Aanbesteding. Gratis Wedstrijd. Bureau Internationaal de Concours, Noordhoïlandsch Landbouwcrediet. SAFE-LOKETTEN. HOUTVEILING zwaar Esschen en Wilgen Hakhout. houtvëIlïngT zwaar Esschen en Wilgen Hakhout. HOUTVEILING zwaar Esschen en Wilgen Hakhout. Bouwterrein C. YERHEÜS, Uurwerkmaker, Achterstr. 56, tegenover Vroom en Breenon. P. Oudes, Ridderstraat, Alkmaar, G. van Nieuwkuyk, BAL%GELEGEKBEID- en OVERSCHOENEN. Notaris M, GOUVERNE Vraag en aanbod. AD VERTEITIEN. De Huizen en Erven te Alkmaar, En de Bouwterreinen: „Het diepspitien van een terrein aan dan Westerweg." Ifif int© rwerstiaa k aan den Westerweg, Nass&ulaan m Egmonderstraat. REPARATIE-INRICHTING. warme WINTERPANTOFFELS Nieuwste vinding IJSHAKKEN, BIJVERDIENSTE. AGENTEN gevraagd Oroote Verloting. Waschbare Vakldeeding MS. "W te ALKMAAR, Gemeenteplsntsoenen te Alkmaar. Groote Wijnbrugstraat 11, 2de Etage, ROTTERDAM No. 158 te HEER HUGOWAARD, pl.m. 50 parken op stam sta.-ud 100 parken op stam staand pl.m. 80 pa; ken op stam staand Te bevragen bij A. G. DEN BÜESTERD, Tous&aintatr. 9 - - EERSTE KLAS - Aangenaam, passend en tevens chic van model is het SCHOENWERK nit 't m igazijn van HOUTTIL 17, TELEFOON 59. Een uitgebreide collectie Ruime keuze Koks Bar; keibakkers Slagers Kruideniers Coiffeurs Huisknechts VOOR Schilders Meubelmakers Monteurs El- ctriciens Letterzetters Machinisten STOFJASSEN voor kantoor, fabriek en magazijn, KETELPAKKEN, MABKTJAS SEN, M 4RKTKIELEN, DRILLEN JA^EN, DRILLENBROEKEN, F1ETSBROEKEN KOR'IE en LANGE WITTE BROEKEN, MANCHESTER BROEKEN, ma. enz.. Langestraat Alkmaar. speelster, dia in weinig jaren haar doel heeft bereikt; ik ben do aangebeden vrouw eens edelen, boogstre- vendem musicus, dien ik hartelijk liefheb; mijne posi tie is verzekerd, ik kan armen ondersteunen en treu renden troosten, zeg mij, Olgaben ik geluk kig?" Haar borst ging stormachtig op en neer, hare hand beefde, terwijl zij de koele rechterhand1 harer vriendin vatte. „Ik zie u in den. glans, uwer schoonheid", antwoord de deze innig; „ik weet van uwen roem en de gevol gen daarvanik zie de parelen in nwe ooren, de schit terende sfteenen aan uwe blanke vingersmaar ik zie ook in uwe oogen een wonderlijken, zeldzamen glans, een vragen, en ik gevoel diep medelijden, wanneer ik den weemoedigeü. trek om uwen mond zio: ik weet het. Lucile, ik zou over u eenl kleine roerende geschiedenis kunnen schrijven." „Eene kleine, roerende geschiedenis?" kreet Lucile, zoodat een zeemeeuw, die vóór haar op de golfjes wie gelde, verschrikt wegvloog, „eene kleine roerende geschiedenis?" herhaalde zij; „zeg toch liever een groot, ontzettend leed, een sombere roman, dat zou juister wezen." „Het tegenwoordige geeft n enkel geluk, 't is dus het verleden dat u kwelt, Lucile?" De schoone vrouw knikte toestemmend. „Herinneringen die atan uw rust knagen, die zich niet laten verbannen?" Geen antwoord. Eindelijk een diepe zucht. „Gij zult alles weten, Olgakom, laten wij doen als in vroeger jaren, laat ik met mijn hoofd tegen nw schouder rusten en strijk dan met uwe hand over mijn voorhoofd, zoo. en luister nu,..." „Zeten jaren is het geleden" begon Lucile „dat wij van elkander scheidden. Gij gingt. naar de kleine Oostenrijksche provincie, ik mam de Noordsche residentie. Jong en schoon, zooals gij zeidet, harts tochtelijk en met volle geestdrift mijne kunst beoefe nend, was ik spoedig de lievelinge van het publiek en de. gunstelinge, van den directeur van het college. Men zond' mij bloemen, gedichten, geschenken; ik was in staat mijn goeden naam te handhaven en over mijn eer te waken, 't Was