HOEST eh VERKOUDHEID
w
Long Hersteller.
ZIJN KIND.
OWBRSDGE's LONGHERSTELLER
Schaaki*iitii*iek,.
i m
Het meest moderne, best bekende en
succesvolste geneesmiddel ter
Wereld tegen
Onmisbaar voor Sprekers, Zanders en alle,
die aan Zwakheid der keel lijden.
W. T. OWBRIDGE, Ltd.,
is o. a. verkrijgbaar te ALKMAAR bijNIEROP SLOTHOUBER, ANSINGH MESMAN.
SCHOUTEN; te SCHARE^ bij: D. WIT; te HiSORN bij: P. VELTMAN; te TEXEL bij: T. BUIJS;
te ZAANDAM bij: Apoth. BAKKER, v. LEEUWTENte DEN HELPER bijDE BIEBIERSTEKER
te PUK.IHE END bij G. VAN BEEK te DE RLJP bijG. SCHREUDER.
w i Wm
wm\.wk
Nu is het positief zeker, dat wij den naam van den
componist meer gezien hebben en dus evenzeer, dat
wij dezen vergeten waren. Dit kan nu soms werkelijk
praktisch zijn, omdat de naam er clan de 2de keer
veel vaster inzit en wij zullen het er dan maar
houdgn, dat dit in ons geval ook geldt.
Is uw kwaal misschien een nierkwaal
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
ho/uvmanciw.
W W V
fridge;
WAARSCHUWING: Elsch beslist oOw&ridi»"
•n neem geen andere.
Het Ij de bette, goedkoopste ca veiligere weg (erguetlng.
Vervaardigd door
FibrUtantan, TS« Laborator», HULL.
Grvtstigd 1874.
Varkrllgbaar legen 67H cents bi|
•lie Apothekers en Drogisten of
a bi) den Agent Vb'. P HUISMAK,
iavutraat 82,
W Amsterdam.
Uit Hoorn kwamen nu over het archief der opgehe
ven rechtbank en bovendien de daarbij bewaarde oude
archieven van 40 voormalige baljuws-vierscharen en
schepenbanken. Vereenigd met de te Alkmaar aan
wezige van vroegere reehtcollegiën, werden al de oude
archieven summier beschreven door den substituut
griffier mr. Ph. W. Scholten, en op doelmatige stel
lingen geplaatst onder de beschoten kap van den oos
telijken stadshuisvleugel; en door zijn opvolger, mr.
T. A. Sannes, beschreven in een catalogus, welke in
1880 gedrukt het licht zag. Dit alles is in 1888 door
den Rijks-archivaris in Noordholland overgenomen en
naar het Rijks-archief te Haarlem gevoerd, gelukkig,
want het is daardoor aan geheele vernietiging ontko
men.
Bij den bouw van het Stedelijk Museum in 1873
was daarboven reeds een nieuw en groot vertrek voor
den officier van justitie gemaakt, in 1879 werd! de
gehoorzaal merkelijk verbeterd en verfraaid. De bouw
eener cellulaire gevangenis in 1884 werd door velen,
terecht of te onrecht, als een waarborg te meer voor
het blijvend bestaan eener rechtbank alhier be
schouwd.
De invoering van het reeds in 1881 afgekondigde
Strafwetboek op 1 September 1886 bracht eene mer
kelijke uitbreiding van de bevoegdheid der rechtbank
mede, want, al waren vele vroeger tot de hare beboe
rende zaken aan de kantongerechten opgedragen, haar
rechtspraak gold alsnu, behalve civiele en de meer
ernstige (dusgenaamde) correctioneele, ook crimineele
zaken.
