DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Nieuwjaarswenschen.
Honderd en twaalfde Jaargang.
DONDERDAG
22 DECEMBER.
FEUILLETON.
mui;
No. 301.
1010.
Nieuwjaarswenschen
Een kiesche zending.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzondei lijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Zijdie zich met 1 Ja
nuari a.s op dit blad
abonnecrenontvangen
de tot dien datum verschijnende num
mers gratis en franco.
DE UITGEVERS.
In het nummer van den Oudejaars
avond, hetwelk ZATERDAG 31
DECEMBER verschijnt, zullen
wederom
worden opgenomen, a 25 cents a
contant.
iüijy fli Efl JU A J
ALKMAARSCHE COURANT.
DE UITGEVERS.
ALKMAAR, 22 December.
Een reputatie is gauw verspeeld1!
Toen den tweeden Novemberdag uit Madrid bet
gerucht kwam, dat daar een omwenteling was uitge
broken, hebben wij gewaagd van den „populairen repu
blikein en kamerafgevaardigde" Alexandro Lerroux,
die eenige dagen te voren had verklaard dat Spanje
in afzienbaren tijd Portugals voorbeeld zou volgen en
dat het Spaanscha volk daarover zeer spoedig zou
hebben te beslissen. Aan die woorden viel gewicht te
hechten, omdat de heer Lerroux een groot man in zijn
partij was. Men weet, dat het onrustbarende gerucht
achterna onwaar is gebleken en de revolutie achter
wege is gebleven.
Intusschen had de bovengenoemde afgevaardigde
van zijn populariteit niets ingeboet. Hij stond bij zijn
vrienden in hoog aanzien en werd door zijn vijanden
gevreesd. Zijn beteekenis wordt wel het best geken
schetst door het feit, dat hij „Koning' van Barcelona"
werd genoemd.
Nu ineens, terwijl men van dezen afgevaardigde,
die zulk een knap redenaar en zulk een handig- debater
is, bij de nog komende Ferrer-debatten in de Kamer
veel had verwacht, heeft hij zijn reputatie verspeeld.
Zijn vrienden hebben hem in den steek gelaten, zijn
vijanden hebben hem met genot zien vallen, met zijn
aanzien en invloed is het althans voorloopig ge
daan.
Wat is het geval?
De heer Lerroux werd onlangs ervan beschuldigd,
dat hij het dagelijksch bestuur van Barcelona had be
wogen tot willekeurige gunning van openbare aanbe
stedingen en daardoor de stad een schade van millioe-
nen had bezorgd. In de Kamer werd deze zaak be
handeld. Het ging er tijdens de debatten „Spaansch"
toe. Voorstanders zoowel als tegenstanders van den
partij-leider voerden het woord en ze deden dat op
felle wijze, daarbij elkaar zoo erg beleedigend, dat ver-
scheiden duels wel liet gevolg- van deze besprekingen i langen zei de min. dat de wijze, waarop deze te
Den
zullen zijn. Aanvankelijk geloofde de groote massa
niet aan zijn schuld en vond de meening ingang, dat
het hier slechts een intrige van belanghebbende fabri
kanten gold. De menigite bleef den leider trouw en er
werden verschillende betoogingen ten zijnen gunste
gehouden, waaruit bleek, dat hij zijn populairiteit nog
niet had verloren.
Maar de eigen verdediging van <len beschuldigde
in de Kamer heeft niet bevredigd. Zijn naaste vrien
den hebben hem in den steek gelaten en zijn positie
ten opzichte vanhet republikeinsch-soeUalnstiseh blok
is er danig op; verminderd. Een bekend republikein,
de heer Azarate bijv., heeft verklaard, dat -de verdedi
ging- van den heer Lerroux hem geenszins vair diens
onschuld heeft overtuigd en de eerste, invltoedrijkesoci-
alistische afgevaardigde Pablo Iglezias heeft zslfs
Helder geregeld zijn, geen instemming kon vinden.
De motieven wal-en verschillend. De mm. is van oor
deel dat de Regee^ing niet zelve rechtstreeks ceze
zaak ter hand kan nemen.
Thans wil de Minister ernstig overwegen ol ag m
den aangegeven koers kan sturen. (Groot gejoe aan
de linkerzijde.
De heer De M.ee ster (U. L.): noemde de aan
stelling van een staatspredikant door den mimstei
verkeerd. De minister dacht er vroeger ook zoo ovei.
Er bestaat bij den minister onwil om .aan „Geestelij
ke Bijstand" subsidie te geven.
