DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Groote Paardenmarkt
Damrubriek.
MW:|
mm
No. 261
1910.
ZATERDAG
5 NOVEMBER.
PP |p
i
Honderd en twaalfde |aargang.
te Alkmair,
op Woensdag 9 November a.s
Nationale Militie.
i JÜ
i
PiiW--
j MléHl
j STADSNIEUWS
Oproeping in werkelijken dienst
1. 43—38
1.
20 29
2. 31—27
2.
22 33
3. 32—27
3.
21 32
4. 30—31
4.
26 37
5. 48—42
5.
37 48
6. 44—39
6.
33 44
7. 49—43
7.
48 39
8. 40 49
8.
29 40
9. 35 2
9.
25 34
10. 2 5 en
wint.
lü' -V 9 H
M
iL*
winst:
1. 33—28
1. 16—21
2. 31—26
2. 11—10
3. 36—31
3. 7—11
4. 31—27
4. 19—23
5. 28 19
5. 13 24
6. 38—33
6. 14—19
7. 33—28
7. 10—14
8. 37—31
8. 4—10
9. 41—37
9. 18—23
10. 34—30
10. 12—18?
le afdeeling.
2e afdeeling.
ALKMAARSCHE COURANT
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
gelast, krachtens bekomen aanschrijving, den onder-
staanden verlofganger, binnen deze gemeente in het
register van verlofgangers der Nationale Militie in
geschreven, om zich, ingevolge art. 109 der Militie-
wet 1901, 's nam. vóór 4 uur, bij zijn korps te vervoe
gen als1 volgt:
3e Compagnie Hospitaalsoldaten, lichting 1910,
garnizoen Bergen op Zoom:
1 December 1910: PIETER HENDRIK VAN
HUIT.
Voor zooveel de milicien door ziekte of om eene
andere reden niet tot den werkelijken dienst kan
overgaan, wordt hij verzocht daarvan, vóór het tijd
stip voor de opkomst bepaald, ter gemeente-secretarie
mededeeling te doen.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
Alkmaar, 3 November 1910.
SPROKKELINGEN.
KAN MEN GOEDKOOPER ETEN?
Het steeds duurder worden der levensmiddelen is
tegenwoordig wel het voornaamste onderwerp van de
gesprekken, omdat iedereen het kostbare verschijnsel
aan den lijve of in zijn portemonnaie voelt en de
mensch nergens zoo gevoelig is als juist op die twee
punten. Ook in Amerika houdt men zich met de al-
gemeene prijsverhooging bezig en, practisch als men
daar is, gaat men na of het niet mogelijk is goedkoo-
per te eten, dan men tot dusverre heeft gedaan. On
der degenen, die zich naam hebben verworven door de
beantwoording van deze belangrijke vraag, moet, zoo
lezen we, in de eerste plaats genoemd worden prof.
O. P. Kinsey van de Valparaiso-Universiteit. Deze
hoogleeraar is meer practicus dan chemicus. Ter ge
legenheid van een maaltijd ter eere van den gouver
neur van West-Virginië had hij het eten naar zijn
aanwijzingen laten klaarmaken. Er waren echte lek
kerbekken onder de gasten, maar deze werden niet te
leurgesteld. Alles was uit de beste grondstoffen
voortreffelijk bereid. Het eenige onderscheid tus-
schen dezen en een anderen maaltijd was gelegen in
den kostprijs. Er waren vijftien verschillende artike
len, welke echter niet allen als afzonderlijke gerech
ten kunnen worden beschouwd, en welke in het geheel
per man kostten15 dollarcenten; dus 37,5 cents
naar onze munt.
De hoogleeraar liet het echter niet bij feestmaaltij
den. Hij heeft het initiatief genomen voor het tot
stand brengen van een inrichting, waar de studenten
zijner universiteit voor twee dollars per week (dus
slechts 5) een maaltijd, een uitstekend ochtend- en
een avondontbijt kunnen krijgen.
De uitzuinigende hoogleeraar zorgt in de eerste
plaats, dat hij een voldoend aantal personen bijeen
heeft om in het groot en dus goedkooper in te koo-
pen dan anders. Het aantal personen moet groot ge
noeg zijn om van het keukenpersoneel, de inrichting
der keuken, en het vuur zoo economisch mogelijk pro
fijt te trekken. Waar bijv. verscheidene spijzen een
verschillenden hittegraad noodig hebben, laat profes
sor Kinsey zorgvuldig er op letten, dat de spijzen in
de juiste volgorde op het vuur of in den oven worden
gezet. Ook worden acht of tien personen tegelijk be
diend, waardoor in den regel niet meer wordt ge
bracht dan wordt gegeten, maar natuurlijk ook niet
minder dan ieder wil.
