DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 10
Honderd en dertiende Jaargang.
1911.
DONDERDAG
12 JANUARI.
INSCHRIJVING
NATIONALE MIIITIE
FEUILLETON.
BINNENLAND.
Het Gouden Bed.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Ai zonderlij ke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
voor de mannelijke geborenen van
1892 op DINSDAG en VRIJDAG van
van iedere week van 1—3 uurtot
20 Januari a.s.
i
ALKMAARSCHE COURANT.
RIA.V1
HINDERWET.
I BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat heden op de ge
meente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen inge
diende verzoek met bijlagen van W. KERKMEER,
aldaar, om vergunning tot het uitbreiden van zijne
herstelplaats voor rijwielen, door het maken van een
bergplaats tot bewaring van benzine, in het perceel
Ritsevoort, wijk A no. 19.
Bezwaren tegen deze uitbreiding kunnen worden
ingediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling
op Dinsdag, 24 Januari e.k., 's voormiddags te elf uur
en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie
dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij,
die bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer
gemeente van de terzake ingekomen schrifturen ken
nis nemen.
Alkmaar, 10 Januari 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATHSecretaris.
ALKMAAR, 12 Januari 1911.
In den Duitschen Rijksdag is Dinsdagmiddag ge
sproken over de belasting op lucifers. Hoe nietig dit
onderwerp oogenschijnlijk er uitziet, toch is het, gelijk
nader zal blijken een zaak van gewicht.
Er was een interpellatie ingediend van den volgen
den inhoud:
„Is de rijkskanselier bereid, in verband met de
ernstige misstanden, welke zich uit de belasting van
lucifers voor de betrokken nijverheid, arbeiders en de
verbruikers hebben voorgedaan, de opheffing van deze
belasting zoo spoedig mogelijk voor te bereiden?"
Een afgevaardigde voor de volkspartij, de heer En-
ders, leidde deze interpellatie in. Hij noemde deze be
lasting ironisch den geurigsten bloem uit het belas-
tingbouquet van den vorigen rijkskanselier en verze
kerde, dat het geheele land er over klaagt. De fabri
kanten zoowel als de verbruikers onderwinden er last
en schade van. Overal ziet men dat het gebruik van
lucifers afgenomen is, overal worden arbeiders uit de
lucifersfabrieken ontslagen, overal zitten de pakhuizen
opgepropt vol en staan de fabrieken aan den rand van
den ondergang. In Thüringen bijv. zijn een massa ar
beiders, in dezen tak van industrie oud! geworden, ont
slagen, in vele fabrieken is het aantal arbeiders tot
op de helft verlaagd. Van alle kanten wordt aange
drongen op intrekking der belasting en zelfs op in
voering van een rijksmonopolie. Het geldtt hier niet
meer een overgangsperiode en de fabrikanten ontken
nen beslist, dat het kwaad moet1 worden toegeschreven
aan het foit, dat er vóór de belasting werd ingevoerd
Naar het Duitsch van OLGA WOHLBRüCK,
bewerkt door J. P. WESSELINKVAN ROSSUM.
13)
Het gaf hem telkens dezelfde verrukking. Maar en
kel d.© gedachte stondl hem reeds tegen, dat zijn kleine
meisje zich voor vreemden zou ten toon stellen; en
het leek hem nog onmogelijker, de vurige worden van
hartstocht, welke hij zijne heldinnen in den mond gaf,
van haar koele, frissche lippen te hooren.
Zijn kind dat was iets fijns, uitgelezens, een
kostelijke onberoerde bloesem, die niets gemeen had
met het moeras van het theaterbedrijf. Niet eens,
duizendmaal had hij de gedachten in zijn hersenen
om en om gewenteld om Pieps een rol te laten instu-
deeren. Eens had1 hij haar uit het manuscript een
scène laten lezen, en het had hem zoo aangegrepen,
dat hij haar de bladen uit de hand had gerukt, en met
eeni gedwongen lachje hadi geroepen: „Neen, mijn
kindje, zoo gaat dat niet! Je bent een klein schaap!"
Maar Pieps had er den leugen in gehoord. En nog
bleek van opwinding, met kloppende polsen, had hij
geroepen: „Goed, is het niet, papa? Juist, zoo is het
goed, dat gevoel ik", en voor den stoel als voor een
levend mensch op de knieën vallende, hief zij de ar
men op en sprak de zinnen tot het einde, met haar
lieftallige stem, die door opwinding en gekrenktheid
in een zacht ingehouden snikken overging en zulk
een aangrijpende uitwerking had, dat men daardoor
nauwelijks acht gaf op de woorden.
