DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No.
Honderd en twaalfde Jaargang.
MAANDAG
12 DECEMBER.
BINNENLAND.
292
1910.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON; Voordam C 9.
AL&MAARSC
ÏIAVj
ALKMAAR, 12 December.
Het voornaamste onderwerp van deze week was de
verkiezing van het Lagerhuis. Zij is nog niet afge
loopen, maar dit staat wel vast, dat de einduitslag al
les bij het oude zal laten. In de stemmenverhouding
in het nieuwe Lagerhuis brengt deze verkiezing geen
wijziging van belang, zoodat de regeering ongeveer
over dezelfde meerderheid zal beschikken als in het
ontbonden parlement. Of deze geringe meerderheid,
welke bovendien geheel afhankelijk is van de. Ieren,
voldoende zal zijn om de ingrijpende hervormingen,
waarover den laatsten tijd gesproken werd, tot stand
te brengen, zal de toekomst leeren. De Veto-voorstel
len, waarbij de macht van het Hoogerhuis1 wordt ge
fnuikt, zal natuurlijk door het nieuwe Lagerhuis wor
den aangenomen, maar afgewacht dient te worden,
welke houding de Koning, die in dezen een beslissend
woord kan spreken, zal aannemen.
Over het geheel toonen de Engelsche kiezers dit
maal een zeer geringe belangstelling. Zij komen
slecht ter stembus en zoowel1 de unionistische als de
andere candidaten krijgen veel minder stemmen dan
in Januari.
De Duitsche politiek vroeg verder de aandacht. In
den Rijksdag heeft de beraadslaging over de Wet op
de Kamers van arbeid' get-oond, dat bij sociaal-politie
ke onderwerpen de partijen zich geheel anders groe-
peeren, dan ua da mislukking van de liberaal-conser
vatieve paring van den heer von Biilow gebruikelijk
was. Er was een minderheid van conservatieven en
nationaal-liberalen en een meerderheid van alle ove
rige partijen, het centrum inbegrepen.
Zaterdag was het voor dan Rijksdag in zooverre, een
groote dag, dat de rijkskanselier de heer v. Bethmann
Hollweg eindelijk eens zijn zwijgen en zijn filo
sofisch manteltje- heeft afgelegd. Het begin van zijn
politieke rede was droog en algemeen, het scheen een
soort troonrede van een rijkskanselier te zullen wor
den. De spreker verdedigde de regcering tegen het ver
wijt, dat zij de Duitsche weermacht zou verwaarloozen
en zeide toen, dat hij als rijkskanselier zich met geen
enkele partij gelijkstellen kon, en dat. hij zich niet
achter een politieke combinatie wilde plaatsen. Het
gepraat over een zwart-blauwen kanselier liet hem
koud, verklaarde hij. Hij wenschte zich zelf niet tot
een werktuig van een partij te maken. Hij diende niet
het parlement, de jonkers evenmin als de sociaal-de
mocraten. Hij voerde die politiek, hij stelde die wet
ten voor, welke naar zijn zaakkundige overtuiging in
het welzijn van het vaderland zijn, zoolang hij daartoe
de toestemming van den keizer en van de verbonden
regeeringen vindt. Op dezen grondslag zocht hij over
eenstemming met den Rijksdag te krijgen. Gaven bij
deze politiek centrum en conservatieven hem hun
steun, dan zou hij deze gaarne aanvaarden, evenals
van elke andere burgerpartij, maar hij wenschte geen
bindende voorschriften te ontvangen van een bepaal
den partijleider omdat hij dan de ambtenaar der volks
vertegenwoordiging zou zijn, waarvoor hij feestelijk
bedankte.
„Ik kom zoo ging hij voort tot 't gewichtigste
punt, dat als zoodanig zeker ook wel door de meer
derheid van den rijksdag wordt erkend, Je verhouding
tot de sociaal-democratie.