wonderlijk met mijHoeveel liefde en hartstocht ik ook had' t-e vertolken, hoezeer mijn stem ook dikwijls liefdé moest smeeken of belij den, hoevele aanzienlijke en schoone mannen zich de moeite gaven mij te naderen en mij iets vleiends te zeggen ik zelve bleef koud en ongevoelig voor dat alles. Ik studeerde etn oefende mij, verheugde mij over den bijval, die mij ten deel viel, en maakte mij zelve diets, dat dit héérlijke leven nimmer zou eindi gen- Daar klonk het oude lied in mijne ooren met- het eeuwige, oude refrein!.... dat hoorde ik, da.t was mijn verderf. Ik speelde „Gretchen", destijds mijn lie- velingsrol. De beste „Faust" der Duitsche tooneel- wereld was in! onze stad aangekomen om als gast op te treden; men verhaalde wonderen van zijn succes bij de vrouwen; benijdde mij dat ik met dezen heerlijke spelen, dat ik zijne „Klara", zijne „Gretchen", zijne „Leonora" zou zijn. Olga, hij was geen meaiscli, hij was een duivel, een vampyr, een slang, en toch in dien tijd voor mij een afgod de eerloOzeDen gloed van den echten hartstocht, de algeheel© overgave, de jalouzie de duizend vreugden en smarten der liefde hij leerde ze mij kennen. Ik was als van mijne zin nen beroofd. Verblind door het vuur van zijnen hartstocht, zijne eeden, liep ik den afgrond tegemoet. Ach, Olga, ik speelde niet meer het arme bedrogen Gretchen, ik was het geworden, ik, de koele, ongenaakbare, spottende Lucile, lag op den grond van schande.vol zelf verwij t Waart gij maar bij mij geweest! Ik waagde heft echter niet u te Toepen; ik hulde mij opzettelijk in een onverbreekbaar stilzwijgen; uit mij ne ellende zouden geene tranen! doordringen tot hen die mij liefhadden, geene klachten tot hen die mij aanbaden. Het zwaarste lot vani eene vrouw was mijn deel. door eigen schuld was ik in de ellende gestort. Gij weent, Olga; uwe heete tranen vallen brandend op mijne wangen; gij gelooft, dat ik u al mijn leed reeds heb verteld, neen, luister slechts, het oude lied heeft nog een tweede vers, en dat klinkt nog veel, veel treuriger ....Verwijtende, groote, grijze kinderoogefn staar den mij aan en vervolgden mij waarheen ik ging; klei ne teere handjes strekten zich naar mij uit en eene klagende, jammerende kinderstem stoorde mijne nachtrust en vervolgde mij waarheen ik ook ging; ik kon het niet hooren, ik moest weg van uit de een zaamheid der kleine stad, die ik tot mijn verbannings oord had gekozen; ik moest in de wereld terug, in die wereld van den schijn, welken ik ten offer was geval len het tooneel trok mij weder met onweerstaanbare macht; ik was nog niet vergeten; roem en eer vielen mij weder ten deel, men prees vooral mijn natuurlijk spel in tooneelen van hartstochtelijke droefheid, men juichte mij toe en ik dankte glimlachend met stra lend gelaat, maar met bloedend hart Mijn ruim inkomen verdeelde ik zekerheidshalve m drieën. Ifet eerste verzond ik geregeld naar de klei ne provinciestad, het tweede zette ik vast- voor de toe komst, het derde deel alleen behield ik voor eigen ge bruik en men verwonderde zich menigmaal over mijne eenvoudige leefwijze. Daar werd mij een schitterend aanbod' gedaan. Roem, eer en goud werden mij in het dollarlnnd in 't vooruitzicht gesteld. Ik weifelde niet lang en stak den Oceaan over. Ik vond wat ik zocht; zelfs veel meer dan dat; ik was wantrouwend geworden, en ging overal met de meeste omzichtigheid te werk, steeds de slang onder de bloemen vermoedend. Mijn leven was in de Nieuwe Wereld een opeenvolging van triumfeu, ik verdiende schatten en toch werd ik dikwijls door felle smarten gekweld. Uit elk paar