De hoogleeraar beweert, dat hij op deze wijze niet
alleen den studenten tegen de bovenstaande lage
prijzen voedzaam en smakelijk eten kan geven, maai
er bovendien zelfs nog iets van overhoudt. Het klinkt
ongelooflijk. Men kan zich wel voorstellen, dat bij
goede organisatie het eten goedkooper wordt dan het
thans is, maar dat het zooveel zou schelen, wil er bij
ons niet in. Trouwens -dezelfde principes worden
toegepast bij de gemeenschappelijke keukens, weike
in verschillende steden van ons land zijn opgericht
en wij hebben nooit gehoord, dat het1 eten uit deze in
stellingen zooveel goedkooper was, dan bijv. de thuis
klaargemaakte maaltijden.
Het wil ons dan ook voorkomen, dat de Amerikaan-
sche professor in geenen deele een bevredigend ant
woord heeft gegeven op de hierboven gestelde, be
langrijke vraag.
In Denemarken heeft een dokter een stelsel uitge
vonden om goedkoop te eten en te drinken. Deze be
zuiniger heet dr. Hindhede. Een zijner volgelingen
is een medisch student te Kopenhagen, die in de laat
ste zitting van het geneeskundig genootschap als een
wonder werd vertoond. De 22-jarige jonge man heeft
in de laatste twee jaar aan eten en drinken dagelijks
niet meer uitgegeven dan 15 a 20 öre, d. i. een dub
beltje, hoogstens twaalf en een halve cent. Men
meende dat hij ziek zijn moest of verschijnselen van
te weinig voeding moest vertoonen. Het een noch het
ander bleek het geval. Drie jaar geleden at en dronk
hij volgens het stelsel-Hindhede, maar eerst na een
jaar gelukte het hem met ongeveer 12 ets. per dag
tevreden te zijn. Zijn eten en drinken bestaat uit
melk, plantenvet, grutten, brood en wortels. Heel veel
afwisseling is er dus niet en erg smakelijk lijkt het
ons ook niet, maar de smaken verschillen. De jonge
man is er blijkbaar mee tevreden. Hij verklaart, dat
hij zich nog nooit zoo opgewekt en gezond gevoeld
heeft, 's Winters had hij het alleen wel eens wat
koud gehad en dan had hij zich een suppletoire be
grooting van 2 cents per dag voor thee aangeschaft.
Hebben wij het mis als we veronderstellen, dat er
ondanks de dure levensmiddelen weinig animo zal
bestaan, om het systeem na te volgen?
WAT DE POST BRENGT.
Het grootste aantal brieven en drukwerken krijgt
de Paus. Niet minder dan 24000 stuks worden dage
lijks door het Yatikaan ontvangen. Dat de Paus
deze enorme massa brieven, couranten etc. niet zelf
leest, laat zich denken.
Na den Paus ontvangt de president der Yereenigde
Staten het meest van de post. Hij staat genoteerd op
4000 couranten en ander drukwerk en op 1000 brieven.
De koning van Engeland volgt met 2000 a 3000 en
1000 stuks, terwijl de Tsaar aller Russen met 650 te
vreden moet zijn.
De koningen van Spanje en Italië moeten met 300
brieven tevreden zijn. „Ons! Willemientje", verzekert
de „Gaulois", waaraan wij dit ontleenen, ontvangt
niet meer dan 150 brieven per dag.
UIT HET RIJK VAN DEN WITTEN OLIFANT.
Somaeth Phra Paraminda Maja Tsjoelalongkorn, de
„heerschende God der negen verschillende Goden",
de koning, „die heerscht over alle keizers, koningen
en machthebbende vorsten", heeft het tijdelijke met
het eeuwige verwisseld. In zijn land was echter de
gestorven koning en is ook zijn opvolger niet alleen
de heerscher, de regeerende persoon, maar ook de ei
genaar van het geheele land en zijn inkomsten, ja
zelfs van het geheele volk, dat door zijn bijzondere
zeden en gewoonten tot het merkwaardigste van ge
heel Azië behoort.