Toen wij veertien dagen geleden over de sociaal-de
mocratie interpellatie beraadslaagden, zette de heer v.
Heydebrand (de leider der conservatieven, de onge
kroonde koning bijgenaamd, Red.) de gevaarlijkheid
der revolutionnaire uitingen uiteen en noodigde mij
uit, niet onwerkzaam te blijven, maar door tegenmaat
regelen het kwaad te voorkomen.
Ik heb toen,niet onmiddellijk geantwoord. Ik stelde
me in het geheel niet op het standpunt, dat de partij
en, die den tegenwoordigen toestand voor onvolkomen
houden en dit uitspreken, zelf den plicht hebben, de
regeering voorstellen te doen. He regeering' heeft den
plicht, zelf met voorstellen te komen, wanneer zij
overtuigd is, dat de tegenwoordige machtsmaatregelen
niet voldoende zijn. Ik kan niet den indruk in het
land doen opkomen, dat de regeering een aansporing
noodig heeft bij haar taak tot bescherming van de or
de in den Staat. En die indruk wordt gewekt, als aan
de legeering- in het algemeen opmerkingen over hare
verplichtingen worden gegeven. Daartegen protesteer
ik."
Na verklaard te hebben, dat hij geen uitzonderings
maatregelen tegen de sociaal-democratie noodig acht
te maar naleving der bestaande wetten, aangevuld
door strafbepalingen tegen het ophitsende en opwin
dende optreden van fanatieke agitatoren, tegen het
verheerlijken van begane misdaden en ter bescherming
\an de persoonlijke vrijheid en liet persoonlijke recht
om zelf uit te maken als men wil werken, viel de
Rijkskanselier fèl de soeiaaldemocratle aan, deed een
bcioep op de liberalen, om niet. met de sociaal-demo
craten samen te werken, daar deze het volk aanhitsen
en het bestaande willen vernietigen. Voor de onlusten
in Moabit- stelde hij de sociaal-democraten verant
woordelijk. De bewering, dat de politie de schuld zou
hebben, noemde hij willekeurig onbewezen, onwaar en
onzinnig. De politie in Moabit heeft haar plicht ge
daan en de sociaal-democratie wil haar medeplichtig
heid verbergen. En de spreker eindigde met er op te
wijzen, dat de eenheid) van het recht, de sterkte van
het leger, de handhaving der Duitsche vloot, de soci
aal-politiek en de eqonomische, wetgeving, conservatie
ven en centrum en liberalen tot samenwerking- uit-
noodigen. Later heeft hij nog' eens gesproken over de
buitenlandsche politiek.
Wat de Duitsch-Engelsche betrekkingen betreft,
merkte de rijkskanselier op, dat in Duitschland, even
als in Engeland! de wensch bestond rivaliteit ten aan
zien van de militaire toerustingen te vermijden. Wij
hebben, zoo zeide hij, in de nog tot niets bindende,
maar met wederkeerige vriendschappelijke gevoelens
gevoerde besprekingen steeds het denkbeeld vooropge
steld, dat openhartige vertrouwensvolle uiteenzetting
en daaropvolgende overeenstemming over de weder-
zijdsche economische en politieke belangen van beide
landen het beste middel zou zijn ter opheffing' van elk
wantrouwen wegens de weder zij dsche krachtsverhou
dingen ter zee en te land.
En over de verhouding tot Ruslandi zeide hij, of
liever las hij voor van een papier, dat de Russische re
geering onder de ongeil gehad had, dat de ontmoeting-
van den Keizer met den Tsaar een zeer bevredigend
en harmonisch verloop heeft gehad! en dat het- zelfde
kan gezegdi worden van de besprekingen tusschen de
beiderzijdsche regeeringsvertegenwoordigers.
Door de besprekingen tijdens de samenkomst te
Potsdam zijn schijnbare misverstanden uit den weg
geruimd en zijn de oude, vertrouwelijke betrekkingen
tusschen ons en Rusland bestendigd en versterkt."
