Dertien in een tunnel.
Ruys' Tandpoeder.
Ruys' Mondtinctuur.
Schaaki*ubi*iek
AD VEBTENTIEN]
Verhuring van Tuingrond.
Vraag en aanbod.
Vijf pereeelen TUINGROND, gelegen aan
de Verlengde Kruislaan bij den Hertenkamp
te ALKMAAR, zijnde de kadastr. perceelen
sectie E, nos. 256 en 759 dier gemeente,
ter gezamenlijke grootte Tan ongeveer
0 98.70 H.A.
Griekenland viel dit jaar van de eene misère
in de andere. Een politieke crisis, een oneenigheid
tussehen officieren van leger en vloot, een nationale
vergadering, waarin de leden met elkaar handgemeen
werden, een ontslag van het ministerie, een ontslag
van het nieuwe ministerie, een ontbinding van de na
tionale vergadering wisselden elkaar af. Aan het
einde des jaars is er echter verbetering te eonstatee-
ren. De krachtige Kretenzer Yenizeloa, die de partij
van het nog steeds ernstig bedreigde Koningshuis
koos (in Februari moest de minister-president aan
koning George mededeelen, dat hij niet kon instaan
voor de rust, wanneer de kroonprins terug kwam!)
kreeg bij de laatste verkiezing een goede meerderheid
en treedt zuiverend op het zal hem echter niet ge
makkelijk vallen het koningschap te redden.
Spanje deed veel van zich spreken. Zelfs is in
October het bericht van een revolutie door de wereld
gegaan en hoewel het valsch bleek, wees het toch wel
op den stand van zaken. Toch hadden de onlusten
oter het geheel niet den omvang van die uit het vorig
jaar. Behalve tegen het binnenland, had het liberale
ministerie-Canalejas een zwaren strijd te voeren te
gen het Yatikaan, dat zich verzette tegen het optre
den in zake de toekenning van eenige rechten aan an
dere eerediensten dan de Katholieke en tegen de Ca-
denas-wet. Niettegenstaande de felle oppositie van de
zijde der clericalen bleef het ministerie-Canalejas aan
het bewind, en kreeg het zijn wenschen vervuld.
Over Portugal's lot na de revolutie van 4 Oc
tober spraken we reeds gisteren. Het ging er tevoren
in de politiek «nog al rumoerig toe. Het radicale en
homogene ministerie was genoopt zijn ontslag te ne
men en nadat de heer Yilhena een opdracht tot kabi
netsformatie had geweigerd, vormde de heer Teixeira
Souja een kabinet, dat den koning adviseerde tot ont
binding der Cortez en tot benoeming van 16 liberale
pairs. Het een noch het ander heeft de revolutie kun
nen voorkomen.
België heeft in menig opzicht een gezegend jaar
achter den rug. Door de wereldtentoonstelling en
door de reizen van het koningspaar is de aandacht bij
zonder op onzen nabuur gevestigd en is zijn nijver
heid, zijn welvaart, ook zijn energie duidelijk aan den
dag gelegd, terwijl het Vorstenhuis veel sympathie
heeft herwonnen, dat tijdens koning Leopold's bestier
te loor was gegaan.
Bij de verkiezingen, op welker uitslag liberalen en
socialisten hun hoop gevestigd hadden, bleef de cleri-
cale meerderheid in stand. Toch is de voorspelling
niet te gewaagd, dat zij in afzienbaxen tijd zal hebben
afgedaan.
Denem arken s binnenlandsehe politiek bood
weinig goeds. Het geheele jaar door trok de aan
dacht het proces voor het rijks gerechtshof tegen de
oud-ministers Christensen en Berg wegens medewe
tenschap van de knoeierijen van hun collega Alberti,
die een som van 9 millioen gulden hadl verduisterd.
Eerstgenoemde werd vrijgesproken, de beide laatsten
veroordeeld, Christensen tot 8 jaar.
Het Eolkething, waarin het radikale ministerie-
Zahle geen meerderheid meer had, werd in Mei ont
bonden. De verkiezingen vielen nadeelig uit voor het
kabinet, dat echter aanbleef tot na afloop van. het
proces tegen de oudministers. In Juli stelde de heer
Klaus Berntsen een nieuw, gematigd1 kabinet samen.