Reeds is de Siamees dóór zijn uiterlijk zeer opval
lend; aan het Maleische ras heeft hij zijn gele tint,
zijn uitspringende jukbeenderen en zijn groote lippen
te danken; aan het gele ras zijn breede en platte neu
zen, aan het Arabische den vollen vorm van zijn ge
zicht. De Siameezen zijn over het algemeen goed ge
bouwd on hebben breede schouders, hunne haren zijn
ruig en koolzwart. Met uitzondering van de Manda
rijnen, die reeds verscheidene jaren schoenen en kou
sen dragen, loppen de Siameezen barrevoets. De
Europeanen moesten vroeger schoenen en kousen uit
trekken als zij voor den koning -verschenen; thans
evenwel is het den inboorlingen verboden, zich zon
der voetbedekking voor den koning te vertoonen. Hun
nationaal costuum is zeer eenvoudig, het bestaat uit
een stuk stof, dat één meter breed en twee tot drie
meter lang is. Zij rollen dit om hun lichaam en be
vestigen de beide einden aan een gordel. Dit stuk
stof bestaat gewoonlijk uit een lap bedrukt katoen,
dat zij „pha" noemen; de Mandarijnen en hoogwaar
digheidsbekleders hullen zich gewoonlijk in prach
tige zijden pha's,, voor welker vervaardiging een ar
beid van maanden lang noodig is. De pha van de
vrouwen is langer dan die van de mannen en valt
tot over de knieën, die bij de mannen steeds zicht
baar zijn. Wanneer de* mannen evenwel thuis zijn,
in hun strooien hutten, laten zij de pha gewoonlijk
over de knieën zakken, terwijl zij, wanneer er een be
zoeker komt, de pha weer in de hoogte halen. Het
is tegen den goeden toon iemand te ontvangen zon
der met de handen de beide einden van dit onmisbare
kleedingstuk vast te houden. Alleen de koning heeft
het recht met deze gewoonte te breken. Siameezen
van hoogen rang hebben het witte huisjasje, dat de
Europeanen in warme landen dragen, reeds overgeno
men. Zij dragen het over de pha.
De Siameesche mannen zoowel als de vrouwen heb
ben een groote voorliefde voor gouden en zilveren
sieraden, waarvoor zij hun geheele vermogen uitge
ven. De rijke vrouwen dragen aan de voeten zilveren
ringen, om den hals kettingen en medaillons van
massief goud, evenals gouden naalden in het haar.
Hare armen zijn versierd' met armbanden, hare vin
gers met ringen en zij bezitten zooveel oorbellen, dat
zij geen tweemaal in de week dezelfde dragen. Al
deze sieraden zijn zoo kunstig vervaardigd, dat zij de
bewondering der Europeanen wekken en met het
beste werk van onze juweliers wedijveren kunnen.
De Siameezen vervaardigen ook kleine gouden en
zilveren broodmandjes en -korfjes, die met schilder
werk versierd worden. Zij zijn meesters in die kunst,
evenzoo zijn door hen vervaardigde trekpotten mees
terwerken.
De jonge meisjes en de getrouwde vrouwen dragen
in haar halsdoek zeven groote gouden en zilveren
korrels, die dloor een ketting van hetzelfde metaal
verbonden zijn en haar tegen ziekte en ongeval be
sehermen.
De Siameezen zijn zacht en vreesachtig van aard,
maar niet moedig. Zij debatteeren graag en beleedi-
gen spoedig hun tegenstandter. Zij zijn overigens
zeer geestig en houden veel van woordspelingen. Dief
stal is bij hen aan de orde van den dag, zij bepalen
zich daarbij gewoonlijk tot varkens en gevogelte,
soms ook tot paarden, buffels en olifanten. De helft
van de dieven zijn opiumschuivers, die den diefstal te
baat nemen om aan hun hartstocht voor den opium te
kunnen voldoen. Voortreffelijk verstaan zij ook de
kunst van bedelen, terwijl' zij meermalen Europeanen
kleine geschenken aanbieden om grootere terug te
ontvangen. De luiheid is hun grootste gebrek en
dat is licht verklaarbaar in een land, waar de rijst
overal groeit, waar vissohen bij menigte voorkomen en
sappige vruchten onder ieders bereik zijn.