In den vroegen morgen van 19 Februari 1890 werd
brand ontdekt in de bovenvertrekken der rechtbank-
Deze werd krachtig' gevoed door de aanwezige papier
massa, den op den zolder geborgen turfvoorraad en
den slechten toestand der binnenmuren (houtrasters
en krullen overpleisterd met kalk), zoodat, in weerwil
der krachtige bestrijding van het vuur, de boven
verdieping nagenoeg geheel uitbrandde en de be
nedenverdieping', waarin de griffie, het archief
en het verblijf der veldwachters plaatsing vonden,
door het afstroomende water geheel onbruikbaar werd.
De nieuwe officierskamer bleef ongedeerd en het door
den dikken stadshuismuur beschermde voorgebouw,
dus de gehoorzaal, gelukkig behouden. Bij de ramp
gingen verloren het archief der alkmaarsche recht
bank tot 1883 wat de burgerlijke en tot 1886 wat de
strafzaken betrof, en alles van de rechtbank te Hoorn,
waarbij ook de dubbelen der registers van den burger
lijken stand uit dat voormalig arrondissement. Die
van het alkmaarsche, welke beneden waren geborgen,
konden gered worden. Deze en verder de uit de bene-
tlenlocalen geredde en bij particulieren geborgen ar
chiefstukken \verdcn vervolgens naar de celgevangenis
overgebracht.
Onmiddellijk werden door het stedelijk bestuur met
de rechterlijke autoriteiten de noodige schikkingen
gemaakt, welke reeds den 21 in eene buitengewone
vergadering van den raad' werden goedgekeurd. De
raad- of Prinsenzaal werd ingeruimd voor de griffie,
de trouwkamer 2e klasse (waarnaar ook de gemeente
raad werd verwezen) beschikbaar gesteld voor bijeen
komsten en vergaderingen, de bodekamer voor de ge
tuigen, andere vertrekken voor andere bestemming.
Twee der geteisterde, het meest naar den noordkant
liggende bovenvertrekken konden, onder een aange
bracht nooddak en met eenige oplapperij, in gebruik
blijven, en de rechter-commissaris ging' zijne zittingen
in het huis van arrest houden.
De hooge regeering, die reeds vóór den brand beslo
ten had tot stichting van een gebouw voor het kan
tongerecht en het op den zolder van het stadshuis
hoogst gebrekkig geplaatst notariëel archief, kwam na
het onheil daarvan terug, om een en ander met de
rechtbank in één gebouw te vereenigen en daarbij ook
een huis van bewaring te plaatsen. Na eenige onder
handeling met de gemeente over het gewenschte ter
rein en den daarvan verkregen afstand, werd reeds in
Maart bij de 2e Kamer een ontwerp ingediend1 tot ver
leening van 50000 als eersten termijn voor een op
95000 geraamd nieuw rechtsgebouw. Bij de Verte
genwoordiging vond de vraag geen bezwaar, en den 25
•Tuli 1891 geschiedde de openbare aanbesteding in de
Toelast alhier, waarbij aannemer werd W. van
Leeuwen te Hellevoetsluis, voor 82590. Het notari
eel archief was in het laatst, van Maart bevorens reeds
naar de celgevangenis overgebracht.
Na de voltooiing van het fraaie gebouw werd den 10
Augustus 1893, zonder eenige buitengewone plechtig
heid, de eerste zitting gehouden, doch de president, de
heer mr. T. A. Sannes, opende haar met eenige toe
passelijke woorden, herinnerende aan d'e oorzaak dei-
verplaatsing, hulde brengende aan het gemeentebe
stuur voor de na het onheil gemaakte reg-eling der za
ken en het kosteloos beschikbaar stellen van den
grond, mededee lende dat zich uit die leden der balie
een raad van discipline had gevormd! met den heer mr
N. II. de Lange tot deken, wensehende dat die in het
nieuwe gebouw zetelenden doordrongen zouden blijven
van het besef der hooge belangen, hun toevertrouwd,
en eindigende met eene eerbiedige hulde aan LI. M
de Koningin-Regentes.
