DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. mDlfiÊm No. 45 Honderd en dertiende Jaargang. 1911 WOENSDAG 22 FEBRUARI. FEUILLETON. Het Gouden Bed. ALKMAARSCHE COURANT. ALKMAAR, 22 Februari. De Parijsche couranten zijn tegenwoordig' druk in de weer uit nagelaten papieren van staatslieden en uit gesprekken met hooggeplaatste personen belang wekkende artikelen samen te stellen. Daardoor wor den tal van belangrijke gebeurtenissen, die of niet al gemeen bekend of alweer vergeten waren opnieuw naar voren geschoven. Thans is het de Figaro, die zijn lezers- op zulk een interessant relaas onthaalt. Een redacteur van dat blad de heer Raymond Recouly heeft den sym pathieken koning van Roemenië bezocht, die o. m. herinneringen mededeelde van Napoleon III. Een episode laten we hier volgen. Echter laten we even een kleine opheldering voorafgaan. Men weet dat Na poleon III wel een grooten naam had, maar niet, ge lijk zijn oom, een groot man was. Hij miste de bui tengewone talenten van zijn grooten voorganger. Toch had hij grootsche plannen, die echter niet werden verwezenlijkt. Met name meende hij in de buitenland- sehe politiek een leidende rol te moeten spelen, maar dit lukte hem niet en tenslotte, brachten de buiten- landsche nederlagen hem in'zijn eigen rijlc ten val. De achteruitgang begon met het Mexikaansche avontuur. De Fransche troepen moesten uit Mexiko worden te ruggeroepen, Maximiliaan van Oostenrijk, tot keizer van de vroegere republiek benoemd, werd doodgescho ten. Na den oorlog tusschen Pruisen en Oostenrijk werd Napoleon, volgens zijn eigen woorden, door Bis marck gedupeerd. Napoleon besloot op Pruisen wraak te nemen. Geven wij na deze korte toelichting thans het woord aan koning Karei: In September 1869 was ik bij mijn ouders, toen de Spaansche afgezant Salazar daar aankwam, die mijn broeder de kroon van Spanje aanbood. Bismarck drong er krachtig op aan, dat mijn broeder hem zou ontvan gen. I ader gaf toe, maar de heele zaak scheen ons niet zeer aanlokkelijk. Vader wilde beslist, dat ik bij het onderhoud tegenwoordig' zou zijn. Wij wandelden met Salazar aan den oever van den Rijn, hij wendde zich tot mij en vroeg of ik niet geneigd zou zijn, de. kroon aan te nemen. Ik zei: „Dank u zeer, ik ben met Roemenië tevreê." Mijn broeder was nog minder geneigd; hij was overtuigd, dat. de zaak niet van lan gen duur zou zijn en zijn afkeer werd door ons allen gedeeld. Vader stelde zeer nauwkeurige voorwaarden en de Spanjaard vertrok. Eenigen tijd daarna had er een zonderling incident plaats. In een telegram uit Madrid, dat de woorden bevatte: „De Cortes (staten-generaal) keuren (ap- prouvent) de candidatuur goed," was door een fout van den telegrafist in plaats van het woord a p p r o u- v e n t het woord ajournent (verdragen) geslo pen. Deze fout gebruikte mijn broeder, door te ver klaren, dat hij er niets meer van wilde weten. IJ weet hoe ongelukkig de geschiedenis later weer opleefde." Inderdaad dat deed ze. Frankrijk had n.l. ge- eischt, dat Pruisen Leopold zou dwingen van den troon af te zien. Toen Leopold dit vrijwillig deed wenschte 11 ankrijk van Pruisen het verbod, dat Leopold nim- j mer de kroon zou mogen aanvaarden. Bismarck nam deze gelegenheid te baat door Frankrijk zoo kort en bondig de inwilliging van den eisch te weigeren, dat Frankrijk den oorlog wel moest verklaren, hetgeen het eenige dagen later, den 19den Juli 1870 deed. Hoe de oorlog is afgeloopen is te over bekend bovendien worden wij dezer dagen, nu het veertig jaar geleden is, herhaaldelijk aan het verloop herinnerd. Leopold, die in 1905 te Berlijn overleed, vergenoeg de zich met den titel „hoofd van den niet-regeerenden tak van