DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
mDlfiÊm
No. 45
Honderd en dertiende Jaargang.
1911
WOENSDAG
22 FEBRUARI.
FEUILLETON.
Het Gouden Bed.
ALKMAARSCHE COURANT.
ALKMAAR, 22 Februari.
De Parijsche couranten zijn tegenwoordig' druk in
de weer uit nagelaten papieren van staatslieden en
uit gesprekken met hooggeplaatste personen belang
wekkende artikelen samen te stellen. Daardoor wor
den tal van belangrijke gebeurtenissen, die of niet al
gemeen bekend of alweer vergeten waren opnieuw
naar voren geschoven.
Thans is het de Figaro, die zijn lezers- op zulk een
interessant relaas onthaalt. Een redacteur van dat
blad de heer Raymond Recouly heeft den sym
pathieken koning van Roemenië bezocht, die o. m.
herinneringen mededeelde van Napoleon III. Een
episode laten we hier volgen. Echter laten we even
een kleine opheldering voorafgaan. Men weet dat Na
poleon III wel een grooten naam had, maar niet, ge
lijk zijn oom, een groot man was. Hij miste de bui
tengewone talenten van zijn grooten voorganger.
Toch had hij grootsche plannen, die echter niet werden
verwezenlijkt. Met name meende hij in de buitenland-
sehe politiek een leidende rol te moeten spelen, maar
dit lukte hem niet en tenslotte, brachten de buiten-
landsche nederlagen hem in'zijn eigen rijlc ten val. De
achteruitgang begon met het Mexikaansche avontuur.
De Fransche troepen moesten uit Mexiko worden te
ruggeroepen, Maximiliaan van Oostenrijk, tot keizer
van de vroegere republiek benoemd, werd doodgescho
ten. Na den oorlog tusschen Pruisen en Oostenrijk
werd Napoleon, volgens zijn eigen woorden, door Bis
marck gedupeerd. Napoleon besloot op Pruisen
wraak te nemen.
Geven wij na deze korte toelichting thans het woord
aan koning Karei:
In September 1869 was ik bij mijn ouders, toen de
Spaansche afgezant Salazar daar aankwam, die mijn
broeder de kroon van Spanje aanbood. Bismarck drong
er krachtig op aan, dat mijn broeder hem zou ontvan
gen. I ader gaf toe, maar de heele zaak scheen ons
niet zeer aanlokkelijk. Vader wilde beslist, dat ik bij
het onderhoud tegenwoordig' zou zijn. Wij wandelden
met Salazar aan den oever van den Rijn, hij wendde
zich tot mij en vroeg of ik niet geneigd zou zijn, de.
kroon aan te nemen. Ik zei: „Dank u zeer, ik ben
met Roemenië tevreê." Mijn broeder was nog minder
geneigd; hij was overtuigd, dat. de zaak niet van lan
gen duur zou zijn en zijn afkeer werd door ons allen
gedeeld. Vader stelde zeer nauwkeurige voorwaarden
en de Spanjaard vertrok.
Eenigen tijd daarna had er een zonderling incident
plaats. In een telegram uit Madrid, dat de woorden
bevatte: „De Cortes (staten-generaal) keuren (ap-
prouvent) de candidatuur goed," was door een fout
van den telegrafist in plaats van het woord a p p r o u-
v e n t het woord ajournent (verdragen) geslo
pen. Deze fout gebruikte mijn broeder, door te ver
klaren, dat hij er niets meer van wilde weten. IJ weet
hoe ongelukkig de geschiedenis later weer opleefde."
Inderdaad dat deed ze. Frankrijk had n.l. ge-
eischt, dat Pruisen Leopold zou dwingen van den troon
af te zien. Toen Leopold dit vrijwillig deed wenschte
11 ankrijk van Pruisen het verbod, dat Leopold nim- j
mer de kroon zou mogen aanvaarden. Bismarck nam
deze gelegenheid te baat door Frankrijk zoo kort en
bondig de inwilliging van den eisch te weigeren, dat
Frankrijk den oorlog wel moest verklaren, hetgeen
het eenige dagen later, den 19den Juli 1870 deed. Hoe
de oorlog is afgeloopen is te over bekend bovendien
worden wij dezer dagen, nu het veertig jaar geleden
is, herhaaldelijk aan het verloop herinnerd.
