DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd ens dertiende Jaargang. DONDERDAG 23 FEBRUARI. BEVNlNlAAT). FEUILLETON. Hel Gouden Bed. No. 46 1911. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,— .Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefoonnummer 3. ALRMAARSCHE COURANT. 4» fÏAVli ALKMAAR, 23 Februari, Het Portugeesche schip van staat kan den goeden koers nog maar niet krijgen. Het blijft zich voortdu rend bewegen in woelige, onveilige wateren, waar de kans van een schipbreuk elk oogenblik opdoemt. Men zegt zelfs, dat er oneenigheid tusschen de bevelvoe rende .personen bestaat, dat de stuurlui het niet eens zijn over de strooming radicaal of gematigd waarvan moet worden geprofiteerd. De berichten van den laatsten tijd zijn inderdaad ook verre van gunstig. De moeielijkheden stapelen zich voor de re- publikeinsche regeering op. Daar is in de eerste plaats, het gebeurde van Oporto. Wij maakten er reeds melding van. Er werd een aanval gedaan op een ka tholiek-monarchaal blad, het nieuwe katholieke veree- nigingsgebouw werd in brand gestoken, in een ander werd alles vernield en -de militaire macht- deed niets, de autoriteiten konden het volk niet meester worden. Het was er een bende. De stedelijke gouver neur vroeg de regeering telegrafisch om ontslag de regeering weigerde het! En een bekend republi- keinsch journalist staakte bij wijze van protest de uit gave van zijn blad. Toen kwam een bericht omtrent arrestatie en ver banning van een aantal personen, die niet naar den zjn der regeering schreven. En de laatste ongunstige berichten kwamen uit het noorden en spraken over een vrij ernstige royalisti sche beweging. De minister van openbare werken, zoo zeiden zij, die de provincie Beira afreisde, begaf zich naar Guarda en klom daar op het dak van een kazer ne, om het volk toe te spreken. Kauwlijks had hij eenige woorden gesproken of er klonken schoten en de minister, die door verschillende kogels gewond was, zakte ineen. De monarchisten gingen onmiddellijk tot opstand over en op het groote plein van het stadje begon een moorddadig vuur. Vele mannen, vrouwen en kinderen werden gewond. De winkels werden ge sloten en het plein werd' ontruimd. De orde is weer hersteld, maar men vreesde nieuwe onlusten. De regeering laat deze berichten tegenspreken. Men kent die officieuze tegenspraken. Het is mogelijk dat de minister niet»vermoord is. Maar dat er geen onlus ten zouden hebben plaats gehad'? Er zijn meer berichten. Zoo verneemt het Tage- blatt, dat er te andoma, ook al in het Koorden, ern stige ongeregeldheden zijn gebeurd. Toen de overheid een katholiek priester, die van af den kansel een hef- tigen aanval gedaan had op de republiek en haar be ambten, in hechtenis wilde nemen, nam een groote, gewapende menigte zijn verdediging op zich, trachtte de arrestatie te verhinderen en de vrijlating' te verkrij gen. Een regiment infanterie, een regiment cavalerie en een egiment artillerie waren noodig, om de orde te herstellen. Een republikeinsch blad a Republica, meldde dagen, dat er nog genoeg kleine plaatsen zijn, waar men nu, vier maanden na de bekende Octoberdagen dezer nog- niet weet, dat de roonarchie veranderd is in eeU republiek! En een andere republikeinsche courant, de Seculo, schreef: „Wij zijn in een tijdperk van revolutie, wordt er, steedte gezegd. Men zegt het, en het is waar! Echter doet fcich het revolutionnaire dictatoraat min der hard gevoelen, dan dat ond'er de regeering van Dom Carlosj" 1 1;v Voor de Tepublikeinen misschien niet, maar voor de anderen? De correspondent van de K. Rott. Ct. te Lissabon schreef in zijn laatsten, gisteravond' gepublieeerden brief ironisch; „Ja, ja, Portugal is in; volkomen staat van orde en tucht! Je moet al een verstokte monar chist zijn om liet' tegendeel te durven