kinderoogen, dat mij ontmoette, sche nen mij de verwijtende blikken van den armen verla tene te treffen; iedere gelukkige moeder met haren lieveling aan de hand of op den arm gaf mij een steek in het hart. Spoedig voelde ik een nameloos verlan gen in mjjn opwellen naar het kleine wezen, dat ik 't leven had geschonkenik had over den Oceaan willen vliegen, ik kon niet; mijn contract bond mij aan Ame rika. Zoo bleef mij niets anders over dan te schrijven; dit deed ik, terwijl ik mijne komst in 't vooruitzicht stelde, en zond geld over, op deze wijze mijn gemoed tot rust, trachtend te brengen. Om roem en schatten te verwerven, was ik naar de Nieuwe Wereld gegaan, zooals ik u zei de, Olga; ik vond meer: ik vond een trouwen man, die deelde in mijn verlangen om Amerika met zijne beslommeringen te ontvlieden en in ons vaderland rust te zoeken. Ik had hem in Philadelphia leeren kennen; ik meende dat mijne bittere ervaringen mijn hart hadden toege- schroefd, maar eerst thans leerde ik het onderscheid tusschen hartstocht en liefde. Ik werd de gade van den braafsten man ter wereld." Tot zoover was Lucile met haar verhaal voortge gaan, zonder dat Olga ook maar een enkele maal hag.r in de rede was gevallen. Thans deed een plot selinge beweging van de toehoordster Lucile verstom men. Olga's oogen zochten die harer vriendin. „En hij Lucile hij, uw gade, hij weet niets, nietwaar? en.en. „Gij vergist u, Olga", antwoordde Lucile, „hij weet alles, hij begreep alles, hij vergaf alles. Hij kende de verzoekingen, waaraan wij blootstaan; zijne liefde en zijn medelijdon ruimden alle bedenkingen uit den weg; aan zijne zijde ging ik de toekomst weder ver trouwend1 in. Wij bleven nog een paar jaar in Amerika en in dien tijd leerde ik weder reine moedervreugde kennen, maar zij bleef niet lang mijn deel. Een zwak wezen tje was het, dat wij spoedig moesten verliezen, trots de zorgvuldigste verpleging. Thans kon ik het ginds niet meer uithouden. In mijn bittere droefheid meende ik telkens de stem van mijn kind te hooren, dat tot mij zeide: „Dat is het loon voor het verwaarloozen uwer moederplichten; gij hebt mij verlaten, hebt vreemden dé zorg overgedra gen, die gij zelf op u moe3t nemen, en zijt de wijde wereld ingegaan." Jaretn waren verloopen sinds ik mijn vaderland had verlaten; mijn brave man, die alle leed hartelijk met mij deelde, vergezelde mij thans op den terugtocht en op reis .naar het: kleine stadje. Hij wilde den knaap tot zich nemen en samen zou den wij trachten hem het gemis aan liefde te vergoe den, zooveel jaren verduurd. Hoe klopte mijn hart, toen' wij de kleine woning be reikten! Maar wie schetst mijne teleurstelling, toen wij alleen vreemde stemmen hoorden, vreemde gezich ten zagen, de weduwe Arendt woonde er niet meer zij was al lang dood." In heftige ontroering liet Olga hare vriendin los. „Verder, verder", bracht zij met, moeite uit. „Het kind. de jongen, was door eene vreemde, goedhartige dame medegenomen, een andere knaap was nog vóór de moeder gestorven; verder wisten zij niets evenmin als de politie, die wij raadpleegden. Alles was verloren, door mijne nalatigheid, door mijne zonde. Vraag niet, Olga, wat ik geleden heb en nog lijd. Eerst sedert eenige maanden in Duitschland, heb ik ,nog geen gerust uur gehad1 en zal het ook niet hebben vóór ik eenig bericht omtrent den knaap heb gekre gen. Mijn brave man heeft al veel zorg met mij ge had; thans is hij met mij hierheen gegaan, opdat ik in deze kalme natuur rust moge vinden. Intusschen rwendt hij alle moeite aait om dén knaap op te sporen plaatst oproepingen1 