i NU 6 HT iP Mijn vrouw en haar hondje. ADYEKTE I* T ÏETvT Puik best HOORNVEE, «LAAT UW ZEEP SUNLIGHT ZIJN» De besliste zuiverheid, van Sunlight maakt ze voor fijne kant en fijn linnen d@ uitsluitend betrouw bare Zeep. Schaakrabriek. Vraag en aanbod. Openbare Merkooping P. J. C. VAN TOORSEKBURGH. Notaris te Alkmaar. HET SUCCES DER SLIMME VROUW te ALKMAAR, 3. Het groote en ruime PAKHUIS aan het Luttik Oudorp C 81, groot 86 centiaren, waarin thans de mandenmakerij wordt uitgeoefend. Ver huurd aan den Heer H. OEMAN voor f 2.— per week. dien jij je gemakkelijk knnfc voorstellen. O mijn trou we, geliefde vriendin, wat zult ge een verdriet gehad hebben! Maar verheug je met mij, God de Heer is mij zeer nabij geweest en houdt mijne ziel vast met de hand, die nimmer laat gaan wien ze met innigheid heeft gegrepen. Bij alle beproeving gevoel ik mij door God toch onuitsprekelijk gezegend, beste LoeloeWel ke moeder gaf Hij mij en welk een vaderOchzalig, wie tranen aan zulk een boezem vergieten kan, zalig, wie zulke broeders en zusters heeft als ik, zalig, wie' zulk een vriend heeft bezeten! Wat heb ik in deze 5 jaren bij alle bittere uren toch oogenblikken doorleefd, wat heb ik in dit léven reeds niet ondervonden! Maar nu is het genoeg, nu wende mijn hart zich naar wat me nooit ontnomen kan wor den. Ik heb het gehad, Loeloe, maar nu is het voor bij, en dat is toch een pijnlijke, vernietigende gedach te! Weet je, hij zegt dat hij aan mij zijn zielsheil te danken heeft! Allen, die mij lief hebben, zou ik dit willen toeroepen, opdat zij de troost vonden, die deze gedachte mijn hart geschonken heeft. Hij heeft brieven geschreven, afscheid van mij ge- nomen. Hu, je moet ze lezen! Och, je komt toch be slist den 21stenMijn ziel verlangt er naar. Wat moet dat een oogenblik zijn, alsi ik je stem weer zal hooren! Moedertje heeft zeer veel verdriet om mij. Ach, wanneer ge samen kondt komen Zij zal, voor dat jij komt, hier reeds geweest zijn. Het is hier zeer vreedzaam in huis en een heilige stilte is er in de bosschen. Ik zit dikwijls aan het wa ter en rust aan de heldere, blauwe, watervlakte uit. I-v sluit de o ogen en denk aan God'. Gat doet me goed. Gen eersten dag heb ik buitengewoon veel geweend, heb ik me uitgeweend. Hu niet meer. Ik ben in een toestand' van kalmte gekomen, waaruit zijn eerste brieven mij weder zullen doen ontwaken. De brieven, die ik nu zal lezen, hoe anders zullen ze zijn zoo ander-s als onze verhouding. Ik heb hem eenige afscheidswoorden geschreven, het laatste, dat hy van mij krijgen zal. God zegen je. Ik ben zoo moe, heb reeds zoo veel geschreven. Groet je George. Ik weet, dat hij in mijn leed deelt. O, mijn Loeloe, dezen groet had mijn hart noodig, ik moest aan je schrijven. Elisa." deze treffende bekentenis eindigen de brieven van Elisa Radzewill. VOOR DE DAMES. Kijkjes in de modewereld. Nieuwe tooneelstukken en nieuwe modes gaan in wereldsteden gewoonlijk hand aan hand. In het voor jaar en in het najaar is dit het sterkst en regent het op het tooneel nouveaute's, die nog meer dan de co- mediestukken zelve het publiek niet alleen het da mes-, maar ook het heerenpubliek trekken. In Pa rijs vooral spelen de tooneel-toiletten een belangrijke rol en wordt er vóór de eigenlijke generale repetitie van een nieuw stuk een vóórrepetitie gehouden, die den naam draagt van „Repetition