Dertien in een tunnel. Ruys' Tandpoeder. Ruys' Mondtinctuur. Schaaki*ubi*iek AD VEBTENTIEN] Verhuring van Tuingrond. Vraag en aanbod. Vijf pereeelen TUINGROND, gelegen aan de Verlengde Kruislaan bij den Hertenkamp te ALKMAAR, zijnde de kadastr. perceelen sectie E, nos. 256 en 759 dier gemeente, ter gezamenlijke grootte Tan ongeveer 0 98.70 H.A. Griekenland viel dit jaar van de eene misère in de andere. Een politieke crisis, een oneenigheid tussehen officieren van leger en vloot, een nationale vergadering, waarin de leden met elkaar handgemeen werden, een ontslag van het ministerie, een ontslag van het nieuwe ministerie, een ontbinding van de na tionale vergadering wisselden elkaar af. Aan het einde des jaars is er echter verbetering te eonstatee- ren. De krachtige Kretenzer Yenizeloa, die de partij van het nog steeds ernstig bedreigde Koningshuis koos (in Februari moest de minister-president aan koning George mededeelen, dat hij niet kon instaan voor de rust, wanneer de kroonprins terug kwam!) kreeg bij de laatste verkiezing een goede meerderheid en treedt zuiverend op het zal hem echter niet ge makkelijk vallen het koningschap te redden. Spanje deed veel van zich spreken. Zelfs is in October het bericht van een revolutie door de wereld gegaan en hoewel het valsch bleek, wees het toch wel op den stand van zaken. Toch hadden de onlusten oter het geheel niet den omvang van die uit het vorig jaar. Behalve tegen het binnenland, had het liberale ministerie-Canalejas een zwaren strijd te voeren te gen het Yatikaan, dat zich verzette tegen het optre den in zake de toekenning van eenige rechten aan an dere eerediensten dan de Katholieke en tegen de Ca- denas-wet. Niettegenstaande de felle oppositie van de zijde der clericalen bleef het ministerie-Canalejas aan het bewind, en kreeg het zijn wenschen vervuld. Over Portugal's lot na de revolutie van 4 Oc tober spraken we reeds gisteren. Het ging er tevoren in de politiek «nog al rumoerig toe. Het radicale en homogene ministerie was genoopt zijn ontslag te ne men en nadat de heer Yilhena een opdracht tot kabi netsformatie had geweigerd, vormde de heer Teixeira Souja een kabinet, dat den koning adviseerde tot ont binding der Cortez en tot benoeming van 16 liberale pairs. Het een noch het ander heeft de revolutie kun nen voorkomen. België heeft in menig opzicht een gezegend jaar achter den rug. Door de wereldtentoonstelling en door de reizen van het koningspaar is de aandacht bij zonder op onzen nabuur gevestigd en is zijn nijver heid, zijn welvaart, ook zijn energie duidelijk aan den dag gelegd, terwijl het Vorstenhuis veel sympathie heeft herwonnen, dat tijdens koning Leopold's bestier te loor was gegaan. Bij de verkiezingen, op welker uitslag liberalen en socialisten hun hoop gevestigd hadden, bleef de cleri- cale meerderheid in stand. Toch is de voorspelling niet te gewaagd, dat zij in afzienbaxen tijd zal hebben afgedaan. Denem arken s binnenlandsehe politiek bood weinig goeds. Het geheele jaar door trok de aan dacht het proces voor het rijks gerechtshof tegen de oud-ministers Christensen en Berg wegens medewe tenschap van de knoeierijen van hun collega Alberti, die een som van 9 millioen gulden hadl verduisterd. Eerstgenoemde werd vrijgesproken, de beide laatsten veroordeeld, Christensen tot 8 jaar. Het Eolkething, waarin het radikale ministerie- Zahle geen meerderheid meer had, werd in Mei ont bonden. De verkiezingen vielen nadeelig uit voor het kabinet, dat echter aanbleef tot na afloop van. het proces tegen de oudministers. In Juli stelde de heer Klaus Berntsen een nieuw, gematigd1 kabinet samen. Noo rwegen begon