DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. Honderd en twaalde Jaargang» 1910. DONDERDAG 1 DECEMBER BINNENLAND 283 üaficmaie MiSiti©» Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. KENNISGEVING!. Oproeping onderzoek verlofgangers. op Vrijdag 9 December a s,, H.) DE STAKING VAN DE TANDHEELKUNDIGE STUDENTEN. ALKMAARSCHE COURANT, De Directeur van het postkantoor te ALKMAAR geeft hiermede kennis aan het publiek dat het kan toor op ZONDAG 4 DECEMBER a. s. evenals op an dere Zondagen voor de aanneming' vau postpakketten zal gesloten zijn. De Directeur, VERWEIJ. Het HOOED van het Plaatselijk Bestuur te ALK MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22 Mei 1S45 (Staatsblad No. 22) ter kennis der ingezete nen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter in vordering is overgegeven DE KOHIEREN DER BEDRIJFSBELASTING Nos. 9, 10, 11 en 12 voor het dienstjaar 1910/11, exe cutoir verklaard door den Directeur der directe belas tingen in Noordholland te Amsterdam den 25 Novem ber 1910; dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat de termijn van zes weken binnen welken daartegen be zwaarschriften kunnen worden ingediend'. Alkmaar, 30 November 1910. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, G. RIPPING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR roepen bij deze op de verlofgangers van de militie te land, binnen deze gemeente in het register van verlofgangers der militie ingeschreven aan wie uitstel van het onderzoek bedoeld bij art. 125 der Mi- litiewet 1901 tot een bepaalden datum is toegestaan, om zich des voormiddags te e 1 f ure, te 1 aten vinden ten Raadhuize der gemeente Alkmaar, om aldaar door of van wege den Militie-Commissaris te worden onder zocht, gekleedi in uniform en voorzien van al de door hen van het korps medegebrachte kleeding- en uitrus tingstukken, benevens zakboekje en verlofpas. Den verlofgangers wordt daarbij herinnerd aan de navolgende bepalingen der Militierwet 1901. Art. 117. Het Crimineel Wetboek en reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zijn op de manschappen der militie te land, die zich onder de wapenen bevinden, van toepassing, en met opzicht tot de verschillende gevallen van desertie, op al de bij de militie te land ingelijfden. De manschappen worden geacht onder de wapenen te zijn: lo. zoolang zij zich bij hun korps bevinden; 2o. gedurende den tijd, dien bet in art. 125 bedoeld onderzoek duurt; 3o. in bet algemeen, wanneer zij in uniform zijn gekleed. Art. 127. De verlofganger verschijnt bij het onder zoek in uniform gekleed en voorzien van de Meeding en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. Art. 128. Behoudens het bepaalde in art. 117 kan een arrest van twee tot, zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring, door den Militie-Commissaris worden opgelegd aan den verlofganger: lo. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek verschijnt; 2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige re den niet voorzien is van de in het voorgaand ar tikel vermelde voorwerpen; 3o. wiens kleeding- of uitrustingstukken, bij het on derzoek niet in voldoenden staat worden bevon den; 4o. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een an der behoorende, als de zijne vertoont. Art. 129. Is de verlofganger, wien, krachtens het voorgaand artikel, arrest is opgelegd, bij het onder zoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk onder verze kerd geleide in arrest worden gebracht. Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij op schrifte lijke aanvrage van den Militie-Commissaris, te rich ten aan den Burgemeester der woonplaats van dien verlofganger, aangehouden en onder verzekerd geleide uaar de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijn de huis van bewaring overgebracht. Art. 130. Onverminderd de straf, in art. 128 ver meld, is de verlofganger verplicht, op den daartoe door den Militie-Commissaris bepaalden tijd en plaats en op de in art. 129 voorgeschreven wijze, voor hem te verschijnen om te worden onderzocht. Art. 131. De verlofganger, die zich bij herhaling schuldig maakt aan het feit, sub 4o. van art. 128 be doeld, of niet overeenkomstig art. 130 voor den Mili tie-Commissaris verschijnt, of aldaar verschenen zijn de, in het geval verkeert sub 2o. en 3o. van art. 128 vermeld, wordt in werkelijken dienst geroepen en daarin gedurende ten hoogste drie maanden gehou den. De duur van dezen dienst wordt door den Minis ter van Oorlog bepaald. Art. 133. De verlofganger der militie, die niet vol doet aan eene oproeping voor den werkelijken dienst, wordt als deserteur behandeld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH. Secretarie. ALKMAAR, 1 December. De heer Clemenceau, de oud-premier van Frankrijk gaat tegenwoordig weer veel over de tong' en door de pers. Men weet, dat hij enkele maanden geleden naar Amerika is gegaan om daar in enkele steden tegen een hoog honorarium de beginselen van de democratie te verkondigen. De berichten zeiden, dat het succes zeer groot was, dat de vroegere minister-president voor volle zalen sprak. Maar ook werd beweerd, dat deze berichten overdreven waren, dat in werkelijkheid de laatste redevoering in Buenos-Ayres slechts werd bijgewoond door een honderdvijftigtal personen - zoodat het zaaltje al heel klein geweest moet zijn, om daarmee gevuld te wezen Toen de lieer Clemenceau op de terugreis was werd er alweer over hem gesproken. Hij werd te Barcelona opg'ewacht door de Matin, het sensatieblaid, waarmede hij den laatsten tijd niet op al te besten voet stond. Toen hij nog minister-president was, waren de betrek kingen met dit blad uitnemend. Een Fransche regee ring, welke zich eenigen tijd staande wil houden, heeft de Parijsche pers noodig, kan er bepaald niet buiten. De heer Clemenceau zocht steun bij de Ma- tin en deze werd daar gaarne verleend. Het blad toon de zich een vurig aanhanger van den premier, dien het door dik en dun verdedigde. Dat het zeer in de gunst der regeering stond, bleek uit de verschillende politie ke en parlementaire nieuwtjes welke het in dien tijd gaf. De heer Clemenceau's glorietijdperk liep spoedig ten einde, hij ging af. Tegelijkertijd was het ook met zij n roem bij de Matin gedaan het blad liad hen? niet meer noodig. Het ging hem zelfs bij herhaling- aanvallen, hield hem soms een beetje voor den mal. moeilijkheden kunnen opgelost zijn. Daarna werden de algemeen® beschouwingen o^er de begrooting hervat. De heer Hugenholtz (S.D.A.P.) kreeg het woord over een persoonlijk feit, gelegen in het verwijt van minister Heemskerk, dat hij met den godsdienst zou hebben gespot. Integendeel de Reg. spot- met den naam Gods, door dezen in de behandeling van militai re zaken te mengen. De Minister van Binnenlandsche zakent ont kende, dat hier van een persoonlijk feit sprake kan zijn, en dat zijn verwijt des heeren Hugenholtz' spot gegolden had met dr. Kuyper's rede. Daarna repliceerde de heer Troelstra (S. D. A. P.) en wees .op het weinig overtuigende van de hou ding der Regeering bij de bespreking van de groote lijnen van haar beleid en bespreekt voorts de nieuwe onderscheiding van „autonoom" en „heteronoom." Wat is daarvan het nut? .Spr. wees op verschillen bij onderscheidene g'roepen en leden der rechterzijde in zake Zondagsrust, benoe mingen, eedskwestie en bedrijfsorganisatie, van welke laatste de Reg. alles schijnt te verwachten, regeling van arbeidsduur en -loon, werkeloosheidsverzekering enz. Tariefverbooging is voor deze Reg. de basis van al wat komen moet op het gebied van sociale verzeke ring. De beer De Visser (C.-H.) ontkende de te genstelling tusschen autonoom en heteronoom begin sel en verdedigt zijn standpunt in zake de sociale ver zekering. De beer De Meester (U.