in de gtroote bladen, onderhoudt betrekkingen met de politie en bestudeert hare rap porten, die doorgaans er op wijzen, dat we in Rusland het spoor moeten zoeken. Ach, gij weet hoe weinig hoop dat kan geven; mijn goede man doet het dan ook voornamelijk om mij te bevredigen; hij ontveinst zich niet, dat alle moeite waarschijnlijk wel vergeefs zal zijn geweest. Olga had! in diepe ontroering" naar deze ontboeze mingen geluisterd; eerst langzamerhand was zij zi'ch- zelve meester geworden en thans, nu hare vriendin zweeg, zeide zij hartelijk: „Ja, mijn arme Lucile, gij hebt bitter, bitter leed moeten! verduren; maar geloof mij, alles kan nog terecht komen! Onze wegen loopen dikwijls langs donkere paden; de ontevredene vloekt dan zijn Noodlot; wij evenwel zien er de hand eener Voorzienigheid in. Liefste, laat uw hoofd weder te gen mijn schouders rusten en luister naar mij; gij hebt mij uwe geschiedenis verhaald, ik zal er u thans eene mededeelen die treurig begint, maar waarvan het ■slot wonderlijk schoon is. Ik zeide u reeds in 't algemeen, wat mijn werk kring was sinds wij van elkander scheidden. Mijn laatste betrekking was hij eene vriendelijke oude da me, die ik op reis vergezelde. Op de terugreis van Koerland' hield zij zich even in een Pruisisch grens stadje op, om verwanten te bezoeken. Daar werden eenige familiefeesten gevierd en tot hulp in de huis houding had men eene eenvoudige weduwe gevraagd, die twee kinderen bezat. Mij beviel deze vrouw zeer; ik praatte dikwijls met haar; zij liet mij hare kinde ren zien, twee aardige jongens; ik kocht wat speel goed en lekkernijen voor hen en spoedig hielden zij heel veel van „tante Olli". Een treurige ramp trof onverwachts1 het stadje; een epidemie, die in de nabijheid woedde, sloeg ook hier haar klauwen uit. De kleine Heinz, het eene zoontje der weduwe, was een der eerste slachtoffers:; zijne troostelooze. moeder volgde hem een paar dagen later in den dood; het huisje werd door de politie gesloten en.... met toestemming van mijne brave meesteres nam ik bet andere knaapje op onze reds, die den vol genden dag weder aanving, mede." Eene hevige ontroering" had zich vair Olga meester gemaakt bij het laatste gedeelte van haar verhaal; ook Lucile zag doodsbleek; zij haalde met moeite adem. „Waar. waar was dat?" stamelde zij eindelijk. „In E. het kleine. „Hoe heette die wouw. en Lucile greep in angstige spanning Olga's handen. „Zij noemde zich vrouw Arendt." „Ah!" Een kreet ontsnapte Lucile's borst, zij sloeg als waanzinnig de armen om Olga's hals en riep: „O zeg" mij.die knaap. hoe heet hij. waar is hij „w ees kalm, Lucile", vermaande Olga, hare handen liefdevol drukkend, „dat kind heb ik lief en verzorg ik als mijn zoon; hij heet Paul Willy!" „Olga, OlgaDe hemel zij dank. Mijn kind, mijn arm, verloren, verlaten kind'!" Zij lag voor hare wiendin op de knieën, borg het seho-one hoofd in 'hare schoot, sloeg de armen om de diepbewogen Olga heen en snikte hevig. „Hier. bij u, hier bij u!" dat was alles wat zij tusschen haar tranen door kon uitbrengen. De zon was intusschen 'hooger gestegen en verlicht te de plek waar de beide vriendinnen zulk een gewich tig uur hadden doorgebracht. Het was er niet meer zoo stil als een paar uren ge leden; van alle kanten kwamen de wandelaars opda gen. Allen wilden van de heerlijke morgenlucht ge nieten. Uit een kleine troep van kinderen kwam een kleine schoone, circa zevenjarige knaap naar voren, zette dc handen bij wijze van een spreekbuis aan den mond, en luide klonk het: „Tante Olli! Tante Olli!" „Lucile, hef 'het hoofd op en droog