het jaar met een crisis: den 26sten Januari werd het Storthing door den ko ning geopend en den zelfden dag viel het radikale mi nisterie Knudsen, dat in overeenstemming met den politieken toestand werd vervangen door een kabinet van meer gematigd karakter, samengesteld door den heer Konow. Een der eerste daden van de afgevaardig den was het zich zelf toekennen van een toelage. Later werd een ontwerp tot uitbreiding van het vrou wenkiesrecht aangenomen, terwijl het gemeentelijk kiesrecht aan alle volwassen vrouwen werd gegeven. Zweden welks koning in Februari een blinde darm-operatie moest ondergaan zag zijn Kamers een wetsontwerp tot intrekking van de wet op de Godslastering verwerpen. Het belangrijkste onderwerp dat voorts behandeld werd was het wetsontwerp rege lende de verhouding van werkgever en werknemer, een gevolg van de groote staking uit het vorig jaar. Zwitserland deed wederom weinig van zich spreken. De nationale raad verwierp den 4den April het voorstel tot evenredige vertegenwoordiging bij be noeming van leden van dien raad en den 22sten Octo ber verwierp het volk de invoering van de evenredige vertegenwoordiging voor den Bondsraad. De Unie van Zuid-Afrika wij verlaten nu Europa om uit de jaargeschiedenis der andere we- relddeelen enkele gebeurtenissen aan te stippen kwam tot stand. Gelijk men weet is deze Unie een vereeniging van Kaapkolonie, Natal, Transvaal en Oranjerivierkolonie, met Kaapstad tot zetel van de wetgevende en Pretoria van de uitvoerende macht. Nadat in het jaar te voren de grondwet was aangeno.- men, kon met de daaruit voortspruitende werkzaam heden een aanvang worden gemaakt. De gouverneur- generaal lord Gladstone droeg aan generaal Botha de samenstelling op van het eerste kabinet (21 Mei) wel ke opdracht werd aanvaard en uitgevoerd. Bij de ver kiezingen in September overwon de Botha-partij en hoewel de heer Botha zelf niet werd gekozen en hier uit een gevaarlijke crisis dreigde te ontstaan, schafte de tijd raad: was hij te Pretoria geslagen, Losberg rekende het zich een eer hem te mogen afvaardigen. President van den senaat werd de oud-president Reitz president van de Kamer de heer Moltena, voorzitter van het Kaapsche parlement. Door den hertog van Connaught werd uit naam van den koning het Unie- parlement den 4den November geopend. Men ging daarna onmiddellijk aan den slag zoodat tegen het einde dier maand de eerste begrooting reeds kon wor den ingediend. Voorshands is de kans niet groot, dat het ideaal van vele Engelschen, een rassen-ver smelting in Engelschen geest, zal worden verwezen lijkt. De taaiheid van het Boerenelement is nog niet ineengeschrompeld Het Verre Oosten bood weinig stof tot bemoeienis en bespreking. China ging geleidelijk voort met zich te ontwikkelen tot een grondwettigen staat en het voorparlement toonde een beleid, moed en werkkracht, welke niet verwacht werd, zoodat een spoediger invoering van d© Grondwet is te voorzien dan bij het keizerlijk besluit werd bepaald. Een beweging tegen de vreemdelingen, die zich in het midden van het jaar dreigend deed aanzien, werd tijdig onderdrukt. Japan ging rustig voort met zich klaar te maken voor de groote taak, welke het zich zelf heeft gesteld, Perzië werd dit jaar verdrietig onder de behande ling, door Engeland en Rusland aangedaan, vooral door het eerste land dat, onder voorwendsel dat de overheid niet bij machte was de veiligheid te verzeke ren, tot tweemaal toe troepen landde. Het rijk van den Shah zal echter lijdelijk moeten toezien wat mach- tigeren er mede gelieven te doen. Si am verloor den 23sten October zijn koning Tsjoe- la Longkorn, in Europa zeer