DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Schei-Veemarkt De Heidemolen. Honderd en twaalfde Jaargang. 1910. MAANDA 14 NOVEMBER. te ALKMAAR, op Woensdag 23 November 1910. FEUILLETON. BINNENLAND. No. 268 Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkcr^ v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. KENN1SUEYINÜ. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad Ho. 22) ter kennis der ingezete nen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvanger der Rijks directe belasting-en binnen deze gemeente ter in vordering' zijn overgegeven: DE KOHIEREN DER PERSONEELE BELAS TING Nos. 2, 12 en 13 voor bet dienstjaar 1910, exe cutoir verklaard door den Directeur der directe belas tingen in Noordbolland te Amsterdam den 9 Novem ber 1.1. dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat de termijn van zes weken binnen welken daartegen be zwaarschriften kunnen worden ingediend. Alkmaar, den 11 November 1910. Het Hoofd van bet Plaatselijk Bestuur voornoemd, G. RIPPING. ALKMAAR, 14 November. De lezer, die belang stelt in de buitenlandsche po litiek kan tegenwoordig zijn hart ophalen. De belang rijke en geruchtmakende gebeurtenissen wisselen el kaar af met een snelheid welke doet denken aan een bioscoop. De film van het wereld-gebeuren rikketikt maar af en op bet witte reuzen-doek van couranten papier ziet men de woelige beelden komen en gaan, zóó, dat er haast geen bijhouden aan is. De handige bioscope-ondernemers, die thans in onze stad weer voorstellingen geven, kondigen als nieuwste attractie een courant-bioscope aan, maar zouden we tegenwoor dig van onze dagbladen niet kunnen spreken als van bioscope-couranten Het beeld zou nader kunnen wor den uitgewerkt, wij zouden er nog best eenigen tijd bij kunnen stilstaan maar de lezer van dit overzicht wil geen stilstaande doch levende beelden, wil voort gang, wil de gebeurtenissen van deze week nog eens snel zien afgewikkeld, zij bet dan ook een beetje meer verzorgd, dan van dag tot dag kan geschieden, de hoofdzaken naar voren geschoven en klaarder belicht. En daarom vooruit dan maar! Frankrijk maar weer het eerst. Een cijferaar heeft een statistiek ge maakt van den parlementairen arbeid der Franscbe Kamer in dit jaar. Van den eersten Juni tot den ne genden November werden er 32 zittingen gehouden over algemeene politiek, de Rocbettezaak en de spoor wegstaking. Honderd zeven en tachtig redevoeringen werden er afgestoken. De beer Jaurès heeft daarvan bet leeuwendeel, wat bij gezegd heeft, beslaat 53 ko lommen of 4123 regels kleine druk in de „Handelin gen." In dien tijd is er één wetteke aangenomen, zijn er twee suppletoire credieten goedgekeurd, is er één besluit over de directe belastingen gevallen. Er be hoort optimisme toe, om de volksvertegenwoordiging wetgevend college te noemen. Met méér recht zou men baar woordvoerend college kunnen heeten. Geen won der, dat er onder deze omstandigheden een poging wordt gedaan om wat minder interpellaties te krijgen! Intusschen is er kans, dat er thans inderdaad eeni- ge wetgevende arbeid zal worden verricht. Het nieu we ministerie-Briand heeft n.l. een republikeinsche meerderheid gekregen met 296 tegen 209 stemmen Roman naar het Duitsch van OSWALD BERGENER. 41) Maar zij liet zich niet troosten. In den Kerstnacht liep zij weg uit de pastorie met baar pakje onder den arm. In dezen kouden nacht kwam zij uitgeput in de hut van haar vader terug. Hier hield ze bet vol tot Nieuwjaar langer niet, want hij sloeg haar iederen dag meer en ongenadiger. Op Nieuwjaarsmorgen pakte zij haar bundeltje weer bij elkaar en liep weg. Waarheen zij wilde, wist zij niet. Voort was ze gegaan, door bosch en hei, tot ze eindelijk bij de herberg aan den kruisweg kwam, ver kleumd en uitgehongerd. Hier wilde men haar wel in dienst nemen en zij sloeg toe en werd dus dienstbode van den wantrou wenden, humeurigen en weinig spraakzamen waard Waldspecht en de even weinig spraakzame ega van den man. Hier vond zij onderdak en voedsel, bier liet men baar stil haar gang gaan en viel baar niet noodeloos lastig. i ^tlj eenvoudi«e