Aanbesteding.
Gratis Wedstrijd.
Bureau Internationaal de Concours,
Noordhoïlandsch
Landbouwcrediet.
SAFE-LOKETTEN.
HOUTVEILING
zwaar Esschen en Wilgen Hakhout.
houtvëIlïngT
zwaar Esschen en Wilgen Hakhout.
HOUTVEILING
zwaar Esschen en Wilgen Hakhout.
Bouwterrein
C. YERHEÜS, Uurwerkmaker,
Achterstr. 56, tegenover Vroom en Breenon.
P. Oudes, Ridderstraat, Alkmaar,
G. van Nieuwkuyk,
BAL%GELEGEKBEID- en OVERSCHOENEN.
Notaris M, GOUVERNE
Vraag en aanbod.
AD VERTEITIEN.
De Huizen en Erven te Alkmaar,
En de Bouwterreinen:
„Het diepspitien van een terrein
aan dan Westerweg."
Ifif int© rwerstiaa k
aan den Westerweg,
Nass&ulaan m Egmonderstraat.
REPARATIE-INRICHTING.
warme WINTERPANTOFFELS
Nieuwste vinding IJSHAKKEN,
BIJVERDIENSTE.
AGENTEN gevraagd
Oroote Verloting.
Waschbare Vakldeeding
MS. "W
te ALKMAAR,
Gemeenteplsntsoenen te Alkmaar.
Groote Wijnbrugstraat 11, 2de Etage,
ROTTERDAM No. 158
te HEER HUGOWAARD,
pl.m. 50 parken op stam sta.-ud
100 parken op stam staand
pl.m. 80 pa; ken op stam staand
Te bevragen bij
A. G. DEN BÜESTERD, Tous&aintatr. 9
- - EERSTE KLAS -
Aangenaam, passend en tevens chic van model
is het SCHOENWERK nit 't m igazijn van
HOUTTIL 17, TELEFOON 59.
Een uitgebreide collectie
Ruime keuze
Koks
Bar; keibakkers
Slagers
Kruideniers
Coiffeurs
Huisknechts
VOOR
Schilders
Meubelmakers
Monteurs
El- ctriciens
Letterzetters
Machinisten
STOFJASSEN voor kantoor, fabriek en
magazijn, KETELPAKKEN, MABKTJAS
SEN, M 4RKTKIELEN, DRILLEN JA^EN,
DRILLENBROEKEN, F1ETSBROEKEN
KOR'IE en LANGE WITTE BROEKEN,
MANCHESTER BROEKEN, ma. enz..
Langestraat
Alkmaar.
speelster, dia in weinig jaren haar doel heeft bereikt;
ik ben do aangebeden vrouw eens edelen, boogstre-
vendem musicus, dien ik hartelijk liefheb; mijne posi
tie is verzekerd, ik kan armen ondersteunen en treu
renden troosten, zeg mij, Olgaben ik geluk
kig?"
Haar borst ging stormachtig op en neer, hare hand
beefde, terwijl zij de koele rechterhand1 harer vriendin
vatte.
„Ik zie u in den. glans, uwer schoonheid", antwoord
de deze innig; „ik weet van uwen roem en de gevol
gen daarvanik zie de parelen in nwe ooren, de schit
terende sfteenen aan uwe blanke vingersmaar ik zie
ook in uwe oogen een wonderlijken, zeldzamen glans,
een vragen, en ik gevoel diep medelijden, wanneer ik
den weemoedigeü. trek om uwen mond zio: ik weet het.
Lucile, ik zou over u eenl kleine roerende geschiedenis
kunnen schrijven."
„Eene kleine, roerende geschiedenis?" kreet Lucile,
zoodat een zeemeeuw, die vóór haar op de golfjes wie
gelde, verschrikt wegvloog, „eene kleine roerende
geschiedenis?" herhaalde zij; „zeg toch liever een
groot, ontzettend leed, een sombere roman, dat zou
juister wezen."