-L.) zeide, dat hij bij een zoo slechten financieelen toestand het wetsont werp tot stichting vau een fonds voor de kustverdedi ging' niet zou hebben ingediend. De heer T y d e m a n (V. L.) zeide dat de door hem genoemde gevallen slechts bedoelden te wijzen op i het noodzakelijkerwijze verscherpen van godsdienst- 5 verschillen onder deze Regeering. De klachten van De heer Bunau-Varilla, de directeur der Matin, is J den heer De Stuers over achterstelling van katholie- meer zakenmensch den gentleman. Er zou in den ken is in strijd met het beginsel om alleen de ge- j s'-hiktsten en bekwaamsten te benoemen. Het optimisme van minister Kolkman acht spr. misplaatst; hij maant tot meer zuinigheid. Spr. ontkent, dat de linkerzijde tegenover dien mi- uister een oppositie quand même voerde. Z. i. is het beleid van dien minister bijzonder zwak. De heer Drucker hield vol, dat uit kleinighe- I den bleek, dat in wezen de coalitie en de tegenwoor- i dige partijgroepeering ongezond is. Daarna was de hoer Roodhuyzen (U. L.) aan het woord over het „blanco-artikel" in verband met een uitlating' van den minister van financiën. Ten heer Clemenceau een „zaakje" kunnen zitten. Zoosls de heer Roosevelt, na zijn zegetocht in. Europa door het Amerikaansche blad The Outlook werd geënga geerd, zoo zou het Eransche sensatieblad den heer Clemenceau na zijn Amerikaansche reis aan zich ver plichten. De redacteur, die geregeld oppositie tegen den heer Clemenceau had gevoerd, stond hem te Bar celona op te wachten en vroeg hem of hij bereid was medewerker te worden aan de Matin, op voorwaarden welke hij zelf geheel zou kunnen regelen als het moet, betaalt dit blad wat het wil, hoewel de directie slo"e C1'itiseerde spr de beantwoording van de be- tvt j i iii.ii T. - schouwingen der linkerzijde en herhaalde zijn af keu eens een bekend Nederlandsch letterkundige, Parysch ,ing over het sociaal werk dei. peering, alsook zijn medewerker van ons grootste dag-blad, vijfhonderd gul den per jaar heeft geboden, onder mededeeling, dat hij niet van de Matin maar aan de Matin bestond De heer Clemenceau is er niet op ingegaan. Hij grieven over liet opdringen der antithese Daarna werd de vergadering verdaagd tot den avond. De vergadering werd heropend met een repliek van 1 den heer P a t ij n (U. L.) waarin hij in bijzonderhe- den de plannen van minister Kolkman bleef afkeuren. vond zeker, dat men nooit te haastig met verbintenis- Vervolgens geraakte spr. in een woordenwisseling sen moet zijn en wou misschien wel eens precies weten f niet den heer Duymaer van Twist over de wat hij waard is. j bezuinigingen en een brochure van den oud-minister Hem wachtte in het vaderland nog een andere ont- Va£ RaPPard moeting: hij moest voor de parlementaire commissie t Dr. Kuyper (A.-R.) zeide nog een enkel woord verschijnen, welke heeft uit te maken of de neming van den bankier Rochette vooraf bekend weést is aan financiers, die van deze wetenschap voor een speculatie gebruik gemaakt hebben en zoo ja, wie hen ingelicht heeft. In die commissie is de heer over de publiek-rechterlijke bedrijfsorganisatie. Voorts gevangen- handhaafde hij zijn in zijn eersten termijn getroMten f vergelijking tusschen Engelsche en Nederlandsche cij- i fors van invoerrechten. Verder verdedigde spr. zijn 5 beroep op de April-beweging. De heer Goeman Borgesius. (U. L.) hield di. Kuyper voor, dat hij vroeger heeft uitgeroepen, Jaurès een groot man, maar de pers steekt, in afwach- nooit met Rome te kunnen samengaat,"en thlns"hoopt ting van de conclusies der commissie, welke vermoede lijk heden of morgen gepubliceerd zullen worden, ei aan de linkerzijde een anti-papistisch blok te kweeken. Van minister Heemskerk zeide spr., dat deze zich met kwinkslagen van alles afmaakt, en hij concludeer de, dat er van de