bedachtzame woorden had de arbei- dei deze merkwaardige geschiedenis, dit brokstuk uit het leven van Knurrhahn's Lena verteld. Hagenloh wandelde met hem, terwijl twee andere arbeiders ver vooruit waren, met den meetstok. Hagenloh bracht bet gesprek op bet tragische einde van den houtves ter Wiesenreiter. Hij sprak over bet geheimzinnige in deze zaak en vroeg of er geen mogelijkheid bestond om dat raadsel op te lossen. „Als de rechtbank geen licht kan ontsteken, dan zal het wel een raadsel blijven", zei Lehmann ontwij kend. „Maar er zijn toch zeker menschen in deze streek die meer bizonderheden weten en den dader kennen", zei Hagenloh. werd vertrouwen in de regeering gesteld en Werden hare verklaringen goedgekeurd. De beer Briand, die bij een vorige gelegenheid ver klaarde „men moet zich er aan wennen het den werk lieden te zeggen, als zij ongelijk hebben," zeide thans o. m. „De socialisten behoorden den arbeiders te zeggen, „zoover kunt gij gaan, maar niet verder. Het recht „van staking zou in banden der arbeiders van de „openbare diensten een voorrecht wezen, en zij die „erover beschikten zouden niet vrij zijn. Wanneer een „staking dus het nationale leven bedreigt, zal de re- peering gelijk hebben, wanneer zij deze arbeiders op- poept voor de nationale verdediging." „Teneinde staking van arbeiders en beambten der openbare diensten te voorkomen, beeft men voorge steld tusschen de directie dier diensten en het perso neel voortdurend contact in te stellen, om zoodoende conflicten te vermijden en om, indien er toch geschil len rijzen, die door scheidsrechterlijke uitspraak te la ten beslechten. Wij zijn overtuigde voorstanders van die voorbehoedmiddelen en wij zullen u ontwerpen van wet voorleggen, met bet doel, die middelen tot wette lijke toepassing te brengen." Hij is toch wel een man van tegenstellingen, deze heer Briand. Trouwens bij is de eenige niet. Wij herinneren ons, een jaar of acht geleden van den be kenden Italiaanschen socialistischen afgevaardigde Enrico Ferri een vurige socialistische redevoering in het Fransch geboord te hebben, terwijl spoedig' daarop de spreker veel opzien baarde door zijn kabaal in bet parlement j o. a. sloeg bij eens een ruit van de ver gaderzaal in, toen hem bij wijze van straf de toegang ontzegd was. Deze spreker nu zei onlangs in een re de. „Als Zijne Majesteit mij aan de re-geering riep. De man, die enkele jaren geleden de revolu tie en de roode republiek bad gepredikt is real-politi- cus geworden, doet aan pract-ische politiek! In België heeft, ter gelegenheid van de opening dei- Kamers een socialistische manifestatie plaats gehad, waarbij uitdrukkelijk door den socialistischen beer an der elde werd verklaard: „Wij hebben niets tegen den koning." Sinds jaren werd er geen officieele troonrede uit den mond van den koning gehoord. In 1890 was bet de laatste maal, dat koning Leopold II het parlement met een troonrede opende. Toen deze destijds ia de vergaderzaal verscheen riepen de socialisten: „Houd op, wij willen slechts het algemeen kiesrecht." Aan een dergelijke bejegening beeft de koning zich niet weer willen blootstellen. Koning Albert echter wilde het oude gebruik in eere herstellen. Werd bij op straat met kiesrechtpapiertjes bestrooid, in de Kamer wierp men er ook mee in het rond en de kieschheidi der hee- ren ging zelfs zoo vrij den troon te bestrooibiljetten. Bij het binnenkomen van den koning ontstond er een helsch kabaal, waaronder de monarch heel kalm bleef, bij wachtte bedaard, totdat men hem het woord wilde laten. Dit geschiedde nadat de heer Van der Velde had verklaard: „Wij hebben niets tegen den koning, „maar wel tegen de regeering, die het bewind in han- „den heeft door bedrog!" Deze bewering wordt aldus toegelicht, dat tengevolge van het meervoudigstem- recht en de versnippering in kiesdistricten er een ker kelijke meerderheid in bet parlement is gekozen, boe- wel de liberalen en socialisten te zamen in het land feitelijk de meerderheid hebben. De troonrede, welke daarna zonder stoornis werd uitgesproken, bleek een mooi stuk werk, rijk aan be