Noo rwegen begon het jaar met een crisis:
den 26sten Januari werd het Storthing door den ko
ning geopend en den zelfden dag viel het radikale mi
nisterie Knudsen, dat in overeenstemming met den
politieken toestand werd vervangen door een kabinet
van meer gematigd karakter, samengesteld door den
heer Konow. Een der eerste daden van de afgevaardig
den was het zich zelf toekennen van een toelage.
Later werd een ontwerp tot uitbreiding van het vrou
wenkiesrecht aangenomen, terwijl het gemeentelijk
kiesrecht aan alle volwassen vrouwen werd gegeven.
Zweden welks koning in Februari een blinde
darm-operatie moest ondergaan zag zijn Kamers
een wetsontwerp tot intrekking van de wet op de
Godslastering verwerpen. Het belangrijkste onderwerp
dat voorts behandeld werd was het wetsontwerp rege
lende de verhouding van werkgever en werknemer, een
gevolg van de groote staking uit het vorig jaar.
Zwitserland deed wederom weinig van zich
spreken. De nationale raad verwierp den 4den April
het voorstel tot evenredige vertegenwoordiging bij be
noeming van leden van dien raad en den 22sten Octo
ber verwierp het volk de invoering van de evenredige
vertegenwoordiging voor den Bondsraad.
De Unie van Zuid-Afrika wij verlaten nu
Europa om uit de jaargeschiedenis der andere we-
relddeelen enkele gebeurtenissen aan te stippen
kwam tot stand. Gelijk men weet is deze Unie een
vereeniging van Kaapkolonie, Natal, Transvaal en
Oranjerivierkolonie, met Kaapstad tot zetel van de
wetgevende en Pretoria van de uitvoerende macht.
Nadat in het jaar te voren de grondwet was aangeno.-
men, kon met de daaruit voortspruitende werkzaam
heden een aanvang worden gemaakt. De gouverneur-
generaal lord Gladstone droeg aan generaal Botha de
samenstelling op van het eerste kabinet (21 Mei) wel
ke opdracht werd aanvaard en uitgevoerd. Bij de ver
kiezingen in September overwon de Botha-partij en
hoewel de heer Botha zelf niet werd gekozen en hier
uit een gevaarlijke crisis dreigde te ontstaan, schafte
de tijd raad: was hij te Pretoria geslagen, Losberg
rekende het zich een eer hem te mogen afvaardigen.
President van den senaat werd de oud-president Reitz
president van de Kamer de heer Moltena, voorzitter
van het Kaapsche parlement. Door den hertog van
Connaught werd uit naam van den koning het Unie-
parlement den 4den November geopend. Men ging
daarna onmiddellijk aan den slag zoodat tegen het
einde dier maand de eerste begrooting reeds kon wor
den ingediend. Voorshands is de kans niet groot,
dat het ideaal van vele Engelschen, een rassen-ver
smelting in Engelschen geest, zal worden verwezen
lijkt. De taaiheid van het Boerenelement is nog niet
ineengeschrompeld
Het Verre Oosten bood weinig stof tot
bemoeienis en bespreking. China ging geleidelijk
voort met zich te ontwikkelen tot een grondwettigen
staat en het voorparlement toonde een beleid, moed
en werkkracht, welke niet verwacht werd, zoodat een
spoediger invoering van d© Grondwet is te voorzien
dan bij het keizerlijk besluit werd bepaald.
Een beweging tegen de vreemdelingen, die zich in
het midden van het jaar dreigend deed aanzien, werd
tijdig onderdrukt.
Japan ging rustig voort met zich klaar te maken
voor de groote taak, welke het zich zelf heeft gesteld,
Perzië werd dit jaar verdrietig onder de behande
ling, door Engeland en Rusland aangedaan, vooral
door het eerste land dat, onder voorwendsel dat de
overheid niet bij machte was de veiligheid te verzeke
ren, tot tweemaal toe troepen landde. Het rijk van
den Shah zal echter lijdelijk moeten toezien wat mach-
tigeren er mede gelieven te doen.
Si am verloor den 23sten October zijn koning Tsjoe-
la Longkorn, in Europa zeer goed bekend.
