Alkmaarsche Courant Donderdag 17 Nov. 1910. Gemeenteraad van Alkmaar, VAN VERGADERING van den op Woensdag ld Nov. 1910, ii.in. 1 nur. i i' Voorzitter de Burgemeester G. RIPPING. Secretaris de heer C. D. DONATH. Tegenwoordig 14 leden. Afwezig de heeren Uiten- bosch, Dorbeek en Luiting. De voorzitter vraagt of iemandi op- of aan merkingen heeft omtrent de notulen der vorige verga dering. De heer Pot zegt, dat sedert het stenografisch verslag is gekomen in plaats van de notulen, deze niet meer door hem worden gelezen, doch hij zou gaarne een opmerking willen maken over de notulen der voor vorige vergadering. De voorzitter merkt op, dat die notulen zijn vastgesteld. De heer Pot zou gaarne toch iets daarover willen zeggen in verband met een persoonlijk feit. De voorzitter zegt, dat zulks thans niet kan, «ia ar er thans alleen sprake is van de notulen der vo rige vergadering. Daar niemand daaromtrent op- of aanmerkingen heeft, worden deze goedgekeurd. De voorzitter deelt daarna mede, dat voor taan de rondvraag' wordt afgeschaft, zonder dat even wel de leden ook maar eenigermate in hunne, rechten worden verkort. Hij beroept zich bij dezen maatregel op 183 der gemeentewet. De vergadering gaat daarna over in een zitting met gesloten deuren. Na heropening der deuren deelt de voorzitter mede, dat de raad heeft besloten aan te koopen het terrein van den heer Leijen aan den Bergerweg met de bedoe ling een gedeelte daarvan te bestemmen voor eene nieuwe apibachtsschool. Aan de vergadering wordt medegedeeld: a. dat is ingekomen: een schrijven d.d. 14 October 1.1. van Dr. A. C. Antusch, houdende bericht, dat de benoeming tot lid' der commissie van toezicht op het lager onderwijs door hem wordt aangenomen. Voor kennisgeving aangenomen. b. als voren, een schrijven d.d. 12 October 1.1. no. 17 van de Gedeputeerde Staten, ten geleide van het 1ste suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag, dienst 1910. Alsvoren. c. als voren, een schrijven d.d. 26 October 1.1. No. 33 van de Gedeputeerde Staten, ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit van 5 October 1.1. No. 6, tot ondes-handsche verhuring aan het Rijk van een lo kaal aan het gemeente-slachthuis. Alsvoren. d. alsvoren, een schrijven d.d. 26 October 1.1. No. 33 van de Gedeputeerde Staten, ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit van 5 October 1.1. No. 3, tot onderhandsche verhuring van de woning Ridder straat no. 10. Alsvoren. e. alsvoren, een schrijven d.d. 26 October 1.1. No. 33 van de Gedeputeerde Staten, ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit van 5 October 1.1. no. S, tot overneming van een straatje, ten noordoosten van de Lindengracht. Alsvoren. f. alsvoren, een schrijven d.d. 26 October 1.1. No. 33 van de Gedeputeerde Staten, ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit van 6 October 1.1. No. 7, tot overneming van een stukje open terrein in de Bloemstraat. Alsvoren. g. alsvoren, een schrijven d.d. 2 November 1.1. No. 32 van de Gedeputeerde Staten, tem geleide van het goedgekeurde raadsbesluit van 5 October 1.1. No. 1, tot aankoop van weiland en water met- en behoorende bij de boerenplaats, genaamd „Oostwijk." Alsvoren. h. alsvoren, een adres, den 9den November 1.1. ont vangen, van Joh. Schouten e. s., houdende verzoek verbetering te willen brengen in den toestand van de Langelaan. Gesteld in handen van B. en W. om bericht en raad. i. alsvoren, een adres d.d. 8 Augustus 1.1. van de R. K. Vereenigingen St. Joseph en St. Marinus alhier, houdende het verzoek van gemeentewege een bijslag te bekomen op de uitkeeringen aan hare leden ingeval van werkloosheid. Alsvoren. j. alsvoren, een adres