beweren." En die brief eindigt aldus: „Iemand zei mij eens: Portugal is het land, waar alleen het onwaarschijnlijke mogelijk is. Dat hebben de feiten tost nu toe bewezen* Ik zou het ook kunnen omdraaienhet mogelijke is onwaarschijnlijk in Por tugal Maar meer en meer wordt liet duidelijk, dat er ver rassingen voor de deur staan! Vooual wanneer de ver kiezingen vertraagd worden." TWEEDE KAMER, Gisteren werd in de Tweede Kanver de behandeliiMS van het wetsontwerp tot bestrijding der zedeloosheid"1 voortgezet. Bij de behandeling' van de afdeeling Pornographic, zag' de heer T y d e m a u niet in, dat e.r eene periode in ons land is van zedelijken achteruitgang. De aan drang tot verscherping van de Strafwet' schreef hij dan ook aan andere factoren toe. Zonder te willen uitweiden over factoren van lagere orde als: de zucht om elkaar na te praten, schijnheiligheid en mo dezucht - oordeelde spreker, dat deze aandrang ot wetsverscherping voortspruit uit toenemende zucht om de wet en strafbedreiging aan te wenden tot berei king van gewenschte doeleinden, zoowel 'op sociaal als op zedelijk gebied. Spreker stelde zich echter op het standpunt, dat alleen bij volstrekte onvermijdelijkheid tot strafbedreiging op het gebied van het zedelijk le ven aan het individu mag worden overgegaan. Eerst moet in het werkelijke leven de noodzakelijkheid verscherping en van. dringend] ingrijpen gebleken zijn heer \an K i s p e n tot Sevenaer (K.-K. Reden) prees den minister voor den strijd1 te gen den handel in obscene prentbriefkaarten. Spr. liet zich niet uit oveir het K.-Malthusianisme, doch be twist de- meening, als zoude die richting niet voldoen de bekend' zijn ter rechterzijde. De heer Brummelkamp (A.-R.) zeide, dat met alleen de i'echterzijde, maar ook de linkerzijde te gen den vuilhandel strijden wil. Alleen is er links minder opgewondenheid] over de daartoe ontworpen wetsbepalingen. Spr. is eenigszinsi beducht voor maat regelen tegeu pornografie, die schadelijk zouden kun nen zijn voor werken van kunst en wetenschap. De heer Smid't (V.-D.), was met den minister voor scherper maatregelen tegeu de pornografie. Nadat de heer Van Sasse van IJsselt (R.-K.) in de voorgestelde strafbepalingen betreffen de de pornografie de terminologie goedgekeurd had, veidedigde de minister van justitie de door hem ont worpen bepalingen tegen den vuilhandel met een be- l'oep op de noodzakelijkheid, waarna na re- en dupliek de nlgeme-ene beraadslagingen werden gesloten. Vervolgens kwam artikel I van het ontwerp in de bat (strafbaarstelling van het verspreiden, vervaardi gen, in- of uitvoeren of in voorraad hebben, tentoon stellen of verkoopen van voor de eerbaarheid! aanstoo- telijke geschriften, afbeeldingen of voorwerpen). De heer Limburg (V.-D.) hesprak zijn amende menten op dit artikel, welke de minister ten deele overnam. De heer de Geer (C.-H.) verdedigde 2 amende menten van rediactioneelen aard. De heer Hugenholtz (S. D. A. P.) bestreed het voorgesteld' artikel, omdat het te ver gaat en kwam op tegen het gevaarlijke verzoek van den heer Smid't om de postwet te wijzigen. De heer Sm i dit (V. D.) verduidelijkte zijn bedoe ling. Met behoud) van het postgeheim wil hij overwe ging van maatregelen om verspreiding van pornogra fische lectuur door de post- tegen te gaan. De minister bestreed alle amendementen. Wat het kunstbelang aangaat,' met de bedoeling van het betreffende amendement is- de minister het eens. Doch juist daarom wenscht de minister het amendement niet. De minister wist de „kunst-excep tie" niet te regelen. Men heeft deze nergens in het buitenland, alleen bestaat de kunst-exceptie in Spanje. Doch de kunstbescherming is er reeds en heeft altijd bestaan. De minister beroept zich ten deze op een arrest van den Hoogen Raad. Kiemand kan één geval noemen, sedert 