DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 308
Honderd en
twaalfde Jaargang.
ZATERDA
31 DECEMBER.
FEUILLETON.
Het Gouden Ged«
1910
(Buiteniandsch overzicht
Alvorens, tot de politiek over te gaan, willen we
even eenige der groote persoonlijkheden memóreeren,
die in het afgeloopen jaar aan de wereld zijn ontval-
len.
Den 21sten April overleed op 74-jarigen leeftijd
Samuel Langhorne Clemens, die onder den naam
Mark Twain zulke humoristische, opwekkende verha
len schreef.
Vijf dagen later volgde, 77 jaar oud, de groote
Noorweegsche dichter en staatsman Björnstjerne
Björnson.
Den léden Augustus overleed! miss Florence Nigh
tingale, op zeventig jarigen leeftijd. Zij heeft veel ge
daan voor verpleging, welke zij in den Krimoorlog
heeft georganiseerd. Een som van 600.000 uit dank
baarheid door het Engelsche volk ter harer beschik
king gesteld, besteedde zij aan de oprichting van een
opleidingsschool voor verpleegsters.
Henri Dunant, de stichter van het Roode Kruis, j
die den Sisten October heenging, bereikte den leeftijd
van 83 jaar en Leo Tolstoj de apostel die 20 Novem- j
ber den zwaren doodstrijd eindigde, dien van 82 jaar.
Duitsohlands binnenlandsche politiek heeft
aan belangrijks weinig opgeleverd. In den Rijksdag
waar Centrumleden en conservatieven gemeenlijk sa
mengingen, trok den 29sten Januari, de uitlating van
den. conservatieven afgevaardigde von Oldenburg, dat
de Pruisische koning een officier moest kunnen be
velen met tien man den Rijksdag te sluiten, zeer de
aandacht. Een interpellatie over het Rijksdag-kies
recht werd in Februari slapjes beantwoord door den
rijkskanselier, die verklaarde niet voornemens te zijn
dat kiesrecht te wijzigen. Van 10 Mei tot 22 Novem
ber is de Rijksdag niet bijeen geweest en de eerste
zittingsdagen gingen toen voorbij met interpellaties
over invoer van buiteniandsch vleesch en over de Ko-
ningsbergsche rede, van den Keizer (25 Augustus ge
houden, welke door de verheerlijking van het absolu
tisme tot een perscampagne tegen den Keizer en den
rijkskanselier, die de keizerlijke welsprekendheid niet
binnen de perken had gehouden, leidde en 4 dagen la
ter in een rede t,e Marienburg door den Keizer zelf
werd verzacht), welke den rijkskanselier gelegenheid
bood scherper te antwoorden, met besprekingen over
de riviertollen, welke; den 28sten verwezen werden
naar een commissie van 28 leden. Den lOden Decem
ber ving het begrootingsdebat aan, den 13den had er
een heftig 'incident met de socialisten plaats als ge
volg van eenige min-gelukkige uitlatingen van den
rijkskanselier over de Moabit-onlusten. Het staat
bij de zoo groote ontevredenheid in het rijk te wachten
dat het aantal zetels der sociaal-democraten bij de ko
mende verkiezingen wel tot honderd zal stijgen.
De rijkskanselier, wiens binnenlandsche politiek
niet te prijzen valt, heeft gemeend zich door nieuwe
mannen te moeten omringen: in Juni vertrok het
laatste overblijfsel van von Bülow's blokpolitiek, de
heer Dernburg, staatssecretaris van koloniën, opge
volgd door den heer v. Lindequist, en eenige weken
later werd zijn collega voor buitenlandsche zaken, v.
Schön, opgevolgd door den heer v. Kiderlen Wachter
(6 en 28 Juni).
In Pruisen had de heer v. Bethmann Hollweg als
minister-president ook al bitter weinig succes t-e boe
ken. Een groot deel der politiek werd in beslag geno
men door de kiesrechthervorming, welke wel zeer veel
ontstemming, betoogingen en onlusten in den lande
bracht, maar bij gebrek aan eenstemmigheid met de
meerderheid in het Huis van afgevaardigden, den
27sten Mei door de regeering teruggenomen werd.
