DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Het wintert.
No. 279
Honderd en twaalfde Jaargang.
ZATERDAG 26 NOVEMBER.
BINNENLAND.
1910.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
ALKMAARSCHE COURANT.
Het wintert. De bulderende gierende stormen, die
den winter voorafgaan, zijn gaan liggen: ze hebben
hun ontbladerend werk volbracht. Misschien dat ze
terugkomen om de laatste gele harde bladeren, die
tot dusverre weerstand boden, op te halen, misschien
ook dat ze wegblijven. Wij beminnen die nu klagen
de dan woedende, herfstwinden niet, al mogen wij,
weibeschut, voor een enkel keertje wel eens gaarne
luisteren naar hun gillen en fluiten in de telefoon
draden, of hun loeien in de boomgeraamten.
Yan den winter houden we des te meer, van de
vorstkoud", die prikkelt en staalt, van de late zonne-
opkomsten met haar zeeën van goud en violet en ban
ken van blauw, van de klare zonnige luchten, van den
wijden hoogen avondhemel met fonkelende en flonke
rende sterren.
Beets heeft het indertijd zoo kernachtig, zoo ge
spierd gezegdEen heldere, frissche, noordsche dag
doet een mannelijk bewustzijn van kracht, een besef
van gezondheid ontstaan. De koud© geeft een edelen
moed; hij sterkt de ziel gelijk de spieren. Ik acht, ik
eer de koude, den zuiveren gezonden wind, de blanke
smettelooze sneeuw."
Hoe vreemd en hoe jammer dat de schrijver op deze
schoone passage onmiddellijk laat volgen: Maar het
ijs o, vergun mij het ijs te haten.
IJs is voor hem een voorwerp van afschuw. Het
moest winter kunnen zijn zonder ijs, meent hij. Hij
spreekt over het ijs als van „dat ellendige deksel op
hetgeen de natuur schoonst en vriendelijkst en be-
zieldst heeft, de dikke, nijdige, blauwe zerk, waarover
ijdele slaven van het vermaak dartelen.
„Heen, gevoellooze, onvermurwbare korst, beeld van
onverschilligheid en koude wreedheid, zoo dëclameert
hij, neen, ellendig maaksel van glas mijn voet zal TT
niet betreden! Ik zal niet, als een lichtzinnige dwaas
mijne zolen met ijzer schoeien.
Hoe is het mogelijk, vraagt men zich, dit lezend,
af, hoe is het mogelijk, dat in een boek, waarin de
nationaliteit van ons volk leeft, van een volbloed Ne-
derlander die zoo raak den Hollandschen jongen ty
peerde, een dergelijke on-Hollandsche ontboezeming
wordt gevonden?
Was niet die andere schrijver-predikant, in Alk-
maars omgeving niet minder welbekend, veel gelukki
ger toen hij den schaatsenrijder als een Nederlandsch
type op het papier vastlegde? Hoort naar Jonathan
in zijn geestdriftige beschrijving, hoe een duimbreed
ijzer iemand veranderen kan, hoe de Nederlander met
een paar schaatsen onder de voeten eerst recht gaat
leven
„Nauwelijks raakt de geheel© natuur in rust, nau
welijks legt de stroom zich in zijn bed te slapen, of
de Nederlander wordt wakker, de Nederlander veran
dert in de omgekeerde orde van temperament. Hij
brandt en kookt, als de Hekla onder de sneeuw. Ein
delijk is het tijd! Het is waar het ijs is nog zwak en
nauwelijks twee guldens dik; men spreekt zelfs van
gevaar. Maar daar vraagt de schaatsenrijder niet
naar. Anders is de Nederlander de voorzichtigste der
menschenhij zal zich tienmaal bedenken, eer hij op
een schommel, vijftigmaal eer hij in een stoomrijtuig
stapt. Maar op het ijs is hij een waaghals. Daar lijkt
hij, „de logge eend" een meeuw, die met haar vleuge
len langs het water scheert. Daar drijft hij als een
vogel op zijn wieken. Even vlug, even licht, even
vroolijk. Hij heeft al het gemakkelijke van gedragen
te worden, met al het aapgename van zich zeiven te
dragen. Zijn gevoel is een benijdenswaardige menge
ling van bewustheid van kracht en genot van bewe
ging. Zoo lang hij de schaatsen onder de voeten heeft,
is een schaatsenrijder de gelukkigste der menschen.