loften. Bijzonder de aandacht trok de volgende pas sage over het onderwijs „bet middel om den werkman „Dat kan wel zijn; maar wie bet weten bebooren tot die soort mannen die zeggen: liever laat ik mij ophangen dan dat ik mijn kameraad verraad. En misschien zijn er ook nog anderen, die er wel meer van weten, maar zwijgen uit vrees anders bloot te staan aan de wraak van den moordenaar van Wiesen reiter. Het gerechtshof begint daar niet veel tegen en de dader lacht de mannen van bet gerecht, die meenen zoo slim te zijn, achter bun rug uit." „Zoo heb ik je zwager Knurrhahn ook verdacht dat by er meer van weet", zei Hagenloh rustig, schijn baar zonder bijbedoeling, maar daarbij met scherpe oogen kijkend in het gezicht van zijn metgezel. Deze zag hem van ter zijde aan, begreep terstond at Hagenloh hem trachtte uit te hooren en lachte even spottend. „Dat is^ er een waarmee gij voorzichtig wezen moet zei hij op eigenaardigen toon. „Zoo V' zei Hagenloh steeds op denzelfden kalmen toon. „Ja, ja dat hij zijn vrouw in 't graf gebracht heelt en zijn dochter in het ongeluk heeft gestort, dat werpt geen best licht op hem. Maar voor zoover ik hem ken, schijnt het mij toch, dat er wel met hem is om te gaan. Hij lijkt mij een ruwe maar geen slechte kerel. Zijn hoofdgebrek is dat hij te veel drank ge bruikt." De werkman bleef staan, keek naar den grond en scheen over die woorden na te denken. Toen liep hij weer door. „Een vriend is hij niet van u", zei hij, „dat kan ik wei zeggen. In de dorpsherberg heeft hif verteld dat gij hem m het bosch betrapt hebt en nog wel juist op c o plek van den moord. Daar moet gij zoo het schijnt, wat tegen hem gezegd hebben, dat hem kwaad heeft gemaakt. Wan t hij sprak niet vriendelijk over u. Dat wil ik u tenminste zeggen: wees voorzichtig met hem. Dat hij mijn zwager is, kan mij niet beletten u te waarschuwen." De man zag vluchtig en schuw om, als vreesde hij, dat in het kreupelhout iemand hem beluisterde. „Gij^ moet voorzichtig zijn", zee de oude nogmaals, tiet is nu eenmaal zoo met hem, hij kan geen jaeht- beter te wapenen voor den strijd des levens en voor „de verheffing van den middenstand." Het lager onderwijs geeft blijken van merkelijken vooruitgang. Wij moeten op den weg voortgaan en niets verwaarloozen om het onderwijs meer en meer te verspreiden. Maatregelen zullen dus ontworepn worden om regelmatig schoolgaan te verzekeren en den ouder dom nog te vérhoogen, waarop kinderen in nijver heidsinstellingen zullen geduld; worden. Eveneens zullen aan de verbetering van het on derwijs voor abnormale kinderen de beste zorgen worden besteed. 't Is op den huisvader, dat vooral de plicht rust te waken op het onderricht zijner kinderen. Hij moet vrij wezen dit onderricht te zien geven in de school zijner keuze en mijn gouvernement zal maat regelen voorleggen om aan de huisvaders die vrij heid te waarborgen." Op straat werden de kiesrechtbetoogingen voortge zet-. De koning bleef gewoon groeten. Hij is er de man niet naar, om zich op deze wijze te laten intimi- deeren. Engelands koning komt weldra voor een lastige be slissing te staan: deze week werd medegedeeld, dat de Vetoconferentie was mislukt. De zware strijd tusschen Lager- en Hoogerhuis, gestaakt door den dood van koning Eduard, zal dus nu weer opnieuw ontbranden. Men weet dat de staatsbegrooting van 1909 de eigen lijke aanleiding van den strijd vormde. Het belangrijk ste van deze begrooting was, dat werd voorgesteld hooge belastingen te heffen van bebouwden en onbe- bouwden grond, en van grond, welke blijkens schatting buiten toedoen van den eigenaar in waarde was geste gen en verhooging van den accijns op alcoholhouden de dranken, van het vergunningsrecht, van het suc cessierecht, van de vermogensbelasting. Er ontstond- onder de getroffenen een storm van verontwaardiging in het land maar de liberale meerderheid in het La gerhuis nam de regeeringsvoorstellen aan. Het Hoo gerhuis besliste evenwel den 30sten November 1909, dat eerst het volk uitspraak had te doen. Het parle ment werd ontbonden, in Januari hadden de verkie zingen plaats, waarbij de