Kort daarna werd de civiele lijst, verhoogd. De Borro-
maeus-encycliek gaf begin-Juni aanleiding tot een
drietal interpellaties, waarop de mededeeling van den
minister-president volgde, dat, de Pruisische gezant
bij het Vatikaan geprotesteerd heeft. In dezelfde
maand kwamen hier de nieuwe mannen: de heer v.
Arnim (Landbouw) moest plaats maken voor v.
Schorlemer, von Moltke (binn. zaken) voor v. Dall-
Naar het Duitsch van OLGA WOIILBRüCK,
bewerkt door J. P. WESSELÏNK—VAN ROSSUM.
3)
De directeur hief het hoofd op en fronste de smalle,
zeer lichte wenkbrauwen.
„Wie bijvoorbeeld?"
De procuratiehouder aarzelde. Hij wilde liever niet
den verklikker spelen, nu liij de zaak aan de orde ge
steld had.
„Laat mij voor ditmaal de namen voor mij houden.
Als het weer gebeurt zal ik het u dadelijk melden,
mijnheer. Ik baalde dit ook slechts aan, omdat ik het
stelsel verderfelijk vind.
„Mijn systeem," hoonde Eiler.
„I)e jongeheeren meenen allen op honderd duizen
den te mogen rekenen, als zij bij ons komen, en de
snelle bevorderingen, het ovrespringen van zeikere bu
reau's zooals dit bij ons voorgekomen is het be
noemen tot chef van bijkantoren van jongelui, die
nauwelijks drie, vier jaar bij ons werkzaam zijn, maar
op da protectie van een of ander oom of neef steunen,
dit alles is zeer, zeer verderfelijk. Die voortdurende
verandering is niet het ware voor een goed georgani
seerd lichaam als een soliedi bankiershuis moet zijn,
en.
„U gaat te ver, Ramlow," viel de directeur hem
scherp in de rede.
De procuratiehouder veegde met zijn zakdoek over
het voorhoofd.
„Ik vraag u verschooning, als mijn woorden tot
verkeerde gevolgtrekkingen analeiding hebben gege
ven."
Eiler huppelde met- zijn rond, elegant- lichaampje op
den groot en, breedgeschouderden man toe en klop
te hem goedmoedig; op,den rug.
„Maar beste Ramlow. wind u t-och niet zoo op.
Wij weten immers, dat u het goed meent. Zeker
witz, von Rheinbaben (financiën) voor dr. Lentze.
Den 16den December keurde de Bondsraad het ont-
werp-grondwet voor het rijksland ElzasLotharingen
goed.
Een groote uitsluiting in het bouwvak door geheel
Duitschland, uitgenomen Berlijn en Hamburg, waar
bij 140.000 man betrokken waren, was wel het belang
rijkste economische feit.
F ra n k r ij k s binnenlandsche politiek wordt voor
namelijk gekenschetst door den strijd tegen revoluti-
onnaire elementen. Over den schoolstrijd had hij in
het laatst van Januari nog te spreken in de oude Ka
mer, maar nadat hij den 28sten Juni in de nieuw,e
Kamer een motie van vertrouwen in het kabinet met
403 tegen 110 stemmen zag aangenomen, brak voor
hem een moeielijke tijd aan. Met kracht heeft de re
geering zich in October verweerd tegen de spoorweg
staking; zij riep de in de termen vallende spoorweg
ambtenaren op tot den militairen dienst, zij deed het
stakingscomité arresteeren, kortom ontnam de staking
haar stut en haar vertrouwen, zoodat zij dan ook
spoedig in het zand liep. Meesterlijk heeft de heer Bri-
and zijn maatregelen in de Kamer verdedigd en on
danks eeu ongewoon en ongemotiveerd felle uitlating
zag hij den 30sten October met groote meerderheid
een^motie, van vertrouwen aangenomen.