„Het tegenwoordige geeft n enkel geluk, 't is
dus het verleden dat u kwelt, Lucile?"
De schoone vrouw knikte toestemmend.
„Herinneringen die atan uw rust knagen, die zich
niet laten verbannen?"
Geen antwoord. Eindelijk een diepe zucht.
„Gij zult alles weten, Olgakom, laten wij doen als
in vroeger jaren, laat ik met mijn hoofd tegen nw
schouder rusten en strijk dan met uwe hand over mijn
voorhoofd, zoo. en luister nu,..."
„Zeten jaren is het geleden" begon Lucile
„dat wij van elkander scheidden. Gij gingt. naar de
kleine Oostenrijksche provincie, ik mam de Noordsche
residentie. Jong en schoon, zooals gij zeidet, harts
tochtelijk en met volle geestdrift mijne kunst beoefe
nend, was ik spoedig de lievelinge van het publiek en
de. gunstelinge, van den directeur van het college.
Men zond' mij bloemen, gedichten, geschenken; ik was
in staat mijn goeden naam te handhaven en over mijn
eer te waken, 't Was wonderlijk met mijHoeveel
liefde en hartstocht ik ook had' t-e vertolken, hoezeer
mijn stem ook dikwijls liefdé moest smeeken of belij
den, hoevele aanzienlijke en schoone mannen zich de
moeite gaven mij te naderen en mij iets vleiends te
zeggen ik zelve bleef koud en ongevoelig voor dat
alles. Ik studeerde etn oefende mij, verheugde mij
over den bijval, die mij ten deel viel, en maakte mij
zelve diets, dat dit héérlijke leven nimmer zou eindi
gen-
Daar klonk het oude lied in mijne ooren met- het
eeuwige, oude refrein!.... dat hoorde ik, da.t was
mijn verderf. Ik speelde „Gretchen", destijds mijn lie-
velingsrol. De beste „Faust" der Duitsche tooneel-
wereld was in! onze stad aangekomen om als gast op
te treden; men verhaalde wonderen van zijn succes bij
de vrouwen; benijdde mij dat ik met dezen heerlijke
spelen, dat ik zijne „Klara", zijne „Gretchen", zijne
„Leonora" zou zijn. Olga, hij was geen meaiscli, hij
was een duivel, een vampyr, een slang, en toch in
dien tijd voor mij een afgod de eerloOzeDen gloed
van den echten hartstocht, de algeheel© overgave, de
jalouzie de duizend vreugden en smarten der liefde
hij leerde ze mij kennen. Ik was als van mijne zin
nen beroofd.
Verblind door het vuur van zijnen hartstocht, zijne
eeden, liep ik den afgrond tegemoet. Ach, Olga, ik
speelde niet meer het arme bedrogen Gretchen, ik was
het geworden, ik, de koele, ongenaakbare, spottende
Lucile, lag op den grond van schande.vol zelf
verwij t
Waart gij maar bij mij geweest!
Ik waagde heft echter niet u te Toepen; ik hulde mij
opzettelijk in een onverbreekbaar stilzwijgen; uit mij
ne ellende zouden geene tranen! doordringen tot hen
die mij liefhadden, geene klachten tot hen die mij
aanbaden.
Het zwaarste lot vani eene vrouw was mijn deel.
door eigen schuld was ik in de ellende gestort.
