DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 294 Honderd en twaalfde Jaargang. 1910. WOENSDA 14 DECEMBER. FEUILLETON. Een kieeche zending. BLNNENLANI). Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Zijdie zich met 1 ja nuari a.s. op dit blad abonneerenontvangen de tot dien datum verschijnende num mers gratis en franco. DE UITGEVERS. UIT HET ZWEEDSCH, VAN TOR HEDBERG. ALKMAARSC dniAVi ALKMAAR, 14 December. In Frankrijk houden Kamer en Senaat zich tegen woordig bezig met het alcohol-gevaar. Dat is geen overbodig werk, maar ook geen aangenaam werk. Het alcoholisme neemt in de republiek groote, dreigende afmetingen aan. De republiek zelve is daaraan schuld: zij heeft na eenige overgangsmaatregelen den verkoop van sterken drank geheel vrijgelaten. Geen vergunning is hiervoor noodig, hij, die wil, kan een handel in sterken drank beginnen. Tegen de speciale drankbelasting' (licence) neemt het verzet onder de bevolking steeds toe men wil den borrel goedkooper makenDe wet, waarbij de drank-vervalschers met ge vangenisstraf en verlies van de burgerrechten werden bedreigd, is afgeschaft. De verhooging van de belas ting op café's en herbergen verdween in 1909 onmid dellijk van het parlementaire tooneel, toen de alcohol troepen met hun parlementaire helpers, ja, er werd zelfs gezegd met hun parlementaire dienaren, aanruk- len. Schrikbarend zijn dan ook de drankgelegenheden toegenomen. Sinds het jaar 1879 is de bevolking niet noemenswaard vermeerderd - misschien is zij vermin derd. Des ondanks1 is het aantal caféhouders van 1879 tot 1908 geklommen van 354.000 tot 478.000 en dat der branders (z. g. n. bouilleurs de cru) van 008.000 tot 1.538.000. Als Frankrijk over weinig menschen klaagt, zoo zegt dr. Kathe Schirmacher over dit belangrijke on derwerp, en over de slechte eigenschappen der men schen, dan moge dit voor een deel aan andere oorza ken liggen, voor een groot deel echter is het aan het alcoholisme toe te schrijven, dat niet beteugeld werd on den weg vrij vond. In het Seine-departement ko men. jaarlijks bijna 32 liter alcohol per hoofd1, krank zinnigheid en tering nemen teng-evolge van het alco holisme snel toe. Men weet niet meer waar men dege nen, die onder invloed' van den alcohol krankzinnig zijn geworden onder dak moet brengen, zegt dr. Na varre, geneeskundig ambtenaar in het Seine-departe ment, in zijn rapport. Ook de provinciale gestichten kunnen zulke zieken niet meer opnemen. In Bretagne (een der weinige nog goed' bevolkte provincies) komt in vele plaatsen een herberg- op 22 inwoners voor, bijv. te Painepol, een plaatsje met 2473 zielen en "110 drankgeleg'énheden. In verband! hiermede zij vermeld dat het aantal afgekeurden voor de militie in het dis trict Brest steeds toeneemt en dat de borsttwijdte van de jongelui in tien jaar tijds is afgenomen van 0.95 tot 0.84. Eindelijk komen in Bretagne met het vele alcoholmisbruik de vele moorden en doodslagen over een (Austin de Croze: „La Bretagne alcoolique"). lu 8) Zij werd1 plotseling heel ernstig' en kreeg even een kleur. De oude heer Wilmer bleef haar hand vasthouden, die zij een flauwe poging- deed' los te maken. „Ja, hij ziet er in 't eerst erg grimmig' uit, maar in dep grondl is hij zoo kwaad niet. Je moet hem maar toonen, dat je niet bang bent, dan zul je wel spoedig goede vrienden worden." Er werd een vragende blik op oom Klaas geworpen, die er echter onverstoorbaar ernstig bleef uitzien. L'oen keek ook zij weer ernstig. „Mag ik nu weer naar vrouw Stöld gaan?" vroeg zij, haar hand losmakende. „Ja, ga maar, je zult nog wel eens nader kennis met elkaar maken!" „Nu?" vroeg hij begeerig, oom Klaas bij den arm pakkende toen ze weer alleen waren. „Wat meen je?" „Hoe je baar vindt natuurlijk!" „Zoo!.. Ja, hoe bedoel je, als je huishoudster of als je toekomstige vrouw, of zooi maar?" De oude heer liet zijn arm los en liep driftig weg. Na een poosje kwam hij echter terug' en herhaalde zijn