d.d. 24 October 1.1. van ver schillende vereenigingen, zich ten doel stellende drankbestrijding, houdende het verzoek om den post subsidie voor dit doel voor het jaar 1911 te willen verhoogen met een flink bedrag. Te behandelen bij den betrekkelijken post op de be grooting. k. alsvoren, een adres d.d. 15 October 1.1. van den heer O. Looman, directeur der gemeentewerken, hou dende het verzoek een onderzoek te willen instellen of doen instellen naar het beleid bij den dienst der ge meentewerken alhier. De heer ölinderman geeft in overweging dat adres te stellen in handen van B. en W. daar het i. op den weg ligt van het college om in de eerste plaats onderzoek te doen naar de feiten, waarvan de heer Looman wordt beschuldigd. De voorzitter zegt dat B. en W. zich daar mede ten volle kunnen vereenigen. De heer Pot verklaart daarmede ook genoegen te nemen na de bespreking in de geheime zitting. Daarna wordt conform besloten. 1. alsvoren, een adres d.d. 22 October 1.1. van A. van Leeuwen te Katwijk aan Zee, inzake ruiling van grond aan de Verlengde Kruislaan in den Hout. Gesteld in handen van B. en W. om bericht en raad. m. alsvoren, een adres d.d. 1 November 1.1.-van M. Molenaar, inzake overdracht aan de gemeente van. een strook grond. Alsvoren. n. alsvoren, een schrijven van de heeren G. Looman c. s., alle gemeente-ambtenaren, houdende dankbetui ging voor de gemaakte regeling inzake periodieke ver hoogingen hunner jaarwedden. Voor kennisgeving aangenomen. o. alsvoren, een schrijven van J. Homrna c. s., werklieden der gemeente, van gelijke strekking alsbo- ven sub n. Alsvoren. p. alsvoren, een schrijven d.d. 14 November 1.1. van de vereeniging voor volkshuisvesting, houdende het verzoek eene beslissing' te willen nemen op haar adres d.d. 11 Maart 1.1. De beslissing is noodig in verband met den aan koop van het terrein bij de touwbanen. Dit terrein wordt zonder stemming verworpen. q. Een nader adres van de afd. Alkmaar van het N. O. G. in zake hetgeen gezegd is over een onderwij zer aan de Burgerschool om alsnog den heer Pot te verzoeken zijn woord in te trekken. De voorzitter stelt voor dit adres voor ken nisgeving aan te nemen. De heer Pot wijst er nogmaals op, dat de verkla ringen die hij verkregen heeft voor hem van even veel waarde zijn. De voorzitter constateert daarna, dat met op een na algemeene stemmen het adres voor kennisge ving is aangenomen. BEGROOTING GEMEENTE-GASFABRIEK, VOOR HET JAAR 1911. De begrooting der gemeente-gasfabriek over 1911 bedraagt in ontvang en uitgaaf 243,838, De gaslevering wordt geraamd op 185300,—, waaronder voor gewone meters 157.600,voor muntgasmeters 14.700,en voor straatverlichting 13.000,—. De opbrengst der bijproducten wordt geraamd op 53708,— tegen 62860— in 1910. De restitutiën wijzen een bedrag aan van 4070, 175,meer dan in 1910, welk verschil moet worden gezocht in den post „gebruik van muntgastoestellen", die een bedrag aanwijst van 2450,berekend naar een verbruik van 245000 kub. Meter. De uitgaven wegens steenkolen worden begroot op 114820,in 1910 op 118718,berekend voor eene benoodigde steenkolengasproductie van 3.150.433 kub. Meter op 11.415 ton steenkolen ad 9.40 plus 48 cent losloon en pl. m. 60.000 K.G. gasolie ad 3.40 per 100 K.G. Wegens gasmeters zijn de uitgaven geraamd op 6250,voor onderhoud van gebouwen enz. op 12500,3000,minder, omdat slechts één oven behoeft te worden ingebouwd; voor buizenleiding 4229.79, tegen 6388,— in 1910. Werd in 1910 de post „uitbreiding" voor memorie uitgetrokken, thans is deze geraamd op 4000,— voor vergrooting van het reservoir voor teer en am- moniakwater, daar het bestaande geheel onvoldoende is en de afnemer niet