uwe oogenwij zijn niet meer alleen, hoor mij nu nog even aande treurige geschiedenis hebben wij gehadnu komt het schoone, het heerlijke slot. Mijn oude Koerlandsche barones heeft zich voor geruimen tijd' met hare doch ter naar Zuid-Rusland' begeven, maar ik had' meer lust eens op mijn eigen gelegenheid een beetje door de wereld te zwerven en1 het spreekt vanzelf, dat ik mij daarbij van den jongen niet wilde schelden. Paul is een lief kind, dat uitstekend bij mij leert en werkt, maar nu had hij eenige afleiding en het verblijf in een gezond oord1 noodig." „Nu ben ik rustig. ziet gij Olga. ik gehoor zaam u. ik ben geheel kalm, maar zeg mij nu ook waar. „Tante!.... Tante Olli!" klonk het naderbij. „Hier.was het antwoord. Olga begaf zich naar de speelplaats der kinderen; piet eenige sprongen was een schoone knaap bij haai en vloog haar om den hals. „Kom Paul", zeide zij hartelijk, „daar is eene dame, die je liefheeft; zij is lang op reis geweest en zij wil je gaarne weerzien." Zij traden op Lucile toe, die tegen een palm go leund stond om niet te vallen. „Is zij het daar?" vroeg" het kind. „Waarom weent zij? Heeft zij verdriet?" Hij kreeg geen antwoord. „Of heeft zij wat verloren?" „Ja, lieveling, zij had wat verloren, maar nu heeft zij het teruggevonden en daarom zal zij wel spoedig vroolijk en gelukkig zijn. - Lucile.moed. hier lieve, hier is uw kind!." Lucile was op hare knieën gegleden en hield het kind zóó vast omarmd, als vreesde zij het weder te verliezen als zij 't losliet. Nu weende zij niet meer; zij hield het blondgelokte hoofdje in hare handen; zij zocht de schoone grijze oogen, kuste ze telkens weer warm en innig; geen woord kwam over hare lippen, maar hare blikken zei den wat in hare ziel omging. „Kom, Olga....", zeide zij eindelijk, terwijl zij op stond en hare vriendin omarmde, „kom, trouwe ziel, wij scheiden nimmer weer. Gij behoort ons toe; het kind heeft u ook noodig; hij moet immers zijne ouders eerst nog leeren liefhebhen. kom. mijn jongen. thans gaan wij naar uwen vader." Van 15 regels 25 Cents, bij vooruitbetaling. T B. L. SIMONS Alkmaar. -Steenhouwerij K o- ningsweg 76. Grafteekenen, Schoorsteen mantels enz. v. DIEPEN, Verdronkenoord D 19, Administra- teur, Taxateur en Veiler Woningbureau. Ten allen tijde worden Huizen en Landerijen te koop en ver koop, te^ huur en verhuur en ter incasseeren van huurgelden aangenomen, ook onder waarborg. Beleefd aanbevelend. puik puik beste ROODE AARDAPPELEN, 30 ct. de 5 kop en f 1.60 de zak, vrij aan huis bezorgd. Puik beste DUINAARDAPPELEN en BONTE tegen concurreerende prijzen verkrijgbaar bij O. W. v. d. POL, Schoutenstraat. EDELEZER gevraagdNieuws van den Dag. Om trek Park. Brieven onder letter D 183, bureau van dit blad. Liet beroemde TRAPPISTENBIER is van het eerste kwaliteit hop en mout gebrouwen en door zijn zuiverheid zeer aan te bevelen, ook per halve flesch verkrijgbaar bij I. H. ALBERS, in de Bierkelder, Verdronkenoord, ingang Kapelplein. zal verkoopen op Woensdag 18 Januari 1911 bij opbod, en op Woensdag 25 dier maand bij eind- toewijzing, telkenmale des avonds ten ft nre, in het koffiehuis van den Heer A. M. HAZES. als: 1 naast elkander staande Woonhuizen en Erven aan de Lindenlaan, wijk E, Nos. 49, 51, 53 en 55, ieder groot 110 centiaren. Het Woonhuis en Erf aan de Vogelenzang, wijk E, No. 8, groot 122 cent. Het Heerenhnis met Erf en Tnin aan den Nieuwlandersingel, hoek Bleekersloot, wijk E, no. 39, groot 518 cent. Het Winfeelhnis op den hoek van de Oudegracht en Keetgracht, wijk D, No. 2, groot 56 centiaren. Het Woonhuis met Erf aan de Keetkolk, wijk D, No. 22, gr ot 89 centiaren. Het Woonhuis met Erf aan de Sandersbunrt, wijk D, No. 3, groot 57 cent. a. Aan do Emmastraat, naast het huis van den Heer van Nierop, groot pl.m. 172 centiaren. b. Aan de Toussaintstraat. 