A m e r i k a's politiek heeft tal van belangrijke ele
menten aan te wijzen. In de Vereenigde Staten toonde
de heer Taft als president meer kracht en meer be
leid dan men hem toedacht en in verband hiermede is
zijn invloed gewonnen en heeft zijn voorganger de
heer Roosevelt, die op een gegeven oogenblik scherpe
positie tegenover hem koos, voor hem de vlag moeten
strijken. Den strijd tegen de trusts zette hij voort,
voerde dezen evenwel gematigder dan de kracht-
mensch Roosevelt, die ook in dit jaar met groote hef
tigheid aanvallen op financieel gebied deed en felle
kritiek op het Hoogste Gerechtshof, voornamelijk ten
aanzien van beslissingen inzake trusts en groote
spoorwegmaatschappijen oefende. Geweldig was de
campagne bij de verkiezingen van gouverneurs en
congresleden der staten. De heer Roosevelt, die zich
ondanks de min-gunstige voorspellingen te Saratoga
tot tijdelijk voorzitter der republikeinsche conventie
zag gekozen, trok al redevoerend als een razenden Ro
land het land door, vaak opponeexend tegen den heer
Taft, wien hij, naar hef heette in 1914 wilde verdrin
gen. Zijn bruusk optreden verschafte aan de demo
craten, geholpen door de Tammany-kliek en zelfs ge
steund door overloopers uit de republikeinsche kamp,
de zege. Staten die tot nog toe voor republikeinsche
bolwerken doorgingen, kozen democratisch. Onder den
indruk der nederlaag is dezer dagen de verzoening
tussehen de beide groote mannen tot stand gekomen,
zoodat de republikeinen er thans weer beter voorstaan
tegenover de zoo sterk gebleken partij «der democraten.
Niet onvermeld mag blijven den in Juli ontstanen
strijd tussehen het blanke en het zwarte ras, ontstaan
door de overwinning van een neger bij een bokspartij
Mexiko staat onder alle republieken zeker het ste
vigst en dan volgen wellicht in de eerste plaats Ar
gentinië en Brazilië, zoo meende verleden jaar een
overzichtschrijver. Falikant is zijn veronderstelling
uitgekomen. In Brazilië zoowel als in Mexiko had het
staatsbestuur te kampen met opstanden, die een drei
gend aanzien hadden en waarvan de afloop nu zelfs
nog niet met zekerheid te zeggen valt en ook in Ar
gentinië was de toestand meermalen angstwekkend.
De woelingen verhinderden Argentinië noch Mexiko
het eeuwfeest der onafhankelijkheid met luister te
herdenken.
De Zuid-Amerikaansche staten Peru en Ecuador
stonden het geheele jaar door op gespannen voet met
elkaar zij hadden zelfs de troepen reeds aan de
grenzen en nu weer hangt er een conflict tussehen
Peru en Bolivia, dat echter nog best met een vergelijk
kan afloopen.
Het midden-Amerikaansche Nicaxague joeg in Au
gustus zijn despotisch optredenden president weg.
Yan Venezuela hoorde men dit jaar zoo goed als
niets: het gaat er blijkbaar heel wat beter dan onder
Castro.
En hiermede hebben wij de belangrijkste gebeurte
nissen aangeteekend, welke het jaar 1910 heeft ge
bracht. Onze ruimte gedoogde niet uitvoeriger te
zijn wij moesten wel volstaan met slechts van de
belangrijkste feiten en verschijnselen melding te ma
ken, ze hier en daar terloops met elkaar in onderling
verband te brengen of kortelings toe te lichten. De
hierdoor ontstane schets is« dan ook geenszins een pre
cies beeld,, meer een uit de hoogte genomen foto van
een landschap, dat rijk is aan afwisseling, dat leeft
en beweegt. Een totaal-indruk te geven van wat 1910
in de internationale politiek aan goed en «aan kwaad
heeft geschapen ziedaar de taak, naar welker ver
vulling in deze kolommen is gestreefd.
Jf». 271.
E. E. Westburg te Birmingham.
„Hampstead and Highgate Express"
SI
1910.
8
7
6
5
4
3
2
1
f
abcdelg h
Mat in 2 zetten.
Oplossing van No. 268 (E. Ferber).
ld 2d4 enz.
Een Engelsch Oudejaarsavondverhaal.