Den dag daarop diende het kabinet zijn ontslag in,
daar het niet homo-geen ten aanzien van de maatrege
len tegen toekomstige spoorwegstakingen was. Den
heer Briand werd' opnieuw de vorming van een kabi
net opgedragen, nóch de heer Viviani noch de lieer
Millerand stelde zich beschikbaar en algemeen was
men het er over eens, dat de waarlijk groote minister
president, dien men zelfs een dictator heeft genoemd,
zich door een stelletje middelmatigheden heeft om
ringd. Toch kreeg dit kabinet den 9den November
eqn meerderheid van 88 stemmen. Den 20sten Decem
ber werd een motie van vertrouwen van die wederin-
dienststelling van de ontslagen spoorwegambtenaren
met 405 tegen 90 stemmen aangenomen. Sindsdien
zijn de ontwerpen der stakingswetten ingediend. Ze
zullen wel een meerderheid vinden maar dan? Zal
de wufte republiek clan niet genoeg krijgen van den
man, die nu al zoolang minister-president is?
Voor het overige werken de factoren van verval
nog krachtig in het Fransche volk. Bij de Rochette-
zaak kwam de corruptie weer naar buiten uit de her
haalde bespreking'en over liet in dienst nemen van
zwarte troepen, bleek de achterstand tengevolge van
de afname van geboorten, de verwording der natie
kwam bij vele misdrijven aan den dag.
E ngelands binnenlandsche politiek stond in
het afgeloopen jaai onder tweeërlei invloed. Van zeer
groot-e beteekenis is het- heengaan van koning Eduard
geweest, die den 6den Mei -even na middernacht over
leed. Een longaandoening maakte een einde aan het
leven van koning Eduard, die tijdens zijn korte ne
genjarige regeering zich een uitstekend staatsman
heeft getoond en heeft bewezen, dat er uit een kroon
prins met bedenkelijke reputatie een wijs, rechtvaar-
dig koning kan groeien. Zijn dood bracht natuurlijk
stagnatie in de politiek. Zijn eenige zoon, den 9den
Mei als George V als koning uitgeroepen, heeft den
22sten dier maand een treffende proclamatie aan het
volk gericht. Het geheele jaar werd overigens ingeno
men door den van regeeringswege tegen het Hooger-
huis aangebonden strijd, met als inzet de inperking
van de bevoegdheid der Lords, wier conservatieve nei
gingen een vruchtbaar regeeren van liberalen onmo
gelijk maken. In het begin van bet jaar hadden de
verkiezingen plaat-s, die niet enkel gingen over deze
gewichtige kwestie, maar over andere zaken: over vrij
handel of tariefhervorming, over al of niet. zelfregee-
ring van Ierland, over de vraag of de vloot bij de libe
rale regeering' al of niet verzorgd' werd. Met Ieren en
werklieden bad de liberale partij de meerderheid. Na
's konings dood kwam het tot een crisis. Een poging
om de-ze minnelijk op te lossen op een conferentie tus
schen leden van het kabinet faalde en in liet najaar
had er andermaal een groote stembusworsteling plaats
welke in den stand der partijen hoegenaamd geen wij
ziging bracht. Wat 1911 ook moge brengen, zeker i$
maar tegenwoordig beste Ramlow, is er geen patriar
chale verhouding meer. Leest u Bebel. ja. ga
eens naar een sociaal-democratische vergadering.
Ja..., ieder heeft het recht te werken voor de
grootst mogelijke ontwikkeling van zijn materieel wel
zijn. Doet er één een domme streek, wel dat is zijn
zaak! Niet waar? Wij, wij kunnen daar niets aan
doenWij moeten -rekening houden met den vooruit
gang en voor ieder een deurtje open laten; of het ge
luk, dat er door binneu komt protektie, konjunctuur,
of sufheid heet het kan ons onverschillig zijn!"
„Den arbeid noemt u er niet bij," mompelde Ram
low.