meer genegen is het teer in fus ten te blijven afhalen. De uitkeering aan de gemeente is met het oog op de uitbreiding' van het buizennet 360,hooger ge raamd en uitgetrokken tot een bedrag van 41.160, Het onderzoek der begrooting heeft de commissie tot de belastingzaken enz. geen aanleiding gegeven tot het maken van bemerkingen of het voorstellen van eenige wijziging; zij kan zich met de voorgedragen cijfers wel vereenigen en stelt voor, de ingediende be- grooting goed te keuren. De heer Pot maakt de opmerking dat de gasfa briek de rijkste zaak is in Alkmaar. Hij zou daarom het bedrijf intenser willen maken. Het bedrijf zou zich wel de luxe kunnen permit- teeren om ook gas naar buiten te leveren. Bovendien zou hij gaarne overwogen zien een verplaatsing van de fabriek naar buiten de stad. De voorzitter kan zich daarmede vereenigen. De begrooting wordt daarop goedgekeurd. REKENING VAN DE GEZONDHEIDS COMMISSIE, DIENST 1909. Blijkens de rekening en verantwoording van de Ge zondheidscommissie over 1909, bedroegen de ontvang sten 1025,n.l. het batig saldo over 1907 van 295.95, de bijdrage van het Rijk ad 400,en die van de gemeente ad 329.05. De uitgaven beliepen 557.15, zoodat de rekening een batig saldo aanwijst van 467.85. In de rekening is geene melding gemaakt van het bedrag van 1111,62, uitgegeven ten behoeve van het door de Gezondheidscommissie ingestelde onderzoek ter bestudeering van het woningvraagstuk, wijl des wege eene afzonderlijke rekening is ingediend, welke werd vereffend krachtens raadsbesluit van 27 Octo ber 1909, No. 14. De commissie tot de belastingzaken enz. stelt voor de rekening en verantwoording goed te keuren. De heer Pot vraagt naar het resultaat van het kostbaar woningonderzoek dat voor een paar jaar heeft plaats gehad. De voorzitter zit er niet zoo geheel in, maar herinnert er aan, dat verschillende perceelen zijn aan gewezen en dat tengevolge van dit onderzoek vele per ceelen zijn verbeterd. De heer Glinderman zou in overweging wil len geven om in verband met dfeze kwestie verder te wachten op de nadere beslissing van het rijk in zake de woningwet. De voorzitter merkt nog op dat de toestand hier niet zooveel te wenschen overlaat. De begrooting wordt daarna vastgesteld. BEGROOTING VAN DE GEZONDHEIDS COMMISSIE, DIENST 1911. De begrooting der inkomsten en uitgaven van de Gezondheids-commissie voor het jaar 1911, vermeldt in ontvang een bedrag van 1025,bestaande uit het batig saldo der rekening van 1909 ad 467.85, eene bijdrage van het Rijk ad 400,en eene van de gemeente Alkmaar ad 157.15. Door de commissie tot de belastingzaken enz. wordt voorgesteld de bijdrage van de gemeente Alkmaar, ter bestrijding van de uitgaven der Gezondheids-commis sie alhier voor het jaar 1911 te bepalen op 157.15. Vastgesteld. BEGROOTING GEMEENTE-REINIGING, VOOR HET JAAR 1911. Bij de begrooting voor de Gemeente-Reiniging over 1911 zijn de ontvangsten geraamd op 16955,— en de uitgaven op 38977, De opbrengst van het straatvuilnis (compost) wordt in verband met de opbrengst over 1909, geraamd op 8000,-van het diverse vuilnis op 1250,van puin en kalkpuin op 200,—; van lompen, beenderen enz. op 800,van tonnen en trechters op 50, en van de diverse ontvangsten op 150, Voor de tonnenbelasting, waarvan de invordering voortaan door de gemeente-reiniging zal geschieden, wordt eene opbrengst geraamd! van 6400,en voor ontvangsten van verschillenden aard 105, De ontvangsten sluiten met de bijdrage der gemeen te tot dekking van het vermoedelijk tekort op de ex ploitatie tot een bedrag van 22022, De commissie tot de belastingzaken enz. heeft te gen de begrooting geen bezwaar en stelt voor de be grooting voor