Ze zaten met z'n dertienen in den trein die o«p den
kouden, donkeren Oudejaarsavond van Londen naar
Cridlington reed. Conducteur, machinist en stoker
niet meegerekend. Eerst was mr. William Bal ton, een
werkman, gekomen. Hij was in een derde klasse rook
coupé gestapt, had de deur achter zich dichtgegooid,
zijn volgepakten en toegeknoopten rooden zakdoek op
de bank gelegd, zijn pijp gestopt en ondanks de
koude het raampje open gezet.
Toen waren mr. Philip Cockayne en mr. John Oddy
verschenen, gevolgd door een dienstman, die een kof
fer droeg. Mr. Cockayne was in een kostbaren pels ge
huld en had een warme reisdeken over den arm. Hij
zag er veel voornamer uit dan de kleine, dikke mr.
Oddy, die een versleten ulster droeg. Beiden waren be
kende schrijvers en hadden elkaar toevallig op het per
ron ontmoet. Buiten hun schrijversroem en hun reis
doel hadden ze weinig gemeenschappelijks. Mr. Coc
kayne was een novellenschrijver van de nieuwste
school. Tussehen hem en het leven hingen dikke ne
vels; hij zag alles, de wereld en de menschheid, in
sombere kleuren, kortom hij was, zooals men met een
eerbiedigen oogopslag zegt „literair" in tegenstel
ling met John Oddy, die de „versleten paden van een
Dickens bewandelde" en even hardnekkig de zonzijde
opzocht als zijn vriend Cockayne den schaduw. Zij
hadden plaats genomen in een rookcoupé eerste klas
se.
Na de beide heeren waren twee jonge, knappe meis
jes komen aantrippelen, Phillis en Jenny Muddock.
De negentienjarige Phillis had al heel gauw een net
ten jongen man in het oog gekregen die een tasch in
de hand droeg en haar namelijk miss Phillis en
niet de tasch met bewonderende blikken aankeek.
De dames waren in een coupé tweede klasse gaan zit
ten, Richard James Cartwight (zoo heette de ma«n
met de tasch) in de aangrenzende. In stilte hoopte
hij, dat de bekoorlijke jongedame hem dezen avond op
een of andere romantische wijze nog een of meer
vriendelijke blikken zou schenken. Hij liet daarom hét
raampje zakken en keek naar buiten. Nu hij trof het
wel reeds bij de eerstkomende halte kwam het
hoofd van miss Phillis uit het raampje. Zij wilde
eens zien had ze tot Jenny gezegd, die zestien jaar
oud was en haar zuster natuurlijk in de kaart keek
of de maan ook scheen
Verder behoorde de familie Sleep tot de passagiers,
mr. en mrs. Sleep, de vijfjarige Teddy Sleep en een
kindermeisje met een baby Sleep. Met haar pakketten,
korven en doozen vulde de familie Sleep, van wie ver
der hier gezwegen zal worden, een niet-rook coué
tweede klasse.
Een minuut voor het vertrek van den trein, holde
een gladgeschoren jongmensch langs de waggons,
opende de deur van de coupé, waarin mr. Balton zijn
pijp rookte, verdween en sprong in een andere coupé.
Mr. Balton scheen dat minder aangenaam te vinden;
hij ging staan, liep naar de deur en „verzocht" met
zijn dreunende stem den meneer „beleefd," waarom hij
de deur geopend en niet weer gesloten had en hij gaf
hem den welgemeenden raad, niet weer onder zijn
oogen te komen, omdat hij niet mak was tegenover
zeker soort heeren, die niet wisten hoe het hoorde.
De jongeling, een kellner die op Oudejaarsavond in
Cridlington zou bedienen, vond het maar beter niet
te antwoorden.
Op het laatste nippertje was ex nog een oude dame,
bij gekomen, die telegrafisch naar Cridlington was
ontboden. Haar dochter was er getrouwd en verwacht
te op den Nieuwsjaardag haar eerste kindje.
Dat waren de dertien, die naar Cridlington reisden.
Een kort, snerpend gefluit der locomotief deed mr.
Cockayne opspringen. „Wat is dat?" riep hij angstig.
„De tunnel" zei mr. Oddy en stak zijn meerschui
men pijp aan. Op hetzelfde oogenblik bleef de trein
met een hevigen schok staan en mr. Cockayne viel on
zacht op zijn bank. „Oh...." riep hij bevend „wij
zijn gederailleerd of op een trein gebotst."
„Onzin Cockayne," antwoordde Oddy gemoedelijk,
„zulke dingen gebeuren alleen maar in jou novellen!"