générale de la cou- turière" (generale repetitie van de naaister), die ook geheel in de nieuwe créaties van de mode plaats vindt. Oorspronkelijk wasi dit een avond, waar alleen de schrijver en een aantal naaisters kwamen. Langzamer hand' wijzigde zich het publiek, dat deze vóórrepetitie bijwoonde. De schrijver nam zijne vrouw en zijne dochters mee, die weer eenige vriendinnen medebrach ten, welke op haar beurt weer eenige familieleden uit- noodigden. Het publiek, dat aanvankelijk bij zulke avonden slechts een betrekkelijk klein gedeelte der zaal vulde, vulde op 't laatst alle rangen en den vol genden morgen werd door het gepraat van onbevoeg den en te vroeg ingewijden het lot van -het stuk be- invloed. Dat werd te erg en het gevolg ervan is, dat nu slechts enkele bevoorrechten de „repetition générale de la couturiere mogen bijwonen, zoodat het nieuwe en bijzondere van de tooneeltoiletten tot de première geheim blijft. De luxe in de toiletten van de coméd'ie frangaise is bijna ongelooflijk, de ontwerpsters van deze nouveau te's, de dames Robinne en Piérat, verlichamelijken de wintermode op bewonderenswaardig bekoorlijke wijze. Madame Piérat toont in een zeer lang, rijk met goud en pailletten bestikt gezelschapskleed, dat de heer schappij van de „lijn" nog niet verbroken is. De schitterende, het lichaam nauw omsluitende tu nica eindigt in een smalle, zeer lange, vierkante sleep, het kenmerk van alle nieuwe gezelschaps-toilet- ten en Iaat van voren en op zij het mat gele, van Chi- neesohe^ crêpe vervaardigde onderkleed!, dat geen sleep heeft, zien. Het van voren en van achteren spits, maar niet al te laag uitgesneden lijfje is geheel onsy- metrisch (ook een nieuwe gril van mevrouw Mode) en bestaat uit tule. De eene kant is met paarlen bezet, de andere kant is glad en in het geheel niet gegarneerd. Van achteren is het bij elkaar genomen tot een vlin der-strik, die losjes neerhangt; de mouwtjes zijn zeer kort en eveneens- onsymetrisch, het eene is namelijk bezaaid met pailletten, het andere ongegarneerd. Een turban van goud-tule, waarop een groote bos reiger- veeren,-die naar achteren hangen, voltooit dit toilet. Het kleed, door mevrouw Robinne geschapen, heeft eveneens een lange, vierkante sleep; het is vervaar digd van matblauw fluweel. De tunica hangt in twee rugplooien van het schouderstuk van Venetiaansche kant af om ter hoogte van de taille met een gracieuse draai in één plooi over te gaan en zoo tot over den breeden zoom- van skunks te vallen. Ook de Veneti aansche kant, die op een bijzondere manier op de flu- weelen mouwtjes was aangebracht, is met skunks omrand, evenals de groote, vlakke mof, die op zijde ingehaald blauw fluweel laat zien. Een ongeziene pracht spreiden de tooneeltoiletten altijd ten toon, 't zelfde is dit het geval met de schoentjes, die de actrices dragen. Rose, lichtblauwe, crème zijden schoentjes-, met goud en zilver- béstikt, met paarlen geborduurd, met gespen, waarin diaman ten en andere edelgesteenten flonkeren, versierd gelijk de sprookjesschoentjes uit „Asschepoetster" of „Sneeuwwitje" op het tooneel vindt men ze. In dit seizoen zijn bijna alle fijne toiletten met bont gegarneerd. Al zijn ze- nog zoo dun of bijna ragfijn, bont al is 't dan ook maar erg smal moet er op worden aangebracht. Op lichte avondmantels van teerkleurige zijde brengt