de gemeente-reiniging voor 1911 vast te stellen in ontvang op 16955,— en in uitgaaf op 38977,—. De heer de Lange maakt de opmerking- dat het hem voorkomt, dat huur voor het land, dat de rei niging in gebruik heeft moet komen ten laste van de reiniging en verantwoord moet worden op de gemeen te-begrooting. De heer Van den Bosch is het daarmede eens; het moet regel zijn voor elk bedrijf. De heer de Groot kan zich er ook mede ver eenigen. Ook de heer Go vers verklaart er zich voor, waarna de voorzitter zegt, dat een volgend jaar met deze opmerking rekening zal worden gehouden. De heer Pot vraagt, of de terreinen van de rei niging niet wat beter kunnen worden ingericht en of ook het ophalen van de tonnen niet beter kan worden. Bovendien vraagt, hij, of het niet mogelijk is om de ier op te vangen in turfstrooisel.- Er vloeit nu een groote stroom ier in het Kanaal en dat acht hij niet in het belang der volksgezondheid. De voorzitter gelooft, dat de nieuwe ier kelder een groote verbetering is. De heer G o v o r s zegt, dat met liet aanhoudend natte weer de kelder wel eens kan overloopen, maar dat is niet onrustbarend. De nieuwe ierkelder kan wel 60000 L. bevatten. REKENING BURGERLIJK ARMBESTUUR, DIENST 1909. De ontvangsten van het Burgerlijk Armbestuur, voor 1909 begroot op 18842,97, hebben blijkens de re kening' bedragen 19647,84, waaronder de geraamde subsidie uit de gemeentekas ad 17250,— en de bij raadsbesluit van 22 Juni 1910, No.- 19, toegestane na dere subsidie van 678.52. Zij vangen aan met het voordeelig saldo van 1907 ad 268.97 en vermelden vervolgens een bedrag van 182.2 5 wegens ingehouden bedeelingen en restitu tiën, 82.25 boven de raming aan collecten een opbrengst van 91.60 of 8.40 minder aan inte ressen 816.50 of 0.50 meer en aan landhuur 860,of 52,meer dan het geraamde bedrag. De uitgaven, evenals de ontvangsten begroot ~op 18842.97, bedroeg-en eveneens 19647.84, zoodat de rekening zonder saldo sluit. De commissie tot de belastingzaken stelt voor de rekening goed te keuren. Goedgekeurd. BEGROOTING VAN HET BURGERLIJK ARMBESTUUR, DIENST 1911. De commissie tot de belastingzaken enz. stelt voor 1. de begrooting van het Burgerlijk Armbestuur 'Voor het jaar 1911 in ontvang- en uitgaaf vast te stel len op 23750,met toekenning van eene subsidie uit de gemeentekas van 22400, 2o. het Burgerlijk Armbestuur uit te noodigen om, alvorens over te gaan tot aanstelling' van een armbe zoeker, nopens de bezoldiging en de regeling der werkzaamheden van dien ambtenaar overleg te plegen met Burgemeester en Wethouders. SUPPLETOIRE BEGROOTING VAN IIET BUR GERLIJK ARMBESTUUR, DIENST 1910. Regenten van het Burgerlijk Armbestuur verzoeken eene nadere toelage uit de gemeentekas tot een be drag van 3000 ter voortzetting der bedeeling' over den dienst 1910. Bij staat van begrooting, goedgekeurd bij raadsbe sluit van 21 October 1909 werd reeds voor bedeeling in geld en brood een bedrag uitgetrokken van 17000. Een overzicht over het eerste halfjaar heeft het be stuur echter doen zien, dat op dat hoofdstuk eene na dere subsidie zal noodig zijn van 3000. Deze verhoo ging vindt haar oorzaak in de omstandigheid, dat het aantal katholieke armen wien onderstand moet wor den verleend in hooge mate is gestegen wijl het Roomsch Katholiek Parochiaal Armbestuur niet meer bij machte is om, zooals tot dusver geschiedde de ka tholieke armen boven den 60-jarigen leeftijd geheel voor zijne rekening te nemen. De commissie tot de belastingzaken enz. stelt den Raad voor te besluiten de ingediende suppletoire be grooting, onder toekenning van eene nadere subsidie uit de gemeentekas van 3000 goed te keuren. Afschrift van dit besluit te zenden aan heeren Ge deputeerde Staten van Noord-Holland ten fine van mededeeling. De heer de Groot merkt op, dat niet alleen bij de Roomseh-Katholieken, doch ook bij de andere kerkbesturen het geval zich voordoet, dat het aantal armen zich aanmerkelijk uitbreidt. Voorts haalt hij aan uit het gemeenteverslag- 1909, dat door het R.