Spr. verdedigde nogmaals de houding van'
miraal Van den Bosch.
De heer Hugenholtz (S. D. A. P.) sprak ovw
den marine-predikant als van een storend element in
de marine en zag- in 's ministers geneigdheid tot het
.aanstellen van een staatspredikant gesuis aan karak
ter.
vicé-ad-
r i Epr. wilde toeneming van den internationalen geest
gezegd, dat de heer Lerroux zich heeft schuldig ge-' k op vlo0t.
De heer Tydeman (V. L.) wilde geen wijziging
het reglement ten aanzien van godsdienstoefening
maakt atln staatkundige onzedelijkheid. Algemeen
wordt verwacht, dat de regeering thans tegenover de
stad, die geheel onder zijn invloed staat, zal moeten
optreden en dientengevolge ook tegenover den heer
Lerroux.
Slechts zes afgevaardigden bleven zich aan zijn zij
de scharen. De aldus in den steek gelatene is woedend
en beweert dat zijn partijgenooten hem zonder gron
dig onderzoek hebben laten vallen. Met zijn zestal ge
trouwen heeft hij een nieuwe republikeinsch-socialisti-
sche groep gericht, welke tegen de verwante groepen
den strijd tegen leven en dood heeft aangebonden!
Het schijnt de laatste poging te 'zijn van een gevallen
man, die zich nog wil oprichten. Zijn politieke loop
baan is ten einde, of liever is gestremd. Misschien
is het nog mogelijk, dat de hinderpaal wordt weggeno
men en de weg weer vrij komt, maar groot schijnt de
kans hierop niet de reputatie» is verspeeld
TWEEDE KAilEIi.
In de zitting van gisteren beantwoordde de minis
ter van marine de algemeene beschouwingen over zijn
begroóting, door in de eerste plaats de aanvrage van
gelden voor schepenbouw te verdedigen en op de nood
zakelijkheid der door hem gewensehte typen te wijzen.
Hij besprak dan den geest van het personeel, de
Rotterdamsche invitatie-kwestie, de traktementsrege
lingen, de voeding en den kerkgang aan boord.
De minister zei de benoeming van een staatspredi
kant te zullen overwegen. Subsidie voor „Geestelijk
Belang is afhankelijk van de vraag, of, na aanstel
ling- van een derdeïL modernen predikant, er nog gees
telijke verzorging noodig is.
In de zaak-Van den Bosch hield de minister vol,
alles medegedeeld te hebben tot de ontslagaanvrage.
Overlegging van meer correspondentie was onnoodig.
De vice-admiraal heeft een slecht votorbeeld van disci
pline gegeven.
De minister veroordeelde de voioringenomenheid,
die de vice-admiraal van den aanvang- af toonde tegen
de wenschen van het hoogste Marinebestuur. Spr, ver
klaarde de wijziging van het provoosfereglement.
Ten aanzien van de verzorging der geestelijke be-
UIT HET ZWEEDSCH, VAN TOR IIEDBERG.
15)
Oom Klaas klopte aan hij hoorde voetstappen
daarbinnen en daarna de stem van zijn vriend:
„Wie is daar?"
„Ik!" antwoordde oom Klaas.
Hij hoorde een bitteren lach toen werd de deur
geopend en de heer Wilmer stond op den drempel,
bleek en met oogen, die flikkerden van haat.
„Zoo, ben je daar eindelijk! Ik dacht al, dat je voor
.goed vertrokken was."
„Neen waarom zou ik weggaan zonder afscheid"
te nemen?"
„Ja, waarom hé?" De oude heer lachte weer, maar
toen oom Klaas een beweging- maakte om naar binnen
te gaan, versperde hij hem den weg en riep:
„Halt! ik vérbied je, mijn kamer binnen te komen!"
Oom Klaas keek hem bedaard aan.
„Best, als je dan wilt dat het heele huis hooren zal,
wat we elkaar te zeggen hebben, mij wel!"
„We hebben elkaar niet veel meer dan een paar
woorden te zeggen. De oude heer zweeg even, haalde
diep adem en zei toern „ik wou je alleen maar vra
gen, welke rol je speelt in deze historie?"
„Welke historie?"
De ander lachte.
„Welke historieDat weet je natuurlijk nietIk be
doel die historie met Hanna!"
„Wat is er dan met Hanna
Weer lachte de oude heer.
„Je houdt de komedie dus vol! Ze heeft geweigerd
mijn- vrouw te worden!"
Hij sprak de woorden langzaam uit, met de oogen
diep in die van oom Klaas.