goed bekend. A m e r i k a's politiek heeft tal van belangrijke ele menten aan te wijzen. In de Vereenigde Staten toonde de heer Taft als president meer kracht en meer be leid dan men hem toedacht en in verband hiermede is zijn invloed gewonnen en heeft zijn voorganger de heer Roosevelt, die op een gegeven oogenblik scherpe positie tegenover hem koos, voor hem de vlag moeten strijken. Den strijd tegen de trusts zette hij voort, voerde dezen evenwel gematigder dan de kracht- mensch Roosevelt, die ook in dit jaar met groote hef tigheid aanvallen op financieel gebied deed en felle kritiek op het Hoogste Gerechtshof, voornamelijk ten aanzien van beslissingen inzake trusts en groote spoorwegmaatschappijen oefende. Geweldig was de campagne bij de verkiezingen van gouverneurs en congresleden der staten. De heer Roosevelt, die zich ondanks de min-gunstige voorspellingen te Saratoga tot tijdelijk voorzitter der republikeinsche conventie zag gekozen, trok al redevoerend als een razenden Ro land het land door, vaak opponeexend tegen den heer Taft, wien hij, naar hef heette in 1914 wilde verdrin gen. Zijn bruusk optreden verschafte aan de demo craten, geholpen door de Tammany-kliek en zelfs ge steund door overloopers uit de republikeinsche kamp, de zege. Staten die tot nog toe voor republikeinsche bolwerken doorgingen, kozen democratisch. Onder den indruk der nederlaag is dezer dagen de verzoening tussehen de beide groote mannen tot stand gekomen, zoodat de republikeinen er thans weer beter voorstaan tegenover de zoo sterk gebleken partij «der democraten. Niet onvermeld mag blijven den in Juli ontstanen strijd tussehen het blanke en het zwarte ras, ontstaan door de overwinning van een neger bij een bokspartij Mexiko staat onder alle republieken zeker het ste vigst en dan volgen wellicht in de eerste plaats Ar gentinië en Brazilië, zoo meende verleden jaar een overzichtschrijver. Falikant is zijn veronderstelling uitgekomen. In Brazilië zoowel als in Mexiko had het staatsbestuur te kampen met opstanden, die een drei gend aanzien hadden en waarvan de afloop nu zelfs nog niet met zekerheid te zeggen valt en ook in Ar gentinië was de toestand meermalen angstwekkend. De woelingen verhinderden Argentinië noch Mexiko het eeuwfeest der onafhankelijkheid met luister te herdenken. De Zuid-Amerikaansche staten Peru en Ecuador stonden het geheele jaar door op gespannen voet met elkaar zij hadden zelfs de troepen reeds aan de grenzen en nu weer hangt er een conflict tussehen Peru en Bolivia, dat echter nog best met een vergelijk kan afloopen. Het midden-Amerikaansche Nicaxague joeg in Au gustus zijn despotisch optredenden president weg. Yan Venezuela hoorde men dit jaar zoo goed als niets: het gaat er blijkbaar heel wat beter dan onder Castro. En hiermede hebben wij de belangrijkste gebeurte nissen aangeteekend, welke het jaar 1910 heeft ge bracht. Onze ruimte gedoogde niet uitvoeriger te zijn wij moesten wel volstaan met slechts van de belangrijkste feiten en verschijnselen melding te ma ken, ze hier en daar terloops met elkaar in onderling verband te brengen of kortelings toe te lichten. De hierdoor ontstane schets is« dan ook geenszins een pre cies beeld,, meer een uit de hoogte genomen foto van een landschap, dat rijk is aan afwisseling, dat leeft en beweegt. Een totaal-indruk te geven van wat 1910 in de internationale politiek aan goed en «aan kwaad heeft geschapen ziedaar de taak, naar welker ver vulling in deze kolommen is gestreefd. Jf». 271. E. E. Westburg te Birmingham. „Hampstead and Highgate Express" SI 1910. 