Maar Frank Nehrls hoorde de woorden toch. De
woordeil van razenden hartstocht, verlangende zinne
lijkheid en deze woorden walgden hem in den mond
van zijn kind.
Ruw trok hij haar op.
"Je kent een gans zonder eenig talent] Dat is niet
om aan te hooren. Maak je niet belachelijk!"
n voor het eerst keek hij haar werkelijk boos aan
enorme voorraden werden ingeslagen. Er is op bet
punt van lucifers de onzinnigste spaarzaamheid, wel
ke tot last en kwelling leidt, ontstaan. Gerust kan de
achteruitgang in het lucifersverbruik worden ge
raamd op 45 procent. Zwaar werden de fabrikanten
getroffen een- fabriek in Saksen Meeningen had
bijv. 675.000 mark aan belasting te betalen, waardoor
het bedrijfskapitaal aanzienlijk moest worden ver
hoogd. Daarbij komt dat er allerlei voorwerpen wor
den vervaardigd! en in groote menigte gebruikt, welke
de lucifers kunnen vervangen.
Als er iets1 is, dat verbittering in het volk kan
brengen, dan is het deze belasting, welke een ge
bruiksvoorwerp betreft, dat even onontbeerlijk in de
hut van den arme als in het paleis van den rijke is.
De groot-industrie en de middenstand en het kleine
bedrijf worden met den ondergang bedreigt. En dat
noemt men dan practische midldenstandspolitiek
Nooit zal deze belasting populair worden. Belasting
op voorwerpen, die in de plaats van lucifers worden
gebruikt moet het logisch gevolg van de lucifer-belas
ting zijn, maar het radikaalste middel is opheffing
van deze onrechtvaardige en onsociale belasting. Van
staatsmanskunst zou degeen getuigen, die haar zoo
snel mogelijk deed afschaffen.
Aldus sprak de heer Enders.
De secretaris van financiën, Wermuth, gaf dezen
spreker niet veel hoop. De rijkskanselier zou de op
heffing niet kunnen verantwoorden. Practisch moet
worden nagegaan of de veronderstellingen, waarop
indertijd deze wet tot stand! kwam juist zijn gebleken
of wel gefaald hebben. Men moet afwachten. De
tijd! om een grondig oordeel te vormen is te kort om
nu al tot afschaffing te willen overgaan, men verkeert
nog altijd in een periode van overgang. De ontstem
ming in den lande komt slechts hieruit voort, dat
ieder Duitsch onderdaan zoo duidelijk het offer voor
oogen ziet, dat hij in het belang van het algemeen
moet brengen. Het publiek werkt de belasting tegen,
het is blij dat het met behulp van andere voorwerpen,
al zijn deze ook duurder in het gebruik aan de luci
fersbelasting kan ontkomen, het heeft er zich over
verheugd, dat het door groote opslagen te doen, de
belasting kan ontduiken. Door deze factoren wordt
de indtistrie gedrukt, in het bijzonder door die enorme
voorraden, welke vóór de belasting-invoering zijn op
gekocht. Vele gevallen kunnen worden opgesomd,
waarbij de inkoop voor verscheiden jaren toereikend
is. Ook de toestand! der arbeiders wordt hierdoor be
ïnvloed. Tal van ontslagenen vonden echter in ande
re takken van industrie werk. Van verscheiden klei
ne fabrikanten ontving spreker protesten tegen ophef
fing van deze. belasting. De staat heeft tot plicht
waakzaam te zijn, niet alleen uit eigen belang maar
ook voor het belang der getroffen industrie, maar de
minister meende, dat het niet aangaat uit voorbij
gaande verschijnselen blijvende conclusies te willen
trekken.
Heel bevredigend1 was dit antwoord niet. De spreker
en duwde haar onzacht de deur uit.
Zij hadden nooit meer met elkaar gespróken over
dit oogenblik, en met geweld1 trachtte Frank Nehls de
herinnering er aan ook te verliezen.
Maar als hij in het halfdonker van het tooneel bij
de repetitie stond en met steeds toenemend! ongeduld
Nelzen voor den tienden keer den toon aangaf waarop
zij de groote scène moest stemmen, dan hoorde hij het
week en toch zoo hartstochtelijk accent, waarmede zijn
kind de koude en nuchtere woorden tot ongedachte
kracht en innigheid had verheven.