Gij weent, Olga; uwe heete tranen vallen brandend
op mijne wangen; gij gelooft, dat ik u al mijn leed
reeds heb verteld, neen, luister slechts, het oude lied
heeft nog een tweede vers, en dat klinkt nog veel, veel
treuriger
....Verwijtende, groote, grijze kinderoogefn staar
den mij aan en vervolgden mij waarheen ik ging; klei
ne teere handjes strekten zich naar mij uit en eene
klagende, jammerende kinderstem stoorde mijne
nachtrust en vervolgde mij waarheen ik ook ging; ik
kon het niet hooren, ik moest weg van uit de een
zaamheid der kleine stad, die ik tot mijn verbannings
oord had gekozen; ik moest in de wereld terug, in die
wereld van den schijn, welken ik ten offer was geval
len het tooneel trok mij weder met onweerstaanbare
macht; ik was nog niet vergeten; roem en eer vielen
mij weder ten deel, men prees vooral mijn natuurlijk
spel in tooneelen van hartstochtelijke droefheid, men
juichte mij toe en ik dankte glimlachend met stra
lend gelaat, maar met bloedend hart
Mijn ruim inkomen verdeelde ik zekerheidshalve m
drieën. Ifet eerste verzond ik geregeld naar de klei
ne provinciestad, het tweede zette ik vast- voor de toe
komst, het derde deel alleen behield ik voor eigen ge
bruik en men verwonderde zich menigmaal over mijne
eenvoudige leefwijze.
Daar werd mij een schitterend aanbod' gedaan.
Roem, eer en goud werden mij in het dollarlnnd in 't
vooruitzicht gesteld. Ik weifelde niet lang en stak
den Oceaan over. Ik vond wat ik zocht; zelfs veel
meer dan dat; ik was wantrouwend geworden, en ging
overal met de meeste omzichtigheid te werk, steeds de
slang onder de bloemen vermoedend. Mijn leven was
in de Nieuwe Wereld een opeenvolging van triumfeu,
ik verdiende schatten en toch werd ik dikwijls door
felle smarten gekweld.
Uit elk paar kinderoogen, dat mij ontmoette, sche
nen mij de verwijtende blikken van den armen verla
tene te treffen; iedere gelukkige moeder met haren
lieveling aan de hand of op den arm gaf mij een steek
in het hart. Spoedig voelde ik een nameloos verlan
gen in mjjn opwellen naar het kleine wezen, dat ik 't
leven had geschonkenik had over den Oceaan willen
vliegen, ik kon niet; mijn contract bond mij aan Ame
rika. Zoo bleef mij niets anders over dan te schrijven;
dit deed ik, terwijl ik mijne komst in 't vooruitzicht
stelde, en zond geld over, op deze wijze mijn gemoed
tot rust, trachtend te brengen.
Om roem en schatten te verwerven, was ik naar de
Nieuwe Wereld gegaan, zooals ik u zei de, Olga; ik
vond meer: ik vond een trouwen man, die deelde in
mijn verlangen om Amerika met zijne beslommeringen
te ontvlieden en in ons vaderland rust te zoeken. Ik
had hem in Philadelphia leeren kennen; ik meende
dat mijne bittere ervaringen mijn hart hadden toege-
schroefd, maar eerst thans leerde ik het onderscheid
tusschen hartstocht en liefde. Ik werd de gade van
den braafsten man ter wereld."
Tot zoover was Lucile met haar verhaal voortge
gaan, zonder dat Olga ook maar een enkele maal
hag.r in de rede was gevallen. Thans deed een plot
selinge beweging van de toehoordster Lucile verstom
men. Olga's oogen zochten die harer vriendin. „En
hij Lucile hij, uw gade, hij weet niets, nietwaar?
en.en.
„Gij vergist u, Olga", antwoordde Lucile, „hij weet
alles, hij begreep alles, hij vergaf alles. Hij kende de
verzoekingen, waaraan wij blootstaan; zijne liefde en
zijn medelijdon ruimden alle bedenkingen uit den
weg; aan zijne zijde ging ik de toekomst weder ver
trouwend1 in.
Wij bleven nog een paar jaar in Amerika en in
dien tijd leerde ik weder reine moedervreugde kennen,
maar zij bleef niet lang mijn deel. Een zwak wezen
tje was het, dat wij spoedig moesten verliezen, trots de
zorgvuldigste verpleging.
Thans kon ik het ginds niet meer uithouden. In
mijn bittere droefheid meende ik telkens de stem van
mijn kind te hooren, dat tot mij zeide: „Dat is het
loon voor het verwaarloozen uwer moederplichten; gij
hebt mij verlaten, hebt vreemden dé zorg overgedra
gen, die gij zelf op u moe3t nemen, en zijt de wijde
wereld ingegaan."