liberalen verloren, maar door met de Ieren en de werkliedenpartij samen te gaan kreg-en ze meer dan honderd stemmen meerder heid in het parlement. Weer werd de begrooting aan genomen, thans ook door het Lloogerhuia goedge keurd. Om te voorkomen dat dit college zich voortaan tegen financieele maatregelen zou verzetten stelde de liberale regeering de bekende Veto-resoluties voor, waardoor de macht van het conservatieve Hoogerhuis aan banden zou worden gelegd. Vóór dat deze resolu ties, in het Lagerhuis aangenomen, het andere Huis, dat ze natuurlijk zou hebben verworpen, waarop öf be noeming van een groot aantal liberale pairs door den koning, zoodat het Hoogerhuis liberaal werd, öf ont- binding van het parlement öf ontslagaanvrage van het ministerie zou zijn gevolgd, had bereikt, overleed de Koning. Den nieuwen Koning wilde men niet da delijk voor een groote moeielijkheid stellen en de mi nister-president Asquitb kwam met den leider der op positie Balfour overeen dat men zou trachten door een conferentie van staatslieden tot een vergelijk te komen. De tegenwoordige ministers Asquith, Lloyd George, Birrell en lord Crewes vertegenwoordigden de liberale partij, de oud-ministers Balfour, lord Lans- downe, lord Cawdor en Austen Chamberlain de con servatieve partij. Een en twintig bijeenkomsten zijn er gehouden en het eindresultaat is tenslotte geweest, dat de nobele poging mislukt is. opzieners verdragen." „Daarom heeft hij natuurlijk ook den houtvester Wiesenreiter neergeschoten", zei Hagenloh zonder dat er iets in zijn stem veranderd was. Hij keek ech ter steeds scherp naar het gezicht van zijn metgezel. Deze greep plotseling ontsteld naar zijn keel alsof een hevige benauwdheid hem overviel. „Wel verduiveld!" zei hij en keek daarbij weer naar het kreupelhout alsof hij van die zijde een gevaar vreesde. „Dat is wat kras om dat zoo te zeggen, me neer de opzichter." Op hetzelfde oogenblik klonk er in het kreupelhout gedruisch. Takken braken en men hoorde duidelijk dat zich iemanct haastig verwijderde. De gestalte die de oude man vreesde dat te voor schijn zou komen, kwam niet, maar beiden, Hagenloh an hij, begrepen wie daar in'het hout had gezeten. Het geruisch verwijderde zich steeds verder. Hagenloh luisterde er met aandacht naar. Toen liep hij hoofdschuddend verder. Nadat ze geruimen tijd zwijgend voortgegaan waren, zei Lehmann met gedempte, onrustige stem: „Knurrhahn is van morgen al in de vroegte in de herberg bij den kruisweg geweest." Hagenloh haalde de schouders op en keek somber voor zich heen. Zoo kwamen zij bij de andere arbei ders, die op hen wachtten bij de plek waar het werk moest beginnen. Y. Dien avond kreeg Gisela het plotseling in den zin om toen het al donker was nog even naar den tuin te gaan. Ze zei, dat ze nog iets dringends moest doen, dat ze overdag vergeten had. Het duurde vrij lang en de familie vroeg zich ondertusschen af of het niet verstandiger van Gisela was geweest om overdag die dringende dingen af te doen. Maar 't werk in den tuin had haar blijkbaar geen kwaad gedaan, want toen zij eindelijk weer binrflsn kwam, zag ze er fris- scher dan ooit uit en haar wangen waren hoog rood. Haar oogen schitterden en van haar geheele wezen Het heet, dat het Lagerhuis zal worden ontbonden en dat nieuwe verkiezingen in Januari zullen plaats hebben. Nu is de algemeene toestand er voor de li beralen gunstiger op geworden. Met het oorlogsgevaar kan op het oogenblik door de conservatieven niet meer bedreigd worden. Bovendien is er veel minder neiging om het vrijhandelstelsel prijs te geven. Den liberalen wordt dan nu ook reeds een overwinning' voorspeld. In de Vereenigde Staten van Amerika hebben deze week de verkiezingen plaats gehad, welke tengevolge hebben, dat het Congres, de volksvertegenwoordiging, van republikeinsch democratisch is geworden. De ne derlaag van de republikeinsche partij was te voorzien. Haar grootste fout werd op aardige wijze in een der vele verkiezings-vergaderingen als volgt anecdofciBch gekenschetst: Een onderwijzer loofde een marmotje uit als prijs voor den leerling, die het