kiesrechthervorming onder dit ka- Li net niets komen zal. Voorts betoogde spr., dat de sociale verzekering zonder tariefsverhooging wel degelijk tot stand kan komen. Ook sprak de heer Borgesius over de quaestie de benoemingen, waarbij hij o.m. opmerkte, dat katholieke jongelieden priester worden. De heer De Savornin Lohman (C bestreed uitvoerig' de rede van den heer Troelstra Deheer De Stue.rs (R. K.) verdedigde zijn standpunt in zake de benoemingen. I De heer Duymaer van Twist (A. R.) be- van vele een beetje den draak mee. liet Journal des Débat-s schrijft bijv.: „Parlementaire enquête-commissies hebben nimmer tot iets anders geleid dan tot onmacht en vertroebe ling. Nooit hebben zij licht in de duisternis gebracht. En die, waarvan Jaurès voorzitter is, is eetn pracht exemplaar in haar soort. Haar bestaan zal ten minste tot iets geleid hebben, indien haar voorbeeld de nutteloosheid daarvan zal hebben aangetoond." Een goed ding, zegt een ander blad, heeft de zaak gehad, zij heeft den heer Clemenceau aan een nieuwen o, ij vi i T toogde, dat minister babron wel ctegeluk bezuiniging naam geholpen. Immers op een vraag hoe het er mee 1 Ju-acht. ui heeft hij gezegd, „eest le secret a bibi, hetgeen pe heer Nolens (R. K.) bestreed liet verwijt, beteekent „dat is mijn geheim." Bibi is n.l. dialect, en a dat- van katholieke zijde niet aangedrongen was op re- het staat misschien in verband met bébé, omclat kin- 1 geling van den arbeidsduur. Dat hebben de liberalen nooit gedaan. De heer T alma trekt bij verkiezingen rond om de kiezers te beduiden, dat de liberalen niet met God rekening hou den en dat zijn vrienden alleen met de ordonnantiën heer Gods to rade gaan. Maar van de week toen zijn vrien- 1 den Zondagssluiting vroegen van de Landbouwten toonstelling toen antwoordde minister Talma: „On ze Lieve lieer kan wel wachten; ik heb geen tijd." (Beweging). De minister van landbouw: „Het is een schandaal! Het is een schandaal!" dertjes nooit zeggen dit is van mij, maar dit is Jan of Piet. Mqar op het oogenblik wordt onder Eransche staats lieden de heer Clemenceau algemeen genoemd d Bibi! TWEEDE KAMER. De Kamer heeft besloten Dinsdagmiddag in de- af- deelingen te onderzoeken eenige -wetsontwerpen, ov a. dat rakende zaken van Gooiland. De heer Drucker maakte eerst bezwaar tegen een sectie-onderzoek van dat ontwerp midden irï den begroótingsarbèid, maar vereenigde zich er ïueda toen e voorzitter hem er op wees, dat de regeering prijs stelde op spoedige behandeling, opdat vóór Apdil d» ZIEKTEVERZEKERING. De commissie van voorbereiding uit de Tweede Ka mer voor de ziekteverzekerng zal, blijkens eene mede- doelf.ng van den voorzitter der Kamer, den. lsten Fe bruari e.k. hare werkzaamheden aanvangen. HET C REDIET VRAAG STUK. In een te Amsterdam belegde vergadering van af gevaardigden van middenstandsvereeniglngen,waarop 7 organisaties zich hadden doen vertegenwoordigen, ist het crediet-vraagstuk besproken, meer in het bijzon der de wenschelijkheid der vervanging van de jaarre keningen door driemaandelijksche rekeningen. Deze wenschelijkheid werd belichaamd in een motie, die tevens aandringt op het aan d© orde stellen der zaak in de Amsterdamsche middenstandsvereenigin- gen, opdat spoedig in een algemeene vergadering kunne worden besloten het crediet tot 3 maanden te beperken. Gemengd Nieuws. VRIJZINNIG HERVORMDEN. Tc Beverwijk is een vereeniging van vrijzinnige Hervormden tot stand gekomen. Reeds ongeveer hon derd personen zijntoegetreden. Zooals men weet von den de vrijzinnige Lïervormden daar in hun kerk geen bevrediging meer van hun godsdienstige behoeften, sinds de tegenwoordige predikant rechtzinnig is ge worden. De gestichte vereeniging zal haar gods dienstige bijeenkomsten in de kerk der Doopsgezinden kunnen houden, terwijl ook godsdienstonderwijs van harentwege zal wórden gegeven door