het huis Hohenzollern" en met dien van ge neraal a la suite en toefde meestal in Sigmaringen. Karei leeft gelijk men weet gelukkig aan de zijde van zijn dichterlijke gade Carmen Sylva in Roemenië en heeft zich vermoedelijk door zijn weigering van de Spaansche kroon, voor heel' wat onaangenaamheden vrijwaard. VERSLAG OMTRENT IIET VERSTREKKEN VAN RCHOOLKLEEDING TOT BEVORDERING VAN HET SCHOOLBEZOEK. B. en W. deelen den Raad mede: Ingevolge art. 11 van het Koninklijk besluit van 19 November 1900, Staatsblad! No. 202, tot vaststelling van regelen, waarnaar de gemeenteraad bevoegd is aan schoolgaande kinderen, ter bevordering van het schoolbezoek, voeding* en kleeding te verstrekken of met dat doel subsidie te verkenen, is uwe vergadering verplicht binnen twee maanden na het verstrijken van het dienstjaar aan de Gedeputeerde Staten verslag uit te brengen aangaande de wijze, waarop het op de gemeente-begrooting toegestane bedrag voor het in art. 35 der Leerplichtwet omschreven doel, is besteed. Wij hebben de eer u voor te stellen, om het door ons opgemaakte ontwerp-verslag* als bovenbedoeld, 't welk voor uwe vergadering zal worden ter lezing gelegd, vast te stellen en te- besluiten afschrift daarvan te zenden aan de Gedeputeerde Staten en den District schoolopziener. Naar het Duitsch van OLGA WOHLBRüCK, bewerkt door J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM 47, „Niets", gaf mevrouw Mara kort ten antwoord. „Nu, dan is het goed", antwoordde hij kalm on ver liet de kamer, gevolgd door Felix. „Wat scheelt u, mamali?" Pieps leunde met het bo venlijf over de tafel en zag haar moeder vragend aan. Mevrouw Mara staarde naar het gloeilicht aan het plafond, alsof zij vreesde door haar oogen te veel te verraden, „1 oen ik voor papa de dubbele, zacht lederen étui met onze portretten wilde, inpakken, welke hij altijd op reis meeneemt, zie ik, dat de kant waar mijn por- tiet zit, heel dik is. Ik tast er naar. het portret van Moll zit er onder. Kijk maar. Daarom verscheur ik het." Met een sprong was Pieps naast haar, sloeg' haar arm om den hals harer moeder en ï-ukte het- portret uit haar hand. „Neen, mama, verscheuren moogt u het- niet. Dat laat ik niet toe. Geef hier." De donkere wimpers daalden diep over het onderste lid en haar oogen boorden zich met een vreemde, ge mengde uitdrukking van bewondering, haat "en nieuwsgierigheid' in de interessante, niet onedele trek ken van het eigenaardig' gelaat. „Spoedig zal die persoon boven zijn en ik onder", vervolgde mevrouw Mara en in zeldzame opwinding' voegde zij er aan toe: „Maar dit keer laat- ik mij mijn recht niet ontnemen, dit keer niet! En als jij niet Weet, aan welke zijde het recht is, dan ben je onrede lijk, Pieps, en ik schaam mij, zulk een dochter geboren te hebben." Het witte tranendoekje kwam in actie, terwijl Pieps toegevend lachte. aan papa, dat ik hoofdpijn heb gekregen. Hij BEGROOTING ALKMAARSCHE HUISHOUD EN INDUSTRIESCHOOL, DIENST 1911. De inkomsten en uitgaven der Alkmaarsche Huis- houd- en Indus triesehool worden geraamd op 17110, teg-en 17355 in 1910. Behalve de schoolgelden, welke 300 hooger, en de subsidie van de bnitengeineenten, welke 45 lager worden geraamd! dan in 1910, hebben de ontvangstpos- ten geene wijziging ondergaan. De mindere subsidie der buitengemeenten is ver oorzaakt door het opzeggen der toelage door de ge meenten Oterleek en Schermerhorn en het. verlagen er van door de gemeente Egm»ond aan Zee van 20 tot 10. Voor de posten van uitgaaf: salarissen; rente, be lasting en aflossing; leer- en hulpmiddelen; vuur en licht.; onvoorziene uitgaven en pensioenspremiën is onderscheidenlijk 50.— 30.— 100.— 25.