8 7 6 5 4 3 2 1 f abcdelg h Mat in 2 zetten. Oplossing van No. 268 (E. Ferber). ld 2d4 enz. Een Engelsch Oudejaarsavondverhaal. Ze zaten met z'n dertienen in den trein die o«p den kouden, donkeren Oudejaarsavond van Londen naar Cridlington reed. Conducteur, machinist en stoker niet meegerekend. Eerst was mr. William Bal ton, een werkman, gekomen. Hij was in een derde klasse rook coupé gestapt, had de deur achter zich dichtgegooid, zijn volgepakten en toegeknoopten rooden zakdoek op de bank gelegd, zijn pijp gestopt en ondanks de koude het raampje open gezet. Toen waren mr. Philip Cockayne en mr. John Oddy verschenen, gevolgd door een dienstman, die een kof fer droeg. Mr. Cockayne was in een kostbaren pels ge huld en had een warme reisdeken over den arm. Hij zag er veel voornamer uit dan de kleine, dikke mr. Oddy, die een versleten ulster droeg. Beiden waren be kende schrijvers en hadden elkaar toevallig op het per ron ontmoet. Buiten hun schrijversroem en hun reis doel hadden ze weinig gemeenschappelijks. Mr. Coc kayne was een novellenschrijver van de nieuwste school. Tussehen hem en het leven hingen dikke ne vels; hij zag alles, de wereld en de menschheid, in sombere kleuren, kortom hij was, zooals men met een eerbiedigen oogopslag zegt „literair" in tegenstel ling met John Oddy, die de „versleten paden van een Dickens bewandelde" en even hardnekkig de zonzijde opzocht als zijn vriend Cockayne den schaduw. Zij hadden plaats genomen in een rookcoupé eerste klas se. Na de beide heeren waren twee jonge, knappe meis jes komen aantrippelen, Phillis en Jenny Muddock. De negentienjarige Phillis had al heel gauw een net ten jongen man in het oog gekregen die een tasch in de hand droeg en haar namelijk miss Phillis en niet de tasch met bewonderende blikken aankeek. De dames waren in een coupé tweede klasse gaan zit ten, Richard James Cartwight (zoo heette de ma«n met de tasch) in de aangrenzende. In stilte hoopte hij, dat de bekoorlijke jongedame hem dezen avond op een of andere romantische wijze nog een of meer vriendelijke blikken zou schenken. Hij liet daarom hét raampje zakken en keek naar buiten. Nu hij trof het wel reeds bij de eerstkomende halte kwam het hoofd van miss Phillis uit het raampje. Zij wilde eens zien had ze tot Jenny gezegd, die zestien jaar oud was en haar zuster natuurlijk in de kaart keek of de maan ook scheen Verder behoorde de familie Sleep tot de passagiers, mr. en mrs. Sleep, de vijfjarige Teddy Sleep en een kindermeisje met een baby Sleep. Met haar pakketten, korven en doozen vulde de familie Sleep, van wie ver der hier gezwegen zal worden, een niet-rook coué tweede klasse. Een minuut voor het vertrek van den trein, holde een gladgeschoren jongmensch langs de waggons, opende de deur van de coupé, waarin mr. Balton zijn pijp rookte, verdween en sprong in een andere coupé. Mr. Balton scheen dat minder aangenaam te vinden; hij ging staan, liep naar de deur en „verzocht" met zijn dreunende stem den meneer „beleefd," waarom hij de deur geopend en niet weer gesloten had en hij gaf hem den welgemeenden raad, niet weer onder zijn oogen te komen, omdat hij niet mak was tegenover zeker soort heeren, die niet wisten hoe het hoorde. De jongeling, een kellner die op Oudejaarsavond in Cridlington zou bedienen, vond het maar beter niet te antwoorden. Op het laatste nippertje was ex nog een oude dame, bij gekomen, die telegrafisch naar Cridlington was ontboden. Haar dochter was er getrouwd en verwacht te op den Nieuwsjaardag haar eerste kindje. Dat waren de dertien, die naar Cridlington reisden. Een kort, snerpend gefluit der locomotief deed mr. Cockayne opspringen. „Wat is dat?" riep hij angstig. „De tunnel" zei