Jaretn waren verloopen sinds ik mijn vaderland had
verlaten; mijn brave man, die alle leed hartelijk met
mij deelde, vergezelde mij thans op den terugtocht en
op reis .naar het: kleine stadje.
Hij wilde den knaap tot zich nemen en samen zou
den wij trachten hem het gemis aan liefde te vergoe
den, zooveel jaren verduurd.
Hoe klopte mijn hart, toen' wij de kleine woning be
reikten! Maar wie schetst mijne teleurstelling, toen
wij alleen vreemde stemmen hoorden, vreemde gezich
ten zagen, de weduwe Arendt woonde er niet meer
zij was al lang dood."
In heftige ontroering liet Olga hare vriendin los.
„Verder, verder", bracht zij met, moeite uit.
„Het kind. de jongen, was door eene vreemde,
goedhartige dame medegenomen, een andere knaap
was nog vóór de moeder gestorven; verder wisten zij
niets evenmin als de politie, die wij raadpleegden.
Alles was verloren, door mijne nalatigheid, door mijne
zonde.
Vraag niet, Olga, wat ik geleden heb en nog lijd.
Eerst sedert eenige maanden in Duitschland, heb ik
,nog geen gerust uur gehad1 en zal het ook niet hebben
vóór ik eenig bericht omtrent den knaap heb gekre
gen. Mijn brave man heeft al veel zorg met mij ge
had; thans is hij met mij hierheen gegaan, opdat ik
in deze kalme natuur rust moge vinden. Intusschen
rwendt hij alle moeite aait om dén knaap op te sporen
plaatst oproepingen1 in de gtroote bladen, onderhoudt
betrekkingen met de politie en bestudeert hare rap
porten, die doorgaans er op wijzen, dat we in Rusland
het spoor moeten zoeken. Ach, gij weet hoe weinig
hoop dat kan geven; mijn goede man doet het dan ook
voornamelijk om mij te bevredigen; hij ontveinst zich
niet, dat alle moeite waarschijnlijk wel vergeefs zal
zijn geweest.
Olga had! in diepe ontroering" naar deze ontboeze
mingen geluisterd; eerst langzamerhand was zij zi'ch-
zelve meester geworden en thans, nu hare vriendin
zweeg, zeide zij hartelijk: „Ja, mijn arme Lucile, gij
hebt bitter, bitter leed moeten! verduren; maar geloof
mij, alles kan nog terecht komen! Onze wegen loopen
dikwijls langs donkere paden; de ontevredene vloekt
dan zijn Noodlot; wij evenwel zien er de hand eener
Voorzienigheid in. Liefste, laat uw hoofd weder te
gen mijn schouders rusten en luister naar mij; gij
hebt mij uwe geschiedenis verhaald, ik zal er u thans
eene mededeelen die treurig begint, maar waarvan het
■slot wonderlijk schoon is.
Ik zeide u reeds in 't algemeen, wat mijn werk
kring was sinds wij van elkander scheidden. Mijn
laatste betrekking was hij eene vriendelijke oude da
me, die ik op reis vergezelde. Op de terugreis van
Koerland' hield zij zich even in een Pruisisch grens
stadje op, om verwanten te bezoeken. Daar werden
eenige familiefeesten gevierd en tot hulp in de huis
houding had men eene eenvoudige weduwe gevraagd,
die twee kinderen bezat. Mij beviel deze vrouw zeer;
ik praatte dikwijls met haar; zij liet mij hare kinde
ren zien, twee aardige jongens; ik kocht wat speel
goed en lekkernijen voor hen en spoedig hielden zij
heel veel van „tante Olli".