1886, dat de kunst belemmerd is. De kunst is hiér steeds vrij gelaten. En voor kunst voorwerpen, die voor de eerbaarheid aanstootelijk zijn, b.v. een bronzen beeld' te Pompeji opgegraven, k <ui de exceptie niet worden gepleit, dat deze straffe loos' moeten kunnen worden tentoongesteld. En door de Misduiding, die de heer Limburg wenscht, wordt de vrijtijd van het O. M. om te vervolgen, aan banden gelogd. De mini. Mer kan niet den heer Hugenholtz in het openbaar zetJSTen> wat bedoeld wordt met „voorwer pen." Hij is Wxeid het onder vier oogen te zeggen. De heer D Stüers (R. K.) acht de quaestie van de „kunst-exWtfe" zeer belangrijk voor kunst en wetenschappen. Alle kunstenaars vergaloppeeren zich wel eens; zelfs Re.mbr-aflvdf maakte eenige zeer aan- stootelijke etsen. Zullen iW de boekverkoopers, die deze etsen in vocfrraa'd hefclben, strafbaar zijn Zullen de Handelaren in nni^crsrteiivtestjöden stiafbaar zijn, die wetenschappelijke wiU'ken in voorraad hebben, met gedetailleerde aanstootelij'ke afbe'él-dingen Spr. vindt bet ameud-enVent zeeï" /tuttig en gezond. Spr. erkent, dat een artitstiek, Auqh aanstootelijk kunstvoorwerp niet geëtaleerd moet wörden, doch niet moet iemand strafbaar zijn, dite zulk een antiquiteit in voorraad heeft. De heer Limburg (V. D.)^ verdedigde nader zijn „kunst-amendement"1" en hanSdhaufde zijn redactioneel amendement. De heer De Geer (C. H.) ti'ok zijn andere, niet overgenomen amendei uent in. De minister n tam het redactioneele amende ment-Limburg over en 'blijft de andere amendementen bestrijden. Het amendement-Lin t»urg, (invoeging van het woord „opzettelijk" werd TerwfOü'pen met 40 tegen 27 stemmen. Het amendement-Limbui'g (kunst-TxcelM*e) werd verworpen met 40 tegen 27 stetrunen. Het artikel wordt zonder {hoofdelijke stemming QiU1 Naar het Duitsch van OLGA WOHLBRüCK, bewerkt door J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM 48) Frank Kehls lachte. „Oppervlakkig, ja. Zal ik je een kaartje voor hem meegeven Felix aarzelde. Daarna zeide hij schijnbaar onver schillig: „Keen, Paul, ik dank je. Het was slechts een vraag." In toenemend gevoel van eigenwaarde in dit uur, wilde hij je poging nog eens wagen vooruit te komen door eigen kracht. „Papa uw koffer is reeds beneden in de auto." „Zoo, nu vaarwel. Frank Kehls drukte zijn broer kort en beteekenisvol de rechterhand en nam Pieps gezichtje tusschen zijn beide handen. „Braaf zijn i TiaT zij'DPaPa> en °°k een beetje aan mij den ken Duisterde zij hem in het oor. Op de trap zeide Prank Kehls tot Felix: „Ik geloof, dat ik vergeten heb mijn vrouw goeden dag te zeggen." „Ja, dat is zoo. zij was niet in de kamer." „Zoo. Irank Kehls hoorde het ternauwernood. Hij had weer den verstrooiden blik van zijn vlie gend ongeduld. «Moll niet vergeten", riep hij nog uit het raampje, toen de auto zich reeds in beweging had gezet. Eelix ging te voet naar huis. Verlaten in nachtelijke rust, strekten de breede straten zich voor hem uit en hij liep door met het ge voel van een veldheer, die het vijandelijk land heden oi morg'en onder het juk moest brengen. De twee bankbiljetten van duizend mark in zijn zak verhonderdvoudigden zich in zijn fantasie zoo snel, dat het hem toescheen, alsof hij reeds de geuden uur, toen Eelix de woning van Ada sleutels der stad in zijn hand, had, alsof hij de purpe ren treden tot het gouden bed reeds beklom, waarop trotsch de leden uitstrekten al degenen, die, als hij, zich met uitgebreide armen op het leven wierpen, om uit den bruisenden, sissenden maalstroom te voor schijn te halen, wat zijn diepte aan rijkdom, liefde en eer waarborg. Het was twaalf Moll betrad. Hij had zijn kaartje naar binnen gezonden dadelijk toegelaten geworden. Het was een groot vertrek met een buitengewoon ree venster, waardoor de koudi glinsterende, zonnige winterdag