„In elk geval hoop ik, dat overtredingen van onze
voorschriften niet meer voorkomen of mij tenminste
dadelijk medegedeeld worden," sneed Paulsiehn op
eens het gesprek af. Daarna bijna verzoenend, zonder
persoonlijke sympathie, maar in voortdurende waar-
deering' van de groote verdiensten, van zijn procuratie#
houder ging hij voort. „Wa,t den ongelukkigen Jonas
betreft, wilt u zeker wel informeeren, beste Ramlow,
wat men voor de toekomst- mag verwachten en regelt
u dan ook <de finantieele questie met de familie.
„Zooals gewoonlijk, mijnbeer, niet waar?"
Er lag volstrekt geen ironie in den toon, niets op
zettelijks en toeli trof de vraag als een zweepslag.
Een nauw merkbare blos overtoog de sla,pen van den
directeur, waarin het bloed! hevig klopte.
„Ja, dat wil zeggen. Zijn vrouw moet nog jong
zijn. Als zij er voor geschikt is, zullen wij moeite doen
een betrekking voor haar te krijgen."
„Zij heeft vier kinderen, mijnheer...."
„Zooals vanzelf spreekt, ongeacht het pensioen en
de kosten van het gesticht. En dan, heeft zij soms
eogenblikkelijke hulp noodig.
„Dat geloof ik niet, het zijn spaarzame menschen."
„Des te beter."
„Ik heb de eer, mijnheer."
Paulsiehn boog als korten groet het scherp gesne
den hoofd en stond op. Eiler reikte den procuratie
houder de hand, om welker pink zich een dikke, gou
den slang wond, met een kop, die uit een diamant
dat het erfelijke Hoogerhuis, hetwelk eeuwen
heeft stand gehouden, ten ondergang is gedoemd en
dat Engeland voor Europa een sociaal en financieel
laboratorium zal worden, waar hoogstgewicht-ige proe
ven zullen worden genomen, welker uitslag voor tal
van landen van beslissende beteekenis kan zijn.
Ook hier dit jaar een enorme worsteling tusschen
kapitaal en arbeid in het scheepsbedrijf.
Ruslands binnenlandsche politiek schonk wei
nig reden tot verheuging. Het crediet van het land
wordt wel is waar steviger, maar eerlijkheid en on
rechtvaardigheid vieren nog steeds hoogtij. Met ruw
geweld, we wezen er reeds- op, greep Rusland] in Fin
land in, daardoor de aandacht afleidend van het eigen
wanbestier, van de wantoestanden, die bestendig
voortduren. Het oude stelsel vau absolutisme en auto
cratie vindt nog ongewijzigd toepassing en het zou
niet te verwonderen zijn dat de geruchten, volgens
welke de derde Hoema weldra naar buis zou worden
gezonden, juist blijken. Niet zonder verbazing beeft
men vernomen, dat Leo Tolstoj, de profeet, die 20
November overleed zelfs in den Rijksraad, zelfs ook
door den Tsaar is herdacht. En overigens heeft de
ongesteldheid van de Tsaritsa een beklagenswaardig
slachtoffer van het Russische stelsel, veel deernis ge
wekt. Voor haar gebroken gezondheid heeft ze in
Hessen herstel gezocht.
O o s t en r ij k's binnenlandsche politiek werd goed
deels weer gefnuikt door den ouden strijd tusschen
Duitscbers en Slaven, tusschen wie maar geen ac-
coord kan worden getroffen. Den 5den Juli moest
de woelige rijksraad wegens- zijn obstructie worden
verdaagd. Een conferentie, half October op initiatief
van den voorzitter van het Huis van Afgevaardigden
tusschen de leiders der partijen gehouden, ten einde
eens gezamenlijk te spreken over de afwerking van het
program mocht niet baten. En toen de wereld in De
cember andermaal van het Oostenrijksch parlement
hoorde, was het alweer, dat er van groot rumoer door
de Tsjechen werd gewaagd. De minister-president
von Bienerth, die deed1 wat- hij kon om een verzoening
tot stand te brengen, heeft toen het ho-peloo-ze van
zijn poging ing'ezien en is met bet geheele kabinet af
getreden, hoewel het ten slotte slechts de minister
van financiën was, wien men een echec had doen lij
den. Zoo eindigt Oostenrijk met een ministerieele
crisis en een sleeh vooruitzicht het jaar.