Een treurige ramp trof onverwachts1 het stadje; een
epidemie, die in de nabijheid woedde, sloeg ook hier
haar klauwen uit. De kleine Heinz, het eene zoontje
der weduwe, was een der eerste slachtoffers:; zijne
troostelooze. moeder volgde hem een paar dagen later
in den dood; het huisje werd door de politie gesloten
en.... met toestemming van mijne brave meesteres
nam ik bet andere knaapje op onze reds, die den vol
genden dag weder aanving, mede."
Eene hevige ontroering" had zich vair Olga meester
gemaakt bij het laatste gedeelte van haar verhaal;
ook Lucile zag doodsbleek; zij haalde met moeite
adem.
„Waar. waar was dat?" stamelde zij eindelijk.
„In E. het kleine.
„Hoe heette die wouw. en Lucile greep in
angstige spanning Olga's handen.
„Zij noemde zich vrouw Arendt."
„Ah!" Een kreet ontsnapte Lucile's borst, zij
sloeg als waanzinnig de armen om Olga's hals en
riep: „O zeg" mij.die knaap. hoe heet hij.
waar is hij
„w ees kalm, Lucile", vermaande Olga, hare handen
liefdevol drukkend, „dat kind heb ik lief en verzorg ik
als mijn zoon; hij heet Paul Willy!"
„Olga, OlgaDe hemel zij dank. Mijn kind,
mijn arm, verloren, verlaten kind'!"
Zij lag voor hare wiendin op de knieën, borg het
seho-one hoofd in 'hare schoot, sloeg de armen om de
diepbewogen Olga heen en snikte hevig.
„Hier. bij u, hier bij u!" dat was alles wat zij
tusschen haar tranen door kon uitbrengen.
De zon was intusschen 'hooger gestegen en verlicht
te de plek waar de beide vriendinnen zulk een gewich
tig uur hadden doorgebracht.
Het was er niet meer zoo stil als een paar uren ge
leden; van alle kanten kwamen de wandelaars opda
gen. Allen wilden van de heerlijke morgenlucht ge
nieten.
Uit een kleine troep van kinderen kwam een kleine
schoone, circa zevenjarige knaap naar voren, zette
dc handen bij wijze van een spreekbuis aan den mond,
en luide klonk het:
„Tante Olli! Tante Olli!"
„Lucile, hef 'het hoofd op en droog uwe oogenwij
zijn niet meer alleen, hoor mij nu nog even aande
treurige geschiedenis hebben wij gehadnu komt het
schoone, het heerlijke slot. Mijn oude Koerlandsche
barones heeft zich voor geruimen tijd' met hare doch
ter naar Zuid-Rusland' begeven, maar ik had' meer
lust eens op mijn eigen gelegenheid een beetje door
de wereld te zwerven en1 het spreekt vanzelf, dat ik
mij daarbij van den jongen niet wilde schelden. Paul
is een lief kind, dat uitstekend bij mij leert en werkt,
maar nu had hij eenige afleiding en het verblijf in
een gezond oord1 noodig."
„Nu ben ik rustig. ziet gij Olga. ik gehoor
zaam u. ik ben geheel kalm, maar zeg mij nu ook
waar.
„Tante!.... Tante Olli!" klonk het naderbij.
„Hier.was het antwoord.
Olga begaf zich naar de speelplaats der kinderen;
piet eenige sprongen was een schoone knaap bij haai
en vloog haar om den hals.
„Kom Paul", zeide zij hartelijk, „daar is eene
dame, die je liefheeft; zij is lang op reis geweest en
zij wil je gaarne weerzien."
Zij traden op Lucile toe, die tegen een palm go
leund stond om niet te vallen.
„Is zij het daar?" vroeg" het kind. „Waarom weent
zij? Heeft zij verdriet?"
Hij kreeg geen antwoord.
„Of heeft zij wat verloren?"
„Ja, lieveling, zij had wat verloren, maar nu heeft
zij het teruggevonden en daarom zal zij wel spoedig
vroolijk en gelukkig zijn. - Lucile.moed. hier
lieve, hier is uw kind!."