Ik voor mij hoop, dat er in Nederland schaatsenrij
ders zijn mogen, zoo lang er in Nederland ijs zijn zal.
Het is een gezonde, eigenaardige en nationale uit
spanning."
Ziedaar het schaatsenrijden naar juisten maatstaf
gemeten. Een echt oud-Hollandsch vermaak is het.
Onze oude letterkundige werken spreken van schaat
senrijdende Agnietjes en Kobussen. Onze jaarboeken
en Almanakken o, laat ons. Alkmaar er nu. toch
buiten laten, dat in de achttiende eeuw berucht was
om de vuile almanakken, „die door het ontugtig Jan
Hagel met gejuich gelezen kunnen worden" hadden
hun speciale ijsdichters. Onze beste schilders, Rem
brandt, Jan Steen, Tenier, van Breughel, Wouwerman
en om nu Alkmaar niet te vergeten, van Everdingen,
hebben het al-oude ijsvermaak geteekend en geschil
derd.
En thans?
Nauwelijks is de vorst er of uit het land der hard
rijders komt de haast-ongelooflijke mare: bij Heeren
veen was men heden al aan 't schaatsenrijden en uit
het gewest van het schoontijden bij uitnemendheid
klinkt de echo: bij Bussum was men heden aan 't
schaatsenrijden.
Hoe wordt hier in Alkmaar de ijssport in eere ge
houden In vier dagen tijds van drie ijsclubs alge
meen© vergaderingen, is dit niet een bewijs, dat men
op tijd met zijn plannen gereed wil zijn?
Blijft het winteren, dan zullen we spoedig mor
gen reeds? op de Quint een baantje kunnen maken,
dan zullen we kunnen genieten van wedstrijden in
schoonrijden, zullen we proeven van schoonrijdëh kun
nen bewonderen en zelfs van hardrijden, maar dit al
leen in dienst van de liefdadigheid.
Liefdadigheid zij doet denken aan het feest-in-
voorbereiding, dat ons altijd prettiger voorkomt, wan
neer het wintert, wanneer de maan, die door de hoo
rnen schijnt, zwarte schaduwen werpt op kurkdroge en
daarom lichte wegen en hare bleeke stralen doet weer
kaatsen in de spiegelgladde vaarten en grachten. On
willekeurig stemt zoo'n wintertooneeltje den mensch
vroolijker dan een kille, droeve herfstatmosfeer. Het
winterweer lokt uit tot wandelen in de vroolijk© stra
ten, tot het bezichtigen van de fraaie uitstallingen,
welke voor deze dagen met zorg en smaak zijn ver
vaardigd, dientengevolge tot het koopen. Maar ook
tot weldoen. Zelf in prettige stemming heeft men
meer oog voor de schrille tegenstelling van de klein
tjes, die wel en goed en die niet of slecht door, den
Sint worden bezocht, krijgt men onwillekeurig groo-
ter lust mede te werken om deze anti-these voor een
dag zooveel mogelijk uit te wisschen. Wij mogen in
het politieke leven onszelf autonoom of heteronoom
vinden en daarop speculatieve vertoogen gaan hou
den, zoodTa afgezanten van den Kindervriend, zelf
kindervrienden en meer nog dan een ander doordron
gen van medelijden, omdat zij uit de kinderoogjes heb
ben gelezen en uit de kindermondjes hebben gehoord
het levensware verhaal van bedrogen verwachting en
niet vervulde hoop, maar sinds enkele jaren ook met
eigen oogen hebben gezien en met eigen ooren hebben
gehoord de vreugde van de heerlijken feestdag en de
blijde uitgelatenheid over de aanwezigheid van den
Sint zelf en daardoor werden ontroerd, zoodra zij ko
men om onze hulp en bijstand dan geven we die graag,
omdat we het van harte toejuichen dat de goede
Sint Nikolaas, die helaas niet in elk gezin kan ver
schijnen door de onderwijzers wordt uitgenoodigd in
een groote zaal te komen, waar al die vergeten kinder
tjes bijeen zijn. Hoe schitterender zijn gewaad, hoe
vriendelijker zijn optreden, hoe milder zijn gaven, des
te liever het ons is, omdat wij allen nietwaar?
overtuigd zijn dat het schoone sprookje niet te schoon
gedramatiseerd kan worden, omdat wij gelooven in
den louterenden invloed, dien het op het kinderhart
heeft, omdat wij, misschien eerst veel, véél later heb
ben gevoeld wat wij in onze jeugd in den St. Niko-
laastijd hebben genoten of moeten ontberen. En mis
schien vindt menigeen in zulk een stemming aanlei
ding om thuis de kinderkasten nog eens na te zien,
om zijn, beterbedeelde, kinderen te leeren, dat gedeel
de vreugde dubbele vreugde is. Een goed, werk zou
hij daarmee stellig doen!