Deze beide redevoeringen zullen de komende week
stof tot bespreking geven Het schijnt dat de jachtpar
tij met den Keizer den Rijkskanselier moed gegeven
heeft.
TWEEDE KAMER.
In de zitting van Zaterdag zette de minister van
justitie zijne rede ter beantwoording van de al-
gemeene beschouwingen over zijne begrooting voort.
Herziening van de bewijsregeling in burgerlijke zaken
is bij den Raad van State aanhangig; het ontwerp om
trent de onrechtmatige daadi is van den Raad! van Sta
te terug. Een commissie bereidt bepalingen tegen
woeker voor. Het Wetboek van strafvordering zal een
belangrijke wijziging ondergaan; de militaire straf
rechtspleging is gereed, slechts is nog noodig eene no
velle voor het militair strafrecht.
De administratieve rechtspraak hoopt de minister
met de Kamer af te doen, voor hij met de Invoerings
wet komt. Voor een zuiver academisch debat voelt de
minister niets.
Voor wijziging van het Arbeidscontract is nog te
weinig' ondervinding met de nieuwe regeling'.
Voor subsidieering van bureaux voor rechtsbijstand
is geen geldl beschikbaar. Het denkbeeld is echter
den minister sympathiek, mits het rijkssubsidie ver
band lioude met gemeentelijk subsidie.
De minister bespreekt nog verschillende andere der
behandelde onderwerpen, en geeft te kennen, dat hij
voor de Zeerechtconferentie van 1912 geen ontwerp-
Zeerecht zal indienen.
Aan de wijziging van het eerste boek van het W. v.
S. wordt de laatste hand! gelegd; daarin zal de voor
waardelijke veroordeeling worden opgenomen.
Voor delinquenten van 17 tot 21 jaar zullen aparte
gestichten in den geest van de Borstal-prisons zijn in
het leven te roepen. De minister zet hieromtrent zijne
denkbeelden nader uiteen.
Nadat de minister de verschillende beschouwingen,
ten opzichte -van de uitvoering van de Kinderwetten
gehouden, behandelde, besprak hij de rede van den
heer Duys over de criminaliteit in het Zuiden van het
land.
Na korte replieken kwamen de artikelen van de be
grooting in behandeling.
Bij het artikel voor de kosten van 'het departement'
verdedigde de heer Duys (S. D. A. P.) een amende
ment, om de som voor aanstelling van een nieuwen
ambtenaar (taak: het brengen van uniformiteit in de
toepassing van het tarief van gerechtskosten in bur
gerlijke zaken) niet toe te staan.
Spr. achtte een hoofdcontroleur over de griffiers
niet noodig.
De heer Van Sas se van Ysselt (R. K.)
kon het geld voor den nieuwen ambtenaar alleen toe
staan, als het *3 ministers bedoeling is, er een tijdelijk
ambtenaar van te maken.
De heer Van Veen (C. H.) maakte eenige op
merkingen over den werkkring van den ambtenaar.
De heer Van Do o r n (U. L.) verklaarde zich
voor het amendement. Er zal van den referendaris
een heel bureau groeien vreest hij.
De heer Duynstee (R. K.) is voor den referen
daris.
De minister verdedigde hierop breedvoerig
zijn referendaris, wiens wrkkring- hij nader uiteenzet.
Het is een minimumeisch, waarmee de minister voor
den dag' is gekomen. Of de ambtenaar bloot tijdelijk
zal zijn, kan de minister niet zeggen.
De heer Limburg (V.-D.) was bereid den arnb
i tenaar te geven, mits hij een tijdelijk ambtenaar zal
zijn, en mits een herziening' van het tarief van
rechtskosten worde in studie genomen.
De minister antwoordde dat nooit tot herzie
ning en vereenvoudiging van het tarief kan worden
overgegaan zonder dezen ambtenaar.
De stemming werd aangehouden tot Maandag.