Lucile was op hare knieën gegleden en hield het
kind zóó vast omarmd, als vreesde zij het weder te
verliezen als zij 't losliet.
Nu weende zij niet meer; zij hield het blondgelokte
hoofdje in hare handen; zij zocht de schoone grijze
oogen, kuste ze telkens weer warm en innig; geen
woord kwam over hare lippen, maar hare blikken zei
den wat in hare ziel omging.
„Kom, Olga....", zeide zij eindelijk, terwijl zij op
stond en hare vriendin omarmde, „kom, trouwe ziel,
wij scheiden nimmer weer. Gij behoort ons toe; het
kind heeft u ook noodig; hij moet immers zijne ouders
eerst nog leeren liefhebhen. kom. mijn jongen.
thans gaan wij naar uwen vader."
Van 15 regels 25 Cents, bij vooruitbetaling.
T B. L. SIMONS Alkmaar. -Steenhouwerij K o-
ningsweg 76. Grafteekenen, Schoorsteen
mantels enz.
v. DIEPEN, Verdronkenoord D 19, Administra-
teur, Taxateur en Veiler Woningbureau. Ten allen
tijde worden Huizen en Landerijen te koop en ver
koop, te^ huur en verhuur en ter incasseeren van
huurgelden aangenomen, ook onder waarborg.
Beleefd aanbevelend.
puik puik beste ROODE AARDAPPELEN, 30 ct.
de 5 kop en f 1.60 de zak, vrij aan huis bezorgd.
Puik beste DUINAARDAPPELEN en BONTE tegen
concurreerende prijzen verkrijgbaar bij O. W. v. d.
POL, Schoutenstraat.
EDELEZER gevraagdNieuws van den Dag. Om
trek Park.
Brieven onder letter D 183, bureau van dit blad.
Liet beroemde TRAPPISTENBIER is van het eerste
kwaliteit hop en mout gebrouwen en door zijn
zuiverheid zeer aan te bevelen, ook per halve flesch
verkrijgbaar bij I. H. ALBERS, in de Bierkelder,
Verdronkenoord, ingang Kapelplein.
zal verkoopen op Woensdag 18 Januari 1911 bij
opbod, en op Woensdag 25 dier maand bij eind-
toewijzing, telkenmale des avonds ten ft nre, in het
koffiehuis van den Heer A. M. HAZES.
als: 1 naast elkander staande Woonhuizen en
Erven aan de Lindenlaan, wijk E, Nos. 49, 51, 53
en 55, ieder groot 110 centiaren.
Het Woonhuis en Erf aan de Vogelenzang, wijk
E, No. 8, groot 122 cent.
Het Heerenhnis met Erf en Tnin aan den
Nieuwlandersingel, hoek Bleekersloot, wijk E, no. 39,
groot 518 cent.
Het Winfeelhnis op den hoek van de Oudegracht
en Keetgracht, wijk D, No. 2, groot 56 centiaren.
Het Woonhuis met Erf aan de Keetkolk, wijk
D, No. 22, gr ot 89 centiaren.
Het Woonhuis met Erf aan de Sandersbunrt,
wijk D, No. 3, groot 57 cent.
a. Aan do Emmastraat, naast het huis van den Heer
van Nierop, groot pl.m. 172 centiaren.
b. Aan de Toussaintstraat.
1. Achter het huis bewoond door den Heer A.
C. de Regt, groot pl.m. 112 cent.
2. Ten westen het huis van den Heer N. van der
Poll, groot pl.m. 200 centiaren, in 2 gedeelten.
c. Aan de Prins Hendrikstraat.
1. Ten noorden het eigendom van den Heer P.
Kluitman, groot 374 centiaren, in 3 gedeelten.
2. Ten zuiden het eigendom van den Heer P.
Kluitman, groot 374 centiaren, in 3 gedeelten.