men breeds revers en man chetten van chinchilla aan. Mollen- en eekhorenvel letjes zijn bijzonder in trek voor voering van avond mantels. Weimar is de stad van honden en zoo vaak wij door de straten liepen of een wandeling maakten in het onvergelijkelijk mooie park, zeiden wij tot elkaarAl les, maar in 's hemelsnaam geen hond." Dat wil zeggen: mijn vrouw zeide het en ik dacht het alleen maar, want waarom te praten over dingen, die buiten het terrein van elke discussie liggen? Dat wij ook eens een hond zouden hebben, stond als een- paal boven water; het wa3 inderdaad de moeite niet waard daarover ook maar een woord vuil te ma ken en het was eveneens geheel overbodig ook maar over honden in het algemeen te spreken. Maar mijn vrouw sprak er veel van. Zoo vaak zij 2ich op deze wandelingen over een hond geërgerd had en zeide: „Alles maar in 's hemelsnaam geen hond", voegde zij er aan toe: Wij zouden ook geen hond kunnen hou den. Denk alleen maar eens hoe die door zijn blaf fen jou bij je werk zou hinderen, hoe hij trappen en loopers zou bevuilen, wanneer hij buiten is geweest. Men kan toch niet altijd achter zoo'n dier met een doek aanloopen om hem geregeld de pooten af te was- sehen. En dan juist aan hun pooten zijn die arme die ren zoo gevoelig. Zij krijgen zoo' heel licht rheuma- tiek en wanneer men een hond heeft, moet men zich ook om zoo'n dier bekommeren en hem verzorgen." i „Maar wij hebben immers geen hond en zullen er ook nooit een hebben." „Zeker niet", gaf. mijn vrouw toe, „ik zeide het zoo maar. Maar men kan toch wel eens over dingen spieken, al denkt men er heelemaal niet' ernstig aan ze aan te schaffen. Jij praat er ook zoo vaak van wat je mij allemaal cadeau wilt geven, als je -eerst maar eens een groeten prijs uit de loterij hebt gewonnen." „Laat ik dien eerst maar eens krijgen, dan mag je alles wenschen w-a-t je wilt alles, maar geen hond." Tot deze toevoeging gaf een groote hond- mij aan leiding, die in groote sprongen op ons toekwam en mij bijna onderste boven gehold' had. Verder had' ik aan die woorden geen beteekenis gehecht, en dus was ik heel verbaasd, toen ik merkte, dat mijn vrouw plot seling heel stil was geworden. „Wat scheelt jou?" vroeg ik eindelijk. „Nietsgaf zij ten antwoord, maar toen voegde zij er aan toe: „Maar één ding beloof je me toch vast en zeker, n.l. dat als: je een lot uit de loterij trekt, je me in geen geval een hond) cadeau zult geven." „Daar kun je heel zeker van wezen", antwoordde ik, „ik heb nog nooit een prijs gewonnen en zal dat ook wel niet doen." „Dat kan men niet weten", zeide zij: „Zoo> iets komt gewoonlijk heel onverwachts, maar zooals ge zegd, ook dan krijg ik geen hond van je." Ik keek mijn vrouw eens onderzoekend aan. „Waarom ik je dat eerst nog -eens zoo plechtig be- looven moet, zal mij wel eeuwig een raadsel blijven, ma-ar als je er op gesteld bent, ben ik bereid er je mijn eerewoord op te geven." Maar mijn vrouw vond dat niet noodig. „Heen, je belofte is' mij voldoende." En dat moest inderdaad wel zoo- zijn, want zij werd weer opgewekt en vroolijk en praatte aan één stuk door, tot zij plotseling tegen mij zeide: „Weet je, ik ben zoo blij dat -je me dat nu beloofd hebt, want nu wil ik je wel eerlijk bekennen, in stilte ben ik er altijd' bang voor geweest dat je me nog eens een hond cadeau zoudt geven." „Ik jo-u?" Ik was