II o n g a r ij e verging het beter. In het begin van
het jaar slaagde de heer Lukaes er niiet in een kabinet
samen te stellen. De koning zocht toen maar weer
hulp bij den ouden redder in den nood, graaf Khue.n
Hedervary, die een kabinet tot stand bracht, dat wel
naar den- zin van den koning, maar niet naar dien
van het Huis van Afgevaardigden was. Vier dagen
nadat het ministerie waarin 3 portefeuilles onbezet
waren gebleven voor de volksvertegenwoordiging
verscheen, werd een motie van wantrouwen aangeno
men en toen de regeering hierop besloot het Huis te
verdagen, werd er onmiddellijk weer een motie goedge
keurd, waarin niets meer of minder werd verklaard
dan dat de regeering de grondwet verkrachtte (28
Jan.). Het ministerie bood zijn ontslag aan, dat even
wel niet door den koning werd aangenomen. De heer
Khuen Hedevory was bereid de zaken verder te lei
den, indien er een sterke regeeringspartij tot stand
gebracht kon worden. Een oproep in dien geest werd
gedaan en werkelijk werd er den 19en Februari zulk
een partij geformeerd. Den 21sten Maart kwam het,
toen de minister-president mededeelde, dat- den vol
genden dag het ontbindingsbesluit bekend zou wor
den gemaakt, tot een groo-t schandaal, waarbij de heer
Khuen Hedervary en de minister van landbouw door
inktkokers tot bloedens toe werden verwond. De ver
kiezingen hadden den- lsten Juni- plaats en de nieuwe
partij, „de partij van den nationalen arbeid" gelijk zij
zich noemde, behaalde een groote overwinning. De
partijen van Justh en van Kossuth, waarin ten vorige
jare de eens zoo krachtige onafhankelijkheidspartij
was gesplitst-, werden danig verzwakt. Het was nu
niet zooals vaak te voren met looden schoenen
dat de koning naar Boedapest ging, waar hij den 25
van het zuiverste water bestond.
„Even goede vrienden, beste Ramlow, de meeningen
kunnen verschillen, de waardeering blijft dezelfde."
Eiler had de wonderlijke gave, elke- gespa-nnen ver
houding in een gekalmeerde stemming te doen eindi
gen!
„Wat is u van avond van plan, Eiler?" vroeg Paul
siehn, toen de deur zich achter Ramlow gesloten had,
„Ik wilde Salomé nog, eens gaan zien, gaat u mee?"
Paulsiehn ging met een borstel, welks ivoren rug
zijn monogram droeg, zacht o-ver den kraag van zijn
onberispelijk zittende, zwarte jas.
„Neen, waarde Eiler. Blijf mij met Strauss van het
lijf. Bij mij gaat niets boven Wagner. En dan blijf
ik bij de Walküre steken. De rest is voor het fatsoen."
Eiler lachte zoo vergenoegd1, dat de gouden ketting
op zijn rond buikje op en neer sprong.
„Is Bayreuth ook voor het. fatsoen?"
„Neen, voor de zaken."