Leopold, die in 1905 te Berlijn overleed, vergenoeg
de zich met den titel „hoofd van den niet-regeerenden
tak van het huis Hohenzollern" en met dien van ge
neraal a la suite en toefde meestal in Sigmaringen.
Karei leeft gelijk men weet gelukkig aan de zijde
van zijn dichterlijke gade Carmen Sylva in Roemenië
en heeft zich vermoedelijk door zijn weigering van de
Spaansche kroon, voor heel' wat onaangenaamheden
vrijwaard.
VERSLAG OMTRENT IIET VERSTREKKEN
VAN RCHOOLKLEEDING TOT BEVORDERING
VAN HET SCHOOLBEZOEK.
B. en W. deelen den Raad mede:
Ingevolge art. 11 van het Koninklijk besluit van 19
November 1900, Staatsblad! No. 202, tot vaststelling
van regelen, waarnaar de gemeenteraad bevoegd is
aan schoolgaande kinderen, ter bevordering van het
schoolbezoek, voeding* en kleeding te verstrekken of
met dat doel subsidie te verkenen, is uwe vergadering
verplicht binnen twee maanden na het verstrijken van
het dienstjaar aan de Gedeputeerde Staten verslag
uit te brengen aangaande de wijze, waarop het op de
gemeente-begrooting toegestane bedrag voor het in
art. 35 der Leerplichtwet omschreven doel, is besteed.
Wij hebben de eer u voor te stellen, om het door ons
opgemaakte ontwerp-verslag* als bovenbedoeld, 't welk
voor uwe vergadering zal worden ter lezing gelegd,
vast te stellen en te- besluiten afschrift daarvan te
zenden aan de Gedeputeerde Staten en den District
schoolopziener.
Naar het Duitsch van OLGA WOHLBRüCK,
bewerkt door J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM
47,
„Niets", gaf mevrouw Mara kort ten antwoord.
„Nu, dan is het goed", antwoordde hij kalm on ver
liet de kamer, gevolgd door Felix.
„Wat scheelt u, mamali?" Pieps leunde met het bo
venlijf over de tafel en zag haar moeder vragend aan.
Mevrouw Mara staarde naar het gloeilicht aan het
plafond, alsof zij vreesde door haar oogen te veel te
verraden,
„1 oen ik voor papa de dubbele, zacht lederen étui
met onze portretten wilde, inpakken, welke hij altijd
op reis meeneemt, zie ik, dat de kant waar mijn por-
tiet zit, heel dik is. Ik tast er naar. het portret
van Moll zit er onder. Kijk maar. Daarom verscheur
ik het."
Met een sprong was Pieps naast haar, sloeg' haar
arm om den hals harer moeder en ï-ukte het- portret
uit haar hand.
„Neen, mama, verscheuren moogt u het- niet. Dat
laat ik niet toe. Geef hier."
De donkere wimpers daalden diep over het onderste
lid en haar oogen boorden zich met een vreemde, ge
mengde uitdrukking van bewondering, haat "en
nieuwsgierigheid' in de interessante, niet onedele trek
ken van het eigenaardig' gelaat.
„Spoedig zal die persoon boven zijn en ik onder",
vervolgde mevrouw Mara en in zeldzame opwinding'
voegde zij er aan toe: „Maar dit keer laat- ik mij mijn
recht niet ontnemen, dit keer niet! En als jij niet
Weet, aan welke zijde het recht is, dan ben je onrede
lijk, Pieps, en ik schaam mij, zulk een dochter geboren
te hebben."
Het witte tranendoekje kwam in actie, terwijl Pieps
toegevend lachte.
aan papa, dat ik hoofdpijn heb gekregen. Hij
BEGROOTING ALKMAARSCHE HUISHOUD
EN INDUSTRIESCHOOL, DIENST 1911.
De inkomsten en uitgaven der Alkmaarsche Huis-
houd- en Indus triesehool worden geraamd op 17110,
teg-en 17355 in 1910.
Behalve de schoolgelden, welke 300 hooger, en
de subsidie van de bnitengeineenten, welke 45 lager
worden geraamd! dan in 1910, hebben de ontvangstpos-
ten geene wijziging ondergaan.
De mindere subsidie der buitengemeenten is ver
oorzaakt door het opzeggen der toelage door de ge
meenten Oterleek en Schermerhorn en het. verlagen er
van door de gemeente Egm»ond aan Zee van 20 tot
10.