blijven staan en staarde mijn vrouw aan. Ik ken de vrouwen en mijn vrouw in het bijzonder en ver wonderde mij sedert langen tijd over niets meer, maar tochhoe mijn vrouw op die gedachte kwam Ik stond nog altijd onbeweeglijk, mijn vrouw was d-oorgeloopen en riep eindelijk: Ma-ar kom dan toch wat moeten de menschen wel denken?" „Dat is mij volkomen onverschillig", antwoordde ik. Ik vervolgde mijn weg en zeide: „Maai vertel mij nu toch eens -hoe je op die waan zinnige gedachte bent gekomen?" LIeel helder scheen dat mijn vrouw ook niet te we zen, tenminste het duurde tamelijk lang voor zij mij antwoordde. „Je bent zoo oneindig goed voor mij, je denkt er zoo voortdurend aan wat je mij geven kunt om mij plezier mee te doen, dat ik bang was dat je mij op een goeden dag eens een hond zoudt geven, omdat je misschien zou denken dat mijn zeggen: „alles maar in s hemelsnaam geen hond' niet zoo ernstig gemeend was, en ik zeide het alleen maar omdat ik weet dat jij niet van honden houdt, al neem je de kleine Amie van mijn zuster minstens even vaak op je schoot als ik 't doe._ En ook heb je mij al' zoo vaak verteld, dat het je bij je werk hinderde, dat je niet goed wist, hoe ik mijn tijd eigenlijk zou doorkomen. En daarom dacht ik, dat je in je goedheid' nog eens o-p dfe gedachte zou komen mij een hond cadeau .te geven, opdat ik dan niet meer zooveel alleen zou zijn en opdat er dan ook in huis gewaakt zou worden, wanneer jij eens voor za ken op reis moest gaan. Dat waren zoo ongeveer mijn gedachten, nu weet je het." Jawel, dat wist ik nu, maar ik wist nog niet, wat ik daarop antwoorden moest en dus vroeg ik maar: „Waarom hebt ge mij niet dadelijk gezegd', dat ge graag een hond' wilt hebben?" „Van willen is heelemaal geen sprake", verdedigde zich mijn vrouw, „maar als je er mij een geven wou, zou ik van vreugde niet weten wat te doen en natuur lijk zou het een fox moeten zijn; daarvan houd ik het meeste en bovendien zijn zij niet zoo duur; voor 50 krijgen wij een heele mooie." „Hou, nou", zeide ik, „dat zal wel niet voldoende zijn wanneer het werkelijk een echte fox zal zijn." „Heen", sprak mijn vrouw, „dat weet ik beter." En toen hoorde ik hoe zij dat wist. Zij had1 zich reeds door een groote firma- die in honden handelde, in 't geheim- e-en prijscourant laten sturen. Voor 50 kreeg men een rasechten hond. „En weet je, ik heb verder alles nauwkeurig bere kend, want natuurlijk, een hond kost altijd' wat aan belasting, voeder en andere kleine uitgaven. Wij moe ten een mooie mand koopen, een warme deken, een halsband, maar dat zijn allemaal maar kleinigheden, die ik van mijn huishoudgeld betalen zal. Daarom behoef jij je heusch niet te bekommeren, alleen als je nu maar de belasting betaalt. Dat is nu wel een beet- je een groote uitgave, maar ten slotte spelen 24 bij jou toch eigenlijk geen rol en of je nu die 24 meer of minder hebt, komt er weinig op aan." Ik zeide op alles maar' ja en amen en aangezien we nu toch eenmaal onderweg waren, gingen we naar een winkel om alles' voor onzen fox te koopen. Die was er nog wel niet, maar die zou vandaag nog telegrafisch besteld! worden. En mijn vrouw kocht een mand, halsband, honden- deken, hondenbrood, een hondenzweep en weet ik veel wat nog meer. Ik bemoeide mij er verder ook niet mee, want overeenkomstig onze afspraak ging dit al les mij niet aan; dat