Al bezitten deze natuurmenschen geen fantasie ge
noeg om groote ontdekkingen te doen, handigheid
om. de moeilijkste werken na te maken hebben zij ge
noeg. Zij leggen hij dezen arbeid zulk een groote
nauwkeurigheid en zorgvuldigheid aan den dag, dat
men de kopie nauwelijks van het origineel kan on
derscheiden. In het organiseeren van feesten leggen
zij evenwel een bijzonder vindingrijken geest aan don
dag. Met bamboes en papier, dat' zij met verschillen
de kleuren beschilderen, maken zij fantastische die
ren, draken, buitengewone visschen, enz. Zij bouwen
schepen van eetwaren, paleizen van lucifersdoosjes
en komen wat het vervaardigen van vuurwerk betreft
de Ohineezen in vernuft nabij. Spelen van allerlei
soort, als kaart- en schaakspel, staan bij hen in hooge
eer. Feesten en processies brengen dit kinderlijke
volk in hevige ontroering en zij geraken geheel en al
in verrukking als het vuurwerk het geschreeuw van
dieren, het gesis der slangen, het brullen van den
leeuw, het huilen van den olifant nabootst.
De Siameezen vergenoegen zich bij hun maaltijden
een weinig rijst, kerry en gedroogde viseh, waar-
bij ZÜ water en thee drinken. Aan deze onvoldoende
oeding schrijven de dokters dan ook de lichaams
zwakte der Siameezen toe. Helaas heeft ook in dit
land de beschaving den alcohol gebracht, die zooveel
verwoesting onder de volksstammen in Afrika aan
richt. Maar nog veel erger is het, dat het den Euro
peanen gelukt is de verderfelijke opium in Siam in
te burgeren.
YANKEES.
Met dezen naam worden de bewoners der Vereenig-
de Staten van Noordi-Amerika aangeduid. De aflei
ding van dit woord is niet met zekerheid vast te stel
len. Er zijn verschillende veronderstellingen over de
afleiding. Men heeft in het woordl een Indiaansche
verbastering gezien van English of Anglais. Een an
der brengt het in verband met den bijnaam Jankin,
aan de Engelsche kolonisten van Connecticut door de
Hollandsche kolonisten gegeven. De nieuwste aflei
ding is, dat het woord in verhand gebracht wordt met
Jan en Cornelis de Witt. Men weet, dat Nieuw-York
door Hollanders gesticht en Nieuw-Amsterdam ge
doopt is. In 1664 werd de stad door Engelschen ver
overd en ter eere van den hertog van York Nieuw-
York genoemd. In de geschillen tusschen de beide
naties waren de voornaamste woordvoerders de ge
broeders Jan en Cornelis, afgekort tot Kees. Uit deze
beide vo-ornamen werdl het woord Jan-Kees gevormd
en dit verbasterd tot Yankees.
AAAN DE DAMMERS.
Met dank voor de ontvangen oplossing van pro
bleem 102.
Een mooi stukje werk, waarvan alle oplossers de
ontleding met pleizier zullen gezocht hebben.
Stand:
Zwart: 7, 9, 10, 12, 13, 15, 17, 18, 20, 21, 22, 23, 25,
26 28
Wit: 24, 30, 31. 32, 34, 35, 36, 37, 40. 43, 44, 46'
48, 49.
Oplossing van den: auteur:
Goede oplossingen ontvingen wij van de heeren:
Q. Cloeck, D. Gerling, J. M. Houtkooper, te Alk
maar, H. E. Lantinga, Haarlem en J. A. Wolf, Gro
ningen. Van probleem No. 101 ontvingen wij nog een
goede oplossing van T. v. d. Velde.
SLAGZET.
Wij willen nog gaarne even de aandacht vestigen
op den volgenden mooien slagzet, door Weiss in de
partij uitgevoerd.
In dezen stand, ontstaan nadat zwart als laatste
zet had gespeeld 3136, was Weiss met wit aan zet
'en speelde als volgt:
(Verzoeke vooral eerst even naar de oplossing te
zoeken, alvorens onderstaande oplossing in te zien). 5
1. 42—37 1. 36 47
2. 4842 2. 47 26
3. 19—14 3. 26 19
4. 14 5 I
Vooral mooi is, dat zwart bij den tweeden zet, tot j
26 moet slaan, en na den derden zet beslist de drie
stukken moet nemen van 26 naar 19. jj
SLAGZETTEN IN DE OPENING.
Indien uit de aanvangspositie de volgende zetten
worden gespeeld':
1. 32—28 1. 17—21
2. 31—26 2. 12—17 l
3. 37—32 3. 18—23
4. 41—37 4. 20—24?
is deze laatste zet van zwart fout, omdat wit nu twee j
schijven kan winnen, door te spelenI
5. 28—22 5. 17 28
6. 26 17 6. 11 22
7. 33—29 7. 24 33
8. 38 27! j
Ook de volgende opening levert voor wit aardige j
Deze laatste zet geeft aan wit gelegenheid d» par
tij in zijn voordeel te beslissen, want ar volgt:
11.28—22 11.17:28
12. 26 17 12. 11 22
13. 31—26 13. 22 31
14. 26—21 14. 16 38
15. 42 4 15. 31 42
16. 48 37. Zeer leerzaam.