Vervolgens bracht de heer Limburg (V. D.)
de PapendrechtschS zaak ter sprake.
Hij critiseerde het beleid van de rechtscolleges (be
halve van den Hoogen Raad) die deze zaak hebben
aangeraakt. Met kracht komt hij er tegen op, dat hier
een psychologisch psychiatrisch onderzoek heeft plaats
gehad, eenzijdig en zonder den uitdrukkelijken wil
van de getuigen.
Ik roep tot u, minister van Justitie aldus ein
digde spr. als die man, mr. Dicke, u eens mocht
noodig hebben, bedenk dan, dat hij het recht heeft
gediend. De goede zijde der Papendrechtsche zaak is
geweest, dat het volk zich nu eens direct met een
strafzaak heeft bemoeid. Onze rechterlijke macht heeft
altijd veel te ver afgestaan van 't volk. Laat de mi
nister zorgen voor frissche krachten in onze magistra
tuur. Breng er mannen, die het volk kennen en be
grijpen, dan zal de Papendrechtsche zaak spoedig ver
geten zijn, dan zal men later spreken van dit tijdvak
als van de Insania Papendrechti.
De heer Van Hamel (U. L.) zal ook iets over
de Papendrechtsche zaak zeggen, maar de Kamer zal
wel begrijpen, dat het voor hem een delicate zaak is.
Hij meent, dat in deze zaak de justitie in strijd is
gekomen met deze beide groote beginselen. Ie. Dat
de justitie de zaak in eigen handen houde2e. dat
haar optreden den indruk moet maken van een vol
komen onbevangenheid en van absolute rust. Het is
hier een pech-proces geweest vol van fouten en ver'
keerde' opvattingen, waarvan spreker een aantal noemt.
Spr. critiseerde verder de houding der justitie tegen
over de getuigen.
De heer de Savornin Lobman (C.-H.) meende,
dat zaken als de Papendrechtsche hier eigenlijk niet
besproken moesten worden.
Spreker trad daarna in uitvoerige béscliouwingen
over de taak van rechter en O. M.
Het ingestelde onderzoek naar de getuigen acht hij
beslist ongeoorloofd. Liet is afschuwelijk, dat getuigen
psychiatrisch zouden mogen worden onderzocht. Men
kan niet zeggen, dat het mag, maar dat het geheim
gehouden moet worden. Spreker meent, dat zoodanig
onderzoek absoluut ongeoorloofd is.
De heer Van Hamel (U. L.)De psychiater
hadden er rekening mede moeten houden, dat hun
rapport publiek zou worden.
De heer Lohm a n ontkende dit. Waarheid is
waarheid en de deskundigen hadden slechts waarheid
te schrijven. Het onderzoek zelf was ongeoorloofd. Ten
slotte maakte spreker eenige opmerkingen over onze
rechterlijke macht in het algemeen, uitvoerig de
soeiaal-democratischë stelling bestrijdend, als zou onze
justitie een klasse-justitie zijn.
De vergadering' werd verdaagd tot heden half twee.
AMENDEMENT BINNENLANDSCIIE ZAKEN.
De heeren Ketelaar, De Visser, Van der Molen,
Roódhuyzen, Aalberse hebben voorgesteld de verhoo-
ging van jaarwedden van commissarissen der Koning
in in negen provinciën niet te bewilligen.
Gemengd nieuws.
SPOORLOOS VERDWENEN.
Te Utrecht heeft zich bij een bewoner van de Gild-
straat een persoon vervoegd, die voorgaf voorganger
bij de apostolische gemeente'te zijn. Hij vroeg een
vrij belangrijk bedrag aan geld ter leen, dat hem werd
verstrekt. Sindsdien heeft de man niets meer van
zich laten liooren en is spoorloos verdwenen.
V E RGIFTIG1NG S VERSCHIJNSELEN.