Hij keek naar buiten. Er was niets te zien dan duis
ternis. Maar wel viel ex« wat te hooren. Het luidst
klonk de stem van den braven Cartwight die riep of
er ook iemand hulp noodig had en in stilte dacht, hoe
heerlijk het zou zijn als hij de bekoorlijke miss in de
aangrenzende coupé uit een levensgevaarlijken toe
stand kon redden zonder zelf het slachtoffer van zijn
menschlievendheid te worden.
De conducteur deelde mede, dat het laatste gedeel
te van den tunnel ingestort was en dat men zou trach
ten zoo spoedig mogelijk weer uit deze gevaarlijke
onderaardsche gang te komen.
Maar jawel! De trein was weer in beweging, had de
ingang bijna reeds bereikt, toen de seinlichten plotse
ling verdwenen en de muren ook aan dien kant in
stortten.
„Stop, stop! brulde de stoker en zette de rem aan,
terwijl de machinist den hendel overhaalde. Het
scheelde niets of de trein was onder het puin bedolven.
De vrouwen schreiden, de mannen riepen om hulp en
allen was het duidelijk, dat ze zich in groot gevaar
bevonden. Spoedig wisten ze, dat de beid© einden
van den tunnel ingestort waren en dat de trein voor-
nöch achteruit kon. Nu moesten ze wachten, tot er
redding kwam.
Mr. John Oddy had zijn gewone opgewektheid te
ruggekregen. Hij liep langs de waggons en kalmeerde
de opgewonden reizigers. Hij stelde voor, dat allen
in den bagagewagen zouden komen en dat men daar
een picknick zou houden. Hij zelf wilde een flesch
wiskey geven en de anderen moesten maar uit hun
koffers halen, wat ze aan levensmiddelen bij zich had
den. Dit voorstel vond eerst niet onverdeelden bijval,
enkelen wilden hun coupé aanvankelijk niet verlaten,
zoo de jonge kellner niet, die tegen een ontmoeting
met mr. Bolton opzag. Maar allen bezweken tenslotte
voor den vriendelijken aandrang van den opgewekten
reiziger en de kellner stelde zijn sigaren, zijn sigaret
ten e,n al zijn tabak ter beschikking. Ieder nam mee
wat hij te missen had en bracht het naar den bagage
wagen. Met z'n dertienen zaten ze daar heel gezellig
bij spijs en drank. Mr. Oddy vond het weldra noodig
het gezelschap te waarschuwen wat zuinig te zijn met
de proviand, want hoewel er geen gevaar meer was
(in werkelijkheid was het hoegenaamd niet vermin
derd), het zou nog altijd uren kunnen duren, voordat
ze bevrijd waren. Tegelijkertijd schonk hij mr. Balton
een drinknap halfvol wiskey in. Deze brave man was
het ten aanzien van de zuinigheid zoo roerend1 met
den spreker eens dat hij den nap in één teug ledigde.
Bij de dertien, die op de koffers zaten (de dames
Muddock en mr. Cartwight „wegens plaatsgebrek" op
één) voegden zich de conducteur, de machinist en de
stoker. In een hoekje zaten de jonge kellner, die nog
altijd bang was voor mr. Balton, en de groote schrij
ver Cockayne, die zich in dit gezelschap niet thuis
gevoelde en erg voornaam deed.
Intusschen had Jenny Muddock de adressen van de
bagage bestudeerd en op een daarvan den naam John
Oddy gevonden.
Oddy.Oddy.was dat niet de lievelingsschrij
ver van het steeds blijmoedige gezin Muddock? Zij
deelde Phillis haar ontdekking mede en mr. Cart-
wright herinnerde zich onmiddellijk het portret van
Oddy in een tijdschrift te hebben gezien en zei de dat
de kleine, dikke, goedgeluimde meneer, die het gehee
le gezelschap in zulk een opgewekte stemming ge
bracht had, hem moest zijn. Phillis en Jenny wilden
natuurlijk dadelijk hun album met handteekeningen
uit de koffers halen en door hun opgewonden gesprek
vernamen de anderen, dat de beroemde humorist in
hun midden was. Onmiddellijk bestormden ze hem met
het verzoek, eens iets te vertellen. Oddy, gemoedelijk
als altijd, was hiertoe wel bereid, maar meende, dat
een veel bekender novellist, die zich in het gezelschap
bevond, de groote Philip Cockayne, moest voorgaan.