Voor de posten van uitgaaf: salarissen; rente, be
lasting en aflossing; leer- en hulpmiddelen; vuur en
licht.; onvoorziene uitgaven en pensioenspremiën is
onderscheidenlijk 50.— 30.— 100.— 25.—
i 70.en 20.minder uitgetrokken dan in 1910
en worden deze posten geraamd op 9450.
1220; 400.— 650.— 105.— en 690.—.
Alleen voor het onderhoud van het gebouw is hooger
geraamd dan in 1910 en wel op 250.—, tegen
200.— in 1910; de uitgaven voor dienstpersoneel;
waterleiding en assurantie; druk- en advertentiekos-
ten zijn, evenals in 1910, geraamd op 650.
500.-; 75- en 120.-.
De commissie stelt de raad! voor de begrooting* voor
kennisgeving aan te nemen en hiervan' aan het be
stuur der school mededeeling te doen.
W ALBEKLEED ING LANGS DE KANAALKADE
EN BIJBEHOORENDE WERKEN.
De Bijlage van B. en W. luidt:
ij hebben de eer hierbij aan uwe vergadering* over
te leggen een schrijven d.d. 6 Februari 1.1. no. 10 van
den Directeur der gemeentewerken, betreffende het
maken van een walbekleeding* langs de Kanaalkade en
bijbehoorende werken, welks inhoud de instemming
mocht verwerven zoowel van de Kamer van Koophan
del en Fabrieken, als van de Commissie van bijstand
\oor de publieke werken. Bebdoeld schrijven is verge
zeld van eene berekening van kosten, waaruit u zal
blijken, dat met deze werken een bedrag van 72130
is gemoeid.
Niet onvermeld mag blijven, dat een lid der Com
missie van bijstand, dé heer de Groot, de Voorkeur zou
geven aan een walmuur van massief beton, aan de
voorzijde versterkt met bazalt. De meerdere kosten
daarvan zouden ongeveer 13000 bedragen. Wordt die
walmuur echter vervaardigd van cement-ijzer, gelijk
door den Directeur der gemeentewerken is voorgesteld
dan is dat, ook naar 's heeren de Groot's meening,
alleszins voldoende.
B. en W. geven den Raad in overweging te beslui
ten:
a. over te g*aan tot het maken van een walbeklee
ding langs de Kanaalkade tusschen de Texelsche- en
de Bokkehrug, met bijbehoorende werken, op de wijze
als is aangegeven door den Directeur der gemeente
werken, in zijn schrijven van 6 Februari 1.1. no. 10,
waarvan de kosten zijn geraamd op een bedrag van
721-30.
b. Burgemeester en Wethouders uit te noodigen te
zijner tijd de noodige voorstellen te doen tot vinding
van de sub a bedoelde gelden.
kan het niet uitstaan als ik roode oogen heb, vooral
als hij fatsoenshalve mij een kus moet gerven."
Onzacht liet zij de deur dichtvallen, cl ie van du eet
kamer naar haar blauwe salon voerde.
Pieps wachtte een poosje, daarna sloop zij de lange
gang over naar haar vaders slaapkamer.
Het was een klein, eenvoudig vertrek; als een hotel
kamer, alleen in plaats van het gebruikelijke 'nacht
kastje, een grooten lessenaar met beweegbare, ijzeren
armen, door welke de lessenaar op het» midfden van het
bed gebracht kon worden. Groot gebloemde, blauwe
gcidijnen wekten, bij Pieps een vage herinnering aan
tijden, toen zij nog een bescheiden vijfkainer-étage be
woonden.
Het waren de gordijnen uit haar eigen toenmalige,
kamer en haar eigen bed' van bruin notenhout met
kleine holten, waarin zij de pepermuntjes placht te
Verstoppen voordat zij ging slapen, sedert men haar
voorraadskamer onder het hoofdkussen 'had» ontdekt en
opgeheven.
En het was hetzelfde blauwe dekbed met de groote
paarlmoeren knoopen waaraan het gladde, witte over
trekmet de smalle, geborduurde kant was bevestigd.
Zij streek liefkoozend over de twee sn\alle, dunne
paardenharen kussens, waarop zij zelf ee as had gesla
pen en welke nu op het hooge, donzen peluw lagen.
Ze gevoelde, dat haar vader er niet to 6 had kunnen
besluiten, de primitieve inrichting ha'rer kinderkamer
aan vreemde menschen over te gever, en dat deze zoo
weinig smaakvolle zoo banale voorwerpen hem min
stens even na aan het hart lage,n zo 0 a] uiet meer, dan
al de kostbaarheden zijner werkkamer, welke voor hem,
ken teekenen van zijn roem waren.