behoorde tot het departement van mijn vrouw. Maar toen zij alles gekocht had, moest ik betalen. „Ik heb zooveel geld' niet bij mij", fluisterde mijne vrouw mij toe, „en- ik kan in een winkel, waar ik voor de eerste maal wat koop, zoo'n kleinigheid niet schul dig blijven." Die kleinigheid- bedroeg een slordige 30. „Die geef ik je natuurlijk thuis weer", zeide mijne vrouw toen wij weer op straat stonden. Maar dat kende ik uit ervaring en dus verzocht ik haar: „Geef mij dat geld liever niet terug, dan zie ik het misschien nog wel eens, maar als je het mij belooft terug te geven, dan krijg ik het nooit." Mijn vrouw werd boos. „Als ik je zeg dat ik het je terug zal geven, dan doe ik het ook." Maar toen ik haar thuis aan haar belofte herinner de, had zij het veel te druk om het geld te kunnen halen. „Dat zal toch ook nog wel 5 minuten kunnen wach ten. Help mij liever eens een- plaats uitzoeken, waar we de mand zullen zetten, en waar de hond' 's nachts moet slapen." Langer dan een uur liepen wij met de mand in de hand door ons huis. Hu eens stond zij beneden in de jassenkamer, dan weer naast de slaapkamer in 'n kas- tenkamertje, o-p een ander oogenblik in het souster- rem, opdat onze fox dadelijk zou kunnen waarschuwen wanneer er 's nachts werd ingebroken, dan weer in de gang, want als alle deuren gesloten waren, zou men toch zijn blaffen niet kunnen hooren. Dat duurde zoo lang, tot mijn vrouw eindelijk geheel uitgeput in een stoel viel en zeide: „Ik kan niet meer, ik weet niet waar wij de mand zullen neerzetten." „Morgen is er ook nog een dag," troostte ik, „ik I zal dan eerst telegrafeeren, dat ze ons een fox zen den." Maar mijn vrouw zeide: „Maak daar zoo'n haast maar niet mee. Hu ik zoo lang gewacht heb op de vervulling van mijn liefsten wensch, kan ik er ook nog wel een dag langer op wachten. Eerst moet ik weten, waar de mand zal staan. Eerder kan ik den hond niet gebruiken.'' Het was later dan gewoonlijk toen wij -eindelijk naar bed gingen en mijn vrouw wilde heelemaal niet naar bed gaan. „Ik verheug me te zeer op den hond, en zal toch den ganschen nacht geen oog dicht doen, waarom zou ik dan naar bed1 gaan?" Maar eindelijk ging zij dan toch. Toen ik haar den volgenden morgen aankeek, zag ik duidelijk dat zij inderdaad geen oog had dichtgedaan. Dat deed mij oprecht leed, maar aan den anderen kant was ik toch blij dat ik haar met den hond zoo'n pleizier had gedaan. Toen ik haar vroeg of zij nog zoo verheugd was in het aanstaande bezit van haar hond, greep zij mijn,handen en zeide: „Je bent veel te goed voor mij en ik weet niet hoe Je.genoeg danken zal. Maar ik heb alles nog eens rijpelijk overdacht en ik geloof toch dat het beter is als wij ons geen -hond aanschaffen." Ik dacht haar niet goedi verstaan te hebben. „V at beteekent dat nu'was alles wat ik in mijn grenzenlooze verbazing kon zeggen. „Luister eens", zeide mijn vrouw, „je weet hoe ik mij op het bezit van een hond verheug, maar ik mag niet alleen aan mijzelf, ik moet ook aan jou denken. I Jij houdt nu eenmaal niet van honden en het zal je J ook te veel bij je werk hinderen. En dan het kost te veel. Denk alleen maar eens aan de belastingen. Ze- kei1, jij wilt die wel betalen, maar 24 gulden in een jaar is veel. In twee jaar is dat 48, in vier jaar bijna 100. Dat geld' kunnen wij sparen en voor veel nutti ger dingen