Cockayne wierp zijn vriend een woedenden blik toe
en zei giftig:
„Ik ben bang, da«t mijn vertelling niet in den
smaak zal vallen."
„Valsche bescheidenheid," meende Oddy lachend.
„Maar ik doe een voorstel, Cockayne. Wij vertellen
allebei het kleine ongeval, dat zoo even gebeurd is en
we maken er allebei een slot aan, dan kunnen we zien
wie door de werkelijkheid in het gelijk gesteld wordt."
„Aangenomen!" brulde mr. Balton: „mr. Oddy heeft
het woord!"
Deze stak een van Caxtwrights sigaren op en begon.
Hij was een prettig verteller en had zijn toehoorders
spoedig zoozeer in zijn macht, dat ze totaal vergaten,
waar ze zich bevonden en dikwijls in een luid gelach
uitbarstten allen op Cockayne na, die steeds nor-
scher voor zich uitkeek en zich voornam zijn verhaal
naargeestiger te maken naarmate de vertelling van
Oddy vroolijker werd en die zich maar niet kon begrij
pen, dat die ezel er pleizier in had, zulk een gezelschap
van minderwaardigen te amuseeren.
John Oddy eindigde zijn vertelling aldus:
„De laatste boterhammen waren verorberd.De
laatste druppel whisky door mr. Balton opgedronken.
(„Bravo!" riep de genoemde). Niets was er voor het
kleine dappere gezelschap van de dertien overgebleven
dan tien sigaren en tien sigaretten. Mrs. Longer
klaagde met weemoedige stem, dat ze nooit had ge
dacht op haar ouden dag nog tabak te moeten kauwen
om toch maar wat is den mond te hebben (gelach).
Maar toen zelfs de dapperste, mr. Philip Cockayne,
begon te twijfelen, klonk ©en juichkreet in de duis
ternis. De gevangenen stormden naar de richting,
van waar het geluid kwam.... en wat zagen ze? Ze
zagen zich gered.... (Algemeen© teekenen van in
stemming, waaraan echter niet werd deelgenomen
door Cockayne, die de verhaaltrant technisch zeer
gebrekkig vond en Cartwright, die nog wel graag een
tijdje naast Phillis Muddock op de koffer zou blijven
zitten). Wat heb ik u nog te zeggen? Hoe ze het
oude in het nieuwe vierden? Hoe mrs. Longer haar
eerste kleinkind in de armen nam en de familie Sleep
insliep?" Jenny Muddock giebelde ongegeneerd, waar
voor Phillis haar een kleine por in den rug gaf. Wel,
dat te vertellen, zal de taak van mijn geniale vriend
Cockayne zijn".
Mr. Oddy verliet zijn plaats. Hij had een volkomen
succes behaald en graag zou men nog eens naar zijn
vertelling geluisterd hebben.
Maar mr. Balton, die wist hoe het hoorde, riep:
„Mr. Cockayne heeft het woord!"
En Cockayne schraapte zich de keel en begon zijn
verhaal. Somber als zijn stem was de teekening van
de omgeving, waarmede hij aanving. In den bagagewa
gen, waar zoo even nog een vroolijke lach had geklon
ken, heerschte weldra d© stilte van het graf.
Oddy voelde zich onbehaaglijk. „Als de kerel nu
maar rekening houdt met de dames," bromde hij voor
zich heen. Maar dat deed Cockayne niet. Integendeel,
het scheen voor hem een genot te zijn angst en ont
zetting te weeg te brengen. De dames weenden reeds
en het meerendeel der mannen keek gelaten naar den
vloer. De stoker kreeg het zelfs te kwaad en maakte
gauw dat hij weg kwam.
Cockayne ging voort: „Acht en veertig uren waren
er verloopen sinds de laatst© bete broods was verdwe
nen.... zelfs Balton, de stevig© werkman, begon er
akelig uit te zien.
„Laat mij alstublieft er buiten hè!" zeid'e Balton
barsch.
.Maar het verschrikkelijke kon niet uitblijven.
De muren van den tunnel waren door de twee instor
tingen uit hun voegen gescheurd.Het begon over
al te knetteren.en plotseling.