mr. Oddy en stak zijn meerschui men pijp aan. Op hetzelfde oogenblik bleef de trein met een hevigen schok staan en mr. Cockayne viel on zacht op zijn bank. „Oh...." riep hij bevend „wij zijn gederailleerd of op een trein gebotst." „Onzin Cockayne," antwoordde Oddy gemoedelijk, „zulke dingen gebeuren alleen maar in jou novellen!" Hij keek naar buiten. Er was niets te zien dan duis ternis. Maar wel viel ex« wat te hooren. Het luidst klonk de stem van den braven Cartwight die riep of er ook iemand hulp noodig had en in stilte dacht, hoe heerlijk het zou zijn als hij de bekoorlijke miss in de aangrenzende coupé uit een levensgevaarlijken toe stand kon redden zonder zelf het slachtoffer van zijn menschlievendheid te worden. De conducteur deelde mede, dat het laatste gedeel te van den tunnel ingestort was en dat men zou trach ten zoo spoedig mogelijk weer uit deze gevaarlijke onderaardsche gang te komen. Maar jawel! De trein was weer in beweging, had de ingang bijna reeds bereikt, toen de seinlichten plotse ling verdwenen en de muren ook aan dien kant in stortten. „Stop, stop! brulde de stoker en zette de rem aan, terwijl de machinist den hendel overhaalde. Het scheelde niets of de trein was onder het puin bedolven. De vrouwen schreiden, de mannen riepen om hulp en allen was het duidelijk, dat ze zich in groot gevaar bevonden. Spoedig wisten ze, dat de beid© einden van den tunnel ingestort waren en dat de trein voor- nöch achteruit kon. Nu moesten ze wachten, tot er redding kwam. Mr. John Oddy had zijn gewone opgewektheid te ruggekregen. Hij liep langs de waggons en kalmeerde de opgewonden reizigers. Hij stelde voor, dat allen in den bagagewagen zouden komen en dat men daar een picknick zou houden. Hij zelf wilde een flesch wiskey geven en de anderen moesten maar uit hun koffers halen, wat ze aan levensmiddelen bij zich had den. Dit voorstel vond eerst niet onverdeelden bijval, enkelen wilden hun coupé aanvankelijk niet verlaten, zoo de jonge kellner niet, die tegen een ontmoeting met mr. Bolton opzag. Maar allen bezweken tenslotte voor den vriendelijken aandrang van den opgewekten reiziger en de kellner stelde zijn sigaren, zijn sigaret ten e,n al zijn tabak ter beschikking. Ieder nam mee wat hij te missen had en bracht het naar den bagage wagen. Met z'n dertienen zaten ze daar heel gezellig bij spijs en drank. Mr. Oddy vond het weldra noodig het gezelschap te waarschuwen wat zuinig te zijn met de proviand, want hoewel er geen gevaar meer was (in werkelijkheid was het hoegenaamd niet vermin derd), het zou nog altijd uren kunnen duren, voordat ze bevrijd waren. Tegelijkertijd schonk hij mr. Balton een drinknap halfvol wiskey in. Deze brave man was het ten aanzien van de zuinigheid zoo roerend1 met den spreker eens dat hij den nap in één teug ledigde. Bij de dertien, die op de koffers zaten (de dames Muddock en mr. Cartwight „wegens plaatsgebrek" op één) voegden zich de conducteur, de machinist en de stoker. In een hoekje zaten de jonge kellner, die nog altijd bang was voor mr. Balton, en de groote schrij ver Cockayne, die zich in dit gezelschap niet thuis gevoelde en erg voornaam deed. Intusschen had Jenny Muddock de adressen van de bagage bestudeerd en op een daarvan den naam John Oddy gevonden. Oddy.Oddy.was dat niet de lievelingsschrij ver van het steeds blijmoedige gezin Muddock? Zij deelde Phillis haar ontdekking mede en mr. Cart- wright herinnerde zich onmiddellijk het portret van Oddy in een tijdschrift te hebben gezien en zei de dat de kleine, dikke, goedgeluimde meneer, die het gehee le gezelschap in zulk een opgewekte stemming ge bracht had, hem moest