Op Maandag 16 Januari 1911, des morgens
10 unrzal ten kantore van den Opzichter over den
Hout en do Plantsoenen"|»rijsaanbieding worden
ingewacht voor:
De voorwaarden zijn vanaf Maandag a.s. op genoemd
kantoor verkrijgbaar tegen betaling van f 0.25, terwijl
aanwijzing zal geschieden op het terrein op Katerdag
14 Januari 1911, 's middags ft uur.
De opzichter over Hout en Plantsoenen.
B. IIOEK.
Alkmaar, 6 Januari 1911.
Wie de meeste goede Hollandsche woorden van hoog
stens 6 letters (uitgezonderd eigennamen) uit
zendt, zooals markt, veer, enz., krijgt een PE5i-
I15J3LE met COIJPEN. De 100 volgende en 100 eerste
inzenders ieder oen cadeau naar keuze, zooals Foto-
graflctoestel, Zwitsersche Klok, Vulpenhou
der, enz. In te zenden vóór 26 Januari. Deelname
gratis. Alleen betalen prijswinners vracht- en admini
stratiekosten. Uitslag wordt 6 Februari toegezonden
en door deskundigen opgemaakt.
op DINSDAG 10 "JANUARI 1911, des morgens te
10 uren, in het Puntbosch, nabij 't Station Noord-
Scharwoude, van
op DONDERDAG 12 JANUARI 1911, on niet zooals
reeds is geannonceerd op 6 Januari, 's morgens te 10
uren, in het bosch „Sclierpenheuvel" te HEER HUGO-
WAARD, van:
op VRIJDAG 13 JANUARI 1911, 's morgens te 10
uren, in het bosch achter de plaats, bewoond door J.
GROOT, aan het einde van den Middenweg, nabij
het Verlaat aldaar, van
Accurata regeling. Degelijke garantie.
VERBLO O PT
uw Jnweelen, Bloedkoralen, Ketting», Goad
en Zilver in het Goudmagazijn van
daar krijgt u de hoogste waarde.
Men lette s.v.p. op den Naam en Winkel
van P. OUDES, in de RIDDERSTRAAT.
tot verkoo|t van SIGAREM bij particulieren, voor
Alkmaar en omstreken, tegen provisie.
Br. fr. lett, M. K. 8110 Alg. Adv.-Bur. D. Y. ALTA,
Amsterdam,
Goedgekeurd bij Kon. Besl. van 29 Nov. 1910, No. 46.
Tenbate van het fonds voor een te stichten Herstel
lingsoord van den Algemeenen Nederlandschen politie
bond „Verpleging van zieke Politiebeambten en bouw
van een eigen Sanatorium", om bij langdurige of ern
stige ziekte hulp te verleenen.
Trekking 15 Februari 1911.
3®- PRIJS PER TOT 59 CEAT.
lste prijs AUTOMOBIEL (voor 6 personen). 2de prijs
6 VETTE KOEIEN, waarde f 1500. 3de prijs 2 VETTE
KOEIEN, waarde f 500. 4de prijs 1 KOE, waarde f 250.
5de pr. 1 KOE, waarde f250. 6de pr. 1 KOE, waarde f250.
7de pr. 1 KOE, waarde f 250. Van 8ste t/m. 13de prijs 6
VETTE VARKENS, zwaar 200 a 250 halve K.G.,
waard pl.m. f70 iede.14de prijs SALON-AMEUBLE-
MENT. 15de prijs HUISKAMER-AMEUBLEMENT.
Vervolgens 50 Dames- en Heerenrijwielen, 6 Hand-
naai machines, 20 Schapen (waarde f20 ieder), 10 Gra-
mophoons, 50 Wollen Dekens, 850 fraaie voorwerpen,
waaronder een aantal Zilveren en Gouden Dames- en
Heeren Remontoir-Horloges, Kunstvoorwerpen, enz.
A 50 cent per lot, 11 A f 5.
Kantoor van Diverse Loten, opgericht 2 Mei 1896,
Telefoon 431, Koorstraat 43, Alkmaar.
J. TERWEIJ.
zijn in alle gewenschte modellen verkrijgbaar bij