Pieps hield het portret van Ada' Moll nog steeds in
de hand, besluiteloos waar zij het. zou verstoppen.
Daai viel haar blik op den gepakhen handkoffer,
welke gesloten op twee stoelen stoxid. (De sleutel hing
aan een gelen riem er aan.
In een oogenblik had zij hem gnopertd en de lederen,
etui gevonden Zij schudde het hoofd, (toen zij bemerk-
te, hoe het heftig uitrukken der photografie het fijne
juchtleer had ingescheurd.
BEGROOT ING BURGERWEESHUIS, DIENST
1911.
De begrooting' van het Burgerweeshuis voor den
dienst 1911 sluit in ontvangst en uitgaaf met een be
drag van 10575.
Da berekeningen zijn gemaakt naar een aantal van
22 weezenin het getal suppoosten kwam geene veran
dering.
De buitengewone ontvangsten, aanvangende met
het saldo der rekening van 1909 ad 1049.63r', wor
den geraamd op 2068.92, waaronder de 43e en laat
ste aflossing der gemeente Alkmaar groot 1000; de
gewone inkomsten op 8506.08, gevormd door de ren
te van kapitalen op de Grootboeken N. W. S. ad
6991.50, de rente van de opbrengst van den verkoch
ten blooten eigendom van landerijen waarvan tot nu
genoten werd een bedrag van 106.40, 10.000 a
3 en aflossing van de gemeente 2000 a 3
zoomede de rente van twee legaten ad 7.50, de in
komsten uit erfpachten 22.08, de huur van rouw
goederen ad 15, het arbeidsloon dooi' de weezen
verdiend ad 150, de rente van de gemeente Alkmaar
(J 1000 a 5%) 50 en de huur van de lokalen 810
en ten slotte een nieuwen post vergoeding voor de
kinderen der weesouders 100.
De uitgaven voor diverse kosten van bestuur zijn
geraamd op 1490, waaronder een bedrag van 115
voor premie eener verzekering op het leven van den
weesvader ten behoeve van de weesmoeder.
Het bestuur heeft gemeend het als zijn plicht te
moeten beschouwen deze verzekering te sluiten ten
einde daardoor te'voorkomen, dat in de toekomst bij
eventueel overlijden van den weesvader jaarlijks op de
begrooting 300 zoii moeten worden uitgetrokken zoo
als thans nog plaats heeft, voor eene toelage voor een
vroegere beambte.
De kosten voor huishouding worden begroot op
5350, tegen 4680 in 1910, welke verhooging voor
namelijk veroorzaakt wordt door de stijging van de
prijzen der levensbehoeften, de meerdere kosten voor
vuur en licht, er zal 'een zaal meer in gebruik moe
ten worden genomen en van bewassching.
Voor onderhoud van gebouwen en meubelen, belas
tingen en assurantiën, is 150 méér uitgetrokken wijl
voor meubelen verschillende vernieuwingen en groote
herstellingen zullen moeten plaats hebben.
De commissie, tot de belastingzaken enz. heeft geen
bezwaar tegen de voorgestelde bedragen. Zij stelt voor
de onderwerpelijke begrooting goed te keuren bij het
.navolgende besluit
De Raad der gemeente Alkmaar;
Gezien en onderzocht de begrooting van het Burger
weeshuis over het jaar 1911;
Gehoord de commissie tot de belastingzaken enz.,
Besluit
lo. de begrooting' van het Burgerweeshuis voor het
jaar 1911 vast te .stellen in ontvang en uitgaaf op
10675.—
2o. het bedrag der schadeloosstelling voor verple
ging' van niet tot het huis behoorende weezen voor het
jaar 1911 te bepalen op 200 per wees.
Hiervan aan het bestuur op de gebruikelijke wijze
mededeeling te doen, onder toezending van een exem
plaar der bijlage no. 12 tot het verslag; van 's raads
handelingen over 1911.
Met vlugge, handige beweging schoof zij het portret
onder dat van haar zelf, hief lachend dreigend den
vinger op: „Ik ben niet bang. Maar wee, als ge u
verroert."
Zeer tevreden met zichzelf en de oplossing dezer
lastige geschiedenis, verliet zij na enkele minuten het-
vertrek.
Intussehen zat Frank Nehls aan zijn schrijftafel en
trok een lade ver naar voren.