Deze had dit den geheelen tijd al vermoed en toch
overviel het hem met de kracht van een onverwachten
slag. Zijn hart begon heftig te kloppen en het bloed
steeg hem naar 't hoofd.
De heer Wilmer zag hem aan, zijn gezicht vertrok
zich en het wantrouwen verdonkerde zijn oogen. Hij
had zijn vriend nooit in ernst verdacht -hij haid al
leen maar behoefte gehad zijn toorn op iemand te
luchten. Maar nu werd hij werkelijk wantrouwend, en
terstond verdween al zijn vroegere opgeschroefde ver
bittering. Hij voelde zich ineens hevig en diep ge
kwetst alsof het toeval hem plotseling het verraad
van een vriend openbaarde.
„Nu?" vroeg hij scherp.
Oom Klaas beheerschte zich en dacht even na. Hij
voelde wel eenige gewetenswroeging tegenover zijn
ouden vriend, doch dat gevoel werd dadelijk verdron
gen door zijn eigen liefde.
Een ongewoon egoïsme deed hem nu sléchts verlan
gen, voor t oogenblik vrij te komen van alle verkla
ringen. Hij had iets gewichtigers tom aan te denken!
„Ik zal je antwoord geven, als je de zaak kalmer
kunt bezien, antwoordde hij en daarop keerde hij zich
om en ging de trap af.
„Klaasriep Wilmer hem achterna. Maar hij liep
door. 't Kan me niet, schelen, dacht hgj onverschillig,
laat hij maar voor zich zelf zoreren."
„Klaas
W aarachtig, daar liep hij hem al na. Hij verhaast
te zijn schreden, greep zijn hoed en ging de deur uit.
Een oogenblik bedacht hij zich, daarop 'liep hij haastig
het pad af naar de aanlegplaats.
„Klaas!"
Liep hij hem nog- verder na Kon d ie oude dwaas
hem dan niet met vrede laten? Hij liep nog vlugger
voort, ja draafde bijna het laatste eind en keek niet
om. Toen hij de aanlegplaats bereikt had, bleef hij in
eens teleurgesteld staan, want hij zag) geen boot.
Maar daar viel hem een oude schuit in '6 oog, die aan
and lag en zonder zich te bedenken, sprong hij er in,
maakte ze los en deed een paar duchtige riemslagen,
zoodat hij terstond een eind' vooruitschoot..
u Pas zaS hij op. Daar kwam vriend Wilmer al
aanioopen, wenkende en roepemde. Hij keek weer
>ooi zic-h en roeide uit alle macht, ofschoon hij de
aan'- boorrl, maar in den eenzijdigen preekenbundel.
De ^moeilijkheid, die een vloot-predikant meebrengt,
zit niA& z'in aanstelling, maar in zijn instructie; de
laatste snoet van den minister uitgaan. Spr. wil geen
staatspr»'diknnt en keurt het af, dat ds. Warners advi
seur wora over de verleening van subsidie aan „Gees
telijke Bij.s tand," In beginsel behoort de regeering
dit subsidie te gefen.
De MinisteA Reeft desorganisatie in de Marine ge
bracht door hef- ongehoorde st.uk, dat hij bedreef te
genover den viciVacKmiraal.
De heer De Sa vornin L ohm an (C. H.)
zei geen pleidooi te heiA^en gehouden voor een staats
predikant. Hij is het eUns met- den heer Tydeman
de dominee moet aan. den' minister verantwoording
schuldig zijn. Geen betere ï.'egeling is urgent en anj
ders maar geen dominee. Konft de minister niet met
een andere regeling, dan zal spr, het volgend jaar te
gen het subsidie stemmen.
De heer Van der Voort van Zijp (A.R.)
besprak de TIeldersche kwestie, in Eet bijzonder de
houding- van den predikant.
De heer Marchant (V. D.)i klaagde over het
monopolie van ds. Warners en diens- tuchtondermij-
nende propaganda. De houding van den minister was
zwak.
De Ministe r van Marine zal den tegen
woordigen vlootvoogd in Den Helder om advies vra
gen voor wijziging der instructie.
Den vioe-admiraal Van den Bosch bleef hij van te
genwerking beschuldigen. De Min. zal op den wenk
van den heer Tydeman betreffende wijziging van den
preekenbundel letten.
Daarna werden de algemeene beschouwingen geslo
ten.