Aan boord van een rijnsckip, liggende in den Rijn
haven te Rotterdam, hebben zich bij den schipper,
diens vrouw en drie kinderen van 7, 5 en 2 jaar ver
schijnselen van vergiftiging' voorgedaan na het eten
van zoetemelksche kaas, gekocht van een proviandver-
kooper op de rivier. Op het braaksel en de kaas is
voor een scheikundig onderzoek beslag gelegd.
VINKENSLAGEN.
Telken jare wordt de jacht met zoogenaamde vin
kenslagen op doortrekkende vogels in de omstreken
van Roosendaal meer verwoed: geen veld haast of er
staat in den herfst een hutje van een vinkenier op.
't Is jammer en zonde, koevele van deze tocdi zeer nut
tige, maar onbeschermde diertjes) sneven, om 't ver
hemelte te streelen van .eenige lekkerbekken, die niet
bevroeden, hoeveel heerlijk fruit anderen missen moe
ten door dezen moord' op groote schaal.
DE STUDENTENSTAKING TE UTRECHT.
He vereeniging van Nederlandsche Tandheelkundi
gen, had Zaterdagavond te Amsterdam eene vergade
ring belegd, waarin behandeld! werd een afschrift van
het request, door de tandheelkundige studenten te
Utrecht gezonden aan het college van curatoren der
Rijks-Universiteit aldaar, inzake hun grieven tegen
den lector in de tandheelkunde den heer John E. Gre-
vers.
Na veel discussie nam de vergadering met groote
meerderheid een motie aan, luidend:
De vergadering enz., spreekt als hare overtuiging
uit, dat in verband met het conflict aan het Tandheel
kundig' Instituut te Utrecht, een spoedige beëindiging
van dit conflict gewenscht is, en draagt het bestuur
op bij de ILooge Regeering en bij bet College van Cu
ratoren dej; Utrechtsche universiteit aan te dringen
op een spoedige afwikkeling van bet onderzoek.
BLOEDVERGIFTIGING.
Te Longertrouw (Er.) bezeerde zich de 35-jarige
veehouder A. T. voor een paar dagen met een zeis
aan een zijner vingers. Hij lette er eerst- niet op, doch
hand en arm zwollen op en de geneesheer constateerde
bloedvergiftiging. Na veel pijn is de man nu bezwe
ken.
OPENBARE LEESZALEN.
De heeren Van Vuuren, Brummelkamp, Aalberse,
Van Idsinga en Van de Velde hebben een amende
ment ingediend op de begrooting van binnenlandsche
zaken, strekkende tot het niet toestaan van het crediet
van 11.500, aangevraagd ten behoeve van het steu
nen van openbare leeszalen.
IJSBOND HOLLANDS NOORDERKWARTIER.
Gisteren werd in bet café Suisse te Zaandam de
Jaarlijksche Algemeene vergadering gehouden van
bovengenoemden bond, welke bezocht was door 102
afdeelingen, en werd geopend door den voorzitter, den
heer S. Th. Minnema met een woord! van welkom aan
de aanwezigen, waarna hij er op wees dat 13 jaar ge
leden de vergadering werd gehouden in een zeer klei
ne zaal te Zaandam hetgeen nu, met het oog op dem
bloei van den bond, niet meer zou kunnen. Vooral in
de Zaanstreek heeft de groei van den bond een groote
beteekenis.
Vervolgens wijdde spr. een woord van nagedachtenis
aan den heer de Boer, voorzitter van het district
OvertoomSloten, die de ziel mocht worden genoemd
van het ijsleven achter Amsterdam waardoor die af-
deeling een der meest krachtigste is geworden.
Spr. hoopte dat zijn plaats op een waardige wijze
zal worden vervuld.
In de tweede plaats herdacht hij het overlijden van
den trouwen vriend en voorwerker K. Koster (de aan
wezigen verhieven zich van hun zetels).
Steeds was de heer Koster present, alle opofferin
gen getroostte hij zich, geen moeite was hem te veel.