zijn. Phillis en Jenny wilden natuurlijk dadelijk hun album met handteekeningen uit de koffers halen en door hun opgewonden gesprek vernamen de anderen, dat de beroemde humorist in hun midden was. Onmiddellijk bestormden ze hem met het verzoek, eens iets te vertellen. Oddy, gemoedelijk als altijd, was hiertoe wel bereid, maar meende, dat een veel bekender novellist, die zich in het gezelschap bevond, de groote Philip Cockayne, moest voorgaan. Cockayne wierp zijn vriend een woedenden blik toe en zei giftig: „Ik ben bang, da«t mijn vertelling niet in den smaak zal vallen." „Valsche bescheidenheid," meende Oddy lachend. „Maar ik doe een voorstel, Cockayne. Wij vertellen allebei het kleine ongeval, dat zoo even gebeurd is en we maken er allebei een slot aan, dan kunnen we zien wie door de werkelijkheid in het gelijk gesteld wordt." „Aangenomen!" brulde mr. Balton: „mr. Oddy heeft het woord!" Deze stak een van Caxtwrights sigaren op en begon. Hij was een prettig verteller en had zijn toehoorders spoedig zoozeer in zijn macht, dat ze totaal vergaten, waar ze zich bevonden en dikwijls in een luid gelach uitbarstten allen op Cockayne na, die steeds nor- scher voor zich uitkeek en zich voornam zijn verhaal naargeestiger te maken naarmate de vertelling van Oddy vroolijker werd en die zich maar niet kon begrij pen, dat die ezel er pleizier in had, zulk een gezelschap van minderwaardigen te amuseeren. John Oddy eindigde zijn vertelling aldus: „De laatste boterhammen waren verorberd.De laatste druppel whisky door mr. Balton opgedronken. („Bravo!" riep de genoemde). Niets was er voor het kleine dappere gezelschap van de dertien overgebleven dan tien sigaren en tien sigaretten. Mrs. Longer klaagde met weemoedige stem, dat ze nooit had ge dacht op haar ouden dag nog tabak te moeten kauwen om toch maar wat is den mond te hebben (gelach). Maar toen zelfs de dapperste, mr. Philip Cockayne, begon te twijfelen, klonk ©en juichkreet in de duis ternis. De gevangenen stormden naar de richting, van waar het geluid kwam.... en wat zagen ze? Ze zagen zich gered.... (Algemeen© teekenen van in stemming, waaraan echter niet werd deelgenomen door Cockayne, die de verhaaltrant technisch zeer gebrekkig vond en Cartwright, die nog wel graag een tijdje naast Phillis Muddock op de koffer zou blijven zitten). Wat heb ik u nog te zeggen? Hoe ze het oude in het nieuwe vierden? Hoe mrs. Longer haar eerste kleinkind in de armen nam en de familie Sleep insliep?" Jenny Muddock giebelde ongegeneerd, waar voor Phillis haar een kleine por in den rug gaf. Wel, dat te vertellen, zal de taak van mijn geniale vriend Cockayne zijn". Mr. Oddy verliet zijn plaats. Hij had een volkomen succes behaald en graag zou men nog eens naar zijn vertelling geluisterd hebben. Maar mr. Balton, die wist hoe het hoorde, riep: „Mr. Cockayne heeft het woord!" En Cockayne schraapte zich de keel en begon zijn verhaal. Somber als zijn stem was de teekening van de omgeving, waarmede hij aanving. In den bagagewa gen, waar zoo even nog een vroolijke lach had geklon ken, heerschte weldra d© stilte van het graf. Oddy voelde zich onbehaaglijk. „Als de kerel nu maar rekening houdt met de dames," bromde hij voor zich heen. Maar dat deed Cockayne niet. Integendeel, het scheen voor hem een genot te zijn angst en ont zetting te weeg te brengen. De dames weenden reeds en het meerendeel der mannen keek gelaten naar den vloer. De stoker kreeg het zelfs te kwaad en maakte gauw dat hij weg kwam. Cockayne ging voort: „Acht en veertig uren waren er verloopen sinds de laatst© bete broods was verdwe nen.... zelfs Balton, de stevig© werkman, begon er