Voor de gemeentekas was de gebeurde verandering
een schadepost. Sedert begin 1861 tot einde 1873 werd
door het Rijk jaarlijks te goed gedaan 800; volgens
contract van 26 November 1873, wegens uitbreiding
der loealen bij de rechtbank en voor die bij het kan
tongerecht in gebruik, jaarlijks 1200, en volgens
contract van 14 Augustus 1878 voortaan 1350
'sjaars. Het laatst genotene van 1 Januari tot I
Augustus 1893 beliep 787.50. Dat evenwel de out
ruiming van het stadshuis en dte terug-gaaf van dit
gebouw aan zijne bestemming door het. gemeentebe
stuur met ingenomenheid begroet, werd, laat zich den
ken.
De aanbesteding van het huis van bewaring volgde
den 3 Maart 1S94 te 's-Gravenhage, waarbij aannemer
werd P. J. C. Hofman, te Kralingen voor 55800.
Tot slot voegen wij hierbij de volgende naamlijst
Presidenten: Officieren:
C. van Foreest. J. Schouten.
J. Nuhout van der Veen. P. D. Teunissen f 1826
1862. P. Buyskes.
G. van Leeuwen.
J. A. Kluppel -f
T. M. Wentholt.
C. H. R. van Lelyveld j'1883. D. F. van Leeuwen.
J. G, Vogel. F. F. Karseboom f 1895.
JW. Mouton. J. C. baron Baud.
T. A. Sannes. H. J. H. Modderman.
J. W. Mulder. J. ,T. Oarsten.
D. van Houweninge. H. G. van Sonsbeeck.
Griff:ers:
J. C. van Veen.
J. L. Boreel de Maregnault f 1819.
H. Weldijk van Limmen.
P. Binkhorst van Oudcarspel en in Koedijk f 1876.
M. A. Kluppel f 1892.
H. Wesseling.
B. van der Feen de Lille.
V rede rechters:
1" Kanton 2' Kanton
Z. van Foreest. A. A. van der Ley.
W. Schut. A. Bolten.
Kantonrechters:
W. Schut.
J. E. Nuhout van der Veen f 1871.
J. P. F. van der Mieden van Opmeer.
M. Buchner.
D. Bastert.
C. W. B.
No. 375.
K. G. GAVRILOW te Ismail.
2e Prijs „Tidskrift for Schack" 1910.
7
6
5
4
3
2
1
'/7ÏÏ77//
//)7777//',
WT/W
abcdetgh
Mat, in 2 zetten.
Oplossing van No. 272 (F. Böttger) 1 D b6 d4 enz.
Goede oplossingen ontvingen wij van: P. J. Boom,
F. Böttger, O. Bramer, G. van Dort, P. C. van Haren,
G. Imhiilsen, C. van Stam en C. Visser, allen te Alk
maar; Mr. Oh. Enschedé te Alkmaar, P. Bakker, Jos.
de Koning en II. Weenink te Amsterdam, J. Vijze
laar te 's-Gravenhage, J. Reeser te Voorburg, J. Deu-
zeman te Frederiksoord, G. B. II. Hogewind, Utrecht,
A. Tates te Heiloo, S. te S., H. Strick van Linscho-
ten te Rijswijk en O. Boomsma te Kampen.
Door een welwillende vriendenhand geholpen zijn
wij in staat gesteld eenige bijzonderheden omtrent
den componist van No. 274 mede te deelen. Axel E.
Strömberg1) woont tegenwoordig te Gullöfars en
I heeft al een gevestigdeni naam op probleemgebied,
waar hij al eenige malen eervol vermeld werd en zelfs
een 3den en 4den prijs behaalde. Waar hij eigenlijk
thuis behoort weten wij niet, doch wij vermoeden in
Zweden, terwijl Duitschland beslist uitgesloten is.
Ziedaar nu niet veel bijzonders, doch toch meer dan
genoeg om te doen uitkomen welk een eigenaardig fi
guur (om het zacht uit te drukken) wij de vorige
week gemaakt hebben door mede te deelen, dat de
componist ons onbekend was.