Sedert acht jaar zat de directeur Paulsiehn van de
„Deutsche Handelsbank" bij de „Bayreuther Pestspie-
len" op dezelfde plaats in de; eerste rij. Een Engelsche
mob, die in' een gril zijn zin juist op die plaats gezet
had, bood hem duizend Mark voor zijn biljet- Paul
siehn sloeg het aanbod beleefd en kort af. De En-
gelschman die met een landgenoot een weddenschap
aangegaan had, dat hij -eenmaal op die plaats zou zit
ten, bood het volgend jaar 10.000 Mark. Paulsiehn's
afwijzing bleef even kort. Toen hij eens wegens een
lichte ongesteld niet kon komen, zond hij zijn bediende
om zijn tooneelkijker op de plaats neer te leggen. De
ze opening in de eerste rij was iets ongehoords, leidde
de aandacht af en maakte kapelmeester en zangers
zenuwachtig. Zes maanden later liet de Engelsch-
man, die een deel van het jaar in Berlijn woonde, in
de „Deutsche Handelsbank" een rekening-courant
openen en een paar millioen van zijn vermogen depo-
neeren.
„U moet zijn een groote speculant, Mr. Paulsiehn.
Ik wil doen business met u," zei hij.
En hij werd zoo goed bediend, dat hij verrukt een
groot deel van zijn in Berlijn wonende landgenooten,
Juni het parlement opende met een van vreugde ge
tuigende troonrede. Voor liet- eerst, sinds lang, werd
den 27sten Juli de begrooting en het ontwerp op de
recruteering aangenomen, waardoor een einde werd
gemaakt aan den reeds jaren bestaanden ex-lex-toe-
stand, een regeering met ter zijde stelling van de
wet. Het moet voor den grijzen monarch, in wiens
j gebied zooveel verwikkelingen en strubbelingen voor
kwamen, een voldoening zijn, dat althans in Honga
rije een meer geregelden toestand in het leven geroe
pen is, dat er een kabinet bestaat, hetwelk een flinke
regeermeerderheid achter zich heeft.
Italië had ook een kabinetscrisis. Het
jaar ging in met het ministerie Sonino, welks premier
den llden Februari het regeeringsprogram ontvouw
de en o. m. een crediet van 36 millioen lire voor de
slachtoffers der aardbeving in 1908 vroeg. De Kamer
schonk het kabinet haar vertrouwen, dat echter
slechts van korten duur bleek. Niettegenstaande een
schitterende rede van den minister van marine Bet-
tolo over de scheepvaartsubsidies, vreesde 't ministerie
daarover te zullen struikelen en trad, yo-or liet échec
te lijden, den 21sten Maart af. Bim^n enkele dagen
was de heer Luzza-tti, wien. de vorming van een kabi
net was opgedragen, met zijn taak gereed. Ministerie
en Kamer konden het samen wel vinden, achtereenvol
gens werden de begrooting van binnenlandsche zaken,
het ontwerp, waarbij de militaire dienst op 2 jaar
wordt bepaald, de marinebegroot-ing etc. 't onderwijs-
ontwerp aangenomen en na volbrachten arbeid ging de
Kamer begin Juli met. vacantia In de -eerste helft
van November kwam het parlement opnieuw bijeen.
De buitenlandsche politiek werd (dien 30sten) in de
Kamer aan scherpe kritiek onderworpen, maar van de
weleer zoo vaak geuite verbittering jegens den bond
genoot Oostenrijk bleek dit jaar niet zoo heel veel
gelukkig, dat de regeering daaraan ook nimmer voet
gegeven heeft. Voor het komende jaar is allereerst
een kiesrecht-hervorming weggelegd.
Bij de vele rampen, welke Italië dit jaar troffen,
was koning Victor Emanuel vaak ter- plaatse om den
nood te lenigen en troost in te spreken.