-K. armbestuur voor een aantal armen, dat gelijk is zoo ongeveer of althans niet veel grooter dan dat der Ilerv. gemeenten, wel ƒ.5000 minder wordt uitgege ven. Waar gaat' he.t met ons armbestuur heen, vraagt spreker als we zoo doorgaan. Uit het schrijven van B. en W. blijkt spr. niet, dat thans onvermijdelijk is, dat het gemeentelijk armbe stuur de zorg- overneemt. De voorzitter vraagt of de heer Van den Bosch het woord verlangt, De heer Van den Bosch zegt, dat hem niet duidelijk is wat de heer de Groot eigenlijk wil, bedoelt hij een nadere toelichting van de mededeeling van het R.-K. armbestuur dan wil spr. die wel geven. Spr. vindt het gelukkig, dat men zich trots de on voldoende armenwet, heeft gesteld, reeds jaren lang. op het standpunt der dubbele bedeeling door bijdrage van het burgerlijk armbestuur aan de armen van de kerkbesturen. Voorts wijst spr. op de minder juiste toelichting van de commissie bij de suppletoire begrooting. Daar uit kan men lezen, dat de zorg voor de R.-K. armen onvoldoende is. Dat heeft spreker gegriefd. Hij spreekt, niet graag over zich zelf, doch moet dit nu wel doen als lid van het R.-K. armbestuur. Spr. her innert aan den toestand van 1868 af. Men heeft ge zegd tegen de armen: wij geven wat wij hebben en gaat clan verder naar het burgerlijk armbestuur. La ter heeft men een regeling getroffen en als R.-K. armbestuur heeft men zich, gezien de middelen, moe ten bepalen tot de armen boven de 60 jaar. Er is veel gegeven, doch waar het particulier Initi atief te kort schiet, daar moet ook de gemeente ten slotte bijspringen. Dat zal steeds het standpunt zijn zegt spr. en waar wij alle jaren ruim 6000 aan onze armen hebben uitgegeven, daar is dat het bewijs, dat het met de zorg nog niet slecht is. Er wordt voortdu rend van de liefdadigheid meer gevraagd. De heer de Groot: Ook voor de kerken. De heer Van den Bosch: Ook voor de ker ken, anders zou het er met de armen slecht uitzien. Voortgaande betoogt spreker ten slotte dat door het R.-K. armbestuur niet anders wordt gedaan, dan wat andere armbesturen ook steeds deden. Daartoe toont spreker aan hoe de bijdrage van het burgerlijk armbe stuur aan de Ned. Hervormden ook steeds is geste gen in 1909 zelfs tot 5491, voor de katholieken tot 3400. Met den ijver van het R.-K. armbestuur waarmee het voor zijn armen werkt, is het niet slecht gesteld en daarom is het te betreuren, dat het is voorgesteld of de zorg voor de Roomsch-Katholieke armen te wenschen overlaat. Dat heeft men nooit gezegd van de Diaconie der Ned. LIerv. kerken, lat zou spr. ook niet graag doen. Spr. herinnert er aan wat van. katholieke zijde in 't algemeen voor de armen wordt gedaan. Ten slotte begrijpt spr. niet in welk verband de heer de Groot het woord kerk heeft genoemd. De heer de Groot vraagt hoe het kan, dat het armbestuur een groote buitengewone uitgave doet buiten den raad om. Verder zegt spr. dat het de raad niet kan blijken of het geld', dat inkomt bij het R.-K. armbestuur wel voor de armen wordt besteed. 1 an do Luthersche diaconie kan men ten allen tijde inzage krijgen. Kan de raad dat ook van het R.