Trouwens al was 's mans naam ons ontschoten, zij
ne bekroonde problemen niet. Zoo stónd ons zijn
derde prijs Duitsche Schaakbond! (1910) nog levendig
voor dén geest. Dezen 2zet toch hebben wij indertijd
nauwkeurig bekeken; eerlijk gezegd, omdat' zijn hooge
plaats ons niet bijzonder helder was2).
Zulke bekroonde problemen kijkt men door, terwijl
ze slechts onder hun motto gepubliceerd zijn. Wordt
de naam van den auteur later bekend, zoo dringt deze
veelal niet tot je d'oor.
Ziedaar een verklaring, geen verontschuldiging, le
zer! Qui s' excuse s' accuse, niet waar?
En wat nu No. 274 betreft, déze werd eervol ver
meld in denzelfden wedstrijd' waarin No. 275 den 2den
prijs behaalde! Dit was een openbaring voor ons, hoe
wel wij dergelijke omissies1 veelal in Engelsche schaak
rubrieken aantreffen. Waarom is ons niet duidelijk
In verband daarmede herinneren wij er aan hoe in
het begin van 1907 „Nederlandsche Schaakproble
men" in „The Norwich Mercury" werd besproken door
niemand minder dan Alain C. White, terwijl als voor
beeld dé 2zet werd gegeven, die den 3den prijs in den
Jubileums-wedstrijd N. S. B. (1898). bad! behaald.
Hoewel die bekroning- in N. S. P. duidelijk vermeld
was, werd er in, „The Norwich Mercury" geen gewag
van gemaakt. Waarom was ons een raadsel en het
trof ons in dit geval buitengemeen, omdat wij meen
den te weten dat Alain C. White er juist aan hechtte,
dat zulke bijzonderheden steed's werden vermeld, zoo
dat wij dan ook vermoeden dat deze imissie buiten
medeweten van den Amerikaanschen componist had
plaats gehad.
In ieder geval, het weglaten van bekroningen vin
den wij g-eheel onbegrijpelijk en.... weinig min
zaam!
vm-
ste-
ver-
zag
In de Duitsche vakbladen wordt de naam met
een Umlaut geschreven.
2) Uit deze bekroning volgt, dat de componist geen
Duitscher kan zijn, aangezien er bij de opening der
motto-briefjes te Hamburg een begrijpelijke teleur
stelling heerschte, nadat er gebleken was, dat er zich
onder de bekroonden geen enkele Duitscher bevond.
Rumeensche schets door ERNST SCHRöDER.
Hij heet Basilie en is schoenlapper, niets meer dan
een arme schoenlapper. Den geheelen dag zit hij op
een driestal, op den hoek van dé straat. Voor hem
staat- een tafeltje treurig pendant van den stoel
waarop allerlei gereedschap ligt. Zijn kleeding is niet
alleen armoedig', maar haveloos, zijn gelaat is door
ploegd met diepe groeven. Gebukt zit hij over zijn
werk en ziet met verglaasde oogen op zijn arbeid neer.
Wanneer 's morgens de waterdrager voorbij gaat en
hem een goeden morgen wenscht, dan ontwaakt hij als
't ware uit een droom en knikt den man dommelend
toe. Komt de eigenaar van het huis naar buiten, die
hem toestond daar te zitten werken, dan buig't- hij
deemoedig het hoofd, doch zegt niets.
Met deze groeten heeft hij voor beiden zijn verplich
tingen tegenover de buitenwereld volbracht. Daarna
laat hij het hoofd op de borst zakken1 om even later
het weer op te heffen en aan den arbeid te gaan.
Hij is de bekend'ste persoonlijkheid. De lieve straat
jeugd ontwijkt hem en ziet hem van verre met een ze
kere vrees aan. De moeders maken hun kinderen
bang voor hem, door hem toe te voegen, mosch (va
der) zal je meenemen, en wanneer twee buren' met el
kaar in twist zijn e,n, de een zegt tegen den ander:
„Het zal je gaan alsi mosch Basilie", dan kan men er
zeker van zijn' dat hij hem niet iets gtjeds toewenscht.