Het wintert
Vóór ons ligt, feitelijk bestemd voor het nummer
van heden een artikel over „een koloniaal instituut,"
dat beoogt belangstelling en warmte te wekken voor
een grootsche daad, welke kan worden verricht door
het Nederlandsche Volk.
Maar, opgewekt door. het frissche winterweer, heb
ben we van ochtend dit artikel terzijde gelegd, zijn
gaan schrijven over het wintervermaak en al schrij
vend gekomen bij het winterfeest, dat op handen is.
Wellicht hebben wij ook hierdoor belangstelling en
warmte gewekt, niet voor een grootsche, maar voor
een sympathieke daad, een daad van kinderliefde en
^nededoogen.
TWEEDE KAMER.
In de gisteren gehouden vergadering zette de heer
Goeman Borgesius (TJ. L.) zijn algemeene beschou
wingen over de begrooting voort en zeide, dat ©cv.
linksche coalitie alleen bestaat in de verbeelding van
dr. Kuyper. Spr. komt op tegen de voorstelling als
zoude de strijd der liberaltn tegen de Borromeus-en-
cycliek de beweging van 1853 weer in het leven willen
roepen.
De rechtsche coalitie heeft in het christelijk begin
sel geen fundament voor haar regeeringsbeleid. Spr.
critiseert dan dr. Kuyper's lofrede op het Kabinet.
De heer Kooien (R. K.), verdedigde het beleid
van den minister van financiën en diens belasting
plannen.
De rede van den heer Goeman Borgesius gaf nog
aanleiding tot een incident: Minister Talma
achtte diens klacht een persoonlijk feit en verant
woordde zich tegenover het verwijt van machtsmis
bruik door onderzoek naar iemands politieke en gods
dienstige overtuiging. Hij zegt dit niet gelast te heb
ben.
De heer De Stuera (R. K.) geloofde niet, dat
benoemingen onder deze regeering partijdiger .geschie
den dan onder vroegere ministeries.
De heer P a t ij n (TT. L.) voorspelt voor 1913 ho-
pelooze ontreddering onzer financiën ten gevolge yan
te weinig zuinigheid bij den betrokken minister. Yan
de tariefsvcrhooging zal niets overgehouden worden
voor de verzekeringswetten. De nieuwe belastingen
zullen nog een tekort overlaten, hoewel zij 11 inillióen
nieuwe lasten zullen opleggen.
Bovendien zijn er veel dure maatregelen te wachten,
vooral de militaire lasten zullen stijgen. De min. van
financiën vindt alle uitgaven goed.
Spr. bestreed o. a. de politiek der S. D. A. P., die
ons de dure regeering van dit kabinet op den hals
haalde.
Spr. behandelt ten slotte de houding, van den min.
van financiën in zake de vlottende schuld.
De heer De Savornin Lohman (C. H.)
besprak de benoemingen en gaf het partijwezen de
schuld, dat de opvatting bestaat, dat benoemingen be
looningen zouden zijn voor bewezen diensten.
Spr. zette uiteen, dat de Christelijk-Historische
Unie een zelfstandge partij is zonder verkiezingspro
gram, die wetten toetst aan het belang van het gehee-
le volk en die de regeering zal blijven stetmen, zoo
lang zij de sympathie van de grootemassa heeft en be
toogde dat de rechterzijde nooit met het tarief bedoeld
heeft de eerste levensbehoeften zwaar te treffen.
Spr. verdedigde daarnade militaire uitgaven in het
belang van onze zelfstandigheid.
De doode weermiddelen zijn noodig, vervolgt spr.,
maar als mett hier komt met een aanvraag om doode
weermiddelen, dan zegt men: eerst het leger verster
ken, en komt men met een aanvraag om het leger te
versterken, dan heet het: eerst doode weermiddelen.
De heer Mar chant: Dat is nooit gebeurd.
De heer Lohman: Wij moeten voor beide zor
gen. Doen wij dat niet, dan gaan wij ten gronde.
