft gemeend niet te moeten
ingaan op het, door het hoofdbestuur van deu V. D.
Bond geopperde, denkbeeld tot samenwerking in zake
het door haar georganiseerde volkspetionnement voor
algemeen kiesrecht, zal dit onvermijdelijk een uitslui
tend sociaal-democratisch karakter verkrijgen, tot
een speciaal sociaal-democratische actie worden ge-
Toen Hagenloh weer naar boven wilde gaan om
zijn goed te pakken, kwam Lore op de trap voor hem
staan met haar bedroefd gericht.
„Roland," zei ze, „toe kom nog even in den tuin,
ik wou je zoo graag nog wat zeggen."
„In den tuin?" zei hij verwonderd. „In de sneeuw?
Ja als het zomer was als de pruimen aan de hoo
rnen hingen -Lore maar met Kerstmis!"
„Of in het houtschuurtje Roland, ja?"
Hij moest ondanks al zijn droevige gedachten la
chen.
„Dat laat zich beter hooren. Wat mij betreft, ik
wil ook wel in den duiventil met je praten." „Je
drijft den spot met mij Roland, dat is slecht van je
en nu tenminste," zei zij op den zingenden toon,
lie aan de bewoners van dit land eigen is.
Het huilen stond' haar nader dan het lachen.
„Huil niet meid!" zei hij zacht en goedig en streek
haar broederlijk over het donkere haar. „Ik kom zoó
dadelijk in het houtschuurtje, maar eerst moet ik nog
even naar boven om mijn goed te pakken."
Zij keek hem met dankbare oogen aan en ging
daarop naar de keuken. Hij ging de trap op.
„Zij heeft ook niets meer, zij is ook geheel alleen
op de wereld," dacht hij. „Hoe moet het met haar
worden als haar tegenwoordige pleegouders ook ster-
ven. Zjj is uit haar stand gerukt en dat gaat goed
zoolang- een paar brave mensehen haar steunen zooals
nu. Maar als dat verandert, wat een gevaren dreigen
er dan wat moet er dan van haar worden. Eigen
lijk ben ik niet verplicht om wat voor haar te doen?
Ben ik niet voor een deel mede verantwoordelijk voor
haar lot? Zou ik haar met mij nemen de wereld in?
Zonderlinge gedachte! Als ik haar meenam en tot
mijn kleine huishoudster maakte tot mijn vrouw
daarna.... Neen, mijn vrouw kan ze niet zijn. Maar
wat dan.
(Wordt vervolgd).