JLa, hij is arm, doodarm zelfs, maar er was eens een
tijd, dat hij overgelukkig was.
Eenige jaren geleden1 was hij nog in 't beait van
zijn Toke, zijn kleine lieve Toke. Niemand' op de we
reld1 droeg hij meer liefdé; toe dan; zijn Tokei, al zijn
goedheid droeg hij op zijn kind over. Hij werkte,
werkte nacht en dag, niet voor zich, maar voor zijn
lieveling. En had' hij een- slechten dag gehad, die niet
genoeg voor beiden had' opgeleverd', dan at Toke al
leen, terwijl hij de kleine met een van vreugde stra
lend gezicht gadesloeg.
Op een nevelaehtigen, grauwen dag zag Toke het
levenslicht, en voorzeker was dit een slecht voortee
ken, dat het hem in de wereld niet goed zou gaan.
Zijn moedér stierf vroeg, zoodat aan zijn opvoeding
veel ontbrak.
De straat was zijn wie:g en zou, helaas, ook zijn
sterfbed! zijn. Voor één zaak had' hij echter een harts1-
toehtelijke liefde en dat was voor boeken. Overgeluk
kig was hij wanneer een van zijn) speelmakkers hem
een boek te leen gaf. Met een! verheugd gelaat tuurde
hij dan op d'ie zwarte lettennassaHoe gaarne
wilde hij weten wat zet vertelden. maar do arme
jongen kon niet lezen.
Hij was negen jaar en moest toen reeds aan den
arbeid, en wanneer hij dan, als hij de schoenen weg
bracht, een fooitje kreeg, dan was hij de wereld te
rijk. Niet omdat 'hij dan in de gelegenheid was te
snoepen, neen, daar dacht hij niet aan. Stil, als zijn
vader het niet zag, nam; hij een oude kous weg, die als
beurs dienst deed', en liet daar de gekregen penningen
inglijden.
Keek d'e oude Basilie dan 's avonds het geld na,
dan begreep hij nooit, hoe het kwam dat er meer was,
dan er in moest zijn. De kleine; sloeg hem dan van
ter zijde gade en wreef zich genoegelijk de handen.
Op een' goeden dag echter toen Toke weer eenige
geldstukjes' in de kous wilde stoppen;, keek de oude
plotseling om en zag d'ati zijn zoon de kous in de hand
hield. Als versteend' bleef hij staan, niet alleen dat-
het ongeluk 'hem trof, maar zou zijn zoon.een dief
zijn
Met opgeheven arm en met een doordringenden blik
vloog de oude op Toke toe. Hij moest de waarheid
zeggen.
Verschrikt en bevende vertelde Toke wat hij gedaan
had.
Beschaamd liet Basilie den' arm zakken, zijn oogen
ulden zich met tranen en in' ontroering drukte hij
zijn kind aan de borst.
Mosch Basilie had, zooals bij ieder mensch, een
kwaal, hij was namelijk een hartstochtelijk rooker.
Hij werkte; daags eenige uren langer om dan het
verdiende geld te gebruiken voor een pakje tabak.
Zoo'n pakje tabak, dat was -nog' eens een genot."
Toke zat. over hem en hoorde dé fluisterend gespro
ken woorden van zijn vader.
Van af dit oogenblik stopte hij het gekregen geld
niet meer in de kous; maar bewaarde het zelf. Lang
zaam, zeer langzaam groeide zijn schat aan, totdat de
ze eindelijk één frank bedroeg. Eén frank! Dat was
een geheel vermogen voor den armen jongen. Hij zou
zijn plan gauw uitvoeren, hij moest het geld eens ver
liezen, zoo dacht hij. Toen hij weer iets moest bezor
gen, ging hij langs de drukke winkels, als scheen hij
iets te zoeken. Bij een speelgoedwinkel 'bleef hij
staan, wat was daar al niet te zien? Ballen, kegels,
tollen, soldaten van blik.