vraag, waarop hij een niet veel meer zeggend ant woord kreeg dan eerst. Op deze manier ging het de volgende dagen voort. De oude heer leed door de kalme, gereserveerde hou ding van oom Klaas, hij kwam telkens terug op zijn trouwplannen en verdedigde' zich met een onuitputte lijke scherpzinnigheid' tegen bezwaren, die niemand inbracht. Oom Klaas knikte maar, beleefd instem mend, maar behield' onverstoorbaar at medelijdende, onheilspellende gezicht, dat zijn Vriend' buiten zich zelf bracht. Even standvastig weerstond hij al' Wilmer's pogitl- eenige departementen, waar weinig1 gedronken wordt, viel den doktoren de vermeerdering van gevallen van tering op. Men zocht en vond: de vele naar Parijs trekkende metselaars en tichelwerkers, brengen het kwaad in hun geboorteplaats. Hoe komen ze daartoe? Door het gedwongen alcoholgebruik, zonder hetwelk zij in Parijs onderdak zoomin als werk vinden. De mastroquet, de trouquet of bistro, de kroeghouder houdt kostgangers, neemt de jongelui uit de provincie, die te Parijs werk komen zoeken, bij zich aan huis Hij is vaak hun landsman, hun „vaderlijke vriend, die in het begin geld leent, dan werk verschaft, dan voorschot geeft en tenslotte wat hij gaf, met rente van het loon afhoudt. De rente bestaat in vast alcoholge bruik, een niet-drinker wordt dan ook in zulk een herberg-kosthuis niet geduld. De, wet van 14 Maart 1904 heeft de betaaldworden.de bemiddelingskantoren voor dienstbetrekkingen afgeschaft, maar de Parijsche politieverordening van 10 Juni 1910 heeft ze voor de herbergiers weer toegelaten, en een gerechtelijke be slissing verklaarde dat de bistro mag „obliger ses clients." Natuurlijk denkt deze bet eerst aan zijn beste klanten wie drinkt lieeft kans op een aanbe veling en het alcoholisme wordt dus zoo goed als een noodzakelijke aanvulling van de vakkennis. De regeering heeft veel met de herbergiers op. Ho zeer deze ook in financieel opzicht gespaard blijven, brengen ze toch nog een aardig duitje in de schat kist. Ook bewijzen zij de politie dikwijls goede diens ten, door de mededeelingen, welke zij kunnen doen. En tenslotte zijn ze invloedrijke personen bij de ver kiezingenzonder de zalen der herbergen zou er geen vereenigings- geen vergaderings- geen politiek leven zijn. Daarom worden de herbergiers door de vegeerin gen en de afgevaardigden gespaard. Gambetta, die het weten kon zei voor 30 jaar aan eeh maaltijd van herbergiers, waarbij ook de „vaders der republiek," Brisson en Floquet aanzaten: „Wie de herbergiers aanpakt, breekt daarmede den staf over de vlijtige democratie." Het schijnt, dat de Fransche bewindslieden en staatslieden zich nog steeds1 op dit standpunt stellen -van een beteugeling van het kwaad is geen sprake, hoogstens van een geringe belemmering. TWEEDE KAMER. In de zitting- van gisteren werd de behandeling van het begrootingshoofdstuk Justitie voortgezet. De minister van Justitie was aan het woord en be antwoordde de verschillende sprekers. Spr. was van meening, dat de Papendrechtscho strafzaak, die liij een van de schoonste bladzijden in de geschiedenis van de justitie noemt, nu tot rust behoort te komen, daarom wil de minister in het algemeen belang geen administratief onderzoek in die zaak meer en geen publicatie van het rapport-v. d. Poll. De minister was van oordeel, dat de wet geen getui ge onderwerpt aan een psychiatrisch onderzoek, doch de rechter-commissaris kan met goedvinden van den getuige zulk een onderzoek laten instellen, zonder dat de minister mag ingrijpen. Doch de minister zal een gen om hem met Hanna samen te brengen. Als hij hem in haar gezelschap aantrof, was hij heel beleefd, soms zelfs een beetje ironisch hoffelijk tegen haar, op een manier die baar in de war bracht. En anders liep hij haar voorbij zonder een woord of een blik. Hij was echter niet tevreden met deze gedragslijn, ofschoon ze. wel uitwerking scheen te hebben zijn passiviteit werkte verslappend op het strijdlustig' be