— i 70.en 20.minder uitgetrokken dan in 1910 en worden deze posten geraamd op 9450. 1220; 400.— 650.— 105.— en 690.—. Alleen voor het onderhoud van het gebouw is hooger geraamd dan in 1910 en wel op 250.—, tegen 200.— in 1910; de uitgaven voor dienstpersoneel; waterleiding en assurantie; druk- en advertentiekos- ten zijn, evenals in 1910, geraamd op 650. 500.-; 75- en 120.-. De commissie stelt de raad! voor de begrooting* voor kennisgeving aan te nemen en hiervan' aan het be stuur der school mededeeling te doen. W ALBEKLEED ING LANGS DE KANAALKADE EN BIJBEHOORENDE WERKEN. De Bijlage van B. en W. luidt: ij hebben de eer hierbij aan uwe vergadering* over te leggen een schrijven d.d. 6 Februari 1.1. no. 10 van den Directeur der gemeentewerken, betreffende het maken van een walbekleeding* langs de Kanaalkade en bijbehoorende werken, welks inhoud de instemming mocht verwerven zoowel van de Kamer van Koophan del en Fabrieken, als van de Commissie van bijstand \oor de publieke werken. Bebdoeld schrijven is verge zeld van eene berekening van kosten, waaruit u zal blijken, dat met deze werken een bedrag van 72130 is gemoeid. Niet onvermeld mag blijven, dat een lid der Com missie van bijstand, dé heer de Groot, de Voorkeur zou geven aan een walmuur van massief beton, aan de voorzijde versterkt met bazalt. De meerdere kosten daarvan zouden ongeveer 13000 bedragen. Wordt die walmuur echter vervaardigd van cement-ijzer, gelijk door den Directeur der gemeentewerken is voorgesteld dan is dat, ook naar 's heeren de Groot's meening, alleszins voldoende. B. en W. geven den Raad in overweging te beslui ten: a. over te g*aan tot het maken van een walbeklee ding langs de Kanaalkade tusschen de Texelsche- en de Bokkehrug, met bijbehoorende werken, op de wijze als is aangegeven door den Directeur der gemeente werken, in zijn schrijven van 6 Februari 1.1. no. 10, waarvan de kosten zijn geraamd op een bedrag van 721-30. b. Burgemeester en Wethouders uit te noodigen te zijner tijd de noodige voorstellen te doen tot vinding van de sub a bedoelde gelden. kan het niet uitstaan als ik roode oogen heb, vooral als hij fatsoenshalve mij een kus moet gerven." Onzacht liet zij de deur dichtvallen, cl ie van du eet kamer naar haar blauwe salon voerde. Pieps wachtte een poosje, daarna sloop zij de lange gang over naar haar vaders slaapkamer. Het was een klein, eenvoudig vertrek; als een hotel kamer, alleen in plaats van het gebruikelijke 'nacht kastje, een grooten lessenaar met beweegbare, ijzeren armen, door welke de lessenaar op het» midfden van het bed gebracht kon worden. Groot gebloemde, blauwe gcidijnen wekten, bij Pieps een vage herinnering aan tijden, toen zij nog een bescheiden vijfkainer-étage be woonden. Het waren de gordijnen uit haar eigen toenmalige, kamer en haar eigen bed' van bruin notenhout met kleine holten, waarin zij de pepermuntjes placht te Verstoppen voordat zij ging slapen, sedert men haar voorraadskamer onder het hoofdkussen 'had» ontdekt en opgeheven. En het was hetzelfde blauwe dekbed met de groote paarlmoeren knoopen waaraan het gladde, witte over trekmet de smalle, geborduurde kant was bevestigd. Zij streek liefkoozend over de twee sn\alle, dunne paardenharen kussens, waarop zij zelf ee as had gesla pen en welke nu op het hooge, donzen peluw lagen. Ze gevoelde, dat haar vader er niet to 6 had kunnen besluiten, de primitieve inrichting ha'rer kinderkamer aan vreemde menschen over te gever, en dat deze zoo weinig smaakvolle zoo banale voorwerpen hem min stens even na aan het hart lage,n zo 0 a] uiet meer, dan al de kostbaarheden zijner werkkamer, welke voor hem, ken teekenen van zijn roem waren. Pieps hield het portret van Ada' Moll nog steeds