In T u i' k ij es politiek -we komen nu bij de mo
gendheden van den tweeden rang heeft- de Kreten
zer kwestie een bron van verwikkelingen en een voor
werp van onafgebroken regeeringszorg gevormd, welke
zorg vooral uit massa's papier, nota's geheeten, is ge
bleken. Het was een waar nota-spel. Op de -eene pro
testnota aan de vier beschermende mogendheden volg
de de andere. Nu weer waren het de Grieksche post
zegels op Kreta, dan weer het zenden van Kretenzer
afgevaardigden naar de Grieksche nationale vergade
ring, of de eed van trouw -der Kretenzer afgevaardig'-
den aan den Griekschen koning, of de uitsluiting van
de Mohammedanen uit de Kretenzer nationale verga
dering, of de eandidatuur-Venizelos voor de Grieksche
nationale vergadering, of de Grieksche onderofficie
ren bij de Kretenzer gendarmerie, of de Kretenzer
besluiten om onmiddellijke oplossing van het vraag
stuk te eischen, welke voor de Porte aanleiding vorm
de om een protest-nota te zenden, na het verkregen
antwoord dikwijls gevolgd door een, waarin ontevre
denheid of onvoldaanheid werd betuigd. De mogend
heden drongen maar steeds op kalmte aan, gaven nu
eens een waarschuwing of vermaning, dan weer een
geruststelling. In het voorjaar, toen er plotseling
120.000 Turksche reservisten werden opgeroepen en
de Sultan uit eigen zak 120.000 pond voor de vloot
gaf, scheen het een oogenblik ernst te zullen worden,
ook in Juni, toen de mogendheden besloten ieder twee
oorlogschepen naar Kreta te zenden-, en in Juli, toen
ze dreigden met bezetting van de douanekantoren,
kreeg de kwestie een ernstig karakter. Op het oogen
blik is er wel weer een ontspanning, maar bij de be
slistheid, met welke Turkije staat op het behoud van
dit grondgebied en bij de beslistheid, met welke Kreta
eischt Griekscb te worden, weet men niet wat hieruit
nog groeien kan.
Voor het overige trok het de aandacht hoe moeielijk
het Turkije viel een geldleening te plaatsen Turk
sche financiers hebben er heel wat voor moeten af-
de „Deutsche Handelsbank" aanbeval.
Eiler, die de geschiedenis kende, had het met op
rechte bewondering verder verteld. Zoo kwam het ook
prinses Arnulf ter oore, die met alles dweepte, wat
origineel en brutaal was.
Door haar rentrrieester, die tweemaal per jaar to
Berlijn kwam om verslag t-e brengen, liet zij den jon
gen directeur Paulsiehn om een onderhoud bij zich
verzoeken.
Met haar souverein overwicht eu hare minachting
van uiterlijke vormen betooverde zij ondanks haar
bijna afschrikkende leelijkheid den koelen, voorzich-
tigen zakenman.
De scheiding van prins Arnulf had haar een waar
lijk vorstelijk vermogen gekost. Zij hadi zich bijna moe
ten bekrimpen wat zij clan bekrimpen noemde met
haar driemaal honderd duizend Mark jaralijksch inko
men wanneer zij niet iemand1 vond, die door handi
ge speculaties haar vermogen minstens verdubbelde.
In den gesloten, ee.rzuchtigen bankier, vermoedde
baar fijne speurzin juist den man, dien zij hebben
moest en zijzelf had lokmiddelen, die sterker waren
dan de bekoorlijkheden van een schoone vrouw; ook
bezat zij geest genoeg om do rol van de raadbegeeren-
de ongenaakbare te spelen.
Sedert de laatste jaren kon Paulsiehn bij alle offi-
eieele gelegenheden een ridderorde o pzijn rok beves
tigen, en de titel van Kommerzienrat was nog slechts
een quaestie van tijd.
De snelle en door zeldzaam, zij het ook niet onver
diend geluk beg'unstigde carrière van Paulsiehn maak
te hem dubbel voorzichtig.
Voorvallen als die van heden hinderden hem meer,
dan hij toonde. Hij vreesde niets, zoozeer als voedsel
te geven aan kwaadaardige praatjes. Hij gevoelde
zich nog te onzeker, om de publieke opinie te t-rotsee-
ren. In zijn kalmte en verzwegenheid lag zijn grootste
macht. Hij liet zich nooit dan in volledig toilet zien
en ook zijn kamerdienaar betrad de kleedkamer pas
wanneer hij hem zijn jas moest helpen aantrekken.
Wordt vervolgd.