sluit van den ouden lieer. Hij begon er berouw over te krijgen, dat bij de opdracht op zich genomen had en dacht er over of het maar niet het beste zou zijn, zoo spoedig mogelijk heen te gaan.... alles wat hij op merkte scheen er op te wijzen, dat het voornemen van zijn vriend nog zoo dwaas niet was. Het meisje was tegenover hem vriendelijk, kalm en vrijmoedig, zorgde voor hem zonder dat hij het zelf recht bemerkte en zij scheen hem oprecht dankbaar te zijn. Stellig zou hij in haar een trouwe verzorgster hebben in zijn oude dagen en wat voor recht had hij, oom Klaas, dan zich te mengen in een verhouding', die wel is waar een beetje belachelijk was, maar die in den grond nie mand buiten hen iets aanging? Wat de dochters en de verdere familie betrof, zij moesten zelve maar voor hunne belangen zorgen, 't Verstandigste was maar, zich terug te trekken en de zaak op zijn beloop te la ten. Dat besluit kwam meer en meer tot rijpheid en toen hij er drie dagen geweest was, besloot hij het uit te voeren. Doch toen gebeurde er iets, dat er hem in verhin derde. Wilmer was den laatsten dag niet geheel in orde geweest, 's Voormiddags had hij niet willen uitgaan, ondanks het mooie weer, maar zich opgesloten in zijn kamer en 's middags was hij in een miserabel humeur aan tafel gekomen. In den namiddag werd het wat beter, zoodat hij oom Klaas zelfs voorsloeg, wat te gaan rijden, maar geheel in zijn humeur kwam hij toch niet. Oom Klaas ontdekte herhaaldelijk iets angstigs en onrustigs in zijn blik, maar als hij vroeg wat er aan scheelde, antwoordde hij kortaf: „niets!" Later op den avond' dronken ze een sterke „toddy" en circulaire voor de parketten overwegen om slechts bij hooge uitzondering een psychiatrisch onderzoek te ge lasten. De openbaarmaking der rapporten geschiede alleen voor wetenseh. doeleinden; overigens moeten de rap porten eigendom der justitie blijven. Spr. laakte bovendien de felheid! der critiek van den heer Duys op justitie en politie, wiens grieven hij on billijk acht. De heer Van Hamel (U. L.) zeide, dat de mo derne strafrechttheorie niet geleden heeft door de aanvallen, die de psychiatrie doorstaan, heeft. Het psychologisch onderzoek was een exces, waarvoor de nieuwe richting niet verantwoordelijk is. Bij de verdere besprekingen. "Stelde de heer D u y s (S. D. A. P.) een motie voor waarbij de minister uit- genoodigd wordt, het rapport betreffende het onder zoek van de toestanden te Papendrecht, ingesteld op last van minister Nelissen, over te leggen, die echter met 53 tegen 5 stemmen (die der socialisten) verwor pen wordt. Nadat een 4-tal leden gewezen haddèn op de nood zakelijkheid van een negenden rechter in de Haagsche rechtbank, bepleitte de heer Duys lotsverbetering voor de deurwaarders en vroeg de heer Verhey (U. L.) salarisverbetering voor de leden van het Hoogmilitair Gerechtshof. De minister zei, dat thans van salaris-herzie ning geen sprake kan zijn. De heer Duys wil vereenvoudigde samenstelling der raden van beroep (ongevallenverzekering) en ook vermindering van leden van den centralen raad van beroep. De minister raadt aan te wachten tot tie bé- roepswet de Kamer heeft bereikt en wijst op de stij ging der werkzaamheden. De heer Passtoors (R. K.) vroeg voor de rijks- veldwacht vol pensioen op vroeger leeftijd en meer traktement voor de brigadiers-titulair, terwijl de heer Ankerman (C. II.) reorganisatie van bet politie wezen bepleitte. De heer Helsdingen (S. D.) sprak over den arbeid in de gevangenissen en beval o. a. het doen vervaardigen van een gevangéniscourant aan. De Minister zei, dat men er eerst op aange drongen had den gevangenen een vak te laten leeren en nu weer met allerlei bezwaren komt. De heer Snoeek Henckemans (C.-H.) besprak het rijks tucht- en opvoedingswezen en zette uiteen, dat het rationeel is, om voor de regeeringskinderen meer subsidie uit te trekken dan voor de voogdij kinderen. De heer V e r li e y (U.