Dan schreeuwde hij telkens: „Doorhalen! Door
halen. Dat past niet voo.r u!"
En thuis was hij onverdraaglijk en kon het niet ver
duren, als Pieps in haar verleidelijke bevalligheid de
herinnering aan dien dag en die wenschen te voor
schijn riep, welke de vader aan den kunstenaar, niet
wilde vergeven.
Eiler deed of hij zeer verontwaardigd was.
„Zeg eens, waarde vriend, moet het dap volstrekt
Nelzen zijn, die uwe stukken speelt? Staat zij u dan
niet tot de keel tegen? Wij weten toch allen precies
wat zij in de gegeven momenten maakt en hoe zij het
doet! En al is het nog zoo goed toujours perdrix
Daar komt nog bijZij bezit de lijn niet, welke he
den wordt verlangd. Zij is, goed gekleed ja, toege
geven. Maar men merkt het corset onder het kleed,
ik vraag excuus, klein juffertje Pieps, een oude papa
als ik, mag dat wel zeggen het corset, niet het
lichaam. Voor den duivel, op balein wordt ik toch
niet verliefd."
Frank Nehls moest lachen.
„De baleinen komen uit Parijs en kosten haar tel
kens drie honderd francs!"
„Dat is zeer pleizierig- voor haar leverancier van
corsetten, maar het publiek is dat volkomen onver
schillig."
_Nu lachten de heeren gemoedelijk. Indien Pieps
niet in de kamer was geweest, dan zou Eiler de twee
laatste beursgrappen hebben verteld1 waarmee hij sinds
gisteren furore maakte.
Maar de stemming scheen hem zoo ook goed' genoeg
wachtte zich er wel voor te zeggen, dat er iets gedaan
moest worden, al was het bijv- als in Frankrijk
wordt voorgesteld' een belasting op de vervangings
middelen.
Het debat is echter nog niet geëindigd. Gisteren
zouden de debatten nog worden voortgezet en mis
schien hebben we strakjes, wanneer de nieuwste Duit-
sche couranten in ons bezit zijn, gelegenheid onder de
rubriek buitenland! nog het een en ander over de dis
cussies mede te deelen.
Eenige dagen voordat de belasting in 1909 werd in
gevoerd, hebben we hare vermoedelijke gevolgen ge
schetst en verklaard, dat deze nieuwe Duitsche indi
recte belasting zeer leerzaam was, dat zij een waar
schuwing vormde voor andere landen om het onpracti-
sche en on-economische voorbeeld niet te volgen.
Thans, nu men over de resultaten kan spreken
want men moet minister zijn om te kunnen zeggen,
dat men nog altijd in een overgangsperiode verkeert!
is er alle aanleiding om nog eens op' deze waarschu
wing te wijzen.
OUD-MINISTER COOL.
De afgetreden minister van oorlog, generaal-ma-
joor W. Cool, zal met. 1 Mei den dienst met. pensioen
verlaten en tot dien datum ter beschikking blijven van
den tegenwoordlgen minister van oorlog.
LEVENDE STRIJDKRACHTEN.
Naar het Centr. verneemt, zal de regeling der le
vende strijdkrachten bij de behandeling der defensie
aangelegenheden den voorrang hebben.
COLLEGE VOOR DE RECLASSEERING.
Bij Kon. besluit van 11 dezer zijn benoemd1 in het
centraal college voor de reclasseering van ontslagen
gevangenen
tot lid, tevens voorzitter:
mr. A. P. L. Nel is sen, oudminister van justi
tie, te 's-Gravenhage
tot leden:
mr. H. C. Dresselhuys, directeur-generaal
van het gevangenis-, Rijkstucht- en opvoedingswezen,
te 's-Gravenhage;
mr. H. P. M a r c h a n t, lid' van de Tweed© Kamer
der Staten-Generaal, te 's-Gravenhage;
mr. V. H. R u t g e r s, adtvocaat en procureur te
Hilversum;
jhr. mr. Gh. J. M. Ru jr s ,c£ e Jtéèrenbrouck,
lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, |e
Maastricht;
jhr. mr. II. Smissa.ert, secretaris van de-'Ver-
eeniging van Nederlqndsche werkgevers, te 's-Graven
hage; .0
J. R. S n o ec, k Henkemans, lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal, te 's-Gravenha
ge;
mr. jA, Fentener v an Vlissingen,
raadsheer in den Hoogen Raadl der Nederlanden, te
's-Gravenhage; A"-
W. de V 1 u g t, lid! van d© Tweede Kamer der
Staten-Generaal, te Amsterdam;
is aan het centraal college voor de reclasseering
toegevoegd als secretaris
mr. W. J. Berger, adjunct-commies aan het de
partement van justitie, te 's-Gravenhage.