gebruiken. Daarvoor kan ik bijv. dat nieuwe model koffer krijgen met d'ie afzonderlijke af- deeling voor blouses en japonnen. Die kost maar 60 gulden, je spaart dus nog 40 gulden. Ik heb er eens over gedacht en die koffer heb ik veel meer noodig en dat is maar een uitgaaf voor eenmaal, terwijl een hond voortdurend geld kost. Zeker, een fox is aardig, maar wanneer je me nu toch met alle geweld wat ge ven wilt, geef me dan liever dien koffer." Verbaasd had ik naar mijn vrouw geluisterd. Hiet alleen omdat ik uit haar woorden d-e mij volslagen o-n- I bekende nieuwigheid hoorde, dat ik het verlangen koesterde haar een cadeau te geven, maar bovenal om dat onze fox in den loop van den nacht plotseling in een koffer was veranderd. Maar ook daarover verwonderde ik mij ten slotte niet al te zeer. En dus vervulde ik haar wensch snel, omdat ik werkelijk niet van honden houd, en omdat er nu geen in huis zou komen, nu noch later, want mijn vrouw scheen iedere gedachte aan een viervoe- tigen huisgenoot te hebben opgegeven. Tot mij plotseling onze inkoop van gisteren te bin nen schoot. „Ma-ar wat doen wij nu met de mand en al die an dere dingen. Helaas zijn zij al' betaald en dus zullen de menschen ze wel niet willen terugnemen." „Daar is geen kwestie van", zeide mijn vrouw, maar daar zou ik nu maar niet verder over denken." Jawel, maar het is weggeworpen geld-." Toen vleide mijn vrouw zich tegen mij aan en mij aanziende, zeide zij zachtjes: „Misschien krijg ik la ter toch nog wel een -hond! van je." Al V' J, PEN' Verdronkenoord D 19, Administra teur, laxateur en Veiler Woningbureau. Ten allen tijde worden Huizen en Landerijen te koop en ver- koop, te huur en verhuur en ter incasseeren van huurgelden aangenomen, ook onder waarborg. Beleefd aanbevelend. TP Meubelen, Stoelen en Spiegels in alle stijlen, zoowel nievw als antique, ook solied be- kleed werk te leveren. -Firma F*. J* en C. NIEROP, Alkmaar. H be™el?d® TRAPPISTENBIER is van de eerste kwaliteit hop en mout gebrouwen en door zijn zui- verheid zeer aantebevelen. Ook per halve flesch ver krijgbaar bij J. H. ALBERS, in den bierkelder Ver dronkenoord, ingang Kapelplein. RÜ niemand verkrijgbaar gegarandeerd versche groote HOENDERPARKEIEREN, 5 ets. per stuk, A. H. DEKKER, Spanjaardstr. C 31. j^en partij kleine GISTKISTJES te koop bij S. v. d. MOLEN, Hekelstraat. Aan hetzelide adres een TREKHOND te koop, gevraagd; 1 SPIEGEL met of zonder lijst vooreen winkel. Brieven met opgaaf van prijs en grootte aan het bureau van dit blad onder letter S 180. Tiet [goedkoopste adres voor VISITEKAARTEN is in KOENOT's feestartikelen-magazijn, Llekel- straat 8. Kerstboompjes, Kerstfiguren, Kerstcadeanx, in groo- ten voorraad in sorteering aanwezig en billijke prijzen in den „Passage", Pnidsen en Luttik Oudorp, b. d. Appelsteeg. D. JANSEN. Ter overname aangeboden een flink en goed onder houden FORNUIS, met vaste waterketel, groote oven" en flinke stookplaats. Brieven onder letter H 180, bureau van dit blad. No. 36». Arthur Moseley te Brisbane. „Melbourne Leader" 1910. 7 6 5 4 3 2 1 7""v. Allen, die iets te vorderen hebben van-, verschul- digd zijn aan, of borgtochten hebben ten laste van I den onder het voorrecht van boedelbeschrijving aan vaarden boedel van wijlen den heer R. R. MAM MEN, in leven wagenmaker, gewoond hebbende te Alkmaar en aldaar overleden 7 November 1910, wor den verzocht daarvan opgave of betaling te doen vöör I of uiterlijk op den 20 December a.s., ten kan- tore van den notaris J. VAN DER VEEN, Oudegracht 289, Alkmaar. Mat in 2 zetten. Oplossing van No. 266 (G. E. Bundick.) 