-K. armbestuur De voorzitter merkt op, dat er nog geen geld is uitgegeven; het is een suppletoire begrooting. De heer Van den Bosch zegt, dat er na tuurlijk al wat van is uitgegeven, het armbestuur kan de ai-men niet laten wachten, dat is geen slechte administratie. Dat wordt altijd immers gedaan. De Voorzitter zegt, dat indien de raad dit geld. niet. toestaat, dan de begrooting' niet wordt over schreden. Verder vraagt hij of de. heer -de Groot gevraagd heeft of de raad toezicht kan uitoefenen op particuliere armbesturen. De heer de Groot zegt daarop dat hij dit vooral zou willen ten opzichte der R.-K. armbesturen. Het is de vraag of al het geld, dat bij het R.-K. arm bestuur inkomt, voor de armen wordt besteed. De heer van den Bo9ch moge zeggen, dat er goed gezorg wordt voor de R.-K. armen, maar spr. weet wel anders. De heer Van den Bosch doet een beroep op den voorzitter om deze insinuatie niet toe te laten. De voorzitter zegt dat hij er steeds tegen waakt, maar het niet altijd kan. De heer Van den Bosch zegt nog, hoe het R.-K. armbestuur rekenplichtig is aan den bisschop en ieder belangstellende kan zien hoe de uitgaven worden gedaan. Ook de verhouding tuaschea het hurgerlgk armbestuur en het R.-K. armbestuur is uitstekend. De heer de Lange verklaart nog dat het de bedoeling van de commissie niet is geweest den in druk te wekken, die door den heer van den Bosch uit de zinsnede is gehaald, integendeel men is overtuigd van den ijver van de R.-K. armbestuurders. De begrooting en de sulppletoire begrooting worden daarna met 1 stem tegen, die van den heer de Groot, goedgekeurd. REKENING STADS-ATOTHEEK, DIENST 1909. De rekening' van de stads-apotheek over den dienst 1909 sluit in ontvang en uitgaaf met een bedrag van 6924.99. Behalve het saldo der rekening van 1907 ad 604.381/2, bedragen de ontvangsten wegens: Restitutiën van genesmiddelen 1396.88y2, vaste toelagen van het Rijk 85,—, toelage van de Ge meente 43 73.6D/2, nadere toelage van de Gemeente 465.lOl/g. De commissie tot de belastingzaken enz. stelt voor de rekening goed te keuren. BEGROOTING VAN DE STADS-APOTHEEK, DIENST 1911. De ontvangsten van de Stads-apotheek zijn op de begrooting voor 1911 tot gelijke bedragen geraamd als voor het jaar 1910. Door noodzakelijke verhooging van de uitgaven op 3 volgnummers is als toelage van do gemeente uitgetrokken een bedrag van 5425, te gen 5100 in 1910. Deze verhooging, omvattende de posten chemica liën, vuur en licht en chirurgische instrumenten, on derscheidenlijk geraamd op 1900, 250 en 1200, tegen 1800, 225 en 1000 in 1910, staat in ver band met te verwachten meerdere uitgaven voor re cepten en de gebleken te lage raming voor het laatst verloopen dienstjaar. De commissie tot de belastingzaken enz. stelt voor: gezien en onderzocht de begrooting van de Stads-apo theek voor het jaar 1911, waarbij eene toelage uit de gemeentekas wordt aangevraagd van 5425; die be grooting in ontvang en uitgaaf vast te stellen op 6730, met toekenning van eene toelage uit de ge meentekas van 5425. Y astgesteld. REKENING STADS-ZIEKENHUIS, DIENST 1909. De rekening van het Stads-Ziekenhuis over 1909 sluit met een batig saldo van 1435.49y2. De ont vangsten beliepen 23249.70 of 324.70 boven de ra ming, terwijl de uitgaven bedroegen 21814.20y2 of IHO.79V2 beneden de raming. Onder hoofdstuk 2 komt een uitgaaf voor van 50 voor 10 maanden pianohuur. Deze uitgaaf voor dit maal goedkeurende, acht de commissie tot de belas tingzaken enz. het echter wenschelijk dat deze post voortaan niet meer in uitgaaf worde gebracht, wijl eene piano niet kan worden beschouwd als noodzake lijk te zijn bij de verpleging. Het onderzoek der rekening gaf geen aanleiding tot het maken van bemerkingen, waarom de commis sie adviseert de rekening goed te keuren. Goedgekeurd. De voorzitter zegt, dat hij een onderzoels heeft ingesteld, of van de piano veel gebruik wordt