een predikant uit de nabuurschap. OM EEN HOED! .De uitgever vau de „Ossche Cour.," de heer A., die geregeld voor zijn blad verslag maakt van het verhan delde in de raadszitting te Oss zette, toen de laatste Ossche raadsvergadering' was afgeloopen, hij vergis sing' den hoed van den wethouder C. op zijn hoofd, een sierlijk sportpetje achterlatend. De geachte wet- hquder, die met dit weer niet gaarne blootshoofds buiten loopt, wak-dus genoodzaakt het petje op te zet ten. Aldus gedekt begaf hij zich naar een nabij het raadhuis wonende collega, die de pet als het eigendom van, den heer A. herkende. Het geval loste zich dus spoedig op en zou overal in de wereld met eene veront schuldiging afgeloopen zijn. Te Oss naar onze be richtgever ons meldt werd van dit geval echter pro ces-verbaal opgemaakt! EEN TREURIG ONGELUK. Een treurig ongeluk had te Amsterdam op d« Brouwersgracht plaats. De dochter van de koetsier K„ die aan toevallen, lijdt, had het ongeluk hoven van trap te vallen en op liet hoofd terecht te komen. Zij was terstond dood. Op eene Dinsdagavond te Utrecht gehouden verga dering van nagenoeg alle tandheelkundige studenten is „noodgedwongen" zooals1 wij gisteren reeds in een telegram meldden het volgende besluit geno men: ,,I)e studenten der tandheelkundige kliniek aan de Universiteit te Utrecht wenschen genoemde Miniek niet weer te bezoeken vóór de heer Grevers als direc teur en examinator aftreedt," Op bedoelde vergadering werden tal van grieven aangevoerd tegen den heer Grevers als directeur, lec tor, examinator en als mensch. Bedoeld] besluit werd met op één na algemeene stemmen genomen. Adhaesie-betuigingen zijn ingekomen van onder scheiden gevestigde tandartsen. Een officieel verslag der vergadering wordt ter ken nis gebracht van den minister van binnenlandsche za ken, curatoren, rector-magnificus, artscommissie enz. Nader ment men aan het N. v. d. D. Dinsdagmorgen zijn de studenten in de tandheel kunde te Utrecht plotseling weggebleven van het tandheelkundig instituut aan de Oude Gracht. Bij een onderhoud met den lector, den heer J. E. Gifevers, deelde deze mij mede, dat hem wel bekend was dat de studenten van het 2e en 3e studiejaar grieven hadden, doch deze liepen hoofdzakelijk over den toestand van het instituut, daar dit nog niet ge heel gereed is, waardoor de studenten worden belem merd in hunnen studies. De heer Grevers zeide dat hij nog zijne beste krachten had ingespannen om den i, éstand zoo goed mogelijk te doen zijn, zoodat hij zelfs private hulpmiddelen bij het onderwijs deed bezi- g'cn. De heer Grevers verklaarde mij verder streng te zijn; doch hij acht dit noodzakelijk voor de goede orde onder een zoo groot aantal studenten (120) op het oogenblik zijn er slechts gekomen de studenten die bezig zijn met hun practisch examen. Door hetwegblij- vc n van de studenten van het 3e. jaar zouden de be stelde patiënten daarvan de dupe zijn geworden; doch de heer Grevers heeft maatregelen getroffen waardoor hierin werd voorzien. De grieven welke de studenten tegen den directeur zeggen te hebben, kunnen volgens de Tel. als volgt worden samengevat: lo. De directeur maakt zich schuldig aan machts misbruik bij het afnemen van examens. 2o. Hij belemmert de vrije studie door de studen ten te verplichten om de colleges bij te wonen. 3o. Hij verbiedt den studenten een pet te dragen en den dames een grooten hoed. lo. Er ontbreekt samenwerking tusschen lector en assistent. 5o. De directeur dwingt de studenten op een be paalden tijd examen te doen, terwijl dit reeds maanden eerder zou kunnen gebeuren. 6o. De directeur heeft zich beleedigend uitgelaten tegen dames-studenten. 7o. De directeur heeft besloten nog geen colleges te doen houden door den lector. 8o. Er is inbreuk gemaakt op de regeling der prac- tvi»ek» »xam«ns.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1