DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No 4 Honderd en dertiende jaargang. 1911. DONDERDAG 5 JANUARI FEUILLETON. Het Goudeei Bed« BTnWËS h A If II. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzondei lijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Het waren geen vriendelijke beelden, welke in deze feestelijke stemming harer verjaring in haar herinne ring kwamen. En de brief van den nu zeven en twin tigjarigen Felix, welke op zijn geschenk lag een uitgave van alle werken van Itoen bracht niet als anders een glimlach van rustige tevredenheid op haar lippen. ALKMAARSCHE COURANT ALKMAAR, 5 Januari 1911. Ka de tentoonstellingen, waar mooie en goede voor werpen uitgestald zijn, komen er tegenwoordig exposi ties in de mode, waarbij voorwerpen tentoongesteld zijn, welke doen zien wat slecht of verkeerd is. Zoo is er in Amsterdam op het oogenblik in navolging van het buitenland een tentoonstelling, welke een denkbeeld geeft van de smaakmisleiding uit onzen tijd, tal' van voorwerpen omvat, die aangeven hoe ze van vorm, kleur etc. niet moeten zijn om te be hagen, of liever om aan een goeden smaak te voldoen. Zoo wordt er thans te Berlijn een tentoonstelling ge houden, welke eerlang ook binnen onze grenzen wel een navolging zal vinden. Wij bedoelen de „Ausstel- lung gegen die Schundliteratur," de tentoonstelling tegen vuile, slechte lectuur, welke in het Rijksdagge bouw onder dak gebracht is en op initiatief van ver- eenigingen plaats heeft, welke zich met bestrij ding van die lectuur bezig houden. Ook in ons land wordt er gelukkig meer en meer aan die bestrijding gedaan wij herinneren aan de onlangs in de hoofdu st-ad gehouden vergadering, belegd' door het Amster- damsche raadslid! Simons, waar uitvoerig gesproken is over de verschillende stelsels van bestrijding. De Berlijnsche tentoonstelling verdient zeer de aan dacht. Zij stelt den bezoekers duidelijk voor oogen welk een omvang het kwaad van de colportage-romans en de detective-verhalen heeft genomen, hoeveel ver derf het brengt en1 hoeveel schatten het verslindt. Zij leert bijv. dat er in Duitschland' 8000 zelfstandige za ken' en 30.000 colporteurs zijn, die het gedrukte vergif aan deu marr -en aan de vrouw! brengen en dat het Duitsehe volk jaarlijks 30.000.000 gulden aan dit soort lectuur verspilt de niet-bemiddelde menschen, want zij zijn de grootste afnemers, tasten dus wel diep in den) buidel om zulke leesstof machtig te worden. Voor Hamburg is berekend, dat de uitgaven voor prikkellectuur, voor ril- en trilverhalen evenveel be dragen als die voor het geheele lager onderwijs in die stad! Het gevaar der bonte omslagen met hun lokkende titels en hun gemeene prentjes, welke steedb nieuwe misdaden en afschuwelijkheden aankondigen is daar duidelijk aan heit licht gesteld: „de hloedhrug van Se- rifton, de lijkenschender van het greenwoodkerkhof, het apachenhol in de Catacomben" zijn enkele der ti tels en het doodsteken van een man op straat, het springen van een bom onder een glazen braidskoets enkele der voorstellingen, die „trekken" en die de uithangborden zijn van hetgeen er daarbinnen te ge nieten valt: uitvoerige schilderijen Van moord, dood slag, roof, brandstichting en andere perversiteiten. Niet altijd echter zijn er zulke uithangborden men vindt op de tentoonstelling ook fraaigebonden boeken met historische of wetenschappelijke titels, zooals „Keizerin Elisabeth," welker inhoud' bij nader onderzoek blijkt, gelijk te zijn aan dien van een eol- portageroman Naar het Duitsch van OLGA WOHLBRüCK, bewerkt door J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM. 7) In het huwelijk werd zij tot een nul verlaagd. Frank deed zich voor als de bedrogene hals, die er ingeloo- pen was, wiens vrouw blij moest zijn, dat hij haar be hield. Zonder zelfs met haar te overleggen, ver huisde hij naar Berlijn. De tweeduizend Mark waren spoedig verbruikt en de kleine zaakjes, waarmede Frank zich boven water hield, waren niet steeds zon der bedenking. Tweemaal stond hij voor den straf