Goud, zilver, een paar bankbriefjes van duizend en
verscheidene van honderd! mark lagen daar door el-
ka nder..
„Zooveel geld in de lade van een schrijftafel",, riep
Felix. „Waarom brengt ge het niet naar de Bank,
Paul? Hoe kan men zoo onvoorzichtig zijn?"
Frank Nehls kreeg' zijn eigenaardig spottend lachje.
„Gelooft ge, dat het langer duurt?"
„Maar Paul. gij kunt toch elk oogenblik op uw che
queboekje laten uitbetalen tienmaal per dag als ge
wplt."
„Dat weet ik, mijn jongen, dat weet ik. Maar ziet
g-eT ten eerste heb ik 't geduld niet, wissels te schrij
ven ik heb wat beters te doen en daarbij houd ik
niet' van controle. Als het geld wegsmelt, zonder dat
er dtadelijk nieuw bijkomt en men dan toch wegneemt
en wegneemt.... neen, weet ge mijn jongen, dan
hebben de heeren ginds iets in de oogen, wat mij niet
bevalt. Bij het storten zeggen zij„zeer verplicht" en
bij het laatste bankbiljet van honderd mark: „daar,
als het u blieft." Zulke kleine schakeeringen hinderen
mij 1"
Hij schoof Felix twee bankbiljetten van duizend
mark toe.
„Daar, daarvoor koopt ge mij Pruisische concols of
zoo iets. En als bij de beleening in de Bank door
handigheid en geluk er iets voor je uitkomt des te
beter. Op één ding zou ik je echter opmerkzaam wil
len maken: als ik de papieren eens plotseling noodig
zou hebben, dan. neem mij niet kwalijk."
Eelix was overweldigd. De soliede handelspraktijk
van den Glogauer boekhandelaar en de overdreven I
nauwgezetheid van Ottilie hadden in hem nog het
ONDERWIJS AAN BOERENDOCHTERS.
De bijlage, gisteren reeds kort vermeld, luidt in
haar geheel aldus:
„Het Bestuur der Vereeniging tot Ontwikkeling
van den Landbouw, in Hollands Noorderkwartier,
geeft met verschuldigde gevoelens te kennen:
dat de vereeniging het voornemen heeft een proef te
nemen piet het geven van land'bouw-huishoudonderwljs
aan boerenmeisjes.
lo. te Alkmaar volgens het plan A, in nevensgaand
verslag nader omschreven,
2o. te Nieuwe Niedorp volgens het plan B en
3o. te Beemster en Winkel volgens het plan O, in
lokalen door de gemeente daarvoor beschikbaar te stel
len,
dat zich voor deze cursussen thans reeds respectie
velijk: 12, 12, 9 en 13 leerlingen hebben aangemeld,
dat ter bestrijding van de kosten aan salarissen,
reiskosten, leermiddelen, grondstoffen, verwarming
van de benoodigde lokalen der huishoudschool, die
voor het jaar 1911 worden geraamd op minstens
4100, van rijkswege een krediet is verleend van ten
hoogste 2000 en door de provincie Noord-Holland
een bedrag van 600 onder voorwaarde, dat de vier
betrokken gemeenten samen tenminste 400 zullen
bijdragen,
dat door de Vereeniging zelve met steun van andere
vereenigingen in 1911; een bedrag van 400 voor de
proef zal worden ten koste gelegd en op een ontvangst,
van J 700 aan schoolgeld wordt gerekend',
dat het schoolgeld van den cursus A nog' niet defi
nitief is vastgesteld, voor den cursus B 10 per leer
ling zal zijn en voor dezen eursus O 5 per leerling,
met dien verstande, dat aan onvermogenden vrijstel
ling van schoolgeld zal worden gegeven,
dat met het oog op de kans op uitbreiding' van het"
aantal leerlingen van buiten de stad, indien de proef
met cursus A slaagt en deze cursus tot een blijvend
onderdeel van het onderwijs der school zal kunnen
worden gemaakt, het Bestuur der Huishoudschool ha
re medewerking aan de zaak wil verleenen en koste
loos de benoodigde lokalen hiervoor wil afstaan en
leermiddelen voor zoover deze voor het gewone onder
wijs g'emist kunnen worden, zonder daarvoor in eeni-
g'erlei vorm vergoeding te ontvangen,
dat deze poging om de Huishoudschool in Uwe ge
meente te bevolken met leerlingen van het platteland,
naar zijne meening van genoegzaam belang is voor
Uwe gemeente en Uwe Gemeentenaren om door een
bescheiden geldelijken steun de totstandkoming der
zaak mogelijk te maken.