in de hand, besluiteloos waar zij het. zou verstoppen. Daai viel haar blik op den gepakhen handkoffer, welke gesloten op twee stoelen stoxid. (De sleutel hing aan een gelen riem er aan. In een oogenblik had zij hem gnopertd en de lederen, etui gevonden Zij schudde het hoofd, (toen zij bemerk- te, hoe het heftig uitrukken der photografie het fijne juchtleer had ingescheurd. BEGROOT ING BURGERWEESHUIS, DIENST 1911. De begrooting' van het Burgerweeshuis voor den dienst 1911 sluit in ontvangst en uitgaaf met een be drag van 10575. Da berekeningen zijn gemaakt naar een aantal van 22 weezenin het getal suppoosten kwam geene veran dering. De buitengewone ontvangsten, aanvangende met het saldo der rekening van 1909 ad 1049.63r', wor den geraamd op 2068.92, waaronder de 43e en laat ste aflossing der gemeente Alkmaar groot 1000; de gewone inkomsten op 8506.08, gevormd door de ren te van kapitalen op de Grootboeken N. W. S. ad 6991.50, de rente van de opbrengst van den verkoch ten blooten eigendom van landerijen waarvan tot nu genoten werd een bedrag van 106.40, 10.000 a 3 en aflossing van de gemeente 2000 a 3 zoomede de rente van twee legaten ad 7.50, de in komsten uit erfpachten 22.08, de huur van rouw goederen ad 15, het arbeidsloon dooi' de weezen verdiend ad 150, de rente van de gemeente Alkmaar (J 1000 a 5%) 50 en de huur van de lokalen 810 en ten slotte een nieuwen post vergoeding voor de kinderen der weesouders 100. De uitgaven voor diverse kosten van bestuur zijn geraamd op 1490, waaronder een bedrag van 115 voor premie eener verzekering op het leven van den weesvader ten behoeve van de weesmoeder. Het bestuur heeft gemeend het als zijn plicht te moeten beschouwen deze verzekering te sluiten ten einde daardoor te'voorkomen, dat in de toekomst bij eventueel overlijden van den weesvader jaarlijks op de begrooting 300 zoii moeten worden uitgetrokken zoo als thans nog plaats heeft, voor eene toelage voor een vroegere beambte. De kosten voor huishouding worden begroot op 5350, tegen 4680 in 1910, welke verhooging voor namelijk veroorzaakt wordt door de stijging van de prijzen der levensbehoeften, de meerdere kosten voor vuur en licht, er zal 'een zaal meer in gebruik moe ten worden genomen en van bewassching. Voor onderhoud van gebouwen en meubelen, belas tingen en assurantiën, is 150 méér uitgetrokken wijl voor meubelen verschillende vernieuwingen en groote herstellingen zullen moeten plaats hebben. De commissie, tot de belastingzaken enz. heeft geen bezwaar tegen de voorgestelde bedragen. Zij stelt voor de onderwerpelijke begrooting goed te keuren bij het .navolgende besluit De Raad der gemeente Alkmaar; Gezien en onderzocht de begrooting van het Burger weeshuis over het jaar 1911; Gehoord de commissie tot de belastingzaken enz., Besluit lo. de begrooting' van het Burgerweeshuis voor het jaar 1911 vast te .stellen in ontvang en uitgaaf op 10675.— 2o. het bedrag der schadeloosstelling voor verple ging' van niet tot het huis behoorende weezen voor het jaar 1911 te bepalen op 200 per wees. Hiervan aan het bestuur op de gebruikelijke wijze mededeeling te doen, onder toezending van een exem plaar der bijlage no. 12 tot het verslag; van 's raads handelingen over 1911. Met vlugge, handige beweging schoof zij het portret onder dat van haar zelf, hief lachend dreigend den vinger op: „Ik ben niet bang. Maar wee, als ge u verroert." Zeer tevreden met zichzelf en de oplossing dezer lastige geschiedenis, verliet zij na enkele minuten het- vertrek. Intussehen zat Frank Nehls aan zijn schrijftafel en trok een lade ver naar voren. Goud, zilver, een paar bankbriefjes van duizend en verscheidene van honderd! mark lagen daar