gemaakt. Er zijn verpleegsters die aan muziek en zang nog al veel doen. Dat doet echter aan het be ginsel niet af. De voorzitter zou regenten in overwe ging willen geven om een piano te koopen, wat beter is dan 50 huur per jaar te betalen. De heer Van den Bosch verklaart zich niet met de commissie te kunnen vereenigen dat een piane in het ziekenhuis niet hoort en zou ook willen aanbe velen een instrument te koopen. De heeren Pot en de Groot kunnen zich daarmede vereenigen. De heer Fortuin betoogt, ook dat het hebben van een piano in een ziekenhuis geen luxe is. Hij is het eens met den heer Van den Bosch en zou gaarne zien, dat die piano eventueel in Alkmaar wordt ge kocht. De heer de Lange merkt op dat de commissie aanmerking gemaakt heeft op het bedrag van 50 en niet beslist heeft over het hebben van een piano. De voorzitter stelt thans voor, dat regenten zullen worden uitgenoodigd om voor te stellen een pi ano aan te schaffen. Alzoo wordt besloten. BEGROOTING VAN HET STADS-ZIE KENHUIS, DIENST 1911. De uitgaven ten behoeve van het Stads-Ziekenhuis worden voor 1911 geraamd op 22890.05, of 475 la ger dan zij voor 1910 waren begroot. Voor de verschillende ontvangsten zijn dezelfde be dragen uitgetrokken als op de begrooting voor 1810, met dit verschil, dat het saldo der rekening van 1909 bedraagt 1435.49y2, tegen dat van 1908 415.56 en een gemeente-subsidie noodig zal zijn van '15916.05® tegen 17410.99 in 1910. De commissie tot de belastingzaken enz. stelt voor de begrooting goed te keuren. REKENING KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN, DIENST 1909. De rekening van de Kamer van Koophandel en Fa brieken over het jaar 1909 vermeldt in ontvang een bedrag van 184,53V2 en in uitgaaf van 172,29, zoodat zij sluit met een voordeelig saldo van 12,245. Het onderzoek der rekening heeft geene aanleiding gegeven tot het maken van bemerkingen, waarom de commissie tot de belastingzaken enz. voorstelt de re kening goed te keuren. Goedgekeurd. BEGROOTING VOOR DE WANDELPLAATSEN EN PLANTSOENEN, DIENST 1911. Verder stelt voornoemde commissie den Raad voor: Gezien en onderzocht de begrooting voor de wandel plaatsen en plantsoenen, dienst 1911; Overwegende, dat tegen de geraamde bedragen gee ne bedenkingen zijn gerezen, doch dat het wenschelijk is om de huur van den aan de gemeente behoorenden tuingrond gelegen aan den Tiendsingel en die van het grasland gelegen aan den Omval als posten van ontvang in de gemeente-begrooting op te nemen; te besluiten: na roijeering der posten: huur tuingrond Tiendsingel ad 40 en huur grasland aan den Omval ad 35 onderscheidenlijk voorkomende onder de volg nummers 11 en 18, de onderwerpelijke begrooting'goed te keuren in ontvang tot een bedrag van 1160 en in uitgaaf van 10737.50, met goedkeuring, dat de bij drage uit de gemeentekas zal bedragen 9577.50. De lieer Pot zou van de plantsoenen geen af zonderlijk bedrijf willen maken, beter zou men dan een bedrijf kunnen maken van gemeentewerken. De heer Van B u ij s e n zou dit punt- liever be handelen bij de gemeentebegrooting. De voorzitter meent, dat het beter is de vraag thans te behandelen. De heer Boelmans ter Spill vraagt wat de heer Pot er tegen heeft. De heer Pot heeft er bezwaar tegen, daar men dan niets meer krijgt op de begrooting dan het saldo. De voorzitter bestrijdt) dit; het zal er mee gaan als met de gasfabriek en de reiniging waaivan men afzonderlijke begrootingen krijgt. De heer Pot wijst er op, dat dan de invloed van den raad op aanleg van wegen enz. niet voldoende zal zijn. De heer de Lange vraagt naar het rapport van de plantsoen-eommiaa-ie.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 5