1. Achter het huis bewoond door den Heer A. C. de Regt, groot pl.m. 112 cent. 2. Ten westen het huis van den Heer N. van der Poll, groot pl.m. 200 centiaren, in 2 gedeelten. c. Aan de Prins Hendrikstraat. 1. Ten noorden het eigendom van den Heer P. Kluitman, groot 374 centiaren, in 3 gedeelten. 2. Ten zuiden het eigendom van den Heer P. Kluitman, groot 374 centiaren, in 3 gedeelten. Op Maandag 16 Januari 1911, des morgens 10 unrzal ten kantore van den Opzichter over den Hout en do Plantsoenen"|»rijsaanbieding worden ingewacht voor: De voorwaarden zijn vanaf Maandag a.s. op genoemd kantoor verkrijgbaar tegen betaling van f 0.25, terwijl aanwijzing zal geschieden op het terrein op Katerdag 14 Januari 1911, 's middags ft uur. De opzichter over Hout en Plantsoenen. B. IIOEK. Alkmaar, 6 Januari 1911. Wie de meeste goede Hollandsche woorden van hoog stens 6 letters (uitgezonderd eigennamen) uit zendt, zooals markt, veer, enz., krijgt een PE5i- I15J3LE met COIJPEN. De 100 volgende en 100 eerste inzenders ieder oen cadeau naar keuze, zooals Foto- graflctoestel, Zwitsersche Klok, Vulpenhou der, enz. In te zenden vóór 26 Januari. Deelname gratis. Alleen betalen prijswinners vracht- en admini stratiekosten. Uitslag wordt 6 Februari toegezonden en door deskundigen opgemaakt. op DINSDAG 10 "JANUARI 1911, des morgens te 10 uren, in het Puntbosch, nabij 't Station Noord- Scharwoude, van op DONDERDAG 12 JANUARI 1911, on niet zooals reeds is geannonceerd op 6 Januari, 's morgens te 10 uren, in het bosch „Sclierpenheuvel" te HEER HUGO- WAARD, van: op VRIJDAG 13 JANUARI 1911, 's morgens te 10 uren, in het bosch achter de plaats, bewoond door J. GROOT, aan het einde van den Middenweg, nabij het Verlaat aldaar, van Accurata regeling. Degelijke garantie. VERBLO O PT uw Jnweelen, Bloedkoralen, Ketting», Goad en Zilver in het Goudmagazijn van daar krijgt u de hoogste waarde. Men lette s.v.p. op den Naam en Winkel van P. OUDES, in de RIDDERSTRAAT. tot verkoo|t van SIGAREM bij particulieren, voor Alkmaar en omstreken, tegen provisie. Br. fr. lett, M. K. 8110 Alg. Adv.-Bur. D. Y. ALTA, Amsterdam, Goedgekeurd bij Kon. Besl. van 29 Nov. 1910, No. 46. Tenbate van het fonds voor een te stichten Herstel lingsoord van den Algemeenen Nederlandschen politie bond „Verpleging van zieke Politiebeambten en bouw van een eigen Sanatorium", om bij langdurige of ern stige ziekte hulp te verleenen. Trekking 15 Februari 1911. 3®- PRIJS PER TOT 59 CEAT. lste prijs AUTOMOBIEL (voor 6 personen). 2de prijs 6 VETTE KOEIEN, waarde f 1500. 3de prijs 2 VETTE KOEIEN, waarde f 500. 4de prijs 1 KOE, waarde f 250. 5de pr. 1 KOE, waarde f250. 6de pr. 1 KOE, waarde f250. 7de pr. 1 KOE, waarde f 250. Van 8ste t/m. 13de prijs 6 VETTE VARKENS, zwaar 200 a 250 halve K.G., waard pl.m. f70 iede.14de prijs SALON-AMEUBLE- MENT. 15de prijs HUISKAMER-AMEUBLEMENT. Vervolgens 50 Dames- en Heerenrijwielen, 6 Hand- naai machines, 20 Schapen (waarde f20 ieder), 10 Gra- mophoons, 50 Wollen Dekens, 850 fraaie voorwerpen, waaronder een aantal Zilveren en Gouden Dames- en Heeren Remontoir-Horloges, Kunstvoorwerpen, enz. A 50 cent per lot, 11 A f 5. Kantoor van Diverse Loten, opgericht 2 Mei 1896, Telefoon 431, Koorstraat 43, Alkmaar. J. TERWEIJ. zijn in alle gewenschte modellen verkrijgbaar bij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 6