Bij de voortzetting van de behandeling der Marine-
begrooting bepleitte de heer Hugenholtz posi
tieverbetering van de schrijvers aan het Departement,
maar de Minister kon daarop geen vooruitzicht
openen, omdat de regeling betreffende de schrijvers er
eene is, die alle departementen aangaat.
In behandeling kwam verder het amendement-Ver-
hey c. s. om den post voor den aanbouw van pantser
booten 320.000) te schrappen.
De heer J a n s e n (Den Haag) verdedigde het op
gronden reeds bij het algemeen debat uiteengezet.
De heer Van Karnebeek bestreed en de
heer Thomson verdedigde Eet,
De minister verklaarde hot ameJiilêméiit on
aannemelijk (gelacE en beweging) en het werd ver
worpen met 48 tegen 32 stemmen.
De heer Snoeck Henkemans (0. H.) be
pleitte bij de afdeeling werven positie-verbetering voor
de werklieden aan de Rijkswerf te Amsterdam. De
nieuwe loonregeling achtte hij en de heer Helsdin-
g e n (S, D. A. P.) onvoldoende.
Bij het artikel over de subsidiën voor de verzorging
van geestelijke belangen stelde de heer Borgesius
een amendement voor om niet f 5000 uit te trekken,
maar een memoriepost.
De heer Hugenholtz (S. D. A. Pvroeg en
kreeg de toezegging, dat provoostawestanten, die den
predikant niet willen zien, van die weigering geep
hinder zullen ondervinden.
ming
Het
sarna kwam het amendement-Borgesius in stern
en werd verworpen (rechts tegen links).
tikel werd op dezelfde wijze aangenomen,
aj -eheele begrooting van Marine (van links
evenals de g. „aQ K*rnebeek vóór),
alleen de heei over de artikelen der begrooting
De beraadslaging ,kgn werd vnortffezet in de
Z tv.
voortgezet in
grootste moeite had, koers te houden. Met een half
oog zag hij den ouden heer op de aanlegplaats staan
en hoorde hem, thans bijna smeekend, nog eens roe
pen: „Klaas!", maar hij roeide door, zich doof en
blind houdende. Daarop zag hij tot zijn groote ver
lichting, hoe Wilmer zich plotseling omkeerde en drif
tig naar huis terug liep.
Toen ging hij op de riemen leunen en droogde zich
het yoorhoofd af, dat vochtig was van de aandoening
en de inspanning. Eventjes schonk hij zijn aandacht
aan het.bespottelijke van de situatie, maar ook slechts
een oogenblik, want hij had voor het tegenwoordige
•niet den rechten zin voor 't komische. Zijn onzekere
gemoedsstemming en zijn aarzeling waren voorbij.
Een ernstig besluit vervulde hem geheel en al, vreemd
aan allen overmoed en lichtzinnigheid: dat, om of het
kwaad dat hij gedaan had, weer goed te maken öf om,
als hij geen kwaad gedaan had, het goede voort te zet
ten.
Hij zette zijn hoed af en greep weer naar de riemen.
Maar nu deed er zich in allen ernst een moeilijkheid
voor, die hij tot hiertoe in zijn ijver overwonnen, of
waarop hij geen acht geslagen had de moeilijkheid
om de schuit te sturen.
Men kan zich geen erger straf voor een ongeoefend
roeier denken dan een schuit te moeten roeien. Het
luisteren dat zij doet naar de minste ongelijkmatig
heid in den riemslag, is wonderbaarlijk en bij de eerste
kennismaking krijgt men een beslisten indruk, dat dit
vaartuig uitgevonden is, niet om er ergens mee aan
te landen, maar ten dienste van hen, die er van hou
den, om wat rond te draaien om een bepaald middel
punt. Is men goedgehumeurd - en heeft men tijd, dan
gaat dat wel, maar heeft men haast en is men op een
gewichtige zending uit, dan is zoo'n schuit de meest
geraffineerde pijnbank, ooit door menschenhersens
uitgedacht.
Dat ondervond oom Klaas nu. Hij trachtte eerst
door kalm onderzoek achter de eigenaardigheden van
zijn schuit te komen, als eerste voorwaarde om ze baas
te blijven, maar hij bemerkte aldra, dat dit nergens toe
diende. Als hij dacht, dat ze neiging had naar links
van binnenlandsche
avond-vergadering. besprak het bouwen
De heer de iu& e Groningen, waarvoor
van de psychiatrische kliniek v.
hij een lager bedrag besteed w j (O.-H.)