De heer Minnema, zijn openingsrede vervolgende,
zeide dat sinds de vorige vergadering de volgende af
deelingen toetradenZwaagdijk, Aalsmeer, Diemen en
de Weteringen.
De afgevaardigde van Pui-merend deelde mede dat
Zunderdorp als af deeling toetrad. (Applaus).
De afgevaardigde van den Stichtschen Ijsbond den
heer Hoppen, werd in 't bijzonder welkom ge'heeten.
(Applaus).
De talrijke opkomst noemde spr. een verblijdend
teeken, een teelten dat de flauwe winter van 1909 geen
verflauwing in de animo voor den Ijsbond ten gevolge
had, hetgeen bleek uit de verschillende districts-ver-
slagen.
Spr. hoopte dat er een goede winter zal komen, op
dat de" bond' geen bond wordt alleen op 't papier be
staande.
Beg'onnen werd er met 8 afdeelingen, waarvan er t
bedankte. Thans beeft de bond een grooten omvang.
Deze omvang kan aanleiding geven tot «meningsver
schillen, spreker hoopte en, hiermede verklaarde hij de
vergadering voor geopend, dat die «meningsverschil
len steeds in der minne zullen worden opgelost, dat
eendrachtige samenwerking steeds de schoonste eigen
schap van den bond zal zijn. (Applaus).
De heer S. Th. Minnema werd herkozen tot voorzit
ter, de heer J. Hooyberg tot penningmeester, de heer
Th. J. Ostendaal tot voorzitter van het noorder
district, Joh. Merz tot voorzitter van het district
Schagen, de heer A. J. Stikkel1 tot id. van het district
Alkmaar (allen periodiek aftredend).
Tot voorzitter van het district Hoogkarspel, ter
vervanging van den heer K. Koster (overleden) werd
benoemd! de heer. Gerrits te Grootebroek.
Alle heeren namen de benoeming aan.
Namens het Hoofdbestuur werd' voorgesteld de hee
ren J. Hooyberg van Middelie en O. Hille van Ilrsem,
leden der oude garde, een bewijs van waardeering te
geven voor d'e door hen, vanaf de oprichting van den
bond bewezen diensten en hen daartoe te benoemen
tot eereleden. (Daverend applaus).
Beide heeren werden daarna als eereleden aan de
vergadering voorgesteld en als zoodanig door den
voorzitter hartelijk toegesproken. Onder dankbetuiging-
voor de bewezen diensten werd' de wensch uitgespro
ken dat zij nog lany hunne diensten aan den bond
kunneft en willen wijden.
Applaus.
De heer Hooyberg sprak daarna ook namens den
heer Hille woorden van dank aan de vergadering voor
de hen te beurt gevallen onderscheiding.
Door den len secretaris, den heer J. Cock, werd me
degedeelddat 102 afdeelingen en 15 leden van het
Hoofdbestuur aanwezig zijn; dat ontvangen is een
bijdrage van 50 van de Amsterdamsche IJsclub voor
de propaganda; dat deaf deeling Sloterdijk zicli van
den Bond heeft afgescheiden; dat de „Telegraaf" en
het „Handelsblad" verzochten toezending van ijsbe-
richten en dat de afdeelingen derhalve verplicht zijn
an die bladen de berichten te zenden; dat de nfdeo-
ling ,,'t. Kalfje" invoering- verzocht van een tweede
bondslied; dat de af deeling „Overtoom" een uniform-
contributie verlangde (dat verzoek zal bij de herzie
ning der statuten behandeld worden)dat de afdee
lingen St. Pancras en Beemster gratis bo'ndskaarten
verzochten, hetgeen met het oog op het reglement niet
kon worden toegestaan, de afd. St. Pancras voerde
echter afdeelingskaarte.il in.
De afgevaardigde van Beemster besprak de contri
butie-regeling en vroeg daaromtrent inlichtingen aan
den voorzitter, die het wenschelijk achtte de contri-