door el- ka nder.. „Zooveel geld in de lade van een schrijftafel",, riep Felix. „Waarom brengt ge het niet naar de Bank, Paul? Hoe kan men zoo onvoorzichtig zijn?" Frank Nehls kreeg' zijn eigenaardig spottend lachje. „Gelooft ge, dat het langer duurt?" „Maar Paul. gij kunt toch elk oogenblik op uw che queboekje laten uitbetalen tienmaal per dag als ge wplt." „Dat weet ik, mijn jongen, dat weet ik. Maar ziet g-eT ten eerste heb ik 't geduld niet, wissels te schrij ven ik heb wat beters te doen en daarbij houd ik niet' van controle. Als het geld wegsmelt, zonder dat er dtadelijk nieuw bijkomt en men dan toch wegneemt en wegneemt.... neen, weet ge mijn jongen, dan hebben de heeren ginds iets in de oogen, wat mij niet bevalt. Bij het storten zeggen zij„zeer verplicht" en bij het laatste bankbiljet van honderd mark: „daar, als het u blieft." Zulke kleine schakeeringen hinderen mij 1" Hij schoof Felix twee bankbiljetten van duizend mark toe. „Daar, daarvoor koopt ge mij Pruisische concols of zoo iets. En als bij de beleening in de Bank door handigheid en geluk er iets voor je uitkomt des te beter. Op één ding zou ik je echter opmerkzaam wil len maken: als ik de papieren eens plotseling noodig zou hebben, dan. neem mij niet kwalijk." Eelix was overweldigd. De soliede handelspraktijk van den Glogauer boekhandelaar en de overdreven I nauwgezetheid van Ottilie hadden in hem nog het ONDERWIJS AAN BOERENDOCHTERS. De bijlage, gisteren reeds kort vermeld, luidt in haar geheel aldus: „Het Bestuur der Vereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw, in Hollands Noorderkwartier, geeft met verschuldigde gevoelens te kennen: dat de vereeniging het voornemen heeft een proef te nemen piet het geven van land'bouw-huishoudonderwljs aan boerenmeisjes. lo. te Alkmaar volgens het plan A, in nevensgaand verslag nader omschreven, 2o. te Nieuwe Niedorp volgens het plan B en 3o. te Beemster en Winkel volgens het plan O, in lokalen door de gemeente daarvoor beschikbaar te stel len, dat zich voor deze cursussen thans reeds respectie velijk: 12, 12, 9 en 13 leerlingen hebben aangemeld, dat ter bestrijding van de kosten aan salarissen, reiskosten, leermiddelen, grondstoffen, verwarming van de benoodigde lokalen der huishoudschool, die voor het jaar 1911 worden geraamd op minstens 4100, van rijkswege een krediet is verleend van ten hoogste 2000 en door de provincie Noord-Holland een bedrag van 600 onder voorwaarde, dat de vier betrokken gemeenten samen tenminste 400 zullen bijdragen, dat door de Vereeniging zelve met steun van andere vereenigingen in 1911; een bedrag van 400 voor de proef zal worden ten koste gelegd en op een ontvangst, van J 700 aan schoolgeld wordt gerekend', dat het schoolgeld van den cursus A nog' niet defi nitief is vastgesteld, voor den cursus B 10 per leer ling zal zijn en voor dezen eursus O 5 per leerling, met dien verstande, dat aan onvermogenden vrijstel ling van schoolgeld zal worden gegeven, dat met het oog op de kans op uitbreiding' van het" aantal leerlingen van buiten de stad, indien de proef met cursus A slaagt en deze cursus tot een blijvend onderdeel van het onderwijs der school zal kunnen worden gemaakt, het Bestuur der Huishoudschool ha re medewerking aan de zaak wil verleenen en koste loos de benoodigde lokalen hiervoor wil afstaan en leermiddelen voor zoover deze voor het gewone onder wijs g'emist kunnen worden, zonder daarvoor in eeni- g'erlei vorm vergoeding te ontvangen, dat deze poging om de Huishoudschool in Uwe ge meente te bevolken met leerlingen van het platteland, naar zijne meening van genoegzaam belang is voor Uwe gemeente en Uwe Gemeentenaren om door een bescheiden geldelijken