Soldaten van blik, zooals de zoon van den slager ze
ook had.
Onwillekeurig kwamen op het zien van die, zaken
he;m de tranen in de oogen Plotseling dacht hij
weer aan zijn plan en beschaamd ging hij weg. Op
den hoek van gindsche straat was een tabakswinkel,
moedig stapte hij binnen en kocht daar twee pakjes
tabak, daarna vloog 'hij naar huis.
Hij vreesde, dat men den schat dien hij bij zich
droeg, zou stelen. Thuis gekomen deed hij de pakjes
in een blikken doos en verborg d'ie achter het huis on
der den grond.
„Nog eenige dagen, tot op zijn verjaardag", mom
pelde hij. Daarna vloog hij: naar zijn vader o;p den
hoek der straat.
Het was al tamelijk donker toen de oude Basilie
met zijn zoontje naar huis; ging. Het was zeer druk op
straat en een menigte rijtuigen vlogen hem voorbij.
Zij liepen naast elkaar, ieder met zijne eigene gedach
ten. De oude berekende wat hij verdiend had, terwijl
Toke aan de; verrassing dacht op zijn vader's; verjaar
dag. Wat voor een gezicht zou de oude dan wel zet
ten als- hij die twee pakjes tabak in zijn jas zou
den. Want Toke zou ze stil in zijn vaders zak
ken.Nog altijd was; de oude in gedachten
diept, toen; hij een sebrillen kreet vernam. Hij
hoe eenige menschen zich om een rijtuig verdrongen.
Hij zag zijn jongen niet naast zich en door een doodte-
lijken angst gedreven drong hij zich d'oor de men-
schenmassa heen. „Wat is er gebeurd?" vroeg hij,
doch een blik op het rijtuig zei hem alles. Hij wilde
zijn oogen niet geloove-n en over het gekwetste
lichaam van zijn kind gebukt, fluisterde hij met ver
stikte stem:
„Toke! Toke! Nog één woord, nog één, lieve Toke!"
Als een krankzinnige wierp- de vader zich op het
lijk van zijn kind.
„Achter.achter het huis.zoek.zoek.
begraven." En rochelend viel' de kleine achterover.
„Hij wordt waanzinnig. hij sterft!" riepen een
menigte stemmen.
Mosch Basilie is echter niet krankzinnig geworden
noch gestorven. Het noodlot heeft besloten hem nog
langer te martelen. Toch heeft hij eenige eigenaar
dige gewoonten behouden. Nu en! dan, als' hij aan
den arbeid is, haalt hij twee pakjes voor den dag, be
ziet ze van alle zijden en drukt ze- dan aan zijn lippen.
Als hij paarden ziet, halt hij d'e vuisten en mompelt
eenige onverstaanbare woorden. Kinderen laat hij
niet in zijn. nabijheid komen, en gebeurt dit, dan wor
den zijn lippen vaal en bleek. en zoo sleept hij zijn
treurig bestaan voort.
Ingezonden Mededeelingen.
Er zijn tal van vrouwen, die voortdurend aan ze
nuwhoofdpijn lijden, die zich altijd even afgemat ge
voelen en last hebben van uitputtende pijn in de len
denen en den rug, en van aanvallen van duizeligheid,
flauwten en lusteloosheid, doch die niet begrijpen wat
haar eigenlijk scheelt.
Gewoonlijk dienen de nieren hiervoor aansprakelijk
gesteld te worden. Zij zijn zwak of ziek en kunnen
zoodoende uw bloed1 niet rein en krachtig houden, en
gü kunt niet gezond zijn tenzij dit behoorlijk ge
schiedt.