„Nou ophouden", brulde Balton en sprong, de vuist
dreigend omhoog geheven, op Cockayne. toe.
Maar op hetzelfde oogenblik kwam uit d© duister
nis van den tunnel een kreet: „Hoera! Wij zijn ge
red
Het was de stoker, die bij de narigheid) van Coc
kayne er tussehen uit getrokken was en buiten de
bijlen der redders had gehoord.
Kort daarop waren ze bevrijd.
's Nachts, toen het nieuwe jaar reeds was. ingetre
den zaten de beide schrijvers nog te praten over het
geen ze op den laatsten dag van het zoo even uitgelui
de jaar hadden beleefd. Oddy hief zijn glas op en
zei „Kerel, op de goeie afloop!"
„Toeval" antwoordde Cockayne droogjes.
„Best," aldus Oddy op ernstigen toon. Toeval.
Maar bestaat het heele leven niet uit toevalligheden?"
„Misschien had je gelijk, toen je aan je vertelling
in den tunnel zoo'n zoetig, tam slot maakte," spotte
Cockayne, „in een tunnel, die elk oogenblik instorten
en ons allen begraven kon.
Oddy viel hem in de rede.
„Denk er, nu het nieuwe jaar pas« begonnen is,
eens over na, of het leven ook niet zulk een tunnel is,
of wij allen wel niet eens geen uitweg weten, voor
noch achteruit kunnen, wachten op de blijde kreet van
een redder, of wij niet dankbaar gestemd zijn, wan
neer wij troost en opbeuring krijgen, of wij op onze
beurt niet moeten doen wat we kunnen om onze me-
demenschen door moeielijke oogenblikken heen te hel
pen, hen bij te staan, hen in opgewektheid moed te
geven."
Toen zweeg Cockayne.
Van 15 regels 25 Cents, bij vooruitbetaling.
T B. L. SIMONS Alkmaar. Steenhouwerij K o-
ningsweg 76. Grafteekenen, Schoorsteen
mantels enz.
ITE KOOPMeubelen, Stoelen en Spiegels in alle
stijlen, zoowel nievw als antique, ook solied be
kleed werk te leveren.
Firma P. J. en C. NIEROP, Alkmaar.
A v. DIEPEN, Verdronkenoord D 19, Administra
teur, Taxateur en Yeiler Woningbureau. Ten allen
tijde worden Huizen en Landerijen te koop en ver
koop, te huur en verhuur en ter incasseeren van
huurgelden aangenomen, ook onder waarborg.
Beleefd aanbevelend.
jif ODES. Gevraagd een 2e Modiste of gevorderd
Leerling, en eenige nette Leerlingen.
Adres: M. M. HENNEKE, Payglop.
fTe huur Een WINKELHUIS, Hekelstraat 7, ach"-
teruitkomende St. Jacobstraat.
Te bevragen Langestraat B 58.
TTITGEWOGEN BUSGROENTEN. Snijboonen 15
ct., spercieboonen 18 ct., spinazie en andijvie 12
ct., alles per 5 ons. GROENTEN UIT HET VAT
Snijboonen 12 ct., spercieboonen en andijvie 10 ct.,
echte Mainzer zuurkool 5 ct., alles per 5 ons.
Aanbevelend, G. W. v. d. POL, Schoutenstraat.
Tl et beroemde TRAPPISTENBIER is van het eerste
kwaliteit hop en mout gebrouwen en door zijn
zuiverheid zeer aan te bevelen, ook per halve flesch
verkrijgbaar bij I. II. ALBERS, in de Bierkelder,
Verdronkenoord, ingang Kapelplein..
fdevraagd een flinke KRUIDENIERS JONGEN bij
C. A. WOLZAK Mz., Snaarmanslaan E 24.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR zullen op Donderdag 5 Januari 1911,
des namiddags te ll/2 uur, bij openbare insehrijving
VEKHURJEN voor den tijd van 3 jaren, ingaande
1 Februari 1911 en eindigende 31 Januari 1914:
De gezegelde inschrijvingsbiljetten moeton bezorgd
zijn ter Gemeente-Secretarie vóór Of op 5 Januari
19H, des namiddags 1 uur.
De voorwaarden van verhuring liggen ter lezing
ter secretarie, terwijl desverlangd de opzichter over
den Hout en de plantsoenen aanwijzing doet.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.