steun de totstandkoming der zaak mogelijk te maken. Redenen waarom het zich tot u richt met het ver zoek, ter bestrijding' van de kosten en ter vervulling van de voorwaarden door de provincie voor hare subsi- dieverleening gesteld, voor het geven van den cursus A een subsidie te willen verleenen van 100, of zoo veel meer als TT in overeenstemming zult achten met het belang, dat Uwe Gemeente, heeft bij het welslagen van deze proefneming, die natuurlijk des te degelijker zal kunnen worden op touw gezet, naarmate voor leer middelen en leerkrachten over ruimer geldmiddelen kan worden beschikt." Bedoeld adres werd in uwe vergadering van 1 Fe bruari 1.1., om bericht en raad in onze handen gesteld. Daaraan voldoende hebben wij de eer, onder verwij zing haar het overgelegde leerplan, U te berichten, dat de voorgenomen proefneming, naar onze meening, on dersteuning verdient, te meer, wijl aan de door het Rijk en de provincie toegezegde subsidies de voor waarde is verbonden, dat ook de betrokken gemeen ten van hare belangstelling in het tot stand komen der landbouw-huishoudoursussen, door het geven van een bijdrage, doen blijken. Wij hebben daarom de eer Uwer Vergadering voor te stellen, te besluiten: Aan het bestuur der Vereeniging tot, ontwikkeling' van den landbouw in Hollands Noorderkwartier, als beschikking op zijn adres d.d. 11 Januari 1.1. te be richten, dat de gemeente Alkmaar, voor het geven van een eursus, volgens plan A, in landbouw-huis- houdonderwijs wenscht- bij te dragen, voorshands voor den tijd van vijf achtereenvolgende jaren, een som van 100 'sjaars, onder voorwaarde, dat het Rijk minstens 2000 en de provincie Noord-Holland een bedrag van 600 jaarlijks voor dit doel beschikbaar stellen. schroomvallige respect voor geld met al zijn kinderlij ke overschatting levendig gehouden. De grand-seigneur geste der oppermachtige zorge loosheid was voor hem iets volkomen nieuws. Hij zag hier in de trekken eener groote natuur, welke niet met de gewone maat was te meten en vergat hierdoor dat zijn broer deze vrijgevige hand noch tegenover zijn zuster, noch tegenover zijn vader had getoond. Hij wist trouwens niet, dat Frank Nehls ook tot die velen behoorden, van wie men gemakkelijker hon derd mark ontving om een vroolijken ehampagnenacht te betalen, dan tien mark voor wezenlijken nood. Felix schreef een kwitantie, zooals het behoorde en de onderteekening stelde hem eenigszins gerust, dat gaf aan de hem overweldigende goedheid zijns 'broe ders den schijn eener koele handelstransactie. „Je kunt mij ook een genpegen doen. Ga morgen middag dan is het Zondag naar Ada Mol en. Hij haperde een oogenblik, wan( hij wist werkelijk niet, met welke opdracht hij Felix zou zenden. ..Ja of ik toch een gastvoorstelling voor haar te München met de. „Dreikampf" moet afsluiten. Zij wil eigenlijk niet, maar morgen heeft zij er misschien over nagedacht. Zoo. En dan telegrafeer je mij naar München. 's Avonds ga je misschien naar den schouw burg wacht, ik zal je een kaart geven en over morgen telegrafeer je mij weer, hoo het ging." „Ja, gaarne. Je kunt je op mij verlaten." „Nu, best." Frank Nehls vulde zijn koker met eenige geïmpor teerde sigaren en reikte er ook Felix eenige toe. „Luister. vergeet niet haar te zeggen, dat ik de automobiel waarschijnlijk zal koopen. ..Dus: gastvoorstelling-, auto, voorstelling. Twee maal telegrafeeren." Hij tastte langs zijn jas: sigaren, portefeuille, zak doek hij had alles. „Nu, en hoe gaat het met de muziek?" vroeg hij vluchtig, terwijl hij een sigaar aanstak. Felix antwoordde eerst niet. Daarna: „Kent go professor Kramer, Paul?" (Wordt vervolgd),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1