voorbereid. rd
„Enzlehn heeft ook al-genoeg van zijn ster. Ik ont
moette hem heden, toen: hij van de repetitie kwam. Hij
zag er uit, alsof hij een paar duizend! mark had door
gebracht. Wij gingen in het theater café, namen een
Vermouth uitnemend! is intusschen de nieuwe Ver
mouth daar toen volgde op het eene woord het an
dere." I
Frank Nehls spitste de ooren.
„Het was heden een slechte repetitie
Eiler knikte.
„Ja T- Enzlehn koesterde de grootste vrees voor de
première -dat moet ik u eerlijk bekennen."
Frank Nehls werd bleek.
.„Daarvan is die Nelzen de schuld", riep hij heftig.
„Nu ja, wie anders!"
Stilte.
Pieps bladerde zenuwachtig in een opengeslagen
boek.
„Eeen vraag, Nehls.
„Ga uw gang."
„Gij zoudt uw dochter nooit laten optreden?"
Hij antwoordde zoo haastig, dat. hef bijna angstig
klonk: „Nooit."
Eiler knikte nog eens.
„Dat vind ik zeer verstandig. Maar het uiterlijk
uwer dochter past ze voor de heldin?"
En even haastig, ondoordacht kwam het antwoord
Dat i s juist de verschijning! Zoo moet zij er uitzien,
zoo moet zij gaan en staan het spreekt van zelf
Pieps glimlachte zegevierend en leunde met haar
aschblond kopje tegen de donkere, houten lambrizee-
ring.
Eiler stond op en klopte een weinig asch van zijn
vest: „Dan heb ik wat voor u."
„Nu!?"
Frank Nehls sprong als geëlectriseerd op en greep
den kleinen Eiler bij den arm.
„Ja. Ik heb Wat voor u. En als gij den moed hebt
het met een halve beginneling te beproeven, ik heb
den moed, haar u aan te bieden. Ja, nog meer: u te
verzoeken het met haar te probeeren."
BOND VAN R. K. GEMEENTERAADSLEDEN.
Te Arnhem is gisteren eene vergadering gehouden
van katholieke raadsleden uit het geheele land.
Alle R. K. kiesvereenigingen en Kath. raadsleden
waren tot deze vergadering uitgenoodligd. Een 80-tal
personen nam er aan deel.
De vergadering werd geopend door den voorzitter
der Arnh. Kiesvereeniging mr. A. I. M. J. baron van
Wijnbergen, waarna mr. J. R. H. v. Schaik de zaak
inleidde.
Deze zeide, dat de grondgedachte van de oprichting
van een bond van kath. raadsleden niets anders is,
dan opnieuw en wanner levensvuur in hen te ontste
ken, hun besef van te vervullen een katholieke roeping-
te verhoogen, hen te steunen in het beramen en ten
uitvoerleggen der middelen om het doel te bereiken
en de hervormde kracht der katholieke leer en begin
selen dagelijks door het geheele land op doorslaande
wijze aan te toonen. Allerwege ml. begint men te voe
len, dat in de gemeente een uitgestrekt terrein ligt
voor practisch werk, in de richting van den opbouw
der christelijke even wichtsmaatschappij.
Telkens doen zich nieuwe problemen voor op. sociaal
en technisch gebied in onze groote gemeenten en voor
de kleinere plaatsen rijzen, in bescheidener mate, de
zelfde vraagstukken. Uitvoerig ging spreker volgens
de N. R. Ct. na, hoezeer in den laatsten tijd het ge
bied der gemeentelijke bemoeiingen verwijd is, maar
hoe op sommige punten, b.v. de zorg- voor den op eigen
beenen staanden ambachtsman en industrieel, voor
zóóver zich althans tegen zijP zelfstandig bestaan de
voortschrijdende ontwikkeling van het productie- en
distributiewezen niet verzet, nog heel wat te doen valt.