-L.) sprak zijn vertrouwen uit in de resultaten van 't tucht- en opvoedingswezen. Daarna verdedigde de heer Duys (S. D.) 'n amen dement, om art. 53 met f 5600 te verminderen. Verder verdedigde de heer De Visser (C.-H. het amendement, bepleitte de heer Ter Laan (S. D.) positie-verbetering voor het onderwijzend personeel van de rijksopvoedingsgestichten en ten slotte werd het amendement-Duys verworpen. Daarna werd de begrooting van justitie zonder stem ming aangenomen. Ook werden na eenig debat eenige kleinere ontwerpen aangenomen en werd om half zeven de vergadering verdaagd tot hedenmorgen. Gemengd nieuws. UIT EGMOND AAN ZEE. Gisteravond! werd op initiatief van de subcommissie der vereeniging tot bevordering van het Vreemdelin genverkeer een vergadering gehouden teneinde te spreken over het maken van propaganda voor Egmond toen leefde Wilmer in zoover op, dat hij tot elf uur bleef praten. Toen oom Klaas den volgenden morgen voor de koffie beneden kwam, kreeg hij door Christien de boodschap van haar meester, dat deze zich vermoeid gevoelde en nog wat bleef liggen, waarom oom Klaas maar alleen moest koffiedrinken. Christien vertrouw de hem echter onder geheimhouding toe, dat zij Vrees de, dat het niet te best stond! met mijnheer. Hij was net zoo als dien keer in den winter, toen hij naar Sö- dertelge geweest was. „Wat was er toen aan de hand?" „Wel, mijnheer was toen ook een paar dagen zoo uit zijn humeur geweest en toen had hij ineens 't plan op gevat, naar Södertelge te reizen. Zij had heel goed gemerkt, al wilde hij niets zeggen, dat er iets niet met hem in orde was, en Persson, die hem naar 't sta tion gebracht had, had verteld, dat hij, toen zij daar aangekomen waren, zoo'n pijn in de beenen gehad had, dat hij haast niet loopen kon en half in de coupé ge dragen moest worden. Hij was toen een week wegge bleven en geheel gezond terug gekomen en hij had hem wijs gemaakt, dat hij voor zaken op reis geweest was. Oom Klaas dronk haastig zijn koffie op en liep toen naar boven naar de slaapkamer van zijn vriend. Toen hij binnentrad, lag Wilmer in slaaprok en pantoffels op de sofa. Er werd hem een allesbehalve vriendelijke blik toegeworpen en knorrig werd hem ge vraagd, wat hij kwam doen. „Niets", antwoordde oom Klaas, „ik kom maar eens hooren hoe het met je is." „Met mij Heel best. Kan men nu niet eens een enkelen keer een uurtje blijven liggen zonder dadelijk voor ziek gehouden te worden?" „Ik houd er nu eenmaal niet van, dat je blijft lig gen." Wilmer mompelde iets, dat eindigde in een onder drukten vloek, en trok onwillekeurig' zijn eene been naar zich toe. „Zoo, zit het je in de beenen?" Een grimmige blik was het antwoord en daarop als badplaats. Zij had plaats in het lokaal van den heer Job Halff en was goed) bezocht. De heer A. C. Bos, voorzitter van het subcomité riep den aanwezigen welkom toe. In zijn openings woord herinnerde hij er aan, hoe jaren geleden heel Egmond angstig heeft uitgezien naar een betere verbinding' met Alkmaar. Groote verwachtingen wer den er gekoesterd, maar deze zijn niet beantwoord na de toestandkoming der verbinding. Wel hebben particulieren en wel heeft de vereeniging gedaan wat kon worden gedaan, maar Egmondl is niet geworden wat men heeft gehoopt. Dat er verandering- moest komen, besefte ieder, maar zij bleef uit. Niets is er gedaan voor eendrachtig' samengaan. Met gekib bel heeft men veeleer den tijd vermorst. Maar nog is het niet te laat om de badplaats tot bloei tei brengen. Er is één middel: krachtige propaganda, waarvan al-, les is te wachten. Zou de heer Van Houten zijn doel hebben bereikt als hij slechts goede cacao had gefabri ceerd? Zou de heer Jurg-ens van Gss zulk een groot in dustrieel zijn geworden als hij de reclame over het hoofd had gezien? Zouden Noordwijk en Nunspeet tot bloei zijn gekomen zonder de reclame? Egmond is geschikt genoeg, om het den vreemdeling gen aangenaam te maken. Het Kurhaus, Trompen berg, de Graaf, van