Toen de heer Kuyper sprak van God, heeft men hier
geroepen: laat God er buiten, maar spr. laat God er
niet buiten. In de 18e eeuw, voordat de Franschen
hier kwamen, had men Gods water over Gods akker
laten loopen. Maar toen wij In 1813 verlost werden
uit de Fransche overheersching, dankten wij God
daarvoor in alle kerken en bij den slag van Sedan
zong men psalmen voor den slag. Maar als wij ons als
lammelingen gedragen, hebben wij van Gods hulp
niets te wachten (beweging).
De heer Van Doom protesteert er tegen dat de heer
Kuyper gezegd heeft, dat sprekers critiek op de Borro-
meusencycliek een aanval was op de coalitie. Dat de
coalitie door die critiek niet is geschokt, spreekt van
zelf. De heeren weten zelf, hoezeer zij elkander noodig
hebben. De heer Van de Velde heeft aan den lijve on
dervonden hoe zwaar de hand van Rome op hem druk
te.
De heer Van de Velde: Gij vergist u, daar
is niets van waar, dat is een leugen!
De heer Van Doorn: Een leugen
De heer Van de Velde: Allemaal leugentjes
van de linkerzijde. (Groot rumoer).
Spr. betreurt het, dat de Minister van Waterstaat
weinig schijnt te gevoelen voor de droogmaking der
Zuiderzee.
De heer Roodhuyzen vroeg daarna het woord
voor een persoonlijk feit en kwam op tegen den onbe-
schaafden vorm en weinig edelmoedigheid van de in
terruptie van den heer Van de Velde.
Nadat de heer Duymaer van Twist nog even aan 't
woord was geweest, werd de vergadering verdaagt tot
Maandag half twee.
Maandagavond hoofdstuk X.
NIEUWE SCHIMMELS VOOR DEN PRINS.
Jhr. Van Reigersberg Versluys, stalmeester van H.
M. de Koningin, reisde Woensdag af naar het buiten
land, voor den aankoop van een viertal nieuwe schim
mels, voor den stal van Z. K. H. Prins Hendrik.
DE 40 MILLIOEN.
Ook te Rotterdam is thans een adres aan de Twee
de Kamer ter teekening gelegd, waarin men verzoekt
het kustverdedigings-ontwerp niet aan te nemen.
Aan het adres is het volgende ontleend:
„dat zij vermeenen, dat de ondervinding van bnze
tijden niet dringt tot het nemen, van zulke voorzorgs
maatregelen, daar Europeesche oorlogen steeds "on-
waarschijnl ker worden (getuige de vele gelukkige
oplossingen, b.v. bij de Fasjoda-, Doggerbank-, MJrok-
ko-, Balkan-quaesties enz.), terwijl fatsoenlijke ^sta
ten sedert lang niet meer betrokken worden in!' de
quaesties tusschen da groote mogendheden, tenzij zij
zichzelf erin mengen (getuige o. a. het neutraal blij
ven in 1870—'71 van Luxemburg, dat nog wel in de
voorafgegane moeilijkheden gemoeid was)onze na
buren zijn toch ook geen barbaren;
dat de ondergeteekenden u daarom met allen aan
drang verzoeken, op het voorstel der regeering niet in
te gaan, vooral niet in dit tijdsgewricht, nu, na de
zaak Van Heeckeren van Keil, in binnen- en buiten
land de meening heeft postgevat, dat er druk van bui
ten op onze regeering zou zijn. uitgeoefend;
ondergeteekenden meenen ook, dat er hier te lande
meer behoefte bestaat aan krachtigen vooruitgang in
den geest van het bekende woord, dat „NeHérland
groot moet zijn in alle dingen, waarin een klein land
groot kan zijn," en met name aan daden van regeering
en andere staatsorganen, om de daartoe vefreischte
werken van welvaart en beschaving te bevorderen;
deze zullen het aanzien en den goeden naam,'van Ne
derland doen rijzen, terwijl de aangevraagde40 milli-
oen nu reeds groot© ongerustheid in het binnenland
en wantrouwen in het buitenland verwekken.
't Welk doende, enz."
Gemengd nlenws
UIT HET STEENEN TIJDPERK.
Door de gemeentewerklieden van Borger (Dr.) is
Woensdag bij het graven opgedolven een maalsteen
uit het z.g. steenen tijdperk, waarmee in vroegere tij
den koren werd fijn gemaakt. De steeniheeft een mid
dellijn van 0.35 en een hoogte van 0.25 Meter. Hij zal
'in het museum van oudheden te Assen worden overge
plaatst. T
■re»— ,1 „■„I .1,11,11
ZIJN 23STE KIND AANGEGEVEN.