Hij noemt nog het Credietwezen bij den middenstand,
de regeling van Zondagsrust, verplichte avond-winkel
sluiting enz.
Ook de arbeidersstand, die der landbouwers, enz.
stellen hun billijke-eischen, het onderwijs, hygiëne,
keuring van levensmiddelen, drankbestrijding, enz.
enz. vragen onzé'belangstelling.
Do ware soci'alë gemeentepolitiek, aldus ging spr.
vóórt, is eigenlijk nog in opkomst. Vandaar dat vele
raadsleden nóg min of meer vreemd1 staan tegenover
het geheel' van naar langzaam aan naar voren en aan
de. orde kp'mende kwesties, niet altijd voldoende zich
met de principieele zijde daarvan hebben vertrouwd
gemaakt' en niet genoegzaam bevroeden, dat in het
bestu# eénér gemeente systeem zit en moet zitten.
Gevolg daarvan is, dat men niet systeem tegenover
systeem "kan zetten en altijd min of meer naar het in-
zjcht van het oogenblik zijn stem geeft. Zoo ontstaat
dan het betreurenswaardige verschijnsel, dat als ka
tholieken gekozen raadsleden in bijna alle aangelegen
heden in bonte mengeling tegenover elkaar hun stem
uitbrengen en zulks terwijl een goed deel der aan de
orde zijnde punten verband en nauw verband houden
met de katholieke religieuse en maatschappelijke be
ginselen.
Dat het besef van een en ander nog niet voldoende
levendig is bij velen der roomsche raadsleden is ge
volg hiervan, dat zij niet voldoende geschoold zijn.
Het deels doordachte, deels instinctieve inzicht in
den ontwikkelingsgang eener gemeente, de bestudee
ring van de theoretische en de practische zijden van
allerlei vragen van actueel gemeentelijk belang, de
vorming van d'illettanten tot beroepsleden, ziedaar
waartoe een bond van R. K. gemeenteraadsleden ge
roepen zal zijn, hij zal te scheppen hebben de katholie
ke sociale gemeentepolitiek van het heden en de toe
komst.
De rede van mr. Van Schaik lokte veel applaus uit
Daarna kwam de vraag aan de orde, of de bond zou
Frank Nehls trad wantrouwend terug.
„Bij elke aankondiging van een nieuw stuk worden
mij door tien laten wij zeggen „kunstbeschermers"
nieuwe sterren aangeboden
Eiler knoopte zijn cut-away jas toe.
„Best, Laten wij er niet verder over spreken", zei
hij koel.
Pieps legde haar hand op zijn arm.
„Mijnheer Eiler, gelijkt zij op mij?"
Eiler glimlachte. „Zij bezit uw gestalte en iets in
haar wezen, dat aan het kleine juffertje Pieps herin
nert. Misschien meer ziele- dan gelaatsgelijkenis.
Ras temperament eene ontdekking!"
„U moet eens kennis maken, papa", zeide Pieps.
Het klonk bijna bevelend.
Juist, dat zij aan Pieps herinnerde, was hem on
aangenaam. Hij bewonderde het kind, dat, haar eigen
wenschen onderdrukte, zoo onvoorwaardelijk haar ei
gen verlangen opgaf, ter wille van hem.
„Kennis maken. Waarom niet?"
Eiler knoopte zijn jas weer los, werd' beweeglijk en
praatlustig.
„Ik zal haar morgen tot u zenden. Zij zal alleen
komen. Stel u geen modedame voor, begrepen? Maar
zij zal het worden geloof mij.
Hij lachte fijntjes en wreef zich de handen.
„Wat zal Enzlehn er van zeggen?"
„Enzlehn? Beste vriend' daar.
Eiler wreef duim en wijsvinger tegen elkaar. „Zij
zal hem geen penning kosten."
„Dan zou hij toch dom zijn! Het is met hem al in
orde. Vijf repetities maakt zij mede, quasi voor twee
de bezetting, om Nelzen te sparen. Gaat het na de
vijfde repetitie niet, dan wordt zij weggezonden. Gaat
het.dan kunt ge het overig-e aan mij overlaten."
Frank Nehls voelde de overrompeling. Maar er
bleef hem geen keus.
Ook hij was afgemat, murw. Deze namiddag had
hem duidelijk aangetoond, dat er aan een succes niet
viel te denken, als hef zoo verder ging. Nu deed zich
tenminste een kans voor.
- i._ (Wordt vervolgd).