m breeden stroom binnendrong. De muren waren met licht bruin behangen; de inrichting toonde de eenvoudige, voorname rechte lijnen der Engelsche meubelindustrie. Aan de voetenbankje, de beenen even over elkaar geslagen zoodat de violette, soepele stof van haar nauwsluitend kleed in weeke, lange plooien ,van haar heupen neer viel. en was wanden eenige vreemde schetsen van jonge schilders en ettelijke uitnemende reproducties Goya, (.hodowiecki, Menzel en Hoffman. Boven een kleinen boudoirvleugel, hingen artistiek uitgevoerde gipsenmaskers van Bach) Beethoven W agner. Licht brume, zijden gordijnen, welke lialf terugge slagen waren, vielen in zware plooien van een koperen staaf omlaag, welke boven een boekenkast was aange bracht, die door een breede bank werd afgesloten, waarop eveneens verscheiden boeken lagen in banden van zijden brokaat. Eelix, die de bazarelegantie eener tooneelspeelsters- wonmg verwachtte, zooals hij ze kende uit de romans, die inj gelezen had, was het eerste oogenblik bijna in de war gebracht en bleef aarzelend op den drempel staan, vanwaar een groot tapijt in sterke, rustige kleuren over de geheele kamer was uitgespreid. j e*e*f blijf zitten, maar zooals u ziet word ik juist geschilderd. Mijnheer Frank vriendin, juffrouw Geibel." Ada Moll zat in een stoel met hooge leuning, steu nend op de ellebogen, de vingers losjes in elkaar ge slagen, op haar schoot een opengeslagen boek, onder a601' smallen, laDgen, verlakten schoen een laag hier bij ojis' en vertel, wat u tot ci- ne- zijns ha a die mijn Krijgt u een stoel' mij voert." Ada Moll had' nog steeds den matten, bijna onver schilligen toon,_ welke het eerste oogenblik afstiet, om later een bekoring te meer te zijn. (Indien ge wilt rooken, ginds op de tafel staan garetten. Als je soms ook wilt rooken, Hans, dan men wij een oogenblik rust." I elix haalde het doosje, herkende het merk broeders en reikte het aan de schilderes. ,Ik rook niet," zei Ada Moll, toen hij het ook aanbood. De schilderes lachte: „Helaas, helaas. Ik beweer, dat een mensch m6' r0°H geen gevoel heeft voor gezelligheid Ada Moll maakte een afwerende beweging met de ',V te IJans. wat gij gezelligheid' noemt, vindt gebij eiken stamgast aan de biertafel. Het woord mij rech (^onaangenaam. Felix trok een onnoozel gezicht. het^oSkÏatten."°naangenaam juffr°UW' da" kau ik Hansi Giebel amuseerde zich kostelijk. i'P. Hemel, wat een welopgevoed jongmensch!. ,ifijn vriendin is een Hamburgsche" zeide Ada Moll verklarend, met een glimlach, welke haar trekken als altijd merkwaardig* verfraaide. Eelix onderging de bevrijdende uitwerking van den glimlach. Zijn verlegenheid viel als een last van hem ai. i „Ja, dat hoor ik. Maar dan is voor u wellevendheid mets nieuws?" „Kieuws met. maar een booze droom. O, ik bid) u ik bid u, blijf me met de welopgevoede lieden uit den weg. Die hebben mij uit mijn schoone Hamburg ver- reven. Dat vind ik juist zoo prachtig van Ada, dat 1me.fc wellevend is. Het is werkelijk onmenschelük veel, dat zij u een stoel heeft aangeboden en cigaret- genomen. De vergadering werd verdaagd tot heden 11 uur. Gemengd nieuws. TUINBOUW- EK IIAKDELSVEREEKIGIKG LAKGEDIJK EK OMSTREKEK. Bovengenoemde vereeniging vergaderde gisteren in het café van den heer Schermerhorn te St.-Maarten. 