rechter. Al werd hij beide keeren vrijgesproken, er bleef toch altijd iets van hangen al was het slechts de omgeving van duistere existenties, waarin hij ver keerde. Eens had hij geluk en spreidde zelfbewust eenige bankbiljetten van duizend Mark voor zijn vrouw uit, en gaf haar zelfs tegen zijn gewoonte rondweg re kenschap, hoe hij aan het geld was gekomen. In dien tijd nam hij den kleinen lederhandel in de Neue Griin- strasze over. „Binnen tien jaar concurreer ik met de groote, ou de firma's", zeide hij. En hij behandelde zijn vrouw met nog meer minach ting, omdat zij hem in plaats van een zoon, die de zaak zou erven, een leelijk, zwart- meisje schonk. Toen twee jaar later een zoon volgde, stelde hij geen belang meer in de zaak, met haar rustigen, be perkten voortgang. Hij zat achter de toonbank en las populair philosophische en paedagogische trac- taatjes. Wanneer er een klant kwam, dan riep hij zijn vrouw, uit de aangrenzende woonkamer, om te bedienen. Weldra bracht Margarèta Frank den ganschen dag- in den winkel door, prees de mooie portemonnaies en de billijke taschjes aan, verkocht met onuitputtelijk geduld hondenriemen en handkoffers en kookte in de Er ligt een complete verzameling Nick-Carter, be staande uit 250 deeltjes de Amerikaansche uitgave telt er 500, zoodat de vertaling van nog 250 stuks te wachten staat. Deze „verzameling" kost 50 mark. Hoe getracht wordt voor de bloederige verhalen reclame te maken blijkt uit den achterkant van een .omslag, waar te lezen staat dat het in het hoekje afgebeelde „zwaard" van den held van deze „ware"gebeurtenissen dank zij veel moeite, in' het bezit van den uitgever van het hoek is gekomen, die gaarne bereid] is het aan belangstellenden te laten zien! Het spreekt wel van zelf, dat met huivering vaak gekeken wordt naar het voorwerp, dat kort te voren Van een oud-roest-man is gekocht en wie weet welk een onnoozele levensloop achter zich heeft. Maar het meest leert de groote afdeeling der afge lezen boekjes. Hier is een serie, welke men in de na latenschappen van armen heeft gevonden, daar een, wel ke afkomstig is Van bezoekers van tehuizen! voor dakloozen, elders is er een verzameling bijeengebracht door een man belast met het bijwonen van de zittin g-en der rechtbank voor kinderen, verderop een tafel met boekjes, welke een eigenaar van een groote zaak uit de handen der kinderen! nam, die bij het heldere licht van zijn winkel 's avonds op straat stonden te lezen, of een tafel met boekjes, welke, onderwijzers aan hun leerlingen hadden ontnomen. Vooral die afgeno men prikkellectuur werden steeds goede boeken in de plaats gegeven, welke door particulieren en maat schappijen tegen lage prijzen (zelfs van 6 cents per deeltje) worden) verstrekt. Er is een; zaal, waaruit een reinere atmosfeer den bezoeker tegenwaait, schrijft een verslaggever. Zij be vat- in boeken en statistieken de wapens tegen de vui le lectuur. Men vindt hier de goed© leesstof, welke door vereenigingen en personen onder het volk wor den gebracht om daar liet genot aan werkelijke lec tuur te geven, goed geestelijk voedsel te verschaffen. Een van die vereenigingen, da maatschappij tot ver breiding van volksontwikkeling, heeft in 10 jaren tijds 1.144.848 boeken uitgegeven en anderen volgden het goede voorbeeld. Er wordt in Duitschland! dus ge werkt, en in de goede richting gewerkt, maar veel zal er nog moeten worden gedaan, om. tegen deverderfelij- ke geestelijke strooming in te roeien. De voorzitter sprak de hoop uit, dat de heer Raaymakers spoedig zal mogen herstellen. De voorzitter deelde mede, dat gistermiddag en volgende dagen de staatsbegrooting' in de sectiën zal worden onderzocht. Heden om drie uur is er openbare vergadering ter behandeling van eenige kleinere ont werpen. wow.»»» nmiww y —li i MINISTER COLIJN. H. M. de Koningin, heeft gisterochtend om 9^2 uur den nieuwbenoemden minister van Oorlog beëedigd. H. M. had! met minister Colijn na dien® eedsaflegging nog een langdurig onderhond, zoodat de minister te gen circa elf uur