1 Le8 c6 enz. Ingezonden Mededeelingen. Eindelijk is het succes der slimme vrouw ontdekt. „Bij de slanken voldoet de kleeding meer" zeggen de kleedermakers. Dat zou zeker een jaar geleden slecht nieuws voor de corpulente dames geweest zijn. Zij zouden natuur lijk alle mogelijke diëeten en lichaamsoefeningen heb ben gehouden. Nu is het echter andersde dame, die te dik is, om zich elegant en volgens de mo-de te klee- den, gaat naar haar Apotheker of Drogist en koopt eene flacon MARMOLA TABLETTEN, waarvan zij één moet nemen na eiken maaltijd! en vóór het naar bed' gaan; op deze wijze zal hare overmatige dikte spoedig afnemen. Deze tabletten zijn overeenkomstig het bekende Marmola-recept gemaakt en zijn beslist onschadelijk en tevens het spaarzaamste middel, dat men koopen kan, omdat het slechts Fl. 1.75 per flacon kost, waarin zich eene voldoende hoeveelheid bevindt om te bewij zen, dat men door haar gebruik dagelijks 350 a 450 gram afneemt, terwijl men niettegenstaande in ge zondheid toeneemt. Verkrijgbaar in alle Apotheken en bij alle Drogis ten. Prijs- El. 1.75 per flacon met gebruiksaanwijzing. Agenten: Nierop Slothouber, Alkmaar, of franco zending tegen inzending van postwissel of postzegels aan HENRI SANDERS, Apotheker, Rokin 8, Am sterdam. - Van 15 regels 35 Cents, bij vooruitbetaling. T B. L. SIMONS Alkmaar. Steenhouwerij K o- ningsweg^76. Grafteekenen, Schoorsteen mantels enz. te RERGEN, in de Bergermeer, aan den Groene- weg, op Maandag 19 December 1910, des voor middags 10 nor, op de plaats „Welgelegen" van den Heer P. SPRUIT, van als 3 Kalfkoeien, 2 Geldekoeien, 2 Kalfvaarzen, 2 Hokkelingen, Kapwagen op veeren, Boerenwagen met toebehooren, een dogkar, Hooivorken, Hooiharken, Karns, Kaastobbe, Zoutkist, Weivaten, Zetters, Kaas pers, I mmers, Jukken, Botertijnen, Tuigen, ongeveer 35 wagens best Hooi, eenig huisraad en inboedel en wat verder te koop zal worden aangeboden. Op de plaats is gelegenheid tot uitspan ning. NOTARIS E. TOP. in het café van Mej. de Wed. VAN TELLINGEN aan de Nieuwesloot, bij o p b o d op DONDERDAG" 22 DECEMBER 1910, bij afslag op DONDERDAG 29 DECEMBER 1910, telkens des avonds 7 uur, ten overstaan van van de navolgende perceelen aldaar. 1. Het groote en ruime en op den besten winkelstand gelegen WOON- en WINKELHUIS aan de Z. Zijde van de Magdalenen straat B 11, met Erf, kadaster Sectie A no. 2595, groot 97 centi aren. In het huis wordt de zaak in Manufacturen, Hoeden, Petten, enz. uitgeoefendhet perceel is door zijne gunstige ligging, groote breedte en ruimen winkel en zolders voor alle doeleinden geschikt. Eigendom van den Heer J. J. TJEERTES te Alkmaar. 2. Het HUIS en ERF aan het Groot-N ieuw- land D 29, groot 77 centiaren, waarin winkel en uitdragerij. Verhuurd voor f 2.10 per week. Eigendom van den Heer J. HOOGERVORST te Alkmaar. Voorts na bekomen rechterlijke machtiging. Behoorende tot de nalatenschap van Mej. de Wed. P. ENGELSMAN—BAGGE te Alkmaar. Aanvaarding der perceelen 9 Februari 1911 na be taling. Meerdere inlichtingen geeft voornoemde notaris.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 6