Te Haarlem heeft een man aiangifte gedaan van de
geboorte van zijn 23© kind; bij zijn eerste vrouw had
hij er 12.
TOENEMENDE KANS' OP VRIJLOTING.
Sedert het in werking treden der Militiewet 1901,
heeft het aantal ingeschrevenen voor de nationale mi
litie bedragen voor de licjiting 190347159, 1904
49404, 1905: 50893, 190GT 51210, 1907: 52070, 1908:
52710, 1909: 52341, 1910® 52387, 1911 55096.
Sedert 1903 is het getal dus vermeerderd met bijna
8000. Het contingent bedraagt 17500, zoodat de kans
op vrijloting is toegenomen.
(N. Ct.)
SCHAATSENRIJDEN.
Bij Herenveen was men gistermorgen al aan 't
schaatsenrijden.
- Op de Munt of Noord, bij Bussum bewogen zich
gistermiddag reeds enkele ijssportliefhebbers. Het ijs
veld is spiegelglad.
BEDREIGING.
De aangehouden 18-jarige koopman H. de N. te
Nieuweburg (Fr.) heeft bekend een pistool gericht te
hebben op het 16-jarig meisje E. de Wit, aldaar, onder
den uitroep: „Ik zal je doodschieten!" Gelukkig wist
het meisje zich los te rukken. De N. staat niet gun
stig bekend.
ERNSTIGE TWIST.
Te Onna, onder Steenwijkerwold, kregen eenige
jongens twist. Mogelijk moest er een oud© kwestie
uitgevochten worden. Hoe het ook zij, het mes werd
getrokken en de arbeider A. H. werd op afschuwelijke
wijze in het hoofd gesneden, 't Gezicht was als 't ware
geheel gekerfd. De arbeider K. S. ontving een snede
over de hand. De zaak is bij de marechaussee in on
derzoek.
EEN ZONDERLING.
Sedert Mei j.l. woont in de Paardeweide, onder Ila-
velte, de arbeider H. Netel onder den blooten hemel.
De man, een zonderling, wil van geen armhuis weten.
Des daags gaat hij bij den boer op daghuur, des
avonds betrekt hij zijn bivak. Nu nog, terwijl de grond
hier reeds dik met sneeuw is bedekt geweest en d©
winterkoude zich terdege doet voelen, huist d© man
op dezelfde plaats.
Een tegen den grond liggend kastje ©n een paar
bosjes riet benevens een dunne deken moeten den
wind keeren. Boven een potje met vuur kookt hij zijn
eten.
UIT EGMOND a. d, HOEF.
Op een gehouden jachtdag, in 't jachtveld van den
heer de Vries e. c. te Amsterdam, vielen met 7 gewe
ren 115 fazanten, 250 konijnen, 3 snippen en 2 hazen.
UIT WARMENHUIZEN.
Na opening der gistermorgen alhier gehouden vol
tallige raadsvergadering en vaststelling der notulen
werd medegedeeld dat de cursus voor het Herhalings-
onderwijs wordt bezocht door 17 jongens en 16 meis
jes;
dat de heer G. J. ter Pleyt dank betuigde voor de
opheffing van zijn borgtocht;
dat de rijksbijdrage over 1908 430 te hoog was be
rekend, dus maar zal bedragen 5070;
dat de bijdrage krachtens art. 1 der wet regelende
de bijdragen in de onderwijskosten voor 1910 bedraagt
3564.35;
dat het kassaldo bij de laatst gehouden verificatie
aangaf een bedrag van 1330.53;
dat de gemeentegrond' bij het raadhuis waarop een
gymnastieklokaal wordt gebouwd is getaxeerd op
400;
dat 57 aandeelen van 500 gestort zijn in de kas der
Noorder Stoomtrammaatschappij.
Deze mededeelingen werden voor kennisgeving aan
genomen.
De heer W. Wognum Pz. verzocht onder aanhaling
van voor hem geldende omstandigheden vergunning
tot verkoop van sterken drank.
De voorzitter lichtte dit verzoek toe, waaruit bleek
dat een ander reeds op de lijst bedoeld bij art. 13 was
geplaatst zoodat hij voorstelde afwijzend op dit ver
zoek te beschikken waartoe de Raad besloot.