duidelijkst kon uitleggen, waarom hij aan deze of gene staatspartij de voorkeur gaf. De eerste jongen zeide: „ik ben een democraat om dat de partij is van ons, gewone burgerlui." De tweede verklaarde boven alles tot do partij t» behooren der afschaffers, die allen drankverkoop ver bieden, omdat rum de grootste vijand van het volk is. De derde riep uit: „ik hen een republikein, omdat, ik dien mannot wil hebben." Hij kreeg zijn wensch. De onderwijzer zeide: „ga toont een goed denkbeeld te hebben van de republi keinsche beginselen." Hierdoor wordt aardig aangegeven de hebzuchtige politiek der republikeinen, welke vooral bestond in het opdrijven der tarieven, waardoor de levensmiddelen steeds stegen, tenbate van fabrikanten en trusts. De scheuring in de republikeinsche partij verzwakte bo vendien haar aanzienlijk en het optreden van de heer Roosevelt met zijn nieuw-nationalisme en met zijn vij andschap onder de financiers heeft de kans op verlies nog vergroot. Zijn candidaat voor het gouverneur schap van den staat van Nieuw-York heeft een ver pletterende nederlaag geleden. Hij zal het er echter wel niet bij laten en naar „revanche" streven. Opmerking verdient het dat er voor het eerst een sociaal-democraat werd gekozen. Vermoed wordt, dat thans allereerst geleidelijk een einde zal worden ge- maakt aaa de protectie. DE STAATSBEGROOTING. Na afhandeling in den loop der volgende week van de Indische begrooting begint dadelijk het algemeen debat over de staatsbegrooting. INDIJKING ZUIDERZEE. Op de vraag of de memorie van antwoord, inzake het wetsontwerp tot aanleg, van een gedeelte van de» afsluitdijk der Zuiderzee en droogmaking van de Wis- ringer meer spoedig te wachten is, kan het antwoord niet bevestigend luiden, aldus schrijft de regeering in de memorie van antwoord op de algemeene beschou* wingen. De regeering is met Gedeputeerde Staten van Neord- Holland in overleg getreden om tot oprichting va» een technisch bureau te geraken, waarvan, behalv» het opmaken van een uitgewerkt plan, met begrooting, zal worden opgedragen het onderzoek der vele gewich tige opmerkingen en bedenkingen van technische» aard, welke in het voorloopig verslag gemaakt zijn. Dit overleg met Gedeputeerde Staten heeft voorals nog niet tot een bevredigend resultaat geleid. Een voorstel tot algeheele indijking der Zuiderzee is, afge zien van het groot risico, aan dit werk verhonden, me de met het oog op den toestand van 's Rijks financiën niet te verwachten. rïïrMTmmiTmmuu straalde een groote blijdschap uit. Door den hollen weg liep ondertusschen een Hun nengestalte voort. Hij was uit den tuin bij den molen gekomen en ging weer terug naar de herberg' aan den kruisweg. Hagenloh was het, die vergenoegd voort stapte, tevreden dat zijn rendez-vous met Gisela zoo goed was afgeloopen. Llij maakte een kleinen omweg en vermeed het hutje van Knurrhahn. Vermoeid van zijn uitstapje kwam hij in de herberg terug. Den volgenden morgen was het al weer vroeg dag* voor hem. Terwijl hij naar de plaats waar gewerkt werd liep. kwam het tusschen den ouden Lehmann en hem nog eens tot een gesprek. „Er zijn er twee geweest", zei de oude in gedachtes meer tot zichzelf dan tot Hagenloh. „Twee? Waar?" „Met den moord in het, bosch." ,.On houtvester Wiesenreiter?" „Ja." „Hoe weet je dat?" De oude lachte even. „Dat weten ze allemaal en daarover kan ieder open lijk spreken. Ik zeg dat zoo omdat ik weet dat ge u voor die geschiedenis zoo interesseert. Ik weet niet wie de een geweest is en^ook niet wie de ander - maar ik zeg dat zoo maar. De geschiedenis gaat mij overigens niet aan." Dat laatste zei hij zachter en keek daarbij om zieh heen, als dreigde er weer gevaar voor luisteraars. Maar ditmaal bleef het stil in de struiken. Eenige oogenblikken stond hij stil en luisterde scherp. Toen zei hij schertsend, maar toch met gedempte stem: „Niet lang na den moord is een arbeider, Kukuk heette hij, uit het heidedal verdwenen. Later is hij in dienst getreden op het landgoedl Eulenhorst. E* daar is hij misschien nog." fk WtreU vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1