het Paleis verliet. Ten 2 uur heeft de minister de oorlogsportefeuille overgenomen, daarna zijn aan hem voorgesteld de commandant van het veldleger, de chef van den gene- ralen staf, de secretaris-generaal, de hoofden der af- deelingen aan het ministerie en de adjudant van den minister van Oorlog. H. M. DE KONINGIN. Gisteravond woonde H. M. de Koningin met Z. K. - II. Prins Hendrik het bekende treurspel van Vondel „Lucifer" bij, dat door Royaard^s gezelschap werd ge geven in den' Haags'chen schouwburg. Bij het- vertrek zeide H. M. met veel belangstelling de opvoering van dit treffende drama te hebben g'ij- gewoond. EERSTE KAMER. De Eerste Kamer vergaderde gisteren. Van den heer K. Raaymakers was bericht ontvan- gein; dat hij om gezondheidsredenen ontslag neemt als lid der Kamer voor Noord-Brabant» 1 - - - i tussehentijden op een petroleumstel een haastig en spaarzaam maal. Twintig jaren na de geboorte harer dochter, schonk zij een tweeden zoon het leven. Daarna sukkelde zij nog enkele weken en stierf. Nu werd de vader actief, en wilde de opvoeding van zijn zoon zelf ter hand nemen, want hij achtte zich zelf bekwaam genoeg door zijn aanhoudend lezen en zijn praktische ervaringen om een jong mensch voor liet leven voor te bereiden. Maar Paul, die het gymnasium had doorloopen, la- tijn geleerd had en reeds twee humoristische schetsen aan de „Eliegende Blatter" had gezonden, welke aan genomen en betaald werden, voelde zich de opvoe- dingsproeven zijns vaders ontwassen. Dagelijks waren er scènes en twisten, gedurende welke de kleine Felix onder de tafel vluchtte, en Ottilie, die zich voorbe reidde voor het onderwijzeres-examen met de vingers in de ooren zat. Dikwijls eindigde het daarmede, dat Ottilie zich in den opgeheven arm des vaders wierp en den broer met een krachtig: „maak nu, dat je er uit komt!" de kamer uit wees. Dan weende de vader jammerend, klaagde over de tuchteloosheid zijner kinderen" en ging in het naastbij zijnde café biljart spelen. Het gebeurde niet zelden, dat vader en zoon elkaar in het cafa ontmoetten, in verbeten zwijgen samen naar huis gingen en met veel geraas hun kamer op zochten. Dan werd de kleine Felix wel eens wakker, wiens bedje dicht naast het bed1 zijner zuster stond en fluisterde „Luister Tille daar is de lieve Paul. zal vader hem slaan?" „Neen, neen, kind. ga maar slapen!" Bijna onwillig- greep zij nog eens naar cl» die,htbe- Gemengd nieuws. UIT EGMOND. AAN ZEE. Gisteravond vergaderde onder voorzitterschap van pastoor van Vlijmen' in de concertzaal van den heer Halff de Vereeniging tot Bevordering van het Vreem delingenverkeer. De voorzitter sprak in zijn openingswoord de hoop uit dat de nieuwe geest, die in het oude jaar over de Egmoniders vaardig is geworden in 1911 zal blijven bestendigd en zal leiden' tot een druk vreemdelingen verkeer in dit seizoen, tot een goedge'spekte beurs van hen, die bij het vreemdelingenverkeer belang hebben. Na lezing en goedkeuring van de notulen van den secretaris, den heer le Roy, werd aan de orde. gesteld het maken van reclame, het besteden van het ingeko men geld. Het resultaat van de inzameling werd medegedeeld door den heer A. C. Bos, voorzitter der commissie, waarhij bleek, dat er op het oogenblik bijeen is een bedrag van 1692, terwijl de hoop bestaat, dat deze som nog zal worden verhoogd. De penningmeester, de heer Tijsma, deelde mede dat het .aantal) leden) der vereeniging met 18 is ver meerderd en dat verscheiden 'leden hun bijdragen ver hoogden van 1 tot 5 en tot 2.50. Een woord1 van hartelijkem dank werd onder instem ming van de vergadering gebracht aan de commissie ter eere van hare leden' verhieven de aanwezigen zich op verzoek van den voorzitter zelfs een oOgeriblik van hun zetels. De voorzitter, na eraan herinnerd' te hebben, dat het hier slechts gold' de propaganda en dat onderwer pen, daar huiten liggende hier niet aan de orde kon den worden gesteld, stelde namens het bestuur voor, dat de commissie zal worden een vaste commissie van propaganda met een door het bestuur