Stelt het geen dag uit om te; beginnen met het ge
bruik van Foster's Rugpijn Nieren Pillen, wanneer
gij waarschuwingen als de bovenstaande opmerkt die
bij verwaarloozing zich spoedig zullen uitbreiden en
leiden kunnen tot gevaarlijke ziekten.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn een speciaal' ge
neesmiddel voor de nieren en dan ook alleen voor de
nieren. Zij geven d'e gezondheid aan deze belangrijke
organen terug en wanneer de nieren gezond en sterk
zijn, brengen deze gezondheid aan alle andere orga
nen door het volkomen gezonde bloed, dat dan uw li
chaam doorstroomt.
Wacht u voor namaak en let er daartoe op, dat de
handteekening van James Foster op het etiket voor
komt. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn te Alkmaar
verkrijgbaar bij de heeren Nierop Slothouber, Lan-
gestraat 83. Toezending geschiedt franco na ont
vangst van postwissel a 1.75 voor één, of 10 voor
zes doozen.
BOEKAiWKOKDIGIie.
VOOR IIOOFD, HART EN KARAKTER.
Onder dezen titel zijn een bundel schetsen van wij
len den heer J. F. Ternooy Apèl, in leven Ev, Luth.
predikant alhier, bij den heer Hilarius te Almelo ver
schenen.
Deze titel slaat op een ndeuwjaarsartikel, dat aldus
eindigt„Breng veel goeds voor hoofd en hart en ka
rakter." Het is mogelijk, dat sommige onzer lezers
zich die woorden nog herinneren. Immers wij troffen
in dezen bundel versoheiden artikelen aan, die ook in
onze courant hebben gestaan. Oude kennissen dus
en voor velen vermoedelijk goede kennissen. We ge-
looven het gaarne, dat deze verzameling verschijnt op
verlangen van vrienden. „Niet, zooals de broedter in
een voorwoord zegt, als de litteraire nalatenschap
van een „groot man", maar als herinnering aan een
goed mensch met een hart van goud'. Zijn woord'
sproot onmiddellijk uit het hart, zijn persoonlijkheid
toonde geen scherpe lijnen; hij arbeidde uit kracht
zijner humaniteit en door zijn overstelpenden drang
tot arbeiden." „Het behoeft geen1 betoog, d'at ik dit
bundeltje met groote liefde heb verzorgd. Makkelijk
was het niet om uit het vele wat hij schreef een keus
te doen. Veel bleek mij niet voor herdruk vatbaar,
omdat het op zekere oogenblikken, voor bepaalde doel
einden was geschreven. Toch koester ik de hoop, dat
wat hier geboden wordt, zijn vrienden welkom zal
zijn zij zullen het oprechte en nobele hart, dé liefde
tot het' schoone en reine er in terugvinden in één
woord zijn persoonlijkheid weer zien- staan in hun
herinnering, zooals deze bij zijn leven wasspontaan-
enthousiast eerlijk goed."
De heer Mari J. Ternooy Apèl heeft zijn overleden
broeder met deze trekken raak get-eekend! en bij het
lezen en herlezen van deze artikelen hebben we inder
daad herhaaldelijk aan de vier laatst genoemde ad
jectieven moeten dénken, welke zoo juist- het karakter
van den schrijver weergeven.
Wij twijfelen er ook niet aan, of deze verzameling,
verlucht door -een foto, zal in menig Alkmaarsch huis
gezin een plaatsje vinden of reeds gevonden hebben.
DE GEMEENTERAAD,
uitgegeven door den schrijver, verscheen bij den heer
C. F. Jas, burgemeester en secretaris van Nieuwe-
Schans, is een nuttig werkje, voornamelijk bestemd
voor leden van onze gemeenteradten. Nietwaar, men kan
een nuttig gemeenteraadslid! zijn, zonder al' de wetten
te kennen of in zijn bezit te hebben, waarmede de ge
meenteraad op zijn tijd te maken heeft. Toch is het
goed en vaak gewenscht, dat men in de gelegenheid is
zich spoedig van een of ander voorschrift op de hoogte