Redenen waarom het zich tot u richt met het ver
zoek, ter bestrijding' van de kosten en ter vervulling
van de voorwaarden door de provincie voor hare subsi-
dieverleening gesteld, voor het geven van den cursus
A een subsidie te willen verleenen van 100, of zoo
veel meer als TT in overeenstemming zult achten met
het belang, dat Uwe Gemeente, heeft bij het welslagen
van deze proefneming, die natuurlijk des te degelijker
zal kunnen worden op touw gezet, naarmate voor leer
middelen en leerkrachten over ruimer geldmiddelen
kan worden beschikt."
Bedoeld adres werd in uwe vergadering van 1 Fe
bruari 1.1., om bericht en raad in onze handen gesteld.
Daaraan voldoende hebben wij de eer, onder verwij
zing haar het overgelegde leerplan, U te berichten, dat
de voorgenomen proefneming, naar onze meening, on
dersteuning verdient, te meer, wijl aan de door het
Rijk en de provincie toegezegde subsidies de voor
waarde is verbonden, dat ook de betrokken gemeen
ten van hare belangstelling in het tot stand komen der
landbouw-huishoudoursussen, door het geven van een
bijdrage, doen blijken.
Wij hebben daarom de eer Uwer Vergadering voor
te stellen, te besluiten:
Aan het bestuur der Vereeniging tot, ontwikkeling'
van den landbouw in Hollands Noorderkwartier, als
beschikking op zijn adres d.d. 11 Januari 1.1. te be
richten, dat de gemeente Alkmaar, voor het geven
van een eursus, volgens plan A, in landbouw-huis-
houdonderwijs wenscht- bij te dragen, voorshands voor
den tijd van vijf achtereenvolgende jaren, een som
van 100 'sjaars, onder voorwaarde, dat het Rijk
minstens 2000 en de provincie Noord-Holland een
bedrag van 600 jaarlijks voor dit doel beschikbaar
stellen.
schroomvallige respect voor geld met al zijn kinderlij
ke overschatting levendig gehouden.
De grand-seigneur geste der oppermachtige zorge
loosheid was voor hem iets volkomen nieuws. Hij zag
hier in de trekken eener groote natuur, welke niet
met de gewone maat was te meten en vergat hierdoor
dat zijn broer deze vrijgevige hand noch tegenover zijn
zuster, noch tegenover zijn vader had getoond.
Hij wist trouwens niet, dat Frank Nehls ook tot
die velen behoorden, van wie men gemakkelijker hon
derd mark ontving om een vroolijken ehampagnenacht
te betalen, dan tien mark voor wezenlijken nood.
Felix schreef een kwitantie, zooals het behoorde en
de onderteekening stelde hem eenigszins gerust, dat
gaf aan de hem overweldigende goedheid zijns 'broe
ders den schijn eener koele handelstransactie.
„Je kunt mij ook een genpegen doen. Ga morgen
middag dan is het Zondag naar Ada Mol en.
Hij haperde een oogenblik, wan( hij wist werkelijk
niet, met welke opdracht hij Felix zou zenden.
..Ja of ik toch een gastvoorstelling voor haar te
München met de. „Dreikampf" moet afsluiten. Zij
wil eigenlijk niet, maar morgen heeft zij er misschien
over nagedacht. Zoo. En dan telegrafeer je mij naar
München. 's Avonds ga je misschien naar den schouw
burg wacht, ik zal je een kaart geven en over
morgen telegrafeer je mij weer, hoo het ging."
„Ja, gaarne. Je kunt je op mij verlaten."
„Nu, best."
Frank Nehls vulde zijn koker met eenige geïmpor
teerde sigaren en reikte er ook Felix eenige toe.
„Luister. vergeet niet haar te zeggen, dat ik de
automobiel waarschijnlijk zal koopen.
..Dus: gastvoorstelling-, auto, voorstelling. Twee
maal telegrafeeren."
Hij tastte langs zijn jas: sigaren, portefeuille, zak
doek hij had alles.
„Nu, en hoe gaat het met de muziek?" vroeg hij
vluchtig, terwijl hij een sigaar aanstak.
Felix antwoordde eerst niet. Daarna: „Kent go
professor Kramer, Paul?"
(Wordt vervolgd),