aangewezen lid. De heer Moerel vond dat het bestuur de vergade ring voor een feit' stelde, waarover zij niet heeft kun nen nadenken. B:j acclamatie werd' het bestuursvoorstel aangeno men. De heer Bos bracht dank voor de gebrachte hulde en verklaarde dat de commissie in beginsel bereid was aan de opdracht te voldoen. De voorzitter deelde mede dat de H. IJ. S. M. zich bereid verklaard had aan alle hare stations (ongeveer 100) gratis de reclamebiljetten op te hangen, recla meplaatjes te verspreiden en in haar reelameboek Eg- mond op te nemen. Een poging om gemeenschappe lijk reclame met andere kleinere badplaatsen! (Zand- voort, Noord'wijk) mislukte door ouderlingen naijver. Er is thans een algemeen propagandaplan opge maakt, maar de commissie moet binnen een zekere grens vrij kunnen werken. De heer Bos1 zeide, dat dit algemeene plan de cam pagne, in volkomen overeenstemming met het bestuur is opgemaakt. Alvorens dit plan mede te deelen, sprak de heer Bos over reclame in het algemeen en deed daarbij uitkomen, dat een voortdurende actie noodzakelijk is, dat er niet te spoedig tot een bepaald propagandamiddel moet worden besloten. In de eerste plaats nu zal een groote reclameplaat in kleurendruk worden vervaardigd, en zoo ruim mo gelijk worden verspreid. Hoe, dat valt nog niet te zeggen. Ten tweede zal een klein blaadje met vouw- kaart de eerste vijf of zes maanden ook voorzien van advertenties, op zeer ruime schaal worden verspreid. Steeds en voortdurend za.l samenwerking worden be vorderd door hotel- eni pensionhouders, ten einde door gezamenlijk adverteeren meer kracht te ontwikkelen en minder geld te verspillen. Eindelijk zal in Amster dam op een in het oog vallende plaats weer de aan dacht op Egmond aan Zee worden gevestigd. Naar aanleiding van deze mededeelingen vroeg de heer Molhoek of het bijeengebrachte geld in één jaar zal worden besteed. Hierop werd geantwoord! dat, zoo noodig, alles zal worden uitgegeven voor 'het komende seizoen. De heer Moerel vroeg of dit geld alleen zal worden besteed aan reclame naar buiten, niet voor de ver fraaiing der badplaats etc. Deze vraag werd! bevestigend1 beantwoord het komt er op aan de gasten hier te brengen, de belanghebben den moeten dan maar zorgen dat het den badgasten aangenaam wordt gemaakt. Wel zal getracht worden V rij© wandeling te verkrijgen in het duin en daarvoor permissiekaarten beschikbaar te stellen. Heb hoofd der gemeente had1 zich bereid! verklaard, stappen daar toe te doen. De heer Schipper merkte in verband hiermede op dat het wensehelijk zou zijni in) 'hoogste instantie te doen uitmaken of' de toegang tot de duinen wel kan worden verboden. Hierover zal later nog eens worden gesproken. De heer Bregman vroeg' hoe de reclameplaat er uit zal zien. De heer Bos deelde mede dat hieromtrent op het oogenblik nog- niets valt te zeggen. De heer Van den Arend, kunstschilder, wilde gratis ©en reclameplaat op een houtblok te vervaardigen. Er is een ontwerp uit Amsterdam, waarop een vieschersvrouw, wijzende op Egmond aan Zee met den van Speijkstoren, strand met badstoelen, de zee en de woorden: Hotels en! pen sions met moderne comfort, inlichtingenbureaux vreemdelingenverkeer. Eventueel© wenken en aanwijzigingen zullen gaarne worden ontvangen. Het plan de campagne werd daarna goedgekeurd. De voorzitter deelde mede dat een buitengewoon leelijke reclameplaat voor Katwijk, geteekend door Toorop, een reuzeusucces heeft opgeleverd. Na een korte pauze werden er van de bestuurstafel pogingen gedaan om dé leden tot contributie-verhoo gingen over te halen. De heer Leeuwenkamp vroeg of het. op den weg der vereeniging ligt. hij het gemeentebestuur er op aan te dringen, d'at de kinderen der kolonies zich niet bevin den in de onmiddellijke nabijheid der badkoetsjes. De heer Molhoek bracht nog eens even de waterlei ding ter sprake. Hierna sloot de voorzitter de vergadering, verkla- schreven zijdjes, liep snel over de hartelijke woorden van dankbare liefde, welke haar anders zooveel goed hadden gedaan, haar een