Schaik, de lunchroom enz. enz., zij behooren tot de deugden van Egmond; bieden den vreemdelingen aan wat deze wenschen. Maar er moet propaganda worden gemaakt, en daarvoor is geld, werkkracht en samenwerking noodig. De akker moet worden beploegd, het zaad' uitgestrooid en de vruchten zullen niet uitblijven. Spreker wenschte dat de aanwezigen dezen avond een ruimen blik zouden hebben om hun eigen belang te bevorderen, opdat de samenwerking, waarvoor hier de grondslag moge worden gelegd, zal toonen, dat men waarlijk streeft naar de lenze: Egmond Vooruit!! (Applaus). Hierna las spreker verschillende ontvangen bewij zen van sympathie voor. Hij deelde hierbij mede dat de heer Smits had ge zegd dat de Spoorwegmaatschappij zeer zeker wel be reid zou zijn daadwerkelijken steun te verleenen. Bij de gelegenheid om algemeen© beschouwingen te hóuden verklaarde de heer Eijma, burgemeester, dat men geen gratis reclame-biljetten zou kunnen krijgen. De voorzitter deelde mede dat het bestuur van de vereeniging do opdracht had! gekregen te onderzoeken of men een goede reclameplaat kon krijgen. Toen men ontwerpen had, kwam het er op aan financieele mid delen te vinden, teneinde de plaat te kunnen laten drukken en te doen verspreiden in binnen- en buiten land. Een- subcommissie werd hiermee belast. Zij be stond uit de heeren A. C. Bos, W. G. Noorman van der Dussen, en P. Brands, terwijl de heeren Pluim- graaff en Smits in de commissie werden opgenomen. De heer Morel zeide met pleizier het optimisme van den voorzitter gehoord te hebben, maar spreker voor zich was pessimistisch, geloofde, dat Egmond nooit een badplaats van den eerste rang zal worden, maar zich met een tweede, misschien derde plaats in de rij harer zusters tevreden moet stellen. Voor de bewoners van Nederland beneden de Moerdijk is Egmond moeielijk te bereiken, vandaar ook dat het allergrootste contin gent badgasten komt uit de noordelijke richtingen. Ten tweede zijn er in de nabijheid geen bosschen en ook geen beschaduwd© wandelwegen. En ten derde wordt Egmond langzamerhand een kolonie van kolo- niehuizen, waardoor het aantal badgasten niet zal toe nemen. Graag brengt spreker hulde aan ieder die iets doet terwille van het arme, behoeftige kind, maar het is te begrijpen, dat ouders, die het betalen kun nen, met hun kinderen naar een andere badplaats gaan. De voorzitter verzocht den spreker zich te bepalen tot het onderwerp, dat aan de orde was. De heer Morel, voortgaande, zeide dat hij voor pro- mompelde hij, dat het een beetje rheumatiek was niets anders hij had zeker wat kou gevat. Maar nu nam oom Klaas zijn doktersair aan en daarmee gelukte het hem den ouden heer in zoover te imponeeren, dat deze verlof gaf, hem te onderzoe ken en verder zelfs eenige bevredigende antwoorden gaf op zijn vragen. „Nu? een beetje rheumatiek, hè?" vroeg hij onrus tig', toen het onderzoek afgeloopen was. „Het is een zware aanval van podagraantwoord de oom Klaas droogjes. „Po. podagra!" riep de oude heer uit en maakte een beweging om op te springen, maar met een schreeuw van pijn ging hij weer liggen. Oom Klaas vervolgde zonder er acht op te slaan „Je moet je eenige dagen heel rustig houden en verder je houden aan wat ik je voorschrijven zal. Ik zal eens gaan spreken met. „Blijf!" schreeuwde Wilmer. „Met wie wil je spreken?" „Met Hanna natuurlijk, zij zal. je immers oppas sen." „Ik verbied je, er met een woord tegen haar over te spreken. Stuur Christien hier!" Oom Klaas keek hem bedaard aan. „Best, dan zal ik met Christien spreken. Ik dacht maar dat je. ,,'t Kan me niet schelen wat je dacht. Ik wil Chris tien bij me hebben." Oom Klaas knikte en liep weer naar de deur. „Hoor eens Klaas „Nu?" Wilmer zei met afgewend gezicht, terwijl hij een kleur kreeg: „Doe me 't genoegen en vertel het niet aan ieder een. Het hindert mij als de mensehen meenen dat ik. ziek ben." Wordt yervo'gd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1