akelig uit te zien. „Laat mij alstublieft er buiten hè!" zeid'e Balton barsch. .Maar het verschrikkelijke kon niet uitblijven. De muren van den tunnel waren door de twee instor tingen uit hun voegen gescheurd.Het begon over al te knetteren.en plotseling. „Nou ophouden", brulde Balton en sprong, de vuist dreigend omhoog geheven, op Cockayne. toe. Maar op hetzelfde oogenblik kwam uit d© duister nis van den tunnel een kreet: „Hoera! Wij zijn ge red Het was de stoker, die bij de narigheid) van Coc kayne er tussehen uit getrokken was en buiten de bijlen der redders had gehoord. Kort daarop waren ze bevrijd. 's Nachts, toen het nieuwe jaar reeds was. ingetre den zaten de beide schrijvers nog te praten over het geen ze op den laatsten dag van het zoo even uitgelui de jaar hadden beleefd. Oddy hief zijn glas op en zei „Kerel, op de goeie afloop!" „Toeval" antwoordde Cockayne droogjes. „Best," aldus Oddy op ernstigen toon. Toeval. Maar bestaat het heele leven niet uit toevalligheden?" „Misschien had je gelijk, toen je aan je vertelling in den tunnel zoo'n zoetig, tam slot maakte," spotte Cockayne, „in een tunnel, die elk oogenblik instorten en ons allen begraven kon. Oddy viel hem in de rede. „Denk er, nu het nieuwe jaar pas« begonnen is, eens over na, of het leven ook niet zulk een tunnel is, of wij allen wel niet eens geen uitweg weten, voor noch achteruit kunnen, wachten op de blijde kreet van een redder, of wij niet dankbaar gestemd zijn, wan neer wij troost en opbeuring krijgen, of wij op onze beurt niet moeten doen wat we kunnen om onze me- demenschen door moeielijke oogenblikken heen te hel pen, hen bij te staan, hen in opgewektheid moed te geven." Toen zweeg Cockayne. Van 15 regels 25 Cents, bij vooruitbetaling. T B. L. SIMONS Alkmaar. Steenhouwerij K o- ningsweg 76. Grafteekenen, Schoorsteen mantels enz. ITE KOOPMeubelen, Stoelen en Spiegels in alle stijlen, zoowel nievw als antique, ook solied be kleed werk te leveren. Firma P. J. en C. NIEROP, Alkmaar. A v. DIEPEN, Verdronkenoord D 19, Administra teur, Taxateur en Yeiler Woningbureau. Ten allen tijde worden Huizen en Landerijen te koop en ver koop, te huur en verhuur en ter incasseeren van huurgelden aangenomen, ook onder waarborg. Beleefd aanbevelend. jif ODES. Gevraagd een 2e Modiste of gevorderd Leerling, en eenige nette Leerlingen. Adres: M. M. HENNEKE, Payglop. fTe huur Een WINKELHUIS, Hekelstraat 7, ach"- teruitkomende St. Jacobstraat. Te bevragen Langestraat B 58. TTITGEWOGEN BUSGROENTEN. Snijboonen 15 ct., spercieboonen 18 ct., spinazie en andijvie 12 ct., alles per 5 ons. GROENTEN UIT HET VAT Snijboonen 12 ct., spercieboonen en andijvie 10 ct., echte Mainzer zuurkool 5 ct., alles per 5 ons. Aanbevelend, G. W. v. d. POL, Schoutenstraat. Tl et beroemde TRAPPISTENBIER is van het eerste kwaliteit hop en mout gebrouwen en door zijn zuiverheid zeer aan te bevelen, ook per halve flesch verkrijgbaar bij I. II. ALBERS, in de Bierkelder, Verdronkenoord, ingang Kapelplein.. fdevraagd een flinke KRUIDENIERS JONGEN bij C. A. WOLZAK Mz., Snaarmanslaan E 24. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR zullen op Donderdag 5 Januari 1911, des namiddags te ll/2 uur, bij openbare insehrijving VEKHURJEN voor den tijd van 3 jaren, ingaande 1 Februari 1911 en eindigende 31 Januari 1914: De gezegelde inschrijvingsbiljetten moeton bezorgd zijn ter Gemeente-Secretarie vóór Of op 5 Januari 19H, des namiddags 1 uur. De voorwaarden van verhuring liggen ter lezing ter secretarie, terwijl desverlangd de opzichter over den Hout en de plantsoenen aanwijzing doet. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 6