Als probleem geven wij het volgende uit het 7«U
Concours van Le j. de D. De ontleding i» 16 aatte*
diep.
PROBLEEM 103.
W/y...
Stand na den lOen aefc van zwart:
Zwart 5, 8/12, 14, 18/21, 24, 26, 31.
Wit 23, 28, 33, 34, 35, 38, 41/44, 40, 47, 8».
Vraagstuk 25.
Waarom mag zwart in den volgenden stand mist
afruilen door 2429 en 20 :29?
Zwart: 5, 6, 7, 8, 9, 11, 13, 14, 15, 18, 19, 20, 64.
I Wit: 25, 26, 27, 30, 32, 33, 35, 36, 40, 43, 44, 48, 48.
Oplossingen vóór of op 10 November.
CORRESPONDENTIE,
f J. M. H. te A. Dank voor de moeite. Wij zulle
zien of er nog iets aan te veranderen is »n aader*
I zoo plaatsen, als gij 't ingezonden hebt.
EEN TURNQUAESTIE.
j Wij ontvingen van de besturen der gymnastiak-ver-
eenigingen „Kracht en Vlugheid5" en „da Halter" kat
volgende schrijven:
In uwe couranten van 26 en 27 Juli j.l. kwamen ver
slagen voor omtrent het succes van de Gymnastiek-
Vereeniging „Turnlust", behaald op de wedstrijden ta
Brussel. Dezer dagen gewerd ons de officieele uit
slag, en blijkt ons dat wij ter wille van de waarheid
op diverse punten moeten terugkomen. Deze zijn:
lo. Er staat vermeld, dat 200 vereenigingen zijn
ingeschreven. Uit de lijst vindt men als hoogst»
nummer 115, waarvan er 81 waren opgekomen. Hier
van kampten de buitenlanders tegen elkander en ook
de Belgen afzonderlijk. Van de buitenlandsche ver
eenigingen waren er opgekomen totaal 19, waarvan 8
Nederlandsche, 8 Fransche, 2 Duitsche en 1 Itali-
aansche, dus dat verschilt met hetgeen in het ver
slag in uwe couranten staat, n.l. 15 Nederlandsche,
16 Eransche, 12 Duitsche, 6 Luxemburgsche, 3 Itali-
aansche, welke getallen voor zich aangemeld hebbend»
vereenigingen hoogstens zijn kunnen resp. 8, 13, (2,
3 of 4), 0, (1 of 2).
2o. De heer Lambert speechte, en vertelde dat men
de Prix de Discipline behaalde, in het officieele ver
slag staat niets daarvan vermeld.
3o. Stond! vermeld' dat Turnlust 4 eerste prijz»n
had in 4 afdeelingen, waarvoor men 90 punten moest
behalen (80 voor een 2e en 60 voor een 3e). Ook dit
verschilde met de officiëele opgaven zeer veel:
Er werd gewerkt in 5 afdeelingen, en in 4 daarvan
werkte Turnlust mede (alleen in den wedstrijd van
wapenoefeningen niet).
Deze afdeelingen waren:
a. Opgelegde gezamenlijke oefeningen.
De 19 buitenlandsche vereenigingen kampten in 3
onderafdeelingen al naar gelang der bekwaamheid.
Eere-afdeeling.
Turnlust deed! mede in de laagste tegen 3 Fransehs
en 2 Hollandsche vereenigingen. Naar het aantal pun
ten te rekenen was:
90 punten eereprijs.
80 punten le prijs.
70 punten 2e prijs,
enz.
Turnlust behaalde 81 punten, dus eene le prijs. Daar
zij van de 6 mededingsters het hoogst aantal punten
behaalde, had zij hier rangnummer 1.
b. Gezamenlijke oefeningen naar keuze.
Hiervan waren 2 onderafdeelingen, en wel met of
zonder werktuigen, aan welk laatste Turnlust mede-
deed. Bij het werken zonder werktuigen had men ook
weer 2 onderafdeelingen, al naar gelang de bekwaam
heid, n. 1.:
le Afdeeling.
2e Afdeeling.