6 afdeelingen, vertegenwoordigende 676 leden, wa ren aanwezig. Bij de opening bracht de voorzitter, de heer J. Slot te Harenkarspel het overlijden van den heer A. Kobel in herinnering, de man wiens leven was een strijd voor de belangen van tuinbouw. Zijn nagedachtenis blijve nog lang in, eere! Hij riep daarna het welkom den aanwezigen toe. Medegedeeld werd o. m. dat de Directeur-Generaal en de heer Hazeloop verhinderd waren de vergadering bij te wonen; dat de tuinbouw-onderlinge telt 2629 leden met een uitgekeerd jaarloon van 3978516. Omtrent de oprichting- van een tuinbouwschool werd medegedeeld dat er pogingen worden aangewend om die school te Schagen te vestigen, en dat- degene die zich hiermee kunnen vereenigen, worden uitgenoo- digd door Algemeen Belang te Schagen tot bijwoning eener vergadering op Donderdag 23 Februari. De secretaris deelde mede, dat de oprichting eener dusdanige school nog wel eenigen tijd kan duren en dat de Directeur-Generaal eenigen strijd omtrent de plaats der oprichting' te voeren, ontraadde. Harenkarspel zeide dat de afdeeling iemand naar die vergadering zendt als belangstellende. De vergadering vereenigde zich met het denkbeeld van het Hoofdbestuur om een belangstellende te zen den. Het permanent comité voor de Tuinbouwschool ver zocht een plaatsvervanger aan te wijzen ter vervan ging' van den heer Kobel (overleden.) Ka gegeven toelichtingen van den secretaris werd op voorstel van Koedijk het hoofdbestuur de benoe ming van eèn plaatsvervanger opgedragen. Omtrent het aantal geschrapte leden en een verslag voorkomende in de K. Langedijker Courant, deelde de secretaris eenige rectificaties mede, waarvan de voor naamste was dat de burgemeester van Broek op Lan- gendijk er niet aan denkt een commissie van beheer over de Broeker markt aan te stellen. Voorts werd medegedeeld, dat de heeren P. Kuyper, P. Gootjes en J. Slot benoemd werden tot hoofdbe stuursleden. Deze mededeelingen werden voor kennis geving aangenomen. Aan het zeer uitgebreide jaarverslag daarna dooi' den secretaris, den heer S. Zeeman uitgebracht, ont- leenen wedat in de verschillende Hoofdbestuursver gaderingen verschillende' plannen en besprekingen werden gehouden, o. a. tot uitvoering- van het plan der bestrijding van koolziekten op een algemeene be stuursvergadering vastgesteld. Verder het plan van den heer Jb. Madderom, om draaiharten en vallersziekten door een bepaalde wijz* van zaadkoolteelt te bestrijden, welk plan bleek ge heel geen goede uitkomsten te geven, zoodathetHoofd- bestuur na eenige moeite, van Madderom de vernieti ging van het desbetreffend plan verkreeg. Tevens werd door het Hoofdbestuur met de Heeren" Professor J. Ritsenm Bos, J. G. Hazeloop, Dr. II. M. Quanjer en de proefnemers, de mogelijkheid bespro ken aan de ziekte bestrijdingsmiddelen een plan te verbinden door nieuwe Cultuur-gewassen, de koolziek ten te bestrijden. De mogelijkheid tot algemeen veiler werd in be stuursvergaderingen dikwijls besproken, doch de in ging bleek nog niet wel mogelijk, voe. ten. Hij zijn opdracht hier maar zon- Eelix wist niet, of n. Heel bedeesd begon hij: der omwegen kon volvoere. naar Miinchen afge- „Gisterenavond is mijn broer reisd. ~aggen?" „Gij hebt mij zeker iets van hem te z. li.'" de gastTOOrstelling „Ach zoo, de gastvoorstellingl" Ada Moll maakte een trage, afwerende beweging „Dat is reeds lang afgedaan. Ik denk er niet aan'" De schilderes schudde het hoofd. „Gij zult het nog bij hem verkerven! Altiid neen zeggen, als hij je iets verzoekt wat heb je fnoh grappige beginselenJ reden°het' h" het,geheeï ^een beginsel, en ik heb geen voor mï fel br^te VerkerVen' Hij is zeer foed is dan beu Hr l et' 1? ,0nv6rbuMelijk het eischen begrhnen laf ik weig^en. Hij wil maar niet overlever' om laf T m6t llUld' en W aan hem heb» Jn SUCCCS aan hem jaren, en ook de walmerêle cigarette in den mondhoek kon daarvan mets afdoen. Het golvende zwai-te W ken6gwaa d® 'Th nog alti'>'d Japansche opgesto- voorhoofd nee^viefen eigenzinn.^ op het blanke „Is het voor vandaag gedaan, schildervrouwtje?" te danken ont- vroeg Ada Moll. „En grondig, op het doek." Daarop wendde Anders schilder ik heden een furie - ziJ ziek levendig tot Felix- Dus zijt de broer van Frank Kehls, niet?" „Ja, aekar...." (Wordt vervolgd.) 8U

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1