Aan de orde werden gesteld de verschillende veror
deningen op de heffing van gemeente-belastingen
noodig geworden door de wijziging der gemeentewet.
Deze verordeningen werden voorgelezen en daarna
werd medegedeeld dat geen verplichtingen zullen wor
den opgelegd aan d© verschillende met de inning dier
belastingen belastte ambtenaren om zekerheid te stel
len.
De verordeningen werden- daarna onveranderd vast
gesteld.
De verordening regelende de borgstelling van den
gemeente-ontvanger, werd in behandeling genomen en
zonder eenige bespreking vastgesteld.
De 1ste suppletoire begrooting dienst 1910 aange
vende in ontvangst 25262 en in uitgaaf 25290
werd conform het voorstel van B. en W. aangenomen.
In hoofdzaak behelst deze begrooting het bedrag-
van pl. m. 23500 als opbrengst van den verkoop van
gemeentegronden en storting van een dusdanig be
drag in het aandeelenkapitaal der Noorder Stoom
tram.
Voorgesteld werd om in verband met den bouw van
2 localen voor het onderwijs in vak j een leening aan
te gaan van 1500 onder de in het concept-besluit
genoemde bepalingen. Dit voorstel werd zonder be
spreking aangenomen.
E. Paarlberg te Krabbendam verzocht van de ge
meente te koopen twee perceelen „de Achterweiden"
1 H.A. 54 cA., het overig© van die perceelen is ontei
gend ten behoeve van de tram.
Na enkele bespreking werd besloten op dit voorstel
afwijzend te beschikken.
De heer Stadegaard wees bij d© rondvraag1 op het
gevaarlijke dat kinderen achter op de wagens klim
men.
De voorzitter zeide dat hij de politie daaromtrent
zal waarschuwen.
De heer Swan wees op het steeds toenemen der be
delarij.
Ook hierin zeide de voorzitter een nader toezicht
toe.
Verder wees de heer Swan op den toestand van het
straatje bij het arrestantenlokaal, waaraan de noodige
aandacht zal worden geschonken.
Ten slotte, wees dè heer Swan op het practische om
do wegen niet aan beide zijden te gelijk met grint te
bestrooien, vooral voor de vele fietsrijders zou dit een
zeer groote verbetering zijn.
De vergadering werd daarna gesloten.
UIT ZUID-SOHARWOUDE.
Het Hoofdbestuur van de Tuinbouw- ©n Handels-
vereeniging „Langedijk en Omstreken," heeft Don
derdag een vergadering gehouden in het lokaal van
den heer A. Kist te Zuid-Scharwoude, alwaar een
ontvangen schrijven werd behandeld, van de vereeni
ging „De Koophandel" aan de Langedijk.
In dit schrijven werd bekend gemaakt dat de dooi
de vereeniging „Langedijk en Omstreken ingevoerde
koop en verkoop-contracten, niet door „De Koophan
del" zouden worden gebruikt.
Het hoofdbestuur achtte uitvoering van het geno
men besluit in de algemeene vergadering verplicht.
Per circulaire zal dit aan alle leden bekend ge
maakt worden met verwijzing naar het genomen be
sluit en de voorwaarde voor den onderhandschen ver
koop.
UIT OUDE-NIEDORP.
Donderdagavond gaf het fanfarecorps „Crescendo"
voor een talrijk opgekomen publiek een openbare uit
voering in het lokaal van den heer A. Mijts, onder lei
ding van den heer P. Pranger.
Het programma, dat 10 nummers bevatte, werd
vlug afgespeeld. Het was goed merkbaar dat d© leden
dezen zomer goed gestudeerd hadden, ze hadden nu
eer van hun studie. De piston-solo door den directeur
Pranger voorgedragen werd meesterlijk uitgevoerd.
Verder werd de uitvoering nog afgewisseld door voor
drachten, gegeven door den heer A. Mijts, die niet
minder dan de muzieknummers in de smaak vielen.
UIT St. PANCRAS.
Door de vereeniging „Avondjes voor de jeugd",
aan de Langedijk en te St. Pancras, werd Donderdag
avond in het lokaal van den heer D. Stam te Noord-
seharwoude, de tweede bijeenkomst gehouden.
Er was een flinke opkomst; een 60-tal jongelui van
13 tot 18 jaar waren opgekomen, waaronder een 20-tal
meisjes.
Door dr. Vogelenzang werd deze avond behandeld
de tuberculose, welke bespreking met lichtbeelden
werd verduidelijkt'.