troost en steun waren in haar leven zoo rijk aan zelfverloochening en las toen langzaam, zin voor zin over, denkend aan datgene wat de kern van den brief vormde: Gij weet niet, lieve Tille, wat ik hier in de acht jaren, waarvan ik van leerling tot boekhouder ben opgeklommen, heb doorgemaakt. Slechts liefde voor u heeft mij weerhouden deze kleine, vaste plaats op te geven om u niet tot last te worden, gij arme Nu heb ik slechts eenige honderd Mark opgespaard. Die moeten mij helpen in Berlijn een bestaan te vin den. Misschien is het Paul mogelijk bij zijn vele re laties, mij ergens onder te brengen. Ik verdraag het niet langer, hier in Glogau zoo afgezonderd van de wereld te leven, welke mijn broer met den roem en den glans zijns naams vervult. Menigmaal is het mij alsof ook in mij krachten leven, welke slechts op het gun stige oogenblik wachten, om mij uit de onbekendheid op te heffen. „Ik zie hoe ge uw strengste gezicht trekt en mij weder een kleinen, dornmen jongen noemt. Maar het laat mij niet los, Tille -ik ben er van doordrongen, dat ik in de muziek iets zou kunnen bereiken, indien ik de mogelijkheid1 had, mij te vormen. Ik weet, het gaat niet. Gij hebt het mij dikwijls genoeg gezegd en geschreven, hebt mij vaak genoeg de noodzakelijkheid van een praktisch beroep uiteen gezet. Ik verzet mij daartegen ook niet. Maar waarom zou het mij ont zegd' zijn, in plaats van hier in den boekhandel te ver zuren, mij naast mijn vreugdelooze koeliewerkzaamhe den in Berlijn aan de groote lichtende zon der kunst te warmen Ik ga hier te gronde in de nuchtere alle- daagschheid en ik ben reeds zoo zenuwachtig gewor den, door het voortdurend onderdrukken van mijn he vig verlangen, dat ik laatst op een concert begon te weenen en de zaal moest verlaten. En dan nog iets, Tille! Mijn chef heeft een doch ter een lief, aardig en ook eenigszins ontwikkeld meisje, met wie ik heel dikwijls quatre-mains speel. Ik weet. dat dat zij van mij houdt en er slechts op wacht, dat ik bij haar vader om haar hand vraag. Maar ik kan niet, geloof mij, ik kan niet! Ik zou alles moeten opgeven, elke hoop, hier ooit vandaan te komen. Op een mooien dag' zou ik er eenvoudig' van door gaanIk weet, hoe streng gij denkt, Tille, ik geef u mijn woord, dat ik het meisje nooit bewust er 'aanleiding toe gegeven heb. Indien ik in het gevoel van volkomen eenzaamheid graag met haar sprak en bereidwillig haar uitnoodigingen volgde, kunt gij mij daar geen verwijt van maken. Maar voordat er een verhouding ontstaat, welke slechts één uitweg kan hebben, moet ik hier vandaan. Moet ik Paul niet schrijven? Of is het beter, dat gij er zelf heengaat? Ik heb hem in zoo lang niet gezien en weet niet hoe hij over mijn besluit zal oordeelen. Verleden week werd hier voor het eerst in den stads schouwburg zijn „Falkenflug" gegeven. Ik klapte in de handen, dat ze mij pijn deden. En de goede Alma Kurthe had tranen in d© oogen. Ik geloof, dat de heer Kurthe Paul reeds beschouwt als tot de familie behoorende. In de pauze stelde hij mij overal voor als de broer van Frank Nehls en liep rond als een pauw. Den volgenden dag liet hij tien boeken van Paul in de uitstalkast leggen. Tegen de klanten zei hij op mij wijzende „Dat is de broer van Frank Nehls!" Eindelijk verzocht ik hem dit na te laten, daar het Paul misschien onaangenaam is, als men weet, dat zijn broer bediende in een boekhandel te Glogau is Het dienstmeisje, een roodwangig, goedhartig per soontje, hetwelk voor haar maandelijksch loon van zes thaler gebrekkig kookte, vlijtig waschte en de drie kamers der kleine woning in orde hield, stapte met veel lawaai de kamer binnen en nam met- haar roode gezwollen handen de bloemenmand en de werken van Ibsen van de tafel. Een der deelen viel daarbij op den grond. „Wat doet ge toch?!" riep Ottilie, voor het eerst onvriendelijk en zenuwachtig. „Nu, ik moet het eten toch opdragen!" was het niet ruw bedoelde antwoord. „Laat maar. Ik zal zelf de tafel dekken." (Wordt vtrvolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1