De heer de Sfvornin
vond dezen post niet te zaken beer
De minister van bunnenla. s« mn
Heemskerk) betoogde dat bier *e€^nt cijfers,
duur bouwen en verklaarde, dit sta». -rpoeg de heer
Bij het debat over het lager onderwijs. ''i^es##nge.»
Oosterbaan (A. R.) strenger verbom Mndetep
tegen het in dienst hebben van leerplichtige m
onder schooltijd.
Spr. vroeg ook vereenvoudiging- van het schooltoe
zicht en besprak de, opleiding van onderwijzers.
De heer Ketelaar (Y. D.), besprak de gemeen
telijke zorg voor het openbaar onderwijs en wijst op de
urg^aG0 wijziging van de leerplicht-wet.
De heó'r v.a n der Molen (A. R.) drong aan op
meer subsidie voor llet bijzonder onderwijs.
De heer Ter a a n -0' wees °P de
noodzakelijkheid van vt7betering van de L. O.-wet en
van de leerplicht-wet.
De heer Bos (V. D.) beplel;'tte verschillende on
derwij sbelangen, als hervormi
ng va».
de opleiding van
het onderwijzend personeel, vereenvoumj"^11^ van het
schooltoezicht, steun van regeeringswege voor het
voorbereidend lager onderwijs, betere opleiding" Yan de
leerkrachten voor bewaarschoolonderwijs.
De heer R o o- d h u y z e n (U.L.) drong aan op
uitbreiding en meer afdoende uitvoering der leer
plichtwet. Spr. verklaarde zich tegen gelijkstelling
van openbaar en bizonder onderwijs. De openbare
school zal meer zorg van het rijk moeten hebben, zeide
spr., omdat zij een norm moet blijken in het belang
van ons volksonderwijs. De subsidies aan bizondere
scholen mogen niet anders beschouwd worden, dan in
het licht der daaraan gevoelde behoefte.
De heer Dolk (U.-L.) bepleitte afzonderlijke
scholen voor doove kinderen.
Na een korte rede van den heer de Geer (C.-
H.) kwam de minister aan het woord, die na een ge
deeltelijke beantwoording der sprekers, zijn reds af
brak.
Om halfeen sluiting.
te zwenken en dat hij dus den riem daar vaster moest
hanteeren, verraste de schuit hem plotseling met een
volkomen ongemotiveerden zwaai naar rechts, dien hij
geen tijd had te voorkomen en dan ging het als een
slinger heen en weer, totdat hij langzamerhand den
koers terugvond. Daarop kwam hij op het idee, aan
te^ nemen dat de fout bij hem lag en zoo bestudeerde
hij toen zich zelf in zijn roeierskwaliteit, evenwel zon
der dat het resultaat gelukkiger was. Hoe meer acht
hij sloeg op zijn riemslagen, des te ongelijker werden
ze, om de eenvoudige reden, dat hij zijn aandacht niet
op beide riemen tegelijk kon vestigen en een haar
breed meer naar den eenen kant een verrekking gaf,
die hersteld moest worden met een klein overschot
naar den anderen, en zoo tot. in 't oneindige.
Het, bracht hem ten laatste in zoo'n vertwijfeling,
dat hij in verzoeking kwam den riem dwars door den
wrakken bodem te slaan. Doch daar dit hem niet
sneller vooruit zou brengen, eindigde hij met maar op
goed geluk voort te roeien, geen acht meer te slaan op
de grillige bochten, die zijn vaartuig beschreef, en te
trachten dan maar en zigzag het doel te bereiken. En
nu deed zich het vreemde geval voor, dat het 't best
ging, als hij niet de geringste aandacht schonk aan
het hoe, terwijl daarentegen de minste poging om
vlugger vooruit te komen, het manoeuvreeren in de
war bracht.
Ten langen laatste, namelijk na meer dan een uur
roeiens kwam hij dan toch eindelijk op het Juteiland
aan. Hij had willen- aanleggen op dezelfde plaats,
waar hij vroeger met Hanna aangekomen was, maar
hij was zoo vermoeid en zijn lachwekkende tegenspoe
den waren in zoo schril contrast met de stemming
waarin hij zich bevond, dat hij er van afzag' en aan
and ging op de eerste de beste plaats, waarheen zijn
dwaalwegen hem voerden.
Nadat hij de schuit op den oever getrokken had en
een oogenblik had staan uitrusten, liep hij den kant
op, dien hij Hanna vroeger had zien gaan. Ilij vond
weldra een pad